WAALWIJK
Gemeenteraad Sprang-Capelle
DRUNEN KWAM IN BEZIT
VAN MIJNGAS
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F
1
OERJANSEN's
Voorbeeldig en voortreffelijk Burgemeester
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 29 FEBR. 1960
2
Fel protest van de heer de Raat, die wethouder
Timmermans het recht ontzegt hem als kerkhater
te betitelen
Ons verslag van de voltallige zitting van de gemeenteraad van
j.l. vrijdagavond zou al heel kort zijn geweest, als niet een ver
zoek van de heer de Raat, om een persoonlijke zaak te mogen
bespreken, wat stof tot discussie had gegeven.
Reeds direct na de gebruikelij
ke opening met gebed, deelde de
voorzitter inede, dat een verzoek
was ontvangen van de beer de
Raat om hem op de eerstvolgen
de raadsvergadering direct na de
opening het woord te verlenen.
De voorzitter zei hiertegen
persoonlijk geen bezwaren te
hebben. Volgens het reglement
van orde moeten de onderwerpen
behandeld worden in volgorde
als op de oproepingsbrief is ver
meld, tenzij de vergadering an
ders beslist. De raad kan zich
dus eerst uitspreken of liet ver
zoek van de lieer de Raat al dan
niet zal worden ingewilligd.
De lieer de Bic meende hier
over moeilijk te kunnen oorde
len, daar hij niet wist of het hier
een afbrekende of opbouwende
kritiek zou betreffen.
Ook de heer Ros kon zijn toe
stemming niet zonder meer ge
ven, zolang hij niet wist over
welk onderwerp de heer de Raat
spreken wou. Hij weet ook niet
0111 welke reden de heer de Raat
niet zoals gebruikelijk, tot de
rondvraag kan wachten.
Als andere raadsleden ook
voorlaan aldus te werk gaan, zou
bet een wanordelijke vergadering
kunnen worden.
De heren Vos, Genuït en Dek
kers geven eveneens te kennen
dat het h.i. beter was dat de heer
de Raat lot de rondvraag wacht
te, daar niemand thans weet
waarover hij spreken wil.
De heer de Raat zegt dat hij
het voor de goede gang van za
ken beter vond als hij vóór de
behandeling van de agenda het
woord kreeg. Hij voegt hieraan
nog toe dat het over persoonlijke
zaken gaat.
De heer Vos vraagt of het in
dat geval niet beter is de per
soonlijke kwestie in geheime ver
gadering te bespreken.
De heer Dekkers spreekt zich
uit voor openbare behandeling.
De voorzitter wil de zaak for
meel behandelen en brengt in
omvraag of de leden aan de heer
de Raat willen toestaan vóór de
agenda het woord te voeren,
waartegen spr. persoonlijk geen
bezwaar heeft, of eerst bij de
rondvraag.
Met 11 tegen 2 stemmen wordt
besloten dat de heer de Raat
eerst bij de rondvraag aan het
woord zal komen. Alleen de he
ren v. Peer en de Raat spraken
zich uit voor behandeling vóór
de agenda.
Deze agenda ging echter in zeer
vlot tempo onder de hamer door.
De voorstellen van b. en w. waar
van wij de voornaamste reeds
met de toelichtingen in ons vo
rig nummer hebben afgedrukt,
werden alle zonder bezwaren
goedgekeurd en nagenoeg zonder
enige discussie.
Alleen bij punt 13, het voorstel
tot het bouwen van 0 woning
wetwoningen, drong de heer Vos
er op aan wat meer vaart achter
deze bouw te zetten. De 4 wo
ningwetwoningen die het vorig
jaar zijn toegewezen, zijn thans
nog pas in het beginstadium van
aanbouw.
De voorzitter zei dat pas eind
november de vergunning werd
ontvangen voor de bouw van be
doelde 4 woningen. Spreker zou
over de kwestie van „vaartzet-
ten" achter de realisering van de
woningbouw in geheime zitting
wel wat meer willen vertellen.
Hij beloofde dat het gemeente
bestuur zijn best zou doen om de
zaak te bespoedigen.
Spr. beklemtoonde nogmaals
de teleurstelling van b. en w.
over de geringe woningtoewij
zing (6), hetgeen het ongunstige
gevolg was van de aan 11 Bra
bantse gemeenten toegestane
continubouw.
De C woningen zullen gebouwd
worden tegenover het gemeente
huis aan de nieuw aan te leggen
weg van het Raadhuisplein naar
de Zuid-Hollandse Dijk, in twee
blokjes van 3 woningen.
Rondvraag
Bij de rondvraag krijgt de heer
de Raat het woord, waarom hij
reeds vóór de behandeling <ler
agenda had verzocht. Hij ver
klaart nogmaals dat hij deze
kwestie het liefst vóór de verga
dering had besproken. Het betrof
de uitlatingen van wethouder
Timmermans tegenover hem in
de vorige raadsvergadering, toen
spr. zich er tegen verklaarde dat
gemeentewerklieden de tuin bij
de kerk te Sprang onderhielden.
Spr. ontzegt de heer Timmer
mans het recht hein als kerkha
ter te betitelen. Hij meent zich
nimmer als een vijand van de
kerk te hebben doen kennen en
zegt dat hij vele lidmaten van de
kerk als zijn vrienden beschouwt.
Spr. tracht alleen maar het alge
meen belang te dienen zonder
aanzien des persoons, naar eer
en geweten, zoals hij ook bij de
eedaflegging heeft verklaard. Hij
verlangt niet dat de heer Tim
mermans hein zijn verontschul
digingen aanbiedt want hij hecht
daaraan geen waarde. Hij hoopt
dat de voorzitter er in de toe
komst aan wil medewerken der
gelijke discussies te voorkomen.
Spr. wil tenslotte ook het Nbl.
van Heusden verzoeken een ob
jectief verslag van het gesproke
ne te geven. Hij zegt het woord
„schandaal" niet te hebben ge
bruikt.
De voorzitter zegt er zich niet
van bewust te zijn dat hij schuld
zou hebben aan de gewraakte
uitlatingen of de orde in de vo
rige vergadering niet goed te heb
ben gehandhaafd. Wat in de no
tulen over de bewuste kwestie
staat vermeld, is wel geen woor
delijke weergave van het gespro
kene, maar het geeft de hoofd
punten z.i. juist weer. Spr. wil
de geluidsband, waarop gewoon
lijk de raadsvergadering wordt
opgenomen, gaarne nog eens
voor de raadsleden afdraaien om
dit te kunnen beoordelen. Spr.
heeft deze band nog eens beluis
terd en de heer Timmermans ho
ren zeggen.:
„Ik vind het zo jammer dat
„mensen die de kerk voorbijgaan
„hierover opmerkingen maken.
„Men zou kunnen zeggen dat
„zulk een mens de kerk van bin
den en van buiten haat. Als ik
„zie wat andere gemeenten doen
„voor de kerken..."
Naar de mening van de voor
zitter heeft de heer de Raat deze
uitslatingen scherper aangevoeld
dan ze gezegd werden.
De heer de Raat zegt dat de
voorzitter er toch blijkbaar ook
een belediging in zag, anders zou
hij niet tot driemaal toe geha
merd hebben.
De voorzitter zegt inderdaad
gehamerd te hebben, omdat hij
graag wil voorkomen dat men
woorden bezigt die beledigend
kunnen zijn voor anderen. Maar
men kan als voorzitter iemand
tijdens zijn betoog niet te gauw
in de rede vallen.
De heer de Raat zegt dat het
niet zijn bedoeling is over deze
kwestie een debat uit te lokken.
Hij heeft deze kwestie niet per
soonlijk naar voren willen bren
gen, maar als vertegenwoordiger
van de Partij van de Arbeid, die
zich door deze uitlatingen bele
digd voelt.
De lieer Dekkers merkt op dat
hij de manier waarop de heer
Timmermans in de vorige verga
dering reageerde, beneden peil
vond. Het benam hem de moed
om er nog meer van te zeggen.
Hij vindt zoiets treurig van een
christelijke wethouder. Spreker
slaat in deze volkomen achter de
grieven van de heer de Raat en
vindt dat men als christelijke
broeders elkaar niet aldus moet
bejegenen, ook al is men het met
eikaars opvattingen niet eens.
Wethouder Timmermans zegt
dat hij op deze zaak thans niet
verder meer wil ingaan. De woor
den zijn hem toen recht uit het
hart gekomen en hij laat het aan
anderen over te beoordelen of hij
zich al of niet als een christelijk
raadslid heeft gedragen.
De heer Dekkers merkt nog op
dat wethouder Timmermans
thans niet meer hierop wil in
gaan, maar hij was het toch zelf
die met deze kwestie in een chris
telijke besthouwing is getreden.
Geen der leden verlangt verder
nog het woord over deze zaak,
waarna de voorzitter de openba
re zitting sluit met gebed.
De raad blijft hierna nog in
besloten vergadering bijeen.
Burgemeester Snels bij afscheid benoemd tot
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
„Houdt de vlam brandend!"
Dat waren de woorden van de commissaris der koningin in de
provincie Noordbrabant, mr. dr. C. N. M. Kortmann, toen deze j.l.
vrijdag door het ontsteken van een tweetal gastoortsen voor het
Drunense gemeentehuis het mijngas in deze gemeente in gebruik
stelde, waarmee Drunen de 56ste gemeente in Brabant en de 119de
„mijngasgemeente" in ons land werd.
Deze ingebruikstelling van het mijngas was het sluitstuk van een
officieel werkbezoek dat mr. dr. Kortmann die dag aan Drunen
bracht; een werkbezoek dat nog een ander feestelijk hoogtepunt
had, namelijk de mededeling van de commissaris der koningin, dat
het Hare Majesteit had behaagd om burgemeester Snels bij zijn
heengaan uit het burgemeestersambt en op grond van zijn bijzon
dere verdiensten voor de gemeente Drunen, te benoemen tot Rid
der in de Orde van Oranje Nassau.
Voordat mr. dr, Kortmann de vlam
aan het gas bracht, had in de raad
zaal een korte bijeenkomst plaats,
die werd bijgewoond door de beide
wethouders, de raadsleden, gemeen
tesecretaris Brok en een groot aan
tal genodigden, onder wie wij op
merkten de Hoogeerw. heer Deken
Rooyackers van Drunen, ds. Schuur
man van Baardwijk, de heer N.
Tychon, chef van het gasdistributie-
bedrijf der Staatsmijnen en verte
genwoordigers van diverse stands-
en vakorganisaties.
Burgemeester Snels opende deze
bijeenkomst met 'n hartelijk woord
van welkom tot de commissaris der
koningin en de overige aanwezigen.
„Het is vandaag een bijzondere dag,
waarnaar de gemeente reeds lang
met groot verlangen heeft uitgezien
I Brabantse gemeente en de 119de ge
meente in het land die nu op het
gasnet van de Staatsmijnen is aan
gesloten, zo zei de commissaris. Bij
zondere waardering en hulde had
mr. dr. Kortmann voor de wijze
waarop de aansluiting op het mijn-
gasnet is gerealiseerd, met name
door middel van een dienstenver
lening aan de gemeente Den Bosch.
Een dergelijke samenwerking in
kringverband, waarbij toch de zelf
standigheid gehandhaafd blijft,
noemde de commissaris uitermate
belangrijk.
In het bijzonder richtte mr. dr.
Kortmann zich vervolgens tot bur
gemeester Snels. De totstandkoming
van de aansluiting op het mijngas-
net noemde hij voor een groot deel
diens werk. ..Gü hebt gedurende bij
na 12 jaren voorbeeldig als burge
meester gewerkt en gij zijt een goed
en voortreffelijk burgemeester van
Drunen geweest", aldus mr. dr.
Kortmann, die verder verklaarde
dat burgemeester Snels ondanks 'n
merkwaardige carrière toch een
voortreffelijk burgemeester is kun
nen worden, omdat hij het vader
lijk instinct heeft uitgebreid tot de
gehele gemeente en haar inwoners.
In het kort schetste de commissaris
verder hoe burgemeester Snels op
vele andere gebieden van het maat
schappelijk leven met grote toewij
ding werkzaam is geweest en nog
is, o.a. bij de Kamer van Koophan
del voor Noordelijk Noordbrabant,
bij het E.T.I., bij de Drunense Vei
ling en voor de plaatselijke midden
stand, waarvan burgemeester Snels
e ender voormannen is geweest.
„Ook onze geëerbiedigde koningin
heeft aandacht aan uw werk ge
geven en het heeft Hare Majesteit
dan ook behaagd u te benoemen tot
Ridder in de Orde van Oranje Nas
sau".
Nadat mr. dr. Kortmann de bur
gemeester de bij deze orde behoren
de versierselen had opgespeld,
sprak burgemeester Snels een kort
woord, waarbij hij dank bracht aan
H.M. de Koningin en aan de com
missaris der koningin. „Ik heb ech
ter niet meer dan mijn plicht ge
daan", zo zei burgemeester Snels,
„en ik heb mijn werk altijd graag
en met liefde gedaan".
Hierna bracht mr. dr. Kortmann
in de beide gastoortsen voor het ge
meentehuis de gasvlam tot leven
en stelde daarmee het mijngas voor
de gemeente Drunen in gebruik.
Na deze korte plechtigheid sprak
de heer N. Tychon namens de direc
tie van de Staatsmijnen een geluk
wens uit. Alle Langstraatse gemeen
ten zijn nu op het mijngasnet aan
gesloten, maar dan weet ik niet ze
ker of Geertruidenberg ook bij de
Langstraat gerekend moet worden.
Spr. dankte mr. dr. Kortmann voor
zijn medewerking in het kader van
de distributie van het mijngas en
burgemeester Snels voor de bijzon
der prettige samenwerking. Ten
slotte wenste de heer Tychon de
burgemeester geluk met de ver
diende hoge onderscheiding.
De rij van sprekers werd gesloten
door wethouder v. Drunen, die ook
een gelukwens richtte tot burge
meester Snels. „Deze onderscheiding
mag bij u de overtuiging wekken,
dat u toch wel iets voor de gemeen
te hebt gedaan", zo zei de heer v.
Drunen, die besloot met de woor-
den: „Drunen is trots op haar rid
der".
en wij stellen het dan ook op zeer
hoge prijs dat u, commissaris, in het
kader van uw werkbezoek de inge
bruikstelling van het mijngas wilt
verrichten". De burgemeester on
derstreepte dat het mijngas in de
gemeente Drunen in een lang ge
voelde behoefte zal voorzien en hij
sprak tot slot de hoop uit, dat het
gasbedrijf meer dan een rendabel
bedrijf zal blijken te zijn, hetgeen,
gezien de snelle groei en ontwikke
ling van Drunen, ook wel verwacht
mag worden, zo meende burgemees
ter Snels.
Mr. dr. Kortmann opende zijn toe
spraak met er op te wijzen, dat hij
de ingebruikstelling van het mijn
gas gaarne wilde verrichten, om
daarmee de betekenis daarvan te
onderstrepen. Drun.en is de 56ste
GESLAAGD.
De heer F. H. M. van Loon,
Laageinde 81 alhier, slaagde te
Amsterdam voor het diploma
Handel in glas, keramische luxe-
en kunstnij verheidsartikelen.
Voor het candidaatsexamen
bouwkundig ingenieur aan de T.
H. te Delft slaagde onze vroegere
plaatsgenoot architect Aris Bud-
dingh.
WINKELPLANNING
In de raadsvergadering van j.l.
donderdag heelt burgemeester
Teijssen medegedeeld, dat b. en
w. aan het Centraal Orgaan voor
de Vestiging van Middenstands-
bedrijven opdracht hebben gege
ven tot het maken van een plan
met betrekking tot de winkel
planning in Waalwijk.
VERPACHTING
KERMISSTAANPLAATSEN
De totale opbrengst van de
verpachting van de kermisstaan-
plaatsen voor de kermis 1960 be
draagt 20.726.—. In 1959 bracht
deze verpachting 18.085.— op.
ZILVEREN DIENSTJUBILEUM
VAN DE HEER G. v. VENROIJ
Donderdag was het 25 jaar ge
leden dat de heer G. v. Venroij,
administrateur van het overlè-
dermagazijn, in dienst trad bij de
Stoomschoenfabriek A. H. van
Schijndel te Waalwijk.
De jubilaris werd samen met
117).
„Mooi zo", lachte Piet, die het
beter vond zijn ware naam maar
niet te vertellen aan die kenne
lijk buitengewoon slimme in
specteur van de Criminele Re
cherche. „Ik heet Pietro Brigadi-
ni". „U gaat zeker ook naar
die malle Karei Kleuntjes kijken,
hè?" vroeg de inspecteur, van wie
wij natuurlijk al lang hebben ge
zien dat hij een foto in de hand
hield, die hij ijverig bestudeerde.
„Dat was ik wel van plan, ja",
antwoordde Piet en hij stapte in
de badkuip. „Nou, vergeet dat
dan maar rustig", lachte de don-
kerogige inspecteur die nog maar
steeds felle blikken op de meege
brachte foto wierp. „Ik denk niet
dat je nog een kaart kunt krij
gen. Alles is al lang uitverkocht.
Er is plaats voor... pak weg...
zo'n honderdduizend man in het
stadion, en er zijn geloof ik, wel
tweehonderdduizend man naar
Fiorenza gekomen om een kaar
tje te bemachtigen. Dat zal me
dus morgen een heisa geven aan
het station, want ik kan je wel
vertellen, dat iedereen scherp
gecontroleerd wordt. Er gaan
namelijk geruchten, dat er een
of andere Hollandse kaaskop zal
trachten het stadion binnen te
komen om Karei Kleuntjes te
ontvoeren. Dat zal hem niet ge
lukken, want ik heb zelf de lei
ding over een staf van duizend
detectives, die in een groot cor
don om het hele stadion staan
opgesteld. Daar komt geen muis
ongezien, doorheen, laat staan 'n
da? HaP V~ "Peve helD. Wie is
dat dan, die kaaskop?" vroet'
Piet, wiens hart een huppel-
sprongetje maakte van emotie.
„Dit is de gezochte", zei de in
specteur en hij reikte de foto
over, waarop onze Piet tot zijn
giote schrik zichzelf herkende.
„Ken jij die persoon soms?"
vroeg inspecteur Fiasco met
scherpe stem...
Feuilleton
„D« Echo van het Zuiden"
GEHEIM
De allereerste Nederlandse
detective-roman uit de ijstijd
door
J. ERSEBEEK
21).
„Wat is dat voor 'n curiosum?"
bromde de speurder. Hij haalde
z'n zaklantaarn achter z'n tijger
vel vandaan en hield deze vlak
bij de steen. Bij het groenige for-
forlicht van dit rottend stompje
hout zag Steenharses, dat deze
steen aan één kant beschreven
was. Aan dc beiteltekens herken
de hij het voorwerp als een regu
afgegeven bij het ter post bren
gen van een aangetekend schrij
ven, gedateerd 4 december van 't
vorig jaar, kantoor Knekeldijke.
Het handschrift, dat naam en
woonplaats van geadresseerde
vermeldde kwam hem erg bekend
voor. En de herkenning van dit
handschrift klopte met de con
clusie, welke de inhoud er vah
hem tegelijkertijd opdrong.
„Weet je wel, Snoeper, aan
wie..."
Hij brak z'n gewichtig gestelde
vraag opeens af, bedenkend dat
de oude Snoeper, wars van alle
„moderniteiten", nimmer moeite
had gedaan om de kunst van le
zen en schrijven machtig te wor
den.
De gastheer, nog steeds ge
hurkt, keek fronsend naar de po
litieman op, met ets van onze
kerheid en zelfs van angst in zijn
vragende blik. Toen Steenharses
zonder verdere plichtplegingen
de steen uit de lianenlus begon te
schuiven met de kennelijke be
doeling hem mee te nemen, kwam
de oude schielijk overeind en
greep de inspecteur bij de pols.
„Wat wil je daarmee?" vroeg zijn
kraakstcm opgewonden.
De inspecteur voelde zich zeer
verrast door dit plotselinge blijk
van opgewondenheid.
„Ik wens hierop ambtelijk be
slag te leggen", verklaarde hij op
een toon, welke bij voorbaat elke
tegenwerping de pas afsneed.
Hoe kom je aan dit ding, ou
we, en waarom heb je dat hier zo
levensgevaarlijk opgehangen?"
De angstige onzekerheid in
Snoepers blauwe ogen verslapte
tot een uitdrukking van meelij
wekkende hulpeloosheid. Steen
harses kon de betekenis van die
uitdrukkingsverandering niet zo
maar doorgronden. Zijn onver-
biddellijk fixerende ogen persten
er bij de ander een nadere verkla
ring uit, welke in haar stuntelige
armzaligheid totaal vreemd was
aan de zelfverzekerde patriarch
van daarjuist.
„Hoe ik...? Och... gevonden, zo
maar... als amulet, begrijp je...!"
De oude leek geheel uit 't lood
geslagen. Hij liet zijn lange ske
letvingers weifelend van Steen
harses' pols afglijden en zag lij
delijk toe, hoe de inspecteur de
steen uit de lus schoof en achter
z'n tijgervel stak.
„Dus je weet heel zeker, dat je
me verder geen verklaringen te
geven hebt?" aldus gaf Steenhar
ses nog een laatste kans, zich ge
reed makend om naar buiten te
kruipen. De blik, waarmede hij
zijn gastheer opnam, was die van
een triomfator. Ofschoon hij in
zijn hart moest bekennen, nog op
geen stukken na zijn jongste ont
dekking met de reeds bekende
feiten te kunnen rijmen.
„Wat kan een mens méér zeg
gen dan hij te zeggen hééft?"
hield Snoeper koppig vol.
„Oké dan, en wel te rusten!"
Links en rechts groetend naai
de Holendammers, die voor hun
holen van de zomeravond zaten
le genieten, stapte Steenharses
nog even naar het Marktplein.
Aan 't gat van Beitelmans' kran-
tenbureau kreeg hij geen gehoor.
Dc journalist was niet thuis. De
inspecteur klom over het hekje
rond de leesruimte voor de steen
krant. Dat was een van zijn per
soonlijke voorrechten. En zich
zelf bijlichtend met z'n forfor-
houtje, doorliep hij snel het ver
slag omtrent de eilandmoord. Hij
kon daarin echter niets méér vin
den dan de feiten, hem reeds uit
eigen onderzoek bekend en door
Beitelmans, afgezien van de ge
wone journalistieke opsmuk, ta
melijk objectief weergegeven. Het
relaas eindigde met de medede
ling, dat de volgende morgen te
tien ure de begrafenis van „het
verbaasde lijk" op het eiland zou
plaats vinden.
„Tjonge", constateerde Steen
harses, „m'n chef heeft het lijk
dus al vrijgegeven! Had ie mij
wel 'ns eerst over kunnen raad
plegen Die kleine stickume dic-
j tator! Onze geachte burgervaer
laat er warempel geen gras over
specteur, eenzaam in z'n vrij ge-
groeien... of liever hij grinnik
te om z'n geestige inval dc
edelachtbare wil er zodra moge
lijk gras over laten groeien, over
het lijk, wel te verstaan!"
Een half uurtje later lag de in-
zellenhol, te snurken als een os.
Alle besognes omtrent verdach-
ten-zonder alibi en hun raadsel
achtige gedragingen werden op
de vlucht gedreven door licht-
gevleugelde dromen van schalk
se burgemeestersdochtertjes in
blanke schapenwol...
Xlde steen
BEGRAFENIS MET LUCHTJES
Het deed de volgende morgen
de inspecteur werkelijk deugd te
ervaren, dat de journalist niet
herviel in zijn vreemde houding
van de middag tevoren. Beitel
mans, inatineus als immer, was
reeds druk doende zijn steen
krant de dagelijkse zoutzuuraf-
wassing te geven, toen de inspec
teur over het nog lege Markt
plein op hem aan kwam steve
nen: „Mogge, Arthur! Fijn weer
weer, wat! Ga je mee begraven?"
De aanspreking met zijn voor
naam kon voor Beitelmans als
bewijs gelden, dat de inspecteur
in een allermildste gemoedsstem
ming verkeerde. Ondanks dat
week de krantenman niet af van
z'n gewone brommerige wijze van
conversatie: „Mogge Steen, pro
testeerde je strozak niet tegen
zulk een vroege reveille? En
waar haal je dat hoge embon
point ineens vandaan? Uitwer
king van de vacantie?" Hij wees
op de abnormale uitpuiling, wel-
I ke Steenharses' tijgervel boven
de gordel vertoonde.
Er gleed een klein donderwolk-
je over het stoere inspecteursge
laat. De herinnering aan de ver
knoeide vacantie deed nog steeds
zeer. De milde koestering van het
ochtendzonnetje deed het wolkje
echter snel overdrijven. Een gro
te hand gleed liefkozend over de
•uitpuiling van de tijgerhuid.
„Kleine verrassing, kerelEen
echt detectieve-gelukje. Bedwing
nog even je nieuwsgierigheid, je
moogt er toch nog geen letter
over schrijven, vrindje, in het be
lang van het onderzoek!"
De goedmoedige lachuithaal
van de inspecteur, waarmede hij
zijn weigering vergoelijkte, viel
samen met een bromtirade van
de journalist over „vrijheid van
drukpers" en „verrotte democra
tie".
(Wordt vervolgd)