De Echo van het Zuiden BINNEN- EN BUITENLAND BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F Verstikkend fiscaal klimaat voor het kleine bedrijf irwm MAANDAG 30 NOVEMBER 1959 82e JAARGANG No. 96 Feuilleton DE LEUGENAARS S (Van onze belastingkundige) Voordat minister Hofstra zijn bewind afbrak, diende hij een nieuw ontwerp van wet in op de Inkomstenbelasting, dat vermoedelijk spoedig in de Tweede Kamer aan de orde zou worden gesteld, als zijn opvolger, minister Zijlstra, niet had aangekondigd dat hij zich nog eerst wil beraden over de mogelijkheid om dit ontwerp te wijzigen. Het is bijzonder nuttig dat de Raad voor het Mid den- en Kleinbedrijf bijtijds een commissie heeft ingesteld, die het bedoelde ontwerp ten behoeve van kleine zelfstandigen onder de loupe heeft genomen. De conclusies van deze beschouwing kunnen nu tijdig aan de minister worden bekend gemaakt, zo dat hij er rekening mee kan houden bij de voorbereiding van de wijzigingen, die hij wenst aan te brengen. Voor het geval een ondernemer de overdrachtsprijs in de vorm van een j lijfrente incasseert, moet hij eerst j over de gekapitaliseerde waarde van 1 het stamrecht de overdrachtswinst betalen en later van de uitkeringen nog eens inkomstenbelasting. Een nieuwe hindernis In het besluit op de Inkomstenbe lasting treffen wij uiteraard veel be palingen aan welke ten doel hebben een bepaalde fiscale winst-vaststel- ling voor het bedrijfsleven mogelijk te maken. Daarbij wordt meestal uit gegaan van de grotere bedrijven. Het is bijzonder prijzenswaard dat de Raad voor Midden- en Kleinbedrijf nu eens de belangen van de kleine zaak bepleit. Het is niet mogelijk in kort bestek alle wensen van genoemde commissie te bezien. Reeds meermalen is er op gewezen, dat de kleine bedrijven in hun voortbestaan ernstig worden be dreigd door de bestaande fiscale hef fingen bij overdracht, likwidatie en overlijden. De commissie laat over dit vraagstuk onder meer haar licht schijnen. Bii een n.v. kunnen de zaken bij het overlijden van een direkteur nor maal doorgaan. Hetzelfde geschiedt bij uittieden van een direkteur. De continuïteit van een n.v. is, fiscaal gezien, veel beter verzekerd dan de eenmanszaak, terwijl de naamloze vennootschap door haar over 't alge meen grotere kapitaalkracht toch reeds een voorsprong heeft op het eenmansbedrijf. Genoemde commis sie bepleit derhalve een regeling die het voortbestaan van een kleine on derneming beter waarborgt. Onjuiste stellingen De vrijstelling He bedrag van de vrijstelling is o.i. ook te laag. Dat is niet in elk ge val te laag, zegt de commissie, bij voorbeeld wanneer het bedrijf in het zelfde jaar van aankoop weer wordt afgestoten. De commissie acht de vrijstelling te gering voor onderne mers, die jaren lang een bedrijf heb ben uitgeoefend. Zij bepleit een vrij- stelling voor een bepaald bedrag per jaar met een maximum van f 20.000. j Vele kleine ondernemers zijn niet in staat jaarlijks een bedrag aan hun zaak te onttrekken voor oudedags voorziening. Zij hebben het geld te zeer in hun zaak nodig. Zodoende kunnen zij van de aftrekmogelijkhe den voor premiebetaling voor een verzekering niet profiteren. Zij laten dit geld uit economische noodzaak in het bedrijf en moeten er dan later overdrachts- of likwidatiewinstbelas- ting over betalen. Om deze reden zou een verruiming van de vrijstelling ze ker te verdedigen zijn. Het is tegen woordig al onaantrekkelijk genoeg om met een beperkt bedrag als on dernemer te gaan opereren. Hier wordt dus een nieuwe dam opgeworpen voor kleine ondernemers om bij uittreden op 65-jarige leeftijd een voorziening voor de oude dag te treffen, die zij tijdens hun produktie- ve jaren moesten uitstellen. De Raad voor Midden- en Kleinbedrijf wenst een vrijstelling van likwidatiewinst tot een kapitaalwaarde van f 150.000 voor een lijfrente. Het wordt niet on redelijk gevonden, wanneer bij het verkrijgen van een lijfrente de vrij stelling van f 20.000 wordt inge kort. De voorgestelde verbeteringen vor men slechts een onderdeel van een hele reeks van wensen ten behoeve van de kleinere bedrijven. Mogelijk worden alle wensen niet doelmatig bevonden of mogelijk geacht. Niet temin zijn zij het overwegen waard? Veel meer zouden wij erop willen aandringen deze fiscale hartekreet voor het midden- en kleinbedrijf te lezen en in brede kring in discussie te brengen. Wij worden er door in onze overtuiging gesterkt, dat de be staande belastingwetgeving geen vol doende gunstig klimaat schept voor de eenmanszaak, die toch altijd nog als basis dient voor elke onderne mingsvorm. Tevens vinden wij in de vele fiscale hindernissen voor het voortbestaan van het kleinbedrijf een der hoofdoorzaken waarom in een aantal branches het aantal midden standers, dat de toekomst in het win kelbedrijf als zelfstandige durft te aanvaarden, onrustbarend terugloopt. drs. H. (Nadruk verboden). Naar onze mening zou er van be lastingheffing bij overdracht en over lijden pas sprake mogen zijn bij on dernemingen met een bescheiden ka pitaal, zodra dit kapitaal voor verte ring beschikbaar komt, maar zover gaat de commissie niet eens, al ver werpt zij eveneens de fictieve stel ling, dat een bedrijf een einde neemt bij het overlijden of uittreden van de eigenaar. In het ontwerp van oud-minister Hofstra wordt evenals thans aange nomen, dat de opvolger, b.v. de zoon, een nieuw bedrijf begint. Het ver schil tussen overdrachtsprijs (voor de berekening van successie) en de boekwaarde is overdrachts- of likwi datiewinst, die belast wordt naar het bijzonder tarief van art. 48, dus ten minste met 20 Daarbij wordt een vrijstelling genoten van f 7500.-, doch men zal daarop pas een beroep mogen doen in het jaar waarin men blijvend en voorgoed de onderneming prijs geeft. Dit laatste acht de commissie niet juist omdat likwidatie of overdracht ook wel geleidelijk geschiedt. In het jaar waarin het laatste deel van het bedrijf wordt overgedragen, is meest al geen sprake meer van winst. De vrijstelling kan dan niet worden uit gebuit. Het is gewenst, dat de vrij stelling ook in gedeelten kan worden genoten, mits het totaal niet wordt overschreden. MGR. ALFRINK TOT KLOOSTERZUSTERS. Moderne activiteiten zonder hinder voor de tradities. Mgr. Dr. B. J. Alfrink, aartsbis schop van Utrecht, heeft in 't Casino in Den Bosch voor een gehoor van honderden oversten van kloosterzus ters gesproken. De bijeenkomst werd geopend door zuster Marie Huberte, algemeen overste van de Zusters van Liefde uit Tilburg en vice-voorzitster van de Stichting Nederlandse Vrouwelijke Religieuzen. Zij gaf een overzicht van de ont wikkeling welke de bezinning op het wezen van het kloosterleven in de na-oorlogs jaren had doorgemaakt. In zijn toespraak noemde Mgr. Alfrink de eigen heiliging en de dienst aan de Kerk, de twee voor naamste peilers van het kloosterle ven. Uitvoerig ging de aartsbisschop vervolgens hierop in. Hij wees er on der meer op, dat voor de beoefening van de evangelische raden duidelijk inzicht in de positieve inhoud van de aan God gewijde maagdelijkheid no dig is. Mgr. Alfrink pleitte voor een ge zonde beleving van de evangelische raden zonder overdreven zuinigheids- armoede, overdreven stiptheid of ogendienerij. Hij wees er voorts op, dat de eigen geest van de congregatie steeds ondergeschikt moet zijn aan het wezen van het kloosterleven. De aartsbisschop constateerde aan zienlijke veranderingen in de wijze, waarop de religieuze haar dienst aan de Kerk kunnen bewijzen. Onderwijs en ziekenverpleging, aldus de aartsbisschop, zijn vandaag meer beroep dan roeping geworden. Hij sprak de hoop uit, dat deze nieuwe vorm van activiteit voor veel congregaties, het aantal roepingen weer zal toenemen. Een andere vorm van activiteit is gelegen in het maat schappelijk werk, hetgeen eveneens een hindernis voor de tradities der congregaties betekent. Nieuwe tijden eisen nieuwe wegen en vormen. Wanneer de stichters of stichteressen thans hadden geleefd, dan hadden zij zich ook zeker or> de huidige omstandigheden ingesteld. De aartsbisschop noemde de cur sus voor de religieuzen dan ook van groot belang, met name ook ten aan zien van een voortdurende aanpas sing en soepelheid, welke deze tijd vraagt ten opzichte van de jonge vrouwen, die in het klooster treden. VEROLME EN DETWILER RICHTEN EEN NIEUWE MAATSCHAPPIJ OP. Door de heer L. E. Detwiler te New York en Verolme Verenigde Scheepswerven (Verolme United Shipwards and Engineering Compa ny „V.U.S.") te Rotterdam is opge richt de Amerikaans Europese Trans- portmaatschappij „American Europe an Lines N.V." te 's-Gravenhage. Deze heeft ten doel he t vervoer van passagiers en vracht ter zee, te land en in de lucht en in verband daarmede de aan- en verkoop, huur i en verhuur en exploitatie van schepen en andere transportmiddelen, alsmede havenetablissementen en dergelijke en voorts het drijven van handel in de ruimste zin van het woord en het ver richten van alle handelingen, die tot een of meer der bovengenoemde doel einden bevorderlijk of dienstig kun nen zijn. Zoals bekend heeft de heer L. E. Detwiler destijds plannen gelanceerd voor de bouw van vier reuzen-passa giersschepen, die een dienst zouden moeten gaan onderhouden tussen Amerika en Europa. Deze schepen zouden meer dan 100.000 ton groot moeten worden, terwijl de werf van Verolme op Rozenburg de schepen I zou moeten bouwen. Onlangs ver telde de heer Detwiler dat hij over- eenstemming had bereikt over de fi- 1 nanciering met een van de belang- j rijkste groepen financiers in New- York. TWEE VERHOGINGEN KINDERTOELAGE. Twee cent per kind per 1 oktober '59 en per 1 januari I960. De raad voor de burgerlijke rijks dienst heeft besloten te bevorderen, dat in verband met de afschaffing van de subsidie op melk per 1 janu ari 1960 voor het overheidspersoneel een soortgelijke voorziening wordt getroffen als voor de werknemers in het particuliere bedrijfsleven, n.l. een verhoging van de kindertoelage of kinderbijslag met twee cent per kind per dag, zulks gerekend van 1 okto ber 1959. ANTILLEN WILLEN BIJ NEDERLAND BLIJVEN. „Er is niemand hier in de Antillen die de banden met Nederland wil verbreken. Wij willen zo goed moge lijke relaties met Venezuela, maar geen aansluiting". Deze uitspraak werd gedaan door de Antilliaanse mi nister-president E. Jonckheer, tijdens een onderhoud met een UPI-corres pondent. De premier verklaarde dat de huidige band met Nederland, het vijf jaar oude uniestatuut, buitenge woon goed heeft gewerkt. „Natuur lijk zijn er strubbelingen geweest, maar dat is nu eenmaal onvermijde lijk." AUTO-ONGELUK. Twee doden en gewonden. Bij een frontale botsing tussen een grote Amerikaanse personenwagen uit Amsterdam en een met houtmot geladen zware vrachtauto uit Wor- merveer zijn de 65-jarige aannemer in de betonbouw J. Visser uit Am sterdam en zijn 42-jarige zoon J. Visser eveneens uit Amsterdam om het leven gekomen. Een derde inzit tende van de Amerikaanse wagen, de 26-jarige Gerard Schulker, werd ge wond naar het Wilhelminagasthuis in Amsterdam vervoerd. 118 BURGERS GEDOOD DOOR DAROEL ISLAM. Een uit 400 gewapende mannen, vrouwen en kinderen bestaande ben de van de Daroel Islam heeft bij een nachtelijke overval op de kampong Tjiboegel in West-Java 118 kam pongbewoners vermoord en 70 ver wond. 413 huizen gingen in vlammen op. De kampong die 40 km ten oos ten van Bandoeng in het regentschap Soemedang ligt, werd volkomen leeg geplunderd. BANG JENSEN DOOD IN PARK GEVONDEN. Paul Bang-Jensen, de voormalige staf-functionaris van de UNO, die mede het onderzoek naar de Hon gaarse opstand heeft geleid en later ontslagen werd nadat hij de namen van Hongaarse getuigen niet wilde vrijgeven, is dood aangetroffen in een New Yorks park. Bang-Jensen werd sinds maandag vermist. Hij had een revolver in de hand en een schot wond in de rechterslaap. De politie vond in zijn zakken een afscheids briefje aan zijn vrouw. Aangenomen wordt dat de 50-jarige Deen de hand aan zichzelf heeft geslagen. Hij laat vijf kinderen achter. het goede anker-horloge (kt op hel rode^Tdriehoekje) SCHIP OVERVAART AUTO. Vrijdag is de 51-jarige hout handelaar P. Coppen uit Weert door een verkeersongeval om het leven gekomen. Hoe het ongeluk zich heeft toegedragen, is niet be kend. Het slachtoffer was 's mor gens vroeg per auto van huis ver trokken. Korte tijd later, waar schijnlijk omstreeks zeven uur. moet de heer Coppens onder Ne- dcrweert in de Noordervaart zijn gereden. Het ongeluk werd ontdekt doordat een passerend schip de auto overvoer. Pas laat in de mid dag had men de auto op het droge gebracht en vrijdagavond slaagde men er eerst in 't stoffelijk over schot van de bestuurder die waarschijnlijk uit de wagen ge worpen is toen deze werd over varen, uit het water te halen. NOG STEEDS EXECUTIES IN HONGARIJE. De processen en terechtstellin gen in Hongarije duren voort. Tot (leze conclusie is Sir Leselie Mun- ro gekomen in een rapport dat hij in opdracht van de UNO-Assem- blée heeft opgesteld. Tegelijker tijd met het UNO-rapport ver scheen in België een communiqué van de federatie van Hongaarse vluchtelingen, waarin wordt be vestigd, dat 150 tot 350 Hongaar se jongens en meisjes vastgehou den worden om terechtgesteld te worden zodra zij 18 jaar oud zijn. In Boedapest is vrijdag hekend gemaakt dat premier Krocsjef zelf de sovjetdelegatie zal leiden die naar het zevende congres van de Hongaarse communistische partij komt. Dit congres, het eer ste sinds de opstand in 1956, be gint maandag en zal de politiek bespreken die in het land is ge voerd sedert de revolte. 9ó. Wel, lieve lezers. Alfredo Cap- soni gaat u nu een treffend staaltje vertonen van de metho des, die een geslepen iemand zo al kan toepassen omi zijn ster in het leger snel te doen rijzen. Toen zijn jeep eenmaal was weggere den, mompelde hij arglistig: „Dat is de kans van je leven, Alfredo!" En toen begon hij met krach tige hand een aantal winkelha ken in zijn uniform te scheuren, dewelke zijn elleboogjes en knie tjes weliswaar opvallend, maar toch decent bloot lieten. Vervol gens wierp hij zich in een grote plas water, die daar toevallig op de weg lag, want het had in Cam- panella juist enkele dagen gere gend. Spartelend en trappelend bleef hij daar enige minuten lig gen en hij verspilde minstens evenveel energie als een kanaal zwemmer, die van Calais naar Dover probeert te komen. Toen hij tenslotte uit de plas kwam, legde hij de laatste hand aan zijn toilet door zijn fraaie helm oj) de grond te leggen en deze door middel van een aantal ferme trappen van enkele opval lende deuken te voorzien. Nu begaf de listigaart zich op weg naar de berghelling, waar de bergjagers van kapitein Vittorio Cacalobbo zo prachtig in geca moufleerde egelstellingen lagen. Hij speelde zijn spelletje goed, de gladjanus, want iedereen, die hem zag, moest wel denken, dat hij op het punt stond van uitput ting in elkaar te storten. „Ka... ka... kapitein...", stamelde Alfre do tegen zijn meerdere, die uit veiligheidsoverwegingen dekking had gezocht in een kundig ge maakt loopgraafje. „Ka... kapi tein..., de oorlog is v... voorbij. Ik ben doo... doorgedrongen tot die... diep in de v...v... vijande lijke linies en ik heb een einde aan der... rommelzooi gemaakt". van „De Echo van het Zuiden" door Gerard A. J. van Schooten. 17). Melkwitte wolkjes hingen als bleke sponsjes in de blauwige ijlte van de lucht, waarin 'n pijl snelle zwaluw onzichtbare krin gen improviseerde. Pas de nade ring van de stad dreef onze soe zerigheid op de vlucht. „Ziezo!" zei Abel gapend. „Nu moeten wy het hazenpad kiezen, beste jon gen. Het wordt nodig tijd, dat we ons leven eens gaan beteren. En waar zouden we dat eigenlijk be ter kunnen doen dan aan de Franse Rivièra?" Ik glimlachte dankbaar tegen mijn beste vriend, want met deze woorden stal hij de laatste restjes van mijn hart. „Zijn onze passen nog geldig?" vroeg mijn beste vriend. Ik knikte energiek. „Nog drie maanden!" „Da's net genoeg om anderhalf mille te verdoen!" vond mijn vriend drastisch. We nemen de trein van vier uur tien naar Brus sel. En da's nog niks te vroeg ook want als die stomdronken orchi- deeënsnijder straks uit de lappen komt, gaat ie natuurlijk een uit gebreid verhaal over ons lance ren. En zo gek lang zal ie niet meer in z'n jeneverdut blijven. Behalve de politie komt dan ook onze haarwaterleverancier in het geweer. En de gedachte aan een geweer met een Palinghand aan de trekker doet me niet prettig aan... Abel huiverde. „En als die Rug- bolten met hun woeste haardossen 'm dan nog in de rug komen rekken met een kromme karabijn..." Mijn vriend brak zijn bespiegelingen af, om zon der remmen een ernstige bocht te ne men. Met de tong tussen zijn tanden beheerste hij meesterlijk het stuur. Toch vond hij nog even tijd, om op een uithangende klok te kijken en te gen mij te lispelen „Tien over drie nog een uur?" Inderdaad, wij hadden nog een uur. Wat er in dit uur gebeurde, schijnt even wonderbaarlijk als het verkopen van twee maatjes waardeloze voch tigheid voor vijftienhonderd gulden. Deze wereld blijkt de in haar le vende mensen echter inderdaad tot wonderbaarlijke dingen in staat te stellen. Abel en ik verzetten in dit ene uur meer dan onder normale om standigheden in een dag of acht, het geen mij er voor de tweede keer die dag toe bracht, werkelijk te geloven, dat wij die 15 briefjes hadden ver diend. En verdiend met een vette streep eronder! Want met het zweet van dit ene uur zouden wij zeker één van 's Palings magische flesjes heb ben kunnen vullen. Maar wij kwamen op tijd. Wij haalden de, trein van vier uur tien, elk met 'n stijf burgerboordje om on ze dorstende halzen en elk met een tot over over de rand volgestampte koffer in de hand. Wij hijgden, Abel en ik, en wij snoven, maar waren ge slaagd en konden terugzien op een welbestede dag. Het vrouwtje Fortu- na had ons met liefdevolle gebaren een groot geluk in de schoot gewor penEn met een vermoeide glim lach om de droge lippen zakte wij elk voor een coupé-raampje neer, om met knipperende ogen het hollandse landschap naast ons te zien wegglij den Hoofdstuk 12 Een ontmoeting in Brussel. „Een van de nuttigste tradities, die de mens er op na houdt, is het bedachtzaam vullen van de maag!" verkondigde Abel met breed gebaar, toen wij die avond in de Belgische hoofdstad voor een aantrekkelijk restaurant stilhielden. Een verleide lijk menu stond met dikke krijtletters op een leien bord geschreven. Door 1 een sous-terrain-raam vingen wij een i glimp op van de goedgevoede kok, die aan het samenzijn van een beetje vuur, een koekepan, een brok gestor ven koe en een lik margarine zulke hemelse geuren wist te ontlokken, dat ons de francs in de zakken brandden. „Hier moet het dan maar zijn..." zuchtte Abel. „Die vette ke rel zal me niet langer treiteren!" Wij gingen naar binnen en von den nog een tafeltje onbezet, met vrij uitzicht op de toiletten. Mijn vriend en ik bestelden 'n beschaafd wijntje als aperitif en goten dit diep in ons allerbinnenste, om de laatste wrange nasmaakjes van ons haarwa ter-avontuur in de eeuwige vergetel heid te verspoelen. Wij zaten naast elkaar, Abel en ik, en wij zogen aan ons wijntje, of het ons laatste glas was, voor wij naar het schavot wer den geleid. Het is daarom bijna niet te geloven, dat op zulk een moment een gewone alledaagse gebeurtenis als het openen van een deur je zo volkomen van het ene levensuiterste in het andere kan slingeren. Dat een zo torenhoge zaligheidsstemming zo plotseling te pletter kan vallen in de bodemloze, inktzwarte diepten van j een menselijke gemoedstoestand, die de doodschrik benadert. Want toen de deur van het toilet zo wijd was geopend, dat er net een paling door kon glippen, keken wij in een ge zicht, dat wij gehoopt hadden nooit meer te hoeven aanschouwen. Het leed echter geen twijfel: de Paling was in Brussel. Hij stond daar grijnzend voor ons en vroeg, aangenaam verrast: „Wat verschaft mij het genoegen?" Wij voelden geen behoefte tot spreken. Wij hadden al leen maar behoefte, om zijn vale tan den eens grondig door zijn huichel achtige lippen te slaan. „De heren schijnen het goed te kunnen doen!" stelde de Paling vast. „Moeten we samen een wijntje drin ken?" Abel maakte een suggestieve beweging met zijn strottenhoofd en bracht eruit: „Liever afwaswater. De Paling bleef beleefd. Hij in formeerde: „Hoe staat het met de proef flesjes, vrienden?" „Diggels!" zei Abel hartgrondig. „Wat je zegt!" deed de Paling verbaasd. „Dat is diefstal!" Hij be gon ernstiger te kijken. „Dat is dief stal op grote schaal. Verregaande ontvreemding van een andermans goederen!" De vent spleet zijn reusachtige lip pen weer over de hele breedte van zijn gezicht. „Ik eis schadevergoe ding, jongeluiSchadevergoe ding tot een bedrag van vijf maal vijf en twintig gulden is honderd-vijfen twintig gulden!" Abel nam een slok van zijn wijn, stak langzaam een si garet op en antwoordde somber: „Palingen horen in het water. Er gens diep langs de bodem glibberend. Op zoek naar'een vies lijk!" De misselijke kerel scheen het nu over een andere boeg te willen gooien en vroeg nieuwsgierig „Waar gaan jullie eigenlijk heen?" „Het graf van m'n ome Henk nog es opknappen", zei Abel geestig. „Hij stierf in de strijd tegen de Sara- cenen en al die tijd heb ik er niks meer aan gedaan!" (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1959 | | pagina 9