Tv
OERJANSEN's
Gemeenteraad Heusden
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 4 JANUARI 1960
2
onderstreepte de voorzitter, dat het
slachthuis in de laatste jaren belang
rijke investeringen heeft gedaan voor
een up-to-date outillage, welke inves
teringen uiteraard gedekt moeten
door verhoging van het tarief. De ge
meente had eigenlijk al veel eerder
moeten overgaan tot verhoging van
het tarief, want de laatste jaren heeft
men de reserves moeten aanspreken
om de gewone dienst van het slacht
huis te dekken. Verder zullen de pos
ten rente en afschrijving op de be
groting 13G0 belangrijk hoger zijn
dan in voorgaande jaren, zo deelde de
voorzitter mee. Overigens zal het
nieuwe tarief alleen voor de slachting
van runderen een verhoging beteke
nen, voor het slachten van varkens
gaan de slagers minder betalen. Een
vergelijking met Den Bosch ging vol
gens de voorzitter niet op, want deze
gemeente beschikt momenteel nog
over een verouderd slachthuis. Het
nieuwe slachthuis, dat in 1960 ge
reed zal komen, vergt een investering
van deze gemeente van ca. 2 miljoen.
Uit informatie was de voorzitter ge
bleken dat dan de Bossche tarieven
hoger zullen worden dan de Waal-
wijkse.
De heer Meijs was door dit ant
woord niet overtuigd en bleef zich
afvragen of een dergelijke drasti
sche verhoging van de rechten wel
nodig was, waartegenover echter de
voorzitter stelde of het dan verant
woord was om het slachthuis doelbe
wust een nadelig saldo te laten heb
ben.
Naar aanleiding van de mededeling
van de voorzitter, dat het slachten van
varkens goedkoper zal worden, merk
te de heer van Seters op, dat men al
tijd maar hoort van een verhoging van
de vleesprijzen, maar nooit van een
verlaging, zelfs niet bij een gunstige
conjunctuur in de handel. ,,Dit is een
kwestie waar het gemeentebestuur
geen bemoeienis mee heeft", zo gaf
de voorzitter hierop ten antwoord.
Het voorstel werd zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Voor het treffen van voorzieningen
aan de kade langs de provinciale weg
Waalwijk-noord voteerde de raad een
bedrag van f 96.3300. - Deze voor
zieningen omvatten een nieuw aan te
leggen dijk en het versterken van een
bestaande dijk. De kade, welke gele
gen is aan de noordzijde van de prov.
weg, heeft ten doel deze weg en het
ten zuiden daarvan gelegen gebied
tegen wateroverlast te beschermen en
is derhalve op waterkering geconstru- 1
eerd. Doordat deze onlangs gereed
gekomen kade thans nog niet het wa-
terkerend vermogen heeft, dat zij
door inklinking zal verkrijgen, is het
theoretisch niet onmogelijk dat bij
een uitzonderlijke stormvloed het wa-
terkerend vermogen onvoldoende zou
blijken.
De heer Meijs vroeg of deze voor
zieningen nog wel nodig zijn indien
de inklinking is gerealiseerd, waarop
de voorzitter antwoordde dat deze in
klinking enkele jaren in beslag zal
nemen. Bovendien moeten de voorge
stelde maatregelen worden gezien als
een zorgvuldigheid van het gemeente
bestuur, dat de zorg heeft voor de
waterbeheersing.
De Provinciale Waterstaat heeft
zich geheel met de visie en het plan
van het gemeentebestuur kunnen ver
enigen, zo deelde de voorzitter mede.
Tenslotte vroeg de heer Meijs of
door deze voorzieningen de grond
prijs in dit gebied niet zodanig zal
stijgen dat de bouw van goedkope wo
ningen daar niet meer mogelijk zal
zijn. De grondprijzen zullen daar ze
ker niet exceptioneel zijn, zo ver
klaarde de voorzitter naar aanleiding
van deze vraag.
Met betrekking tot het vaststellen
van nieuwe straatnamen gaf de heer
v. d. Hoven aanvankelijk de wens te
kennen om de Graaf Willem I-straat,
lopende vanaf de Floris V-laan naar
de Zanddonkweg, Graaf Willem I-
laan te noemen, omdat de benaming
„straat" meer de indruk wekt van een
bebouwde wegverbinding. De voor
zitter meende echter dat er met de be
naming „laan" zuinig omgesprongen
moet worden en dat men deze toch
wel moet reserveren voor een wegver
binding met een zekere allure. De
heer v. d. Hoven kon doeze zienswij
ze delen, maar voelde er dan toch veel
voor om dan van Graaf Willem I-weg
te spreken, omdat deze benaming
meer met het karakter van de verbin
ding overeenkomt. Met deze wijzi
ging kon het college van b. w. zich
verenigen.
De heer Brouwer stelde voor om
aan de gedempte havenkom met om
geving niet de naam „Gedempte Ha
ven" te geven, maar dit deel te noe
men naar de pionier van de Waal-
wijkse haven, Nolthenius. Terecht
merkte de voorzitter op, dat het toch
wei-wat vreemd zou zijn om juist dat
deel van de haven dat gedempt is, te
noemen naar de man die zoveel voor
de realisering en instandhouding van
de Waalwijkse haven heeft gedaan.
De suggestie van de heer Brouwer
was echter in zoverre bruikbaar dat
de voorzitter toezegde bij een toe
komstige straatnaamgeving de ver
diensten van Nolthenius in een
straatnaam vast te leggen.
RESTAURANT
De raad ging akkoord met een aan
tal voorstellen tot aankoop, verkoop
en ruiling van grond. Zo zal aan de
heer M. van Hooff bouwgrond ter
grootte van 20 aren worden verkocht
in het recreatie-oord ten behoeve van
de bouw van een café-restaurant. De
voorzitter sprak er zijn voldoening
over uit dat het recreatie-oord een
dergelijke voorziening gaat krijgen,
waardoor dit ontspanningsgebied be
langrijk aan betekenis en aantrekke-
ijkheid zal winnen. Ook de heer van
Seters sprak zijn vreugde uit over het
voorstel en vroeg wanneer met de
jouw zal worden begonnen. Het
wachten is alleen nog op de rijks
goedkeuring van de bouw, zo deelde
de voorzitter mee. Deze goedkeuring
kan elke dag afkomen en daarna zal
direct met de werkzaamheden worden
begonnen.
Van de Erven Loef f werden aan
het Laageinde een vijftal woningen
aangekocht. Op desbetreffende vra
gen van de heren v. Mosselveld en
van Seters deelde de voorzitter mede,
dat aan deze woningen, die in zeer
slechte staat verkeren, geen kosten
zullen worden besteed. Ze zullen t.z.t.
worden opgeruimd, waarna tot sane
ring zal worden overgegaan.
Tot leden van de commissie van
onderzoek van de gemeenterekening
1957 werden benoemd de heren Duij-
velaar, v. d. Hoven en Meijs. Het af
tredend lid G. J. de Vries werd her
benoemd tot lid van de commissie van
toezicht op het lager onderwijs, ter
wijl de heren P. Lenglet en F. Eibers
werden herbenoemd tot resp. lid van
de commissie van middelbaar on
derwijs en de gemeentelijke instelling
voor maatschappelijke zorg.
Alle overige voorstellen werden
F e u i I 9 e t o n
van
„De Echo van het Zuiden"
GEHEIM
De allereerste Nederlandse
detective-roman uit de ijstijd
door
J. ERSEBEEK
5)
„Heb je nog even de juiste tijd
voor me", vroeg de journalist aan
Oerjansen. „Met genoegen. Kom
maar mee." Beitelmans volgde de
heer des huizes in het donker naar de
zonnewijzer aan de voorzijde van het
eiland. Hij vergeleek zijn polshorloge
met het grote uurwerk: 21 uur 35.
„Wat kinderachtig vroeg nog," fe-
zelde Steenharses, die trouw was
meegewaggeld.
De zoele zomernacht was flink
donker, bij nieuwe maan. Oorverdo
vend schetterde de bruifanfare uit het
oerwoud. Oerjansen bracht zijn gas
ten over de brug. Met unieke dronke
mansvaardigheid „nam" Steenharses
evenals Beitelmans het smalle loop
pad, dat over de tientallen openge
sperde krokodillenmuilen heen naar
de vaste wal leidde.
Oerjansen sloot het hek achter hen.
Aan de losse zijde van het opklap
bare bruggedeelte was een touw vast
gemaakt; dat liep door een gleuf over
de kop van een paal op de eiland
oever. Teruggekeerd op het eiland
haalde Oerjansen door middel van
dit touw de brug omhoog, waarna hij
de kabel met een paar stevige lussen
om de paal vastbond. Zo had hij de
„most splendid isolation" van zijn
stenen burcht hersteld.
De twee afzwaaiende stamgasten
wilden juist starten in de richting
van het dorp, toen eensklaps een van
rechts opdoemende schim zich tegen
hen opbotste. Steenharses grabbelde
onmiddellijk naar de stokjes met het
elastiekje achter zijn gordel. Maar
de scherper kijkende journalist voor
kwam een drastische reactie. De
schim bleek te bestaan uit twee apar
te delen: de jonge architect Scheef -
lood en Frya, de knappe jongedoch-
ter van burgemeester van Hameren.
„Braaf blijven, jongelui!" grinnik
te Beitelmans hen achterna, „en
geen eenzame vrijgezellen meer van
de sokken lopen."
„Goed hik, dat Oerjansen ze niet
zag", flapte de politieman er uit,
toen het span weer als een ondeelbare
schim in de duisternis van het uit
breidingsplan was opgelost.
„Goed? Waarom?"
„Weet je dan niet, dat hik Oer-
zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Aan het slot van deze vergadering
dankte de voorzitter de raad voor de
prettige en vruchtbare samenwerking
in het afgelopen jaar, dat een goed
jaar is geweest en waarop in de
nieuwjaarsrede nog uitvoerig zal wor
den teruggekomen. Burgemeester
Teijssen wenste allen een goed en ge
lukkig uiteinde en een voorspoedig
1960.
Oprichting van een Prot. Chr.
Landhouwhuishoudschool
De raad der gemeente Heusden
kwain dinsdag 29 dec. voltallig in
openbare vergadering bijeen.
Na opening door de voorzitter
de Edefachlb. Heer A. van Delft,
kwam de vaststelling van de no
tulen van de vorige vergadering
aan de orde. De heer van Herpt
maakte hierbij de opmerking dat
de notulen vanzelfsprekend niet
volledig het gesproken woord
kunnen weergeven, doch dat deze
notulen wel wat uitvoeriger had
den mogen zijn. Spreker doelde in
dit verband op het feit dal hij in
de vorige vergadering het woord
verzocht had ingevolge art. 14
van het reglement van orde inza
ke een persoonlijk feit. Dit kwam
nu, zo zei spr., in deze notulen
niet voldoende naar voren. Het
blijkt nu meer een lankmoedig
heid te zijn van de voorzitter dan
het recht van het raadslid. Op
verzoek van de heer van Herpt
werd dit gedeelte van de notulen
aangevuld, zodat er nu vermjeld
slaat art. 14 sub 2.
Op verzoek van de heer de
Vroome werd bij het advies van
de lieer ir. de Jong, waarvan in
deze» notulen melding gemaakt
wordt, de datum van dat advies
vermeld, dit in geval men achter
af dit advies nog eens wil raad
plegen. Hierna werden deze no
tulen vastgesteld.
Bij de ingekomen stukken was
behalve diverse goedkeuringen
door Ged. Staten van reeds eerder
genomen raadsbesluiten 'n schrij
ven van de lieer v. Herpt, waar
in deze opgavé vraagt van de be
grotingen voor de aanleg van een
sportveld te Oudheusden ofwel te
Ilerpt. Wanneer, zo vermeldt ver
der dit schrijven, de voorkeur ge
geven wordt aan Oudheusden om
daar een sportveld aan te leggen,
kunnen b. en w. dan zorgen dat
er voor de vereniging van Herpt
een terrein beschikbaar wordt ge
steld, wanneer de pachtovereen
komst van het huidige terrein is
verstreken.
O]) voorstel van b. en w. werd
besloten dit schrijven aan te
houden.
In verband met de goedkeuring
van een begrotingswijziging wil
de de heer van Vugt graag weten
wie die derde is, waarover wordt
gerept, die een bijdrage zou leve
ren in een keermuur en welke
kcermuur hier bedoeld wordt.
De voorzitter zei dat het hiel
de kcermuur betreft aan de wal
aan liet einde van de Hoogstraat,
waar door de heer Nieuwkoop 'n
nieuw pand is gebouwd; de be
doelde derde is dhr. Nieuwkoop*
Verder was er ingekomen een
schrijven van de Brabantse Maat
schappij voor de Landbouw. In
dit schrijven wordt de wens geuit
een landhouwhuishoudschool te
doen oprichten te Heusden, daar
deze plaats i.v.m. haar ligging
aan de toegang van het Land van
Heusden en Altena. Deze school
zou gebaseerd moeten worden op
prot.-christelijke grondslag. Ver
zocht werd ingevolge art. 25 der
Nijverheidsonderwijswet om me
dewerking.
De voorzitter zcü diverse orga
nisaties gehoord tc hebben 'en
stelde namens b. en w. voor de
oprichting van bedoelde school
noodzakelijk te verklaren.
Op een vraag van de heer de
Vroome waarom die organisaties
daarover gehoofd waren, zei de
voorzitter dat dit door de wet
wordt Voorgeschreven.
Punt 4. Voorlopige vaststelling
gemeente- en bedrijfsrekeningen.
Als rapporteur van de commis
sie van onderzoek trad op de
heer v. Herpt, die zei dat de com
missie zich had laten leiden door
het rapport van het verificatie
bureau. Spr. vroeg zich echter af
of het niet beter zou zijn wan
neer in de toekomst enige be
scheiden ter tafel zouden worden
gebracht. Hierna gaf de rappor-
leur een overzicht van de ge-
meenterekening 1956.
Gemeenterekening 1956.
Gewone dienst.
Ontvangsten 790.945.80
Uitgaven 798.611.06
Nadelig slot
Kapitaaldienst.
Ontvangsten
Uitgaven
1.665.86
3.325.971.19
4.246.393.59
Nadelig slot 920.422.40
Rekening woningbedrijf.
Baten 87.025.35
Lasten 87.025.35
Kapitaalsinkomsten 512.775.02
Kapitaalsuitgaven 492.699.44
Batig saldo 20.075.58
Rekening gasbedrijf.
Baten 52.953.40
Lasten 52.953.46
Kapitaalontvangsten 55.695.96
Kapitaalsuitgaven 55.695.96
Oj) voorstel van de commissie
werd de gemeenterekening vast
gesteld.
Punt 5. Goedkeuring rekening
Godshuizen en Burgerlijk Arm
bestuur Herpt 1958.
Ook hiervoor trad als rappor
teur op dhr. van Herpt. Deze gaf
het navolgend overzicht.
Rekening Godshuizen 1958.
Gewone dienst.
Ontvangsten 40.950.33
Uitgaven
Kapitaaldienst.
Ontvangsten
Uitgaven
46.950.33
18.475.—
18.492.82
Nadelig slot 17.82
Rekening B. A. Herpt 1958.
Gewone dienst.
Ontvangsten
Uitgaven
Kapitaaldienst.
Ontvangsten
Uitgaven
Batig slot
3.971.22
3.971.22
46.33
46.33
Ojj voorstel van de commissie
werden ook deze rekeningen
goedgekeurd.
In verband met deze vaststel
ling stelden b. en w. voor enkele
posten oninbaar to verklaren be
treffende enkele kleine bedragen
van straatbelasting, hondenbelas
ting e.d. tot een bedrag van 19.-
over 1956. Hiermede ging de raad
accoord.
Punt 6. Voorstel van b. en w.
lot hernieuwde vaststelling van
de verordening op de heffing van
een straatbelasting.
De voorzitter zei dat zo'n ver
ordening telkens maar voor een
vijftal jaren wordt vastgesteld,
zodat periodiek een hernieuwde
vaststelling noodzakelijk is.
Nadat de voorzitter op de vraag
van de heer Schipper, of deze ver
ordening eensluidend is aan de
vorige verordening, bevestigend
geantwoord had, werd deze ver
ordening vastgesteld.
Punt 7. Voorstel van b. en w.
houdende machtiging tot 't aan
gaan van kasgeldleningen.
In afwijking van andere jaren,
toen telkens voor drie maanden
machtiging werd verstrekt, werd
thans besloten machtiging te ver
lenen voor het gehele jaar 1960
tot een bedrag van f 700.000.
Punt 8. Wijziging politie ver
ordening. Het betrof hier een wij
ziging van art. 113 A in verband
met een opmerking hierover door
de Off. van Justitie.
In verband met deze politie
verordening had de heer Schip
per bezwaar tegen wat vermeld
staat in art. 2, lid 2. Spreker
vindt dit niet juist. In een vorige
vergadering was er gesproken
om landbouwers en veehouders
uit de stad te weren maar zo zei
spreker, zoals deze politieveror
dening nu luidt kunnen b. en w.
zich er niet tegen verzetten, wan
neer iemand zich in de stad, zou
vestigen en vee zou gaan houden,
wanneer dit zijn hoofdberoep
zou zijn.
Hierover ontspon zich een al
gemene discussie. Besloten werd
(leze wijziging aan te houden tot
'n volgende vergadering en werd
aan b. en w. opgedragen het een
en ander te herzien.
Punt 9. Besloten werd b. en w.
machtiging te verlenen tot ver
huringen en verkopingen in 1960
zoals d.v. het grasgewas van de
'li III W/////Mm
100 Buberl liep snel op de gene
raal of en stamelde: „Hier ben ik al,
Excellentie!" - „In het vervolg nog
sneller asjeblief!" snauwde de gene
raal. „In deze critieke tijden is er
geen plaats voor lummels en slapja
nussen! Kerels moeten we hebben!
Kerels van staal! Brokken tartaar!
Lui zoals ik!" Toen greep de gene
raal de brave Buberl bij zijn onberis
pelijke stropdasje beet en schudde
hem bepaald onzachtzinnig heen en
weer. „En zorg nou, dat er binnen de
vijf minuten een goed maal op tafel
staat, anders zal ik je de kop van je
romp houwen!" brulde hij. - „Nou
da's ook geen lieverdje", merkte
brigadier Piet zachtjes op, maar hij
had toch niet zo zacht gesproken of
de generaal had de opmerking ver
staan. -
„Had jij het soms over mij, schob
bejak!" brulde hij en paars van woe
de schudde hij een zware vuist tegen
de brigadier. „Solliciteer jij soms ook
naar een dreun op je kaak?" -
Toen werd Piet natuurlijk woest en
hij sprong van zijn stoel in een op
vallend juist uitgevoerde bokshou
ding. „Ik lust je rauw, makker!" sis
te hij. „Het is al lang geleden, dat ik
met de handschoentjes aan in de ring
stond, maar dat zal me nou toch niet
verhinderen jou zo partij te geven,
dat je wensen zou nooit geboren te
zijn!" - „Wa... wat?" riep de ge
neraal Mesjocco toen en zijn stem
ming sloeg om als een blad aan een
boom. „Kunt u bo...bo...boksen?
Wel eh..., ha..., nou..., doe me dan
maar liever niks, hè? Ik haal wel eens
meer van deze grapjes uit, zie..." -
Toen hij zag dat Piet zijn vuisten liet
zakken, kreeg hij wat meer moed en
trachtte hij schalks te lachen.
„Ik doe wel eens meer net of ik
erg boos ben, begrijpt u?" vervolgde
hij. „Dan onderzoek ik of er mensen
zijn, die met me durven te vechten.
Dat zijn er natuurlijk niet veel, maar
zo héél af en toe tref ik er eentje.
Nou..., dan schei ik er natuurlijk
meteen uit, want ik ben afschuwelijk
sterk. Ik zou misschien een ongeluk
aan ze begaan en dat is echt mijn be
doeling niet". - „U bent een bij
zonder vreemde kerel", zei Piet, die
de man al volkomen doorhad. -
„Erg bijzonder en erg vreemd", zei
de generaal, nu helemaal gerustge
steld. „Ik ben zelfs een reuzekerel,
mag ik wel zeggen. Dat vinden ze
tenminste ook op het Ministerie van
Oorlog. Daarom hebben ze mij hier
naar toe gestuurd, want er is bonje
aan de grens. Dat zaakje moet ik
eventjes opknappen..."
jansen óók smoor is op Frya! Hij
heeft er laatst nog een robbertje over
gehad met die hik architect! Waren
eerst toch zulke dikke vrienden, die
twee." „Hm", bromde Beitelmans.
En na een moeizaam opnieuw starten
orakelde hij somber: „Er zijn wel
méér redenen waarom vriendschap in
vijandschap kan verkeren, zou Breero
zeggen..."
DAAR IS HET LIJK!
IVde steen
Een wilde nachtmerrie stoorde in
specteur Steenharses de volgende
morgen onchristelijk vroeg in zijn
zware roesslaap. Er knelde een lia-
nenlus om zijn borst en dichtbij was
er een luguber gebrul van „moord!
moord!"
Met een rauwe angstkreet schoot
Steenharses wakker, om te ontdek
ken, dat hij niet op zijn strozak lag
achter in het hol, doch dwars voor de
ingang. „Moord! Steenharses, word
wakker! Moord!" hoorde hij weer, en
herkende de opgewonden stem van de
melkboer. „Los, idioot!" brulde hij
naar buiten. Uit alle macht trok hij
het touw terug, zodat de lus om zijn
borst was verruimd kon worden. Dat
touw had Steenharses zelf zo verzon
nen. Het was rond zijn ribbenkast
gelust en verder door het deurgat
naar buiten uitgelegd. Door middel
hiervan kon men ook des nachts in
noodgeval de eenmans-politiemacht
zonder burengerucht alarmeren. Maar
op een enthousiasme als door de
melkboer aan de dag gelegd, was
Steenharses niet voorbereid geweest.
Hij was er inmiddels in geslaagd zich
uit de knelling te bevrijden en stak
zijn ongekamde haarkop naar buiten.
„Akelig matineuze kerel!", schold
hij.
De borstelige wenkbrauwen van de
melkboer, die op zijn knieën voor het
hol zat met het thans spanneloze eind
touw nog in z'n handen, gingen ver
ontwaardigd omhoog. Want de zon
stond in het oosten reeds een eind
boven de bomen.
„Wat heb je nou te moorden?"
liet Steenharses vergoelijkend op zijn
uitval volgen. Toen schoot hem met
een iets te binnen: „Donar-donders!
Dacht ik het niet! M'n vacantie!"
„Vacantie?" schreeuwde nu de
melkboer, terwijl hij opstond: „Man,
verdien je salaris! D'r ligt iemand
voor lijkie. Vermoord! Kom mee,
gauw..."
„Ogenblikje," kalmeerde de poli
tieman. „Mag ik misschien even toilet
maken. Een dood lijk loopt niet weg.
Zeg's... hoe weet jij eigenlijk dat er
gemoord is? Kon net zo goed een
hartverlamming geweest zijn, hé?"
De grijze melkboer deinsde achter
uit. „Haha!" grimlachte Steenharses,
„heb ik jou even tuk, vader!" Hij
kwam nu geheel naar buiten en stond
dan met de handen op de tijgervel-
heupen vlak voor de verstomde melk-
leverancier.
„Hoe wist jij, dat het een moord
is, hé! Ik zou je moeten arresteren".
„Maar..., maar...", stotterde de
onthutste verdachte, „ik heb toch he
lemaal geen reden om Oerjansen, m'n
beste klant..."
„Waaéat zei je!?" haalde de poli
tieman uit, „wié is er vermoord?"
„Nou, Oerjansen toch!" haspelde
de melkboer onlogisch. „Man! Zeg
dat dan eerder!" Steenharses was op
eens zowel ochtendtoilet als verden
king vergeten. Hij greep de ander bij
een van zijn magere ellepijpen en trok
hem mee de dorpsstraat in. „Waar?"
„Opop z'n eiland! Ik kreeg
geen gehoor.daarnet, en toen zag
ik 't." De oude melkboer had moeite
om de snelwandelende inspecteur bij
te houden. Voor verdere woorden
hield hij geen adem over.
Het ijlende tweetal bereikte het
Marktplein in het midden van het
dorp. Hier en daar kwamen de be
woners nieuwsgierig uit hun koepel
huisjes gekropen. Enkele vermetelen
waagden het, op 'n afstand achter de
politieman en zijn geleider aan te lo
pen, ofschoon zij bij ervaring wisten,
dat niets zo irriterend werkte op
Steenharses als dergelijk hinderlijk
volgen.
Journalist Beitelmans was de enige,
die zich onverzocht het aansluiten bij
de politiemacht-in-actie kon veroor
loven.
Hij had reeds enkele uren ijverig
staan beitelen op de Holendamse
Kletspost; deze bestond uit een reus
achtige kei, welke voor het redactie
bureau stond opgesteld met een vlak
ke kant naar het Marktplein gekeerd.
Beitelmans werkte als een ouder
wetse fotograaf met hoofd en boven
lijf verdoken onder een grote zwarte
doel, welke mede over de kei heen
was gedrapeerd. Aldus werd het pu
bliek belet de reeds ingebeitelde be
richten te lezen vóór de onthulling
des avonds te achttien uur.
Was dit officiële leestijdstip aan
gebroken, dan trok Beitelmans de
doek weg en verleende de abonné's
tegen betaling van twee kiezeltjes
toegang binnen het houten hek voor
de kei.
Men moest wel bijzonder scherpe
ogen hebben om van buiten de om
heining de krant te kunnen lezen.
Want ook al vanwege de beperkte
plaatsruimte, werkte Beitelmans nooit
met denderende koppen.
(Wordt vervolgd)
|JD»0 avan