Ondraaglijk fiscaal klimaat
de zonnige
RANG
RANG ctemsMpeutty rnictewrfeWuj.
Waalwijkse en Langsiraaise Courani
Eenwording van Europa
heeft kinderziekten
NEDERLANDSE HEREN IN DE LIFT
NAAR INTERNATIONAAL ZWEMNIVEAU
Staatsinkomsten én -uitgaven te hoog
Bruidstoiletten
KLEINE VRIJHANDELSZONE EEN FEIT
mm
I
Balans na Waalwijk
VRIJDAG 31 JULI 1959
Dit blad verschijnt 2 x per week
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur: JAN TIELEN
DE ECHO VM HEI ZUIDEN
82e JAARGANG No. 61
Abonnement:
22 cent per week:
per kwartaal ƒ2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contract-advertenties: speciaal tariel
Gironummer 50798
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK
TEL. 2621
KAATSHEUVEL - TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTRAAT 8 OPGERICHT
1878
TEL.-ADRES: ..ECHO'
(Van onze belastingdeskundige).
De nieuwe minister van financiën heeft besloten de belastingont-
werpen 1959 niet ongewijzigd over te nemen. Mogelijk worden ze
geheel vervangen. Vele deskundigen zullen dit om bepaalde re
denen betreuren, voornameijk omdat de ontwerpen getuigden van
grote deskundigheid en voorts omdat de nieuwe voorstellen talrijke
feiten en onbillijkheden uit ons bestaande stelsel wegnamen.
Toch is het verheugend dat het ministerie van financiën onze
fiscale problematiek nog eens onder ogen krijgt. In de eerste
plaats houdt dit de hoop levendig dat er meer concessies worden
gedaan, maar dit is voor ons niet het belangrijke. Niet het zoe
ken en uitdelen van uitzonderingen en concessies op bepaalde pun
ten van de bestaande wetgeving mag het doel van onze regering
zijn. Met concessies brengt men tijdelijk soelaas op bepaalde
punten van de wetgeving, waarvan men door de uitzonderingen
erkent dat ze eigenlijk niet deugt.
Onze verschillende belastingwetten
zijn een zodanige opeenhoping van
uitzonderingsbepalingen en van uit
zonderingen op uitzonderingen, dat
elke belastingambtenaar liefst het
gehele lapwerk van faciliteiten zou
afschaffen en vervangen door een
nieuwe wet. Die wet moet berusten
op andere beginselen en vervolgens
een lager tarief brengen.
Geeft de regering een wet, die uit
gaat van juiste principes met een
daaraan verbonden tarief dat een te
zware drukt legt op de burgers, dan
valt de gehele heffingsmethode als
een kaartenhuis in elkaar. Geen huis
dat fraai van uiterlijk is, maar prak
tisch onbewoonbaar, is een lang le
ven beschoren. Geen belastingwet,
hoe fraai ook in elkaar gezet, die
zich openbaart als een monster voor
de burgerwelvaart, zal gedoogd wor
den. Stelsel en tarief moeten dus bei
de aan bepaalde voorwaarden vol
doen.
Het stelsel moet dienstbaar zijn
aan een maximale volkswelvaart en
het tarief mag aan de juiste werking
van dat stelsel geen afbreuk doen. Bij
onze wetgeving en ons tarief schit
teren beide voorwaarden door afwe
zigheid. Het uitgangspunt van ons
stelsel, dat op draagkracht is geba
seerd, is vervormd en verwrongen
door de vele uitzonderingen en ver
anderingen. Het is verworden tot een
onhanteerbaar geheel, vooral voor de
niet-deskundige om over de leken
maar geheel te zwijgen.
De zichtbare nadelen.
Daarom mogen wij ook geen toe
nadering verwachten tussen belas-
tingheffer en -betaler. Een ontwik
keld mens wil op de hoogte zijn van
het hoe en waarom van zijn beta?.l-
plicht. Kan hij daar niet achter komen
dan ontstaat op zijn minst de lust om
de betaalplicht te ontgaan en op zijn
voorradig in iedere prijsklasse
MODEHUIS
Markt 17 Tel. 7213
's-HERTOGENBOSCH
HAUTE COUTURE
IN DAMESKLEDING
/meest om fraude te plegen. Beide
verschijnselen zijn in ons land in stij
gende mate waarneembaar.
Hiermede hebben wij de twee
meest bedenkelijke symptomen van
een onbegrepen belastingstelsel ge
noemd. Helaas kunnen zij nog aan
gevuld worden door een aantal na
delige gevolgen van te hoge tarieven.
Deze leiden n.l. tot een verwaarlozen
van de kostenbewaking in een be
drijf. Schaadt deze ontwikkeling
reeds de welvaart, de schade wordt
nog veel groter als er zelfs kunstma
tig kosten worden opgewekt teneinde
aan een bepaalde progressie in de ta
rieven te ontkomen.
De maatschappelijke voordelen van
de inkomensoverdracht aan econo
misch zwakkeren, die de achtergrond
vormen van de sterk progressieve ta
rieven worden geheel teniet gedaan
door de maatschappelijke inefficien
cy, die door kunstmatig opgewekte
kosten in 't leven wordt geroepen.
Men bedenkt zakenreizen, koopt ex
tra dure auto's en machines en ver
oorzaakt een luxe bedrijfsvoering.
Deze factoren roepen uiteindelijk
evenveel spanningen op als de zozeer
gelaakte uitersten tussen kapitalisten
en proletariërs.
Het onzichtbare nadeel.
Het volgende grote nadeel van de
te hoge tarieven manifesteert zich in
het streven naar compensatie op het
terrein van de prestatie. Naarmate de
tarieven procentueel hoger worden,
weigert men de extra inspanning op
te brengen, die nodig is om een hoger
inkomen te bereiken.
Dit verschijnsel doet zich alleen
voor bij de zeer hoge inkomens, zo
zijn wij geneigd op te merken als
kleine luiden. Wij vergeten daarbij
dat het juist de zeer bekwamen dik
wijls zijn, die tot staking in produk-
tiviteit overgaan. Door deze staking
gaan weer talloze kansen voor inko
mensvorming van mindere goden ver
loren. En dit vergeten wij nogal eens
te bedenken.
Wij zijn er niet met een tariefsver
laging voor ongehuwden in Neder
land. Vooral de midden-inkomens
zijn te zwaar belast. Wanneer bij ver
laging voor de middelklasse ook de
hogere inkomenstrekkers profiteren,
mag dit laatste geen argument zijn
om de eersten hun rechtmatige ver
langens te onthouden. Bovendien zit
het kwaad van de te hoge heffing
niet alleen in de staart, maar in het
gehele lichaam van de tarieventabel-
len, vooral als wij vergelijken met het
buitenland.
Meer dan 2 x zoveel!
Een gehuwde zonder kinderen be
taalt in Nederland reeds f 100.-
belasting als hij f 2700. - per jaar
(is nog geen f 52. - per week) ver
dient. In West-Duitsland is de „ge
nieter" van dit inkomen terecht vrij
van belasting. Een bedrag van
f 4500. - is voor een gehuwde met
twee kinderen in West-Duitsland be
lastingvrij. Onze minister van finan
ciën belast dit lage- inkomen met nog
f 171.- per jaar!
Bij een inkomen van f 6300. - per
jaar vraagt de fiscus in Nederland
van een gezin met 2 kinderen 2 1/3
x zoveel als in West-Duitsland. Dit
is een vergelijking met inkomens, die
liggen beneden de z.g. welstands-
grens, en die dus beschouwd kan
worden los van de inkomensnivelle
ring. De grote verschillen tussen bei
de landen zijn voor Nederland, dat
zich toch kan scharen onder de win
naars van de jongste oorlog, eenvou
digweg beschamend.
Ook in de hogere regionen, waar
we dus eigenlijk van middeninkomens
spreken, zijn de verschillen met an
dere landen opmerkelijk in ons na
deel. Van een inkomen van f 8000.-
wordt in Engeland ca. 4 inkom
stenbelasting geheven bij een gehuw
de met 2 kinderen. In West-Duits
land evenzo, in België ca. 7,5
maar Nederland spant de kroon met
9 In Frankrijk betaalt men op dit
niveau zelfs helemaal geen belasting,
maar in het land van Marianne is de
gehele belastingheffing veel meer op
de indirecte belastingen gericht.
Staatsuitgaven zijn te hoog.
Blijvend bij het doorsnee-gezin van
man, vrouw en twee kinderen, stijgt
het heffingspercentage bij ons van
plm. f 10.000 tot ruim f 30.000 in
komen per jaar van 12V£ tot meer
dan een derde! Engeland, dat be
rucht geworden is om zijn hoge be
lastingen, vraagt van zijn burgers
voor dezelfde inkomenspercentages
van ca. 8 tot ruim 25.
Een dergelijke toestand vraagt om
herziening in Nederland. Onze rege
ring kan zich bij de verdediging van
de bestaande tarieven toch niet be
roepen op de dwingende hoge uitga
ven, want onze buurlanden hebben
ook hoge defensie- en andere kosten
en daar kan men blijkbaar wèl toe
met geringere staatsinkomsten.
Onze staatsuitgaven zijn te hoog
en de produktiviteit van onze burgers
is in doorsnee nog te laag. Bestaat er
verband tussen deze twee groothe
den via de hoge belastingtarieven?
Wordt onze onvoldoende bezitsvor
ming niet door hetzelfde euvel opge
wekt?
Dikwijls horen wij de klacht dat
vele kleine industrieën en andere be
drijven geen groeikracht bezitten om
dat voldoende kapitaalvorming on
mogelijk is om fiscale redenen. Gro
tere ondernemingen daarentegen ro
men teveel de uit te keren winst af
voor zelffinanciering. De kartelle
ring groeit, de fusiekansen van klei
ne bedrijven zijn onvoldoende door
fiscale remmen, het rendement der
aandelen is onvoldoende, de succes-
sielast maakt vermogensvorming on
aantrekkelijk.
Op dit alles wordt gedoeld wan
neer wij spreken ovr een onbehaag
lijk fiscaal klimaat. Daarom zijn wij
er niet met een verlaging van de tarie
ven van inkomsten- of vennoot
schapsbelasting. De gehele structuur
van de belastingwetten behoeft ver
nieuwing. Onze hoop is nog niet ver
vlogen dat de troonrede in september
op dit terrein nog aangename ver
rassingen zal brengen. Tot heil van
ons gehele volk.
drs. H.
(Nadruk verboden).
Op 21 juli j.l. konden de acht delegaties van evenveel Euro
pese landen lachend de vergaderzaal in Stockholm verlaten. In
verrassend korte tijd hadden zij onderling overeenstemming be
reikt over de vorming van een tweede Europees-economisch blok,
dat voorlopig naast de bestaande EEG zal blijven werken.
Tegelijkertijd klonken in de zalen van de regeringen, die niet bij
de nieuwe vrijhandelszone zijn aangesloten, de alarmschellen, want
èn politiek èn economisch kan de nieuwe ontwikkeling in het pro
ces van de Europese eenwording vérstrekkende gevolgen hebben.
Al enige tijd voor de dag waarop overeenstemming werd bereikt
was vooral van Duitse zijde commentaar geleverd op de pogingen
van Engeland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, Por
tugal, Zwitserland en Oostenrijk om te komen tot een onderling
vrijhandelsgebied.
Men wees op het gevaar dat twee
naast elkqaar opererende economi
sche groepen gemakkelijk in een hef
tige - en de internationale toestand
niet bevorderende - concurrentie
strijd kunnen geraken, wat aanleiding
kan geven tot vele controversen in
West-Europa. Met grote nadruk ver
klaarde de Westduitse minister van
Economische Zaken, Erhard, dat het
noodzakelijk is te komen tot een al
gemeen Europees vrijhandelsgebied,
dat alle achttien landen van de Orga
nisatie voor Europese Economische
Samenwerking (OEES) moet omvat
ten.
Samenwerking met EEG?
De vraag is nu of de nieuw ge
vormde vrijhandelszone komt tot een
nadere samenwerking met de zes lan
den van de EEG (West-Duitsland,
Italië, Frankrijk en de Benelux) en of
hieruit later mischien een samensmel
ting kan ontstaan. In elk geval blijkt
hiervoor enige animo aanwezig te
zijn, want direkt na het bekendmaken
van het verdrag hebben de delegaties
van de landen van de nieuwe „kleine"
vrijhandelszone verklaard dat het de
bedoeling is, via het nieuwe blok le
komen tot een geheel geïntegreerde
Europese markt. Hetgeen dus volko
men beantwoordt aan Erhards ide
aal.
Men kan zich daarom afvragen
waarom velen zich bezorgd maken
over deze jongste mijlpaal in Euro
pa's economische geschiedenis. Im
mers, wanneer beide partijen dezelf
de wens hebben, moet toch overeen
stemming kunnen worden bereikt...
waar een wil is, is een weg?
Helaas liggen de zaken lang niet
zo eenvoudig. Al jaren is de integra
tie van Europa een droom van alle
belanghebbende landen, maar on- i
danks dat is zij slechts in een zeer
bescheiden mate doorgevoerd. Voor
namelijk is dit te verklaren door de
kracht van de nationale gevoelens,
die als bijna niet te verdelgen on
kruid welig tieren op de akkers van
een gemeenschappelijke markt. Nu
hebben zij opnieuw geleid tot het
ontstaan van twee economische kam
pen, die, zij het welwillend op een
afstand van elkaar staan.
De kwade rol van Engeland.
De grote stuwkracht, die geleid
heeft tot de snelle vorming van de
nieuwe vrijhandelszone, is voorname
lijk opgebracht door Engeland. Vele
economen en politici zijn de mening
toegedaan, dat het Verenigd Ko-
goede anker-horlog
op hef rode driehoekje)
tegenstellingen in 't Westelijke kamp.
Tijdens de Geneefse conferentie is
Engeland meermalen de onwillige en
in zekere zin eigenwijze factor, die
de positie van de Westelijke groep als
geheel verzwakt. Nu brengt Engeland
opnieuw verwarring door de econo
mische associaties met de zeven an
dere deellanden van de vrijhandels
zone.
Men tracht het individualisme van
Groot-Brittannië te verklaren door de
rivaliteit met Frankrijk, maar veeleer
komt juist die rivaliteit voort uit een
te grote - zelf geschapen - isola
tie van Engeland. De laatste jaren
ninkrijk, hierbij geleid door nationale
gevoelens, niets anders heeft willen
doen dan zijn eigen positie ten op
zichte van de EEG-landen (in het bij
zonder tegenover Frankrijk) verbete
ren.
Het politieke pad van Engeland
gaat de laatste jaren beslist niet over
rozen. Op het gebied van de interna
tionale samenwerking, op welk ter
rein ook, heeft het dikwijls een bij
zonder slechte rol gespeeld en fouten
gemaakt, die aanleiding gaven tot
hebben Frankrijk en Engeland dik
wijls binnen Europa lijnrecht tegen
over elkaar gestaan Frankrijk is o.a.
de grote stimulator van de Europese
Economische Gemeenschap geweest,
terwijl Engeland niets van een der
gelijk verdrag moest hebben.
Toch zijn de tegenstellingen tussen
beide partijen niet van die aard dat
een toenadering niet meer mogelijk
is. De leden van de nieuwe vrijhan
delszone hebben in hun eerste geza
menlijke verklaring te kennen gege
ven, dat zij een samensmelting op de
lange duur met de EEG niet onge
wenst vinden. Het zal nu de taak
van de Grote Zes van de EEG zijn,
deze eerste duidelijke uitnodiging
niet in de wind te slaan.
Dat ook in Rusland niet gedacht
wordt aan een blijvende splitsing in
West-Europa bewijst overigens de
reactie van het regeringsblad, de
Prawda, die een, tevergeefs, felle
aanval publiceerde op Finland, dat
zich bij de vrijhandelszone wilde
aansluiten en zulks inderdaad ook
heeft gedaan.
Lal fci.i«i^ui^i.'rMirr7i jgT-r=^|i|-. ]yi
Slag voor Nederland.
De heftige reacties van o.a. Duit
se zijde zijn te verklaren, niet uit
vrees voor het blokkeren van de Eu
ropese Eenwording, doch uit vrees
voor de eigen economie. Duitsland en
ook Nederland voeren ongeveer 25
van het totale quotum uit naar
leden van de nieuwe vrijhandelszone
en deze uitvoer komt door de ongun
stige concurrentiepositie in ernstig
gevaar. De nieuwe Acht hebben be
sloten hun 'onderlinge invoertarieven
met 20 procent te verlagen, hetgeen
o.a. tot gevolg zal hebben, dat de
vleesexport van Denemarken in een
veel voordeliger positie komt te
staan (op de Engls markt) dan die
van Nederland. Men verwacht daar
om dat de Nederlandse baconuitvoer
naar Engeland, die vorig jaar nog
een waarde vertegenwoordigde van
honderd millioen gulden, in de toe
komst aanzienlijk zal verminderen.
Hiervoor zal men compensatie moe
ten zoeken in de handel met de EEG-
partners.
Ria van Velsen en Cockie Gastelaars m ongenaakbare vorm
Plaatsgebrek was oorzaak, dat
wij in ons blad van j.l. maandag
ten aanzien van de zweminter-
land Nederland-Groot-Brittannië
ons voornamelijk moesten beper
ken tot de loutere uitslagen. Voor
een nabeschouwing was toen
geen gaatje meer open. De wed
strijd op zich, maar vooral de be
haalde resultaten zijn echter van
die aard geweest, dat wij er goed
aan menen te doen de sublieme
krachtsontplooiing van de Ne
derlandse ploeg nu nog eens, en
kele dagen later, aan een nadere
beschouwing te onderwerpen.
GLORIEUZE REVANCHE.
De officiële landenontmoeting
in het Waalwijkse Hoefsven is
natuurlijk op de eerste plaats een
glorieuze revanche geweest voor
de smadelijke en kansloze neder
laag, welke onze nationale zwem
ploeg in 1958 in Blackpool heeft
geleden. Het was een sportieve,
maar ook verpletterende wraak,
welke de Nederlandse dames en
heren op hun Britse tegenstan
ders namen, een overwinning, die
aan de huidige krachtsverhou
ding niets te raden overliet. On
danks de duidelijke cijfers (112
89) was het in geen enkel opzicht
een eenzijdige vertoning, want na
de eerste dag, die de Britten af
sloten met een puntenvoorsprong
(5152) en een indrukwekkende
prestatie van hun schoolslag
zwemster Anita Lortsbrough, was
het nog verre van een zekerheid
dat wij in Waalwijk met 'n over
winning uit het water zouden ko
men. Waarschijnlijk zelfs zijn de
Britten op de tweede dag met
zeer grote verwachtingen in het
water gegaan. Des te harder kwa-
fen daardoor de klappen aan, die
een herhoren en tot het uiterste
geladen Nederlandse ploeg uit
deelde.
Dat eerste nummer op die
tweede dag werd meteen al een
glanzende demonstratie van de
zwemcanacitcit van onze meisjes.
In een verrukkelijke stijl liet Ria
van Velsen haar Britse tegen
standster op de 4 x xlOO m. wis
selslag estafette geen enkele illu
sie. De Britse Margaret Edwards
kon nauwelijks raken aan het
spoor dat 't ongenaakbare Haag
se meisje achter zich liet. Ver
bijsterd zagen de Britten en de
„Good Sport" Judy Grinham toe
hoe het Zian-zwemstertje, uitge
put maar dolgelukkig, met een
nieuw wereldrecord op de 100 m.
rugslag uit het water werd ge
kust. Maar de Britse meisjes sloe
gen fel terug, want op de 100 m.
schoolslag moest Ada den 'Haan
opnieuw onder het juk van Anita
Lonsbrough door en toen Tineke
Lagerbcrg tegen Christine Gos-
den voor de vlinderslag in 't wa
ter dook, waren er nog maar en
kele centimeters van Bia's vor
stelijke voorsprong over. Ook Ti
neke haalde het niet, want het
Britse meisje zwom bijzonder
sterk en zo kon het dan gebeuren
dat Cockie Gastelaars pas in het
water dook toen Diana Wilkin
son roeds IV2 meter voorsprong
had. Het werd 'n adembenemend