Tv OERJANSEN's Gemeenteraad Heusden BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 4 JANUARI 1960 2 onderstreepte de voorzitter, dat het slachthuis in de laatste jaren belang rijke investeringen heeft gedaan voor een up-to-date outillage, welke inves teringen uiteraard gedekt moeten door verhoging van het tarief. De ge meente had eigenlijk al veel eerder moeten overgaan tot verhoging van het tarief, want de laatste jaren heeft men de reserves moeten aanspreken om de gewone dienst van het slacht huis te dekken. Verder zullen de pos ten rente en afschrijving op de be groting 13G0 belangrijk hoger zijn dan in voorgaande jaren, zo deelde de voorzitter mee. Overigens zal het nieuwe tarief alleen voor de slachting van runderen een verhoging beteke nen, voor het slachten van varkens gaan de slagers minder betalen. Een vergelijking met Den Bosch ging vol gens de voorzitter niet op, want deze gemeente beschikt momenteel nog over een verouderd slachthuis. Het nieuwe slachthuis, dat in 1960 ge reed zal komen, vergt een investering van deze gemeente van ca. 2 miljoen. Uit informatie was de voorzitter ge bleken dat dan de Bossche tarieven hoger zullen worden dan de Waal- wijkse. De heer Meijs was door dit ant woord niet overtuigd en bleef zich afvragen of een dergelijke drasti sche verhoging van de rechten wel nodig was, waartegenover echter de voorzitter stelde of het dan verant woord was om het slachthuis doelbe wust een nadelig saldo te laten heb ben. Naar aanleiding van de mededeling van de voorzitter, dat het slachten van varkens goedkoper zal worden, merk te de heer van Seters op, dat men al tijd maar hoort van een verhoging van de vleesprijzen, maar nooit van een verlaging, zelfs niet bij een gunstige conjunctuur in de handel. ,,Dit is een kwestie waar het gemeentebestuur geen bemoeienis mee heeft", zo gaf de voorzitter hierop ten antwoord. Het voorstel werd zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Voor het treffen van voorzieningen aan de kade langs de provinciale weg Waalwijk-noord voteerde de raad een bedrag van f 96.3300. - Deze voor zieningen omvatten een nieuw aan te leggen dijk en het versterken van een bestaande dijk. De kade, welke gele gen is aan de noordzijde van de prov. weg, heeft ten doel deze weg en het ten zuiden daarvan gelegen gebied tegen wateroverlast te beschermen en is derhalve op waterkering geconstru- 1 eerd. Doordat deze onlangs gereed gekomen kade thans nog niet het wa- terkerend vermogen heeft, dat zij door inklinking zal verkrijgen, is het theoretisch niet onmogelijk dat bij een uitzonderlijke stormvloed het wa- terkerend vermogen onvoldoende zou blijken. De heer Meijs vroeg of deze voor zieningen nog wel nodig zijn indien de inklinking is gerealiseerd, waarop de voorzitter antwoordde dat deze in klinking enkele jaren in beslag zal nemen. Bovendien moeten de voorge stelde maatregelen worden gezien als een zorgvuldigheid van het gemeente bestuur, dat de zorg heeft voor de waterbeheersing. De Provinciale Waterstaat heeft zich geheel met de visie en het plan van het gemeentebestuur kunnen ver enigen, zo deelde de voorzitter mede. Tenslotte vroeg de heer Meijs of door deze voorzieningen de grond prijs in dit gebied niet zodanig zal stijgen dat de bouw van goedkope wo ningen daar niet meer mogelijk zal zijn. De grondprijzen zullen daar ze ker niet exceptioneel zijn, zo ver klaarde de voorzitter naar aanleiding van deze vraag. Met betrekking tot het vaststellen van nieuwe straatnamen gaf de heer v. d. Hoven aanvankelijk de wens te kennen om de Graaf Willem I-straat, lopende vanaf de Floris V-laan naar de Zanddonkweg, Graaf Willem I- laan te noemen, omdat de benaming „straat" meer de indruk wekt van een bebouwde wegverbinding. De voor zitter meende echter dat er met de be naming „laan" zuinig omgesprongen moet worden en dat men deze toch wel moet reserveren voor een wegver binding met een zekere allure. De heer v. d. Hoven kon doeze zienswij ze delen, maar voelde er dan toch veel voor om dan van Graaf Willem I-weg te spreken, omdat deze benaming meer met het karakter van de verbin ding overeenkomt. Met deze wijzi ging kon het college van b. w. zich verenigen. De heer Brouwer stelde voor om aan de gedempte havenkom met om geving niet de naam „Gedempte Ha ven" te geven, maar dit deel te noe men naar de pionier van de Waal- wijkse haven, Nolthenius. Terecht merkte de voorzitter op, dat het toch wei-wat vreemd zou zijn om juist dat deel van de haven dat gedempt is, te noemen naar de man die zoveel voor de realisering en instandhouding van de Waalwijkse haven heeft gedaan. De suggestie van de heer Brouwer was echter in zoverre bruikbaar dat de voorzitter toezegde bij een toe komstige straatnaamgeving de ver diensten van Nolthenius in een straatnaam vast te leggen. RESTAURANT De raad ging akkoord met een aan tal voorstellen tot aankoop, verkoop en ruiling van grond. Zo zal aan de heer M. van Hooff bouwgrond ter grootte van 20 aren worden verkocht in het recreatie-oord ten behoeve van de bouw van een café-restaurant. De voorzitter sprak er zijn voldoening over uit dat het recreatie-oord een dergelijke voorziening gaat krijgen, waardoor dit ontspanningsgebied be langrijk aan betekenis en aantrekke- ijkheid zal winnen. Ook de heer van Seters sprak zijn vreugde uit over het voorstel en vroeg wanneer met de jouw zal worden begonnen. Het wachten is alleen nog op de rijks goedkeuring van de bouw, zo deelde de voorzitter mee. Deze goedkeuring kan elke dag afkomen en daarna zal direct met de werkzaamheden worden begonnen. Van de Erven Loef f werden aan het Laageinde een vijftal woningen aangekocht. Op desbetreffende vra gen van de heren v. Mosselveld en van Seters deelde de voorzitter mede, dat aan deze woningen, die in zeer slechte staat verkeren, geen kosten zullen worden besteed. Ze zullen t.z.t. worden opgeruimd, waarna tot sane ring zal worden overgegaan. Tot leden van de commissie van onderzoek van de gemeenterekening 1957 werden benoemd de heren Duij- velaar, v. d. Hoven en Meijs. Het af tredend lid G. J. de Vries werd her benoemd tot lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs, ter wijl de heren P. Lenglet en F. Eibers werden herbenoemd tot resp. lid van de commissie van middelbaar on derwijs en de gemeentelijke instelling voor maatschappelijke zorg. Alle overige voorstellen werden F e u i I 9 e t o n van „De Echo van het Zuiden" GEHEIM De allereerste Nederlandse detective-roman uit de ijstijd door J. ERSEBEEK 5) „Heb je nog even de juiste tijd voor me", vroeg de journalist aan Oerjansen. „Met genoegen. Kom maar mee." Beitelmans volgde de heer des huizes in het donker naar de zonnewijzer aan de voorzijde van het eiland. Hij vergeleek zijn polshorloge met het grote uurwerk: 21 uur 35. „Wat kinderachtig vroeg nog," fe- zelde Steenharses, die trouw was meegewaggeld. De zoele zomernacht was flink donker, bij nieuwe maan. Oorverdo vend schetterde de bruifanfare uit het oerwoud. Oerjansen bracht zijn gas ten over de brug. Met unieke dronke mansvaardigheid „nam" Steenharses evenals Beitelmans het smalle loop pad, dat over de tientallen openge sperde krokodillenmuilen heen naar de vaste wal leidde. Oerjansen sloot het hek achter hen. Aan de losse zijde van het opklap bare bruggedeelte was een touw vast gemaakt; dat liep door een gleuf over de kop van een paal op de eiland oever. Teruggekeerd op het eiland haalde Oerjansen door middel van dit touw de brug omhoog, waarna hij de kabel met een paar stevige lussen om de paal vastbond. Zo had hij de „most splendid isolation" van zijn stenen burcht hersteld. De twee afzwaaiende stamgasten wilden juist starten in de richting van het dorp, toen eensklaps een van rechts opdoemende schim zich tegen hen opbotste. Steenharses grabbelde onmiddellijk naar de stokjes met het elastiekje achter zijn gordel. Maar de scherper kijkende journalist voor kwam een drastische reactie. De schim bleek te bestaan uit twee apar te delen: de jonge architect Scheef - lood en Frya, de knappe jongedoch- ter van burgemeester van Hameren. „Braaf blijven, jongelui!" grinnik te Beitelmans hen achterna, „en geen eenzame vrijgezellen meer van de sokken lopen." „Goed hik, dat Oerjansen ze niet zag", flapte de politieman er uit, toen het span weer als een ondeelbare schim in de duisternis van het uit breidingsplan was opgelost. „Goed? Waarom?" „Weet je dan niet, dat hik Oer- zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Aan het slot van deze vergadering dankte de voorzitter de raad voor de prettige en vruchtbare samenwerking in het afgelopen jaar, dat een goed jaar is geweest en waarop in de nieuwjaarsrede nog uitvoerig zal wor den teruggekomen. Burgemeester Teijssen wenste allen een goed en ge lukkig uiteinde en een voorspoedig 1960. Oprichting van een Prot. Chr. Landhouwhuishoudschool De raad der gemeente Heusden kwain dinsdag 29 dec. voltallig in openbare vergadering bijeen. Na opening door de voorzitter de Edefachlb. Heer A. van Delft, kwam de vaststelling van de no tulen van de vorige vergadering aan de orde. De heer van Herpt maakte hierbij de opmerking dat de notulen vanzelfsprekend niet volledig het gesproken woord kunnen weergeven, doch dat deze notulen wel wat uitvoeriger had den mogen zijn. Spreker doelde in dit verband op het feit dal hij in de vorige vergadering het woord verzocht had ingevolge art. 14 van het reglement van orde inza ke een persoonlijk feit. Dit kwam nu, zo zei spr., in deze notulen niet voldoende naar voren. Het blijkt nu meer een lankmoedig heid te zijn van de voorzitter dan het recht van het raadslid. Op verzoek van de heer van Herpt werd dit gedeelte van de notulen aangevuld, zodat er nu vermjeld slaat art. 14 sub 2. Op verzoek van de heer de Vroome werd bij het advies van de lieer ir. de Jong, waarvan in deze» notulen melding gemaakt wordt, de datum van dat advies vermeld, dit in geval men achter af dit advies nog eens wil raad plegen. Hierna werden deze no tulen vastgesteld. Bij de ingekomen stukken was behalve diverse goedkeuringen door Ged. Staten van reeds eerder genomen raadsbesluiten 'n schrij ven van de lieer v. Herpt, waar in deze opgavé vraagt van de be grotingen voor de aanleg van een sportveld te Oudheusden ofwel te Ilerpt. Wanneer, zo vermeldt ver der dit schrijven, de voorkeur ge geven wordt aan Oudheusden om daar een sportveld aan te leggen, kunnen b. en w. dan zorgen dat er voor de vereniging van Herpt een terrein beschikbaar wordt ge steld, wanneer de pachtovereen komst van het huidige terrein is verstreken. O]) voorstel van b. en w. werd besloten dit schrijven aan te houden. In verband met de goedkeuring van een begrotingswijziging wil de de heer van Vugt graag weten wie die derde is, waarover wordt gerept, die een bijdrage zou leve ren in een keermuur en welke kcermuur hier bedoeld wordt. De voorzitter zei dat het hiel de kcermuur betreft aan de wal aan liet einde van de Hoogstraat, waar door de heer Nieuwkoop 'n nieuw pand is gebouwd; de be doelde derde is dhr. Nieuwkoop* Verder was er ingekomen een schrijven van de Brabantse Maat schappij voor de Landbouw. In dit schrijven wordt de wens geuit een landhouwhuishoudschool te doen oprichten te Heusden, daar deze plaats i.v.m. haar ligging aan de toegang van het Land van Heusden en Altena. Deze school zou gebaseerd moeten worden op prot.-christelijke grondslag. Ver zocht werd ingevolge art. 25 der Nijverheidsonderwijswet om me dewerking. De voorzitter zcü diverse orga nisaties gehoord tc hebben 'en stelde namens b. en w. voor de oprichting van bedoelde school noodzakelijk te verklaren. Op een vraag van de heer de Vroome waarom die organisaties daarover gehoofd waren, zei de voorzitter dat dit door de wet wordt Voorgeschreven. Punt 4. Voorlopige vaststelling gemeente- en bedrijfsrekeningen. Als rapporteur van de commis sie van onderzoek trad op de heer v. Herpt, die zei dat de com missie zich had laten leiden door het rapport van het verificatie bureau. Spr. vroeg zich echter af of het niet beter zou zijn wan neer in de toekomst enige be scheiden ter tafel zouden worden gebracht. Hierna gaf de rappor- leur een overzicht van de ge- meenterekening 1956. Gemeenterekening 1956. Gewone dienst. Ontvangsten 790.945.80 Uitgaven 798.611.06 Nadelig slot Kapitaaldienst. Ontvangsten Uitgaven 1.665.86 3.325.971.19 4.246.393.59 Nadelig slot 920.422.40 Rekening woningbedrijf. Baten 87.025.35 Lasten 87.025.35 Kapitaalsinkomsten 512.775.02 Kapitaalsuitgaven 492.699.44 Batig saldo 20.075.58 Rekening gasbedrijf. Baten 52.953.40 Lasten 52.953.46 Kapitaalontvangsten 55.695.96 Kapitaalsuitgaven 55.695.96 Oj) voorstel van de commissie werd de gemeenterekening vast gesteld. Punt 5. Goedkeuring rekening Godshuizen en Burgerlijk Arm bestuur Herpt 1958. Ook hiervoor trad als rappor teur op dhr. van Herpt. Deze gaf het navolgend overzicht. Rekening Godshuizen 1958. Gewone dienst. Ontvangsten 40.950.33 Uitgaven Kapitaaldienst. Ontvangsten Uitgaven 46.950.33 18.475.— 18.492.82 Nadelig slot 17.82 Rekening B. A. Herpt 1958. Gewone dienst. Ontvangsten Uitgaven Kapitaaldienst. Ontvangsten Uitgaven Batig slot 3.971.22 3.971.22 46.33 46.33 Ojj voorstel van de commissie werden ook deze rekeningen goedgekeurd. In verband met deze vaststel ling stelden b. en w. voor enkele posten oninbaar to verklaren be treffende enkele kleine bedragen van straatbelasting, hondenbelas ting e.d. tot een bedrag van 19.- over 1956. Hiermede ging de raad accoord. Punt 6. Voorstel van b. en w. lot hernieuwde vaststelling van de verordening op de heffing van een straatbelasting. De voorzitter zei dat zo'n ver ordening telkens maar voor een vijftal jaren wordt vastgesteld, zodat periodiek een hernieuwde vaststelling noodzakelijk is. Nadat de voorzitter op de vraag van de heer Schipper, of deze ver ordening eensluidend is aan de vorige verordening, bevestigend geantwoord had, werd deze ver ordening vastgesteld. Punt 7. Voorstel van b. en w. houdende machtiging tot 't aan gaan van kasgeldleningen. In afwijking van andere jaren, toen telkens voor drie maanden machtiging werd verstrekt, werd thans besloten machtiging te ver lenen voor het gehele jaar 1960 tot een bedrag van f 700.000. Punt 8. Wijziging politie ver ordening. Het betrof hier een wij ziging van art. 113 A in verband met een opmerking hierover door de Off. van Justitie. In verband met deze politie verordening had de heer Schip per bezwaar tegen wat vermeld staat in art. 2, lid 2. Spreker vindt dit niet juist. In een vorige vergadering was er gesproken om landbouwers en veehouders uit de stad te weren maar zo zei spreker, zoals deze politieveror dening nu luidt kunnen b. en w. zich er niet tegen verzetten, wan neer iemand zich in de stad, zou vestigen en vee zou gaan houden, wanneer dit zijn hoofdberoep zou zijn. Hierover ontspon zich een al gemene discussie. Besloten werd (leze wijziging aan te houden tot 'n volgende vergadering en werd aan b. en w. opgedragen het een en ander te herzien. Punt 9. Besloten werd b. en w. machtiging te verlenen tot ver huringen en verkopingen in 1960 zoals d.v. het grasgewas van de 'li III W/////Mm 100 Buberl liep snel op de gene raal of en stamelde: „Hier ben ik al, Excellentie!" - „In het vervolg nog sneller asjeblief!" snauwde de gene raal. „In deze critieke tijden is er geen plaats voor lummels en slapja nussen! Kerels moeten we hebben! Kerels van staal! Brokken tartaar! Lui zoals ik!" Toen greep de gene raal de brave Buberl bij zijn onberis pelijke stropdasje beet en schudde hem bepaald onzachtzinnig heen en weer. „En zorg nou, dat er binnen de vijf minuten een goed maal op tafel staat, anders zal ik je de kop van je romp houwen!" brulde hij. - „Nou da's ook geen lieverdje", merkte brigadier Piet zachtjes op, maar hij had toch niet zo zacht gesproken of de generaal had de opmerking ver staan. - „Had jij het soms over mij, schob bejak!" brulde hij en paars van woe de schudde hij een zware vuist tegen de brigadier. „Solliciteer jij soms ook naar een dreun op je kaak?" - Toen werd Piet natuurlijk woest en hij sprong van zijn stoel in een op vallend juist uitgevoerde bokshou ding. „Ik lust je rauw, makker!" sis te hij. „Het is al lang geleden, dat ik met de handschoentjes aan in de ring stond, maar dat zal me nou toch niet verhinderen jou zo partij te geven, dat je wensen zou nooit geboren te zijn!" - „Wa... wat?" riep de ge neraal Mesjocco toen en zijn stem ming sloeg om als een blad aan een boom. „Kunt u bo...bo...boksen? Wel eh..., ha..., nou..., doe me dan maar liever niks, hè? Ik haal wel eens meer van deze grapjes uit, zie..." - Toen hij zag dat Piet zijn vuisten liet zakken, kreeg hij wat meer moed en trachtte hij schalks te lachen. „Ik doe wel eens meer net of ik erg boos ben, begrijpt u?" vervolgde hij. „Dan onderzoek ik of er mensen zijn, die met me durven te vechten. Dat zijn er natuurlijk niet veel, maar zo héél af en toe tref ik er eentje. Nou..., dan schei ik er natuurlijk meteen uit, want ik ben afschuwelijk sterk. Ik zou misschien een ongeluk aan ze begaan en dat is echt mijn be doeling niet". - „U bent een bij zonder vreemde kerel", zei Piet, die de man al volkomen doorhad. - „Erg bijzonder en erg vreemd", zei de generaal, nu helemaal gerustge steld. „Ik ben zelfs een reuzekerel, mag ik wel zeggen. Dat vinden ze tenminste ook op het Ministerie van Oorlog. Daarom hebben ze mij hier naar toe gestuurd, want er is bonje aan de grens. Dat zaakje moet ik eventjes opknappen..." jansen óók smoor is op Frya! Hij heeft er laatst nog een robbertje over gehad met die hik architect! Waren eerst toch zulke dikke vrienden, die twee." „Hm", bromde Beitelmans. En na een moeizaam opnieuw starten orakelde hij somber: „Er zijn wel méér redenen waarom vriendschap in vijandschap kan verkeren, zou Breero zeggen..." DAAR IS HET LIJK! IVde steen Een wilde nachtmerrie stoorde in specteur Steenharses de volgende morgen onchristelijk vroeg in zijn zware roesslaap. Er knelde een lia- nenlus om zijn borst en dichtbij was er een luguber gebrul van „moord! moord!" Met een rauwe angstkreet schoot Steenharses wakker, om te ontdek ken, dat hij niet op zijn strozak lag achter in het hol, doch dwars voor de ingang. „Moord! Steenharses, word wakker! Moord!" hoorde hij weer, en herkende de opgewonden stem van de melkboer. „Los, idioot!" brulde hij naar buiten. Uit alle macht trok hij het touw terug, zodat de lus om zijn borst was verruimd kon worden. Dat touw had Steenharses zelf zo verzon nen. Het was rond zijn ribbenkast gelust en verder door het deurgat naar buiten uitgelegd. Door middel hiervan kon men ook des nachts in noodgeval de eenmans-politiemacht zonder burengerucht alarmeren. Maar op een enthousiasme als door de melkboer aan de dag gelegd, was Steenharses niet voorbereid geweest. Hij was er inmiddels in geslaagd zich uit de knelling te bevrijden en stak zijn ongekamde haarkop naar buiten. „Akelig matineuze kerel!", schold hij. De borstelige wenkbrauwen van de melkboer, die op zijn knieën voor het hol zat met het thans spanneloze eind touw nog in z'n handen, gingen ver ontwaardigd omhoog. Want de zon stond in het oosten reeds een eind boven de bomen. „Wat heb je nou te moorden?" liet Steenharses vergoelijkend op zijn uitval volgen. Toen schoot hem met een iets te binnen: „Donar-donders! Dacht ik het niet! M'n vacantie!" „Vacantie?" schreeuwde nu de melkboer, terwijl hij opstond: „Man, verdien je salaris! D'r ligt iemand voor lijkie. Vermoord! Kom mee, gauw..." „Ogenblikje," kalmeerde de poli tieman. „Mag ik misschien even toilet maken. Een dood lijk loopt niet weg. Zeg's... hoe weet jij eigenlijk dat er gemoord is? Kon net zo goed een hartverlamming geweest zijn, hé?" De grijze melkboer deinsde achter uit. „Haha!" grimlachte Steenharses, „heb ik jou even tuk, vader!" Hij kwam nu geheel naar buiten en stond dan met de handen op de tijgervel- heupen vlak voor de verstomde melk- leverancier. „Hoe wist jij, dat het een moord is, hé! Ik zou je moeten arresteren". „Maar..., maar...", stotterde de onthutste verdachte, „ik heb toch he lemaal geen reden om Oerjansen, m'n beste klant..." „Waaéat zei je!?" haalde de poli tieman uit, „wié is er vermoord?" „Nou, Oerjansen toch!" haspelde de melkboer onlogisch. „Man! Zeg dat dan eerder!" Steenharses was op eens zowel ochtendtoilet als verden king vergeten. Hij greep de ander bij een van zijn magere ellepijpen en trok hem mee de dorpsstraat in. „Waar?" „Opop z'n eiland! Ik kreeg geen gehoor.daarnet, en toen zag ik 't." De oude melkboer had moeite om de snelwandelende inspecteur bij te houden. Voor verdere woorden hield hij geen adem over. Het ijlende tweetal bereikte het Marktplein in het midden van het dorp. Hier en daar kwamen de be woners nieuwsgierig uit hun koepel huisjes gekropen. Enkele vermetelen waagden het, op 'n afstand achter de politieman en zijn geleider aan te lo pen, ofschoon zij bij ervaring wisten, dat niets zo irriterend werkte op Steenharses als dergelijk hinderlijk volgen. Journalist Beitelmans was de enige, die zich onverzocht het aansluiten bij de politiemacht-in-actie kon veroor loven. Hij had reeds enkele uren ijverig staan beitelen op de Holendamse Kletspost; deze bestond uit een reus achtige kei, welke voor het redactie bureau stond opgesteld met een vlak ke kant naar het Marktplein gekeerd. Beitelmans werkte als een ouder wetse fotograaf met hoofd en boven lijf verdoken onder een grote zwarte doel, welke mede over de kei heen was gedrapeerd. Aldus werd het pu bliek belet de reeds ingebeitelde be richten te lezen vóór de onthulling des avonds te achttien uur. Was dit officiële leestijdstip aan gebroken, dan trok Beitelmans de doek weg en verleende de abonné's tegen betaling van twee kiezeltjes toegang binnen het houten hek voor de kei. Men moest wel bijzonder scherpe ogen hebben om van buiten de om heining de krant te kunnen lezen. Want ook al vanwege de beperkte plaatsruimte, werkte Beitelmans nooit met denderende koppen. (Wordt vervolgd) |JD»0 avan

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1960 | | pagina 2