ft
BABYDERM d& Voolgescft/ü2/i>en
VIOTTA
Waar de honden met de
fijne neuzen schoolgaan
Babyverzorging
10
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DONDERDAG 24 DECEMBER 1959
10
Elshout
Pulles - Heesbeen
een Nieuwjaars-advertentie
te plaatsen
Dakurfam Oak# >*<«1 Ha Lf a rv» k aaU aa
Complete Babyderm-Sct met Doktersboek en
voor navulling der Set: Poeder-Zalf-Olie-Zeep
Agenda.
Doktersdienst:
le Kerstdag: Dr. Raaijmaakers
Kaatsheuvel, tel. K 4167-2050.
2e Kerstdag: Dr. Wijtenburg,
Kaatsheuvel, tel K 4167-2550.
Zondag 27 dec.: Dr. de Vries,
Loonopzand, tel. 250.
Zaal Echo der Duinen.
2e Kerstdag bal en zondag 27
dcc. bal o.T.v. orkest Black
White, 7 uur.
Zaal Vermeulen.
2e Kerstdag bal o.l.v. „Het toe
komstig Carnavalsorkest 1960"
7 uur.
Zaal parochiehuis.
Zondag 27 dec. bibliotheek van
11.30—12.30 uur.
Uitvoering K.A.B.-toneel 8 uur.
Dinsdag en donderdag ontspan
ning bejaarden van 25 uur.
Dinsdag 29 dec. EHBO-cursus
7.30 uur.
TAFELTENNIS
De verschillende teams van Smashers
\HJAL V-l-l' 'Kit.' I
hebben weer geen grote successen ge
boekt. Het tweede dames verloor van Bel
hamels Hintham met 9-1. Het tweede van
de junioren verloor van KAT Kaatsheuvel
met 8-2. Het derde herenteam moest in
TTVD 2 Drunen eveneens zijn meerdere
erkennen, 7-3. Alleen het eerste herentaem
wist de eer van Smashers hoog te houden.
Met niet minder dan 7-3 wist zij duidelijk
op Helmond zijn overwicht uit te drukken.
Door deze overwinning heeft het zich stevig
bij de koplopers geplaatst.
NACHTMISSEN.
Eerste Kerstdag zullen er twee nachtmis
sen opgedragen worden, n.l. om 3 uur en
om 5 uur. Om 7 uur en half 10 tweemaal
drie H. Missen. Om 3 uur plechtig Lof.
Het kerkkoor heeft een nieuwe Kerst-
tantatc geleerd, die na de nachtmissen en
het lof gezongen zal worden.
.1i L-.taliïJ
OUDERAVOND.
Voor de ouders der leden van Smashers
en verdere belangstellenden zal a.s. zondag
een z.g. ouderavond gehouden worden in de
zaal van het parochiehuis. Door het bestuur
is een aardig programma samengesteld, dat
de avond zeer aantrekkelijk maakt. Hoofd
zaak is echter een versteviging van het con-,
tact met de ouders Ier leerlingen.
100 Jaar geleden slierJ
de zanger van het Hollandse lied
j-r 'L.iR'Jf
„Sinterklaas Kapoentje, doe wat in m'n schoentje"... „Zie ginds
komt de stoomboot uit Spanje weer aan"... „Zie de maan schijnt
door de bomen"...
Wat hebben we ze gezongen, die leuke sinterklaasliedjes, van on
ze jongste jaren af. Wat wisten we gauw van schoen zetten of
klomp. En dat tante Tine uit Ter Apel kwam, interesseerde ons
maar matig. Maar dat Sint Nicolaas uit Spanje stamde en jaar
lijks met zijn schimmel per stoomboot de lange reis naar Neder
land maakteöf we het wisten.
Nu is het zoveel jaren later. We zijn groot geworden, ouder en
als het goed is ook een beetje wijzer. Op 5 december zetten wij
onze schoen niet meer, maar in elk geval zingen we wel zijn vers
jes. Maar, waar komen die versjes vandaan'/
Kunt U mij mischien zeggen, wie
„Sinterklaas kapoentje" heeft ge
dicht? Óf mogelijk anders wie het
weisje heeft bedacht? Maakt u met
het zoeken niet al te veel zorgen. Wij
willen U bij voorbaat wel verklap
pen de oorsprong van verscheidene
dezer simpele versjes gaat schuil in
een grijs verleden.
ik acht het niet onwaarschijnlijk,
dat verschillende van deze aardige
liedekes zo maar zijn ontstaan, spon
taan in de kinderziel en uit de kin
dermond. Pas veel later zijn ze op
getekend en we zingen ze nog met
evenveel vreugde als onze jonge voor
vadertjes van eeuwen her. En wie de
eerste zanger ervan was, och dat in
teresseert ons eigenlijk maar heel
matigjes. Het gaat ons tenslotte om
het zingen zelf.
Ik ga u wat verklappen - zo u
het al niet wist. Weet u, wie de maan
het eerst zag schijnen door de bo
men? Nu ja, laten we zeggen, wie er
het eerst van zong? Dat was Jan Pie-
ter Heije, geassisteerd door Joannes
Josephus Viotta. Doctor Heije maak
te woorden en dokter Viotta schonk
ons de melodie. Beide populaire
kunstenaars stammen uit de negen
tiende eeuw en dat is aan de woorden
van ons lied ook wel eens wat te
merken.
Beproefde samenwerking
De heren Heije en Viotta waren
beiden arts. Daarnaast was de een
dichter en de ander componist. Zij
leefden in dezelfde tijd, respectieve
lijk van 1809 - 1876 en van 1814 -
1859, en hun samenwerking beperk
te zich beslist niet tot het genoemde
sint-nicolaaslied. Zij zongen samen
van de zilvervloot en van De Ruy-
ter koen. Zij spitsten onze aandacht
even zeer op het scheepje, dat in de
haven landt, als op het karretje dat
op een zandweg reed. Zij leerden ons
van „recht op van lijf, rechtop van
ziel" en van „ferme jongens, stoere
knapen".
Kortom, deze beide volkskunste
naars schonken ons een keur van lie
deren en melodiën, die nog steeds het
repertoire van vele onzer scholen
vullen en die met name op hoogtijda
gen de Nederlandse lucht nog steeds
doet weergalmen van het met onge
temde kracht naar buiten barstend
geluid.
Van dr. J. P. Heije nu hebben de
meesten onzer wel eens gehoord.
Van J. J. Viotto is minder bekend.
Wie was J. J. Viotta?
Joannes Josephus Viotta werd op
14 januari 1814 te Amsterdam ge
boren. Zijn vader, van geboorte een
Italiaan, was daar koopman. Al
spoedig bleek, dat de jonge J. J. een
bijzondere muzikale aanleg had. Van
muzieklessen was echter geen sprake.
Door eigen studie bekwaamde hij
zich in het orgel- en pianospel.
Mocht de kleine Joannes zelf al in
de muziek verder hebben willen gaan,
zijn ouders dachten er anders over.
Hun zoon moest maar dokter wor
den, dachten zij en zo gebeurde het.
Na de latijnse schooi in Amsterdam
te hebben bezocht, waarbij hij zich
niet alleen in de muziek bekwaamde,
maar ook in tekenen, ging de jonge
Viotta studeren aan de hogeschool in
Leiden. In de Sleutelstad was hij een
welkome gast in muziekgezelschap
pen, als zanger of klavierspeler.
Niet alleen bekwaamde Viotta
zich in deze tijd in het kerkorgelspel,
maar ook verschenen de eerste com
posities van zijn hand, o.m. een mis
voor mannenstemmen, een ouverture
en een symphonie. Intussen vergat
onze musicus zijn studie in de medi
cijnen niet. In 1837 behaalde hij de
doctorstitel. Zijn proefschrift had hij
zowel aan zijn vakwetenschap als aan
zijn liefhebberij dienstbaar gemaakt;
het handelde immers over de ontle
ding van de menselijke stem uit me
disch en muzikaal oogpunt.
MTsIfin»
Muziek in Amsterdam
-Ü3cr:r** 11'.Ir&LKDiSB
Viotta vestigde zich als medicus
in Amsterdam. Al spoedig werd hij
bestuurslid van de afdeling der
Maatschappij tot bevordering der
Toonkunst en later commissaris van
haar zangvereniging. Nooit sloeg Vi
otta ook maar één repetitie over en
bij afwezigheid van de directeur ver
ving hij deze.
Viotta is het ook geweest, die Am
sterdam kennis leerde maken met de
werken van Mendelssohn en Schu
mann. Toen in 1858 Wagner's Tann-
hauser zou worden uitgevoerd,
schreef hij vooraf twee artikelen in
de Amsterdamsche Courant. Hij
werd benoemd tot lid van het Kon.
Ned. Instituut en toen de Mij. tot be
vordering der Toonkunst zich voor
goed in Amsterdam vestigde, werd
hij al dra hoofdbestuurslid en presi
deerde meermalen als voorzitter de
algemene vergadering. De Maat
schappij erkende zijn verdiensten,
door hem te benoemen tot lid van
verdienste.
Voor het Amsterdamse muziekle
ven werd Viotta langzamerhand on
misbaar geacht. Er was bijna geen
liedertafel of muziekgezelschap, of
hij was er erelid van. Zijnerzijds
schreef hij uit dankbaarheid vele
liederen en koren voor deze gezel
schappen.
Opvoeder van het volk
Het meest spreekt ons wel toe, dat
Viotta zich tot taak gesteld had, het
gewone volk muzikaal op te voeden.
Hij was bestuurslid van de volks-
zangschool en van de zangschool der
Maatschappij tot Nut van het Alge
meen. Vele composities verschenen
van zijn hand voor orgel en klavier,
alsmede tal van liederen. Welnu, in
de almanak van ,,'t Nut" verschenen
de bekende schoolliederen, waarvan
wij er al verscheidene hebben ge
noemd.
Uiteraard is het gemakkelijk kri
tiek te oefenen op het werk van
Viotta. Bij welke musicus, bij welke
kunstenaar in het algemeen, is dat
niet het geval. Wel mag echter in dit
verband eens extra worden beklem
toond, dat hij nooit een leermeester
gehad heeft, maar steeds en volledig
zichzelf gevormd heeft, zowel in or-
gely en pianospel als in de compositie
Honderd jaar geleden, om precies
te zijn op 6 februari 1858, is Joannes
Josephus Viotta, nauwelijks 45 jaar
oud, overleden. In de Amsterdamsche
Courant verscheen een in memoriam,
waar o.m. het volgende in stond te
lezen hij was eenvoudig en
nederig, streng in het oordeel over
zichzelven, jegens anderen zacht, en
de waarheid, die hij liefhad en met
mannelijke moed huldigde, klonk
van zijn lippen nimmer hard, omdat
hij ze in liefde uitsprak. Hij zocht
zichzelven nooit, maar was gelukkig
in de zegepraal van het schone en
goede, door het met al de kracht die
in hem was bevorderd en voorge
staan."
Henricus Anastasias
De muzikale gaven van de oudere
Viotta zijn stellig op zijn zoon over
gedragen. Henricus Anastasias werd
op 16 juli 1848 te Amsterdam gebo
ren. Hij studeerde aan het conserva
torium in Keulen en maakte daar
kennis met de muziek van Wagner
en Liszt, waar hij sterk door werd ge
troffen. In zijn twintiger jaren ver
toefde Viotta junior aan de Leidse
universiteit, om daar rechten te stu
deren. Zijn proefschrift handelde
over „Het auteursrecht van de com
ponist".
De liefde voor Wagner leidde er
toe, dat Henri Viotta in 1883 in Ne
derland een Wagner-vereniging op
richtte. In 1894 werd hij benoemd tot
directeur van het conservatorium in
Den Haag. 25 jaar lang bekleedde
hij deze functie en intussen schreef
hij verschillende standaardwerken op
muzikaal terrein.
Als dirigent en als componist bei
de heeft deze Viotta zijn sporen ze
ker verdiend. Hij leidde verschillen
de koren en schreef hier ook liede
ren voor. Zijn (achteraf bezien) meest
markante daad is echter wel geweest
de oprichting van het Residentie Or
kest in het jaar 1903. Tot 1914 was
hij zelf er de inspirerende muzikale
leider van.
Op 17 februari 1933 is Henricus
Anastatius Viotta te Montreux in
Zwitserland overleden Heel anders
dan zijn vader is hij bijna 85 jaar ge
worden.
(Nadruk verboden)
J. J. VIOTTA,
de componist van o.m. het bekende
,Zie de maan 6chijnt door de bomen"
HENRI VIOTTA,
zoon van J. J. en o.m. oprichter van het
zo bekend geworden Residentie Orkest.
Al is de misdadiger nog zo snel,
de speurhond achterhaalt hem wel
„Lucht!" klinkt het commando.
De hond snuift en snuift nogmaals
aan een flinke kei die hem wordt
voorgehouden en begint dan plotse
ling ijverig met de neus over de
grond' te zoeken. Van links naar
rechts, van rechts naar links, van
voren naar achteren. „Zoek dan,
Jan! Zoek dan, vent! Ja, heeft hij
daar gelopen? Zoek hem maar ke-
feir
Met enthousiasme in zijn stem
moedigt adjudant A. Schellevis, de
rijksspeurhond Jan aan, die als oe
fening en demonstratie voor ons de
dader van een gefingeerde inbraak
moet opsporen. Dicht bij de speur -
hondenschool van de Rijkspolitie
aan de Oude Waalsdorper weg in
Den Haag ligt een wild en woest
duinterrein, waar 't ideaal oefenen
is met de dieren.
Snel heeft Jan het spoor te pak
ken en daar gaat hij weg door het
ruige helmgras. De adjudant, die de
hond aan een lange lijn houdt, ach
ter zich meetrekkend. Ook uw ver
slaggever draaft mee. Adjudant
Schellevis, commandant van deze
school, weet hoe hij met zijn speur
der moet omspringen. Jan is een
volleerde hond, die de opleiding met
succes heeft gevolgd. Volkomen be
heerst en rustig, steeds precies we
tende wat te doen, volgt het dier
enthousiast het spoor.
Het is eon keurige prestatie, ze
ker wanneer we weten dat 't spoor
op dat moment vier uur oud is, dat
er een behoorlijke wind staat die
voor verwaaiing zorgt en dat het in
de tussentijd' nog geregend heeft.
Toch weet Jan zeker zijn weg.
GEVONDEN.
Na enige tijd blijft het dier staan.
„Wat is er dan jongen?'' informeert
de adjudant belangstellend. De hond
begint verwoed te graven en wel
dra apporteert hij zijn baas 'n bril-
étui, dat de inbreker verloren moet
hebben.
De adjudant commandeert ..af".
Het blijkt beter te zijn het dier eni
ge rust te gunnen, dat komt zo
meteen het speuren ten goede, want
de concentratie die zo'n dier daarbij
moet opbrengen, is niet gering. De
hond zelf voelt weinig voor die rust.
Enthousiast wil hij verder en ten
slotte geeft de adjudant lachend toe.
„Vooruit dan maar, zoek die man!"
En weer gaat het verder, duin op.
duin af. door kuilen en hoog helm,
een speurtocht van niet minder dan
drie kilometer, waarbij de bastaard
herder feilloos 5 voorwerpen vindt
en apporteert die de „inbreker"
heeft verloren. Vlak voor het einde
gaat de kop van onze gids van het
spoor, hij gaat omhoog en hij ver
hoogt het tempo, de lucht is hier
vers. Achter een heuveltje staan
drie mannen. Zonder zich te beden
ken loopt Jan de eerste twee voor
bij en springt luid blaffend tegen
de derde man op. Hij is het, dit is
de man van wie de lucht yan het
spoor was. De hond weet het heel
zeker.
EEN EENHEID.
- i i
De adjudant heeft een natte rug
en dat is begrijpelijk, want niet al
leen blijkt zo'n tocht door de ruige
duinen in het tempo van de hond
een zware lichamelijke oefening,
maai- daarnaast komt ook de gees
telijke inspanning. Steeds op alles
bedacht zijn, meeleven met het dier,
hem geestelijk op de juiste momen
ten opvangen. Mocht hij een mo
ment onzeker zijn, dan moet de
speurhondgeleider dat dadelijk zien
en het dier door aanmoediging en
gesprek stimuleren. Zit de hond
goed op het spoor, dan moet hij ge
prezen worden; kortom, de goede
speurhondgeleider en zijn kameraad
vormen een eenheid, een team,
waarbij de man de hond op de juis
te wijze moet bespelen om samen
tot goede resultaten te komen.
Kort voor onze tocht hadden we
een kortere soortgelijke speurtocht
gemaakt met de herder Kees, die
opgeleid wordt door instructeur Mo
lenmaker. Kees, die nog maar en
kele maanden in opliding is en dus,
om in menselijke termen te spreken,
zo ongeveer in de tweede klas zit,
deed het ook heel goed en uit alles
bleek wel, dat deze hond uitsteken
de mogelijkheden heeft. Toch was
er verschil waar het aankwam op
discipline enzelfverzekerdheid.
Deze hond was niet altijd helemaal
zeker van zijn zaak en dat mag ook,
want hij volgt de opleiding nog en
men kan van hem nog geen werk
verwachten dat tot in de perfectie
af is.
SORTEREN.
Hetzelfde verschil zien we ook als
enkele honden voor ons de sorteer-
proef afleggen.
Rolf is het eerst aan de beurt.
Het is een hond die nog maar IVz
maand in opleiding is. De comman
dant en de instructeurs nemen uit
een doos enkele aluminium holle
pijpjes van omstreeks tien centime
ter lengte. Zij houden deze buisjes
ev enin de hand en leggen ze dan
door elkaar op de tegels van 't pad.
Een van hen legt zijn hand op de
neus van de hond en commandeert
„lucht"! De hond snuift en gaat op
de buisjes af. Deze „beginner" wei
felt wel eens. Hij pakt soms een
verkeerde, legt die weer neer, maar
tenslotte vindt hij toch de juiste en
apporteert die bii de instructeur.
De tweede hond die dit staaltje
zal leveren is Rap, een merkwaar
dige felle hond, een soort albino on
der de herders, met een zeer licht
gekleurde vacht, maar nog zonder
rode ogen. Deze hond is 3 maanden
in opleiding en maakt er echt iets
goeds van. Dit dier belooft werkelijk
een goede speurder te worden en
heeft daar alle capaciteiten voor.
Tenslotte komt dan Jan, de vol
leerde speurhond. Zonder manke
ren en prima zelfbewust pakt hii de
juiste buisjes. Daarna maakt men 't
hem nog moeilijker. Hü krijgt lucht
van een pistool, dat iemand slechts
kort in de hand heeft gehad, dus
waar minder lucht aan zit dan aan
de volle menselijke hand. Nu moet
hij de juiste buisjes zoeken. Maar
die buisjes zijn aan de uiteinden
tussen vinger en duim uit de doos
gepakt door de heren, zodat er zeer
weinig lucht aan zit. Ook dit brengt
Jan tot een zeer goed einde.
ttl-rt4"
WILLEKEURIGE
MENSENLUCHTJES.
Jan is ook een meester in „revie
ren". Op het commando: „Rrrr!"'
snelt hij het terrein in zonder lucht
gekregen te hebben van een per
soon en het is hem geleerd daar al
les wat een menselijke lucht heeft,
zowel personen als dingen, op te
sporen en aan te blaffen terwijl hij
er bii blijft. De instructeur komt zo
snel mogelijk achter hem aan om die
betreffende personen of zaken in
ogenschouw op te nemen.
Het mooie van dit „spel" is, dat
op die manier zo'n hond in staat is
om een terrein af te zoeken naar
bijvoorbeeld een zoekgeraakt kind,
of een willekeurige ontvluchte ge
vangene om maar enkele voorbeel
den te noemen. Zo zal hij ook kun
nen zoeken naar een verloren ge
gaan voorwerp.
Natuurlijk willen wij over deze
merkwaardige school, die recht
streeks ressorteert onder de alge
meen inspecteur-generaal van het
Korps Rijkspolitie en de daarbij be
horende opleiding wel iets meer we
ten en wanneer we onder 't genot
van een kopje koffie en een sigaret
met adjudant Schellevis zitten te
praten, vertelt hij er ons het fijne
van.
Ook geleider leert mee
E$ zijn in ons land 35 rijks-
speurhondengeleiders. Politie
mannen, die aangewezen werden
in deze functie en waarbij een
grondige selectie wordt gemaakt.
Men wordt niet zo gemakkelijk
rijksspeurhondgeleider, want de
politieman moet daarvoor over
bijzondere kwaliteiten beschik
ken. Niet alleen moet hij in het
bezit zijn van de vereiste politie-
diploma's, maar hij moet ook ge
schikt zijn voor dit aparte werk.
Zo'n geleider zelf krijgt ook
aan de school een opleiding, die
omstreeks een half jaar duurt. Er
wordt bij de man een geschikte
hond gezocht, zodat baas en hond
een goed op elkaar ingespeeld
team wrden.
Aan de school zijn vrijwel
steeds zo'n tien honden in oplei
ding; een opleiding, die van een
half jaar tot een heel jaar kan
duren en waarbij de commandant
en drie instructeurs te weteri de
heren Somers, Molenmaker en
Krill dag in dag uit met de hon
den in de weer zijn.
Waar komen de honden
KERSTVREUGDE
OP UW KERSTTAFEL
Wij presenteren weer onze
'overbekende
WEIHNACHTSTOLLEN,
TIMPEN, en
KERSTKRANSEN
WORSTENBROOD 23 ct. per stuk.
Alleen bij Uw banket-bakker,
alles "oven-vers!
geschikte jonge honden kan vin
den. I)e dieren moeten tussen het
jaar en 1V2 jaar (niet jonger en
niet ouder) zijn.
Zo nu en dan gaan kolonel der
Rijkspolitic dr. Weekenstroo, ve
terinair adviseur van het Korps
Rijkspolitie en commandant
Schellevis het land door om de
getipte honden eens te bekijken.
De kolonel bekijkt ze met een
medisch oog en de heer Schellevis
test ze o]) spcurlust en speurzin.
Dat doet hij heel eenvoudig door
een bemerkt steentje in het grint
te gooien en af te wachten, of do
jonge hond er naar gaat zoeken.
De intensiteit en het enthousias
me van zijn zoeken maken uit of
hij in aanmerking komt, althans
wanneer hij medisch goed is.
Weinig honden komeg in aan
merking, aan de meeste mankeert-
een of ander. De dieren die uitge
kozen worden, gaan naar de
school en worden daar door de
commandant toegewezen aan een
van de drie instructeurs, waarbij
ook al weer gekeken wordt naar
de juiste man bij de juiste hond.
Onnoemelijk veel geduld
Het fundament van de oplei
ding is de opvoeding. De hond
moet gehoorzaamheid leren, ge
hoorzaamheid onder alle omstan
digheden. Een tweede peiler is 't
leren apporteren, dat wil zeggen
het naar de baas brengen en fat
soenlijk aanbieden van een ge
vonden voorwerp. Een belangrijk
punt is het leren volgen en zoe
ken van de inensenluchl, waarbij
later komt het Ieren uiteen hou
den van de verschillende mense
lijke geurtjes.
Het is volkomen begrijpelijk,
dat zo'n opleiding onnoemelijk
veel geduld en tact vereist, alsme
de kijk op de psyche van 't dier.
Daarvoor is natuurlijk niet ieder
een geschikt, maar adjudant
Schellevis, die vrijwel zijn hele
leven niets anders heeft gedaan
dan met honden omgaan en die
vele dieren heeft afgericht, doet
zijn best om zijn instructeurs met
verstand te kiezen en te selecte
ren uit gegadigden. Bij dit werk
mogen we Dij na niet spreken van
vakwerk, maar van het in het vak
toe kunnen passen van een hob
by waarvan men bezeten moet
zijn. Dat is de enige mogelijkheid
waardoor men tot goede resulta
ten kan komen.
Snauwen, grauwen en slaan is
bij zo'n opleiding uit den boze.
O zeker, de hond zal doen wat de
boze baas verlangt, maar dat kan
tot volkomen mislukking leiden.
Als bijvoorbeeld het dier 't spoor
kwijt is en na veel gezoek de
draad niet weer kan oppakken,
wat heeft iemand er dan aan, als
zijn gids bang wordt, zijn neus
weer langs de grond legt en, met
die neus langs de grond, zónder
spoor blijft doorlopen tot het an
dere einde van de wereld. Natuur
lijk kan het nodig zijn het dier
op zijn tijd te beknorren, maar de
instructeur zowel als later de ge
leider mo.et precies het juiste mo
ment weten omdat hij anders van
de wal in de sloot komt.
Het eindexamen
vandaan
Het is veelal een probleem om
aan geschikte honden te komen.
Voor deze speurhondentaak ko
men alleen kruisingen van her
ders in aanmerking. De herder
heeft namelijk een bijzonder lan
ge neus, met dienovereenkomsti
ge grote reukslijnvliezen en heeft
daardoor een extra goede reuk.
Verschillende personen en in
stanties „tippen" commandant
Schellevis waar hij vermoedelijk
Aan het einde van zijn oplei
ding moet de hond een examen
afleggen ten overstaan van kolo-.
nel Weekenstroo en de comman-.
dant van de scïïool, de adjudant
Schellevis. Alle onderdelen wor
den geëxamineerd en de hond'
moet voor alles 'n voldoende ha
len. Slaagt het dier, dan gaan de
hond en geleider de praktijk in.
Haalt de hond het niet, dan moet
hij enkele weken blijven, om in 't
bewuste zwakke onderdeel extra
getraind te worden.
Bij de geleider blijft de hond
ook iedere dag volop in training
en daardoor krijgt de geleider
Temidden van alles wat zich
wijzigt en verandert, blijft de
goede gewoonte bestaan, elkander
bij de JAARWISSELING
geluk te wensen.
Daarom stelt onze krant ook dit jaar de mogelijkheid open
Geeft Uw annonce» liefst SPOEDIG op aan onze colpor
teurs, bijkantoor of hoofdbureau.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN,
de krant van de Langstraat.