WAALWIJK Gemeenteraad Sprang-Capelle DRUNEN KWAM IN BEZIT VAN MIJNGAS BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F 1 OERJANSEN's Voorbeeldig en voortreffelijk Burgemeester 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 29 FEBR. 1960 2 Fel protest van de heer de Raat, die wethouder Timmermans het recht ontzegt hem als kerkhater te betitelen Ons verslag van de voltallige zitting van de gemeenteraad van j.l. vrijdagavond zou al heel kort zijn geweest, als niet een ver zoek van de heer de Raat, om een persoonlijke zaak te mogen bespreken, wat stof tot discussie had gegeven. Reeds direct na de gebruikelij ke opening met gebed, deelde de voorzitter inede, dat een verzoek was ontvangen van de beer de Raat om hem op de eerstvolgen de raadsvergadering direct na de opening het woord te verlenen. De voorzitter zei hiertegen persoonlijk geen bezwaren te hebben. Volgens het reglement van orde moeten de onderwerpen behandeld worden in volgorde als op de oproepingsbrief is ver meld, tenzij de vergadering an ders beslist. De raad kan zich dus eerst uitspreken of liet ver zoek van de lieer de Raat al dan niet zal worden ingewilligd. De lieer de Bic meende hier over moeilijk te kunnen oorde len, daar hij niet wist of het hier een afbrekende of opbouwende kritiek zou betreffen. Ook de heer Ros kon zijn toe stemming niet zonder meer ge ven, zolang hij niet wist over welk onderwerp de heer de Raat spreken wou. Hij weet ook niet 0111 welke reden de heer de Raat niet zoals gebruikelijk, tot de rondvraag kan wachten. Als andere raadsleden ook voorlaan aldus te werk gaan, zou bet een wanordelijke vergadering kunnen worden. De heren Vos, Genuït en Dek kers geven eveneens te kennen dat het h.i. beter was dat de heer de Raat lot de rondvraag wacht te, daar niemand thans weet waarover hij spreken wil. De heer de Raat zegt dat hij het voor de goede gang van za ken beter vond als hij vóór de behandeling van de agenda het woord kreeg. Hij voegt hieraan nog toe dat het over persoonlijke zaken gaat. De heer Vos vraagt of het in dat geval niet beter is de per soonlijke kwestie in geheime ver gadering te bespreken. De heer Dekkers spreekt zich uit voor openbare behandeling. De voorzitter wil de zaak for meel behandelen en brengt in omvraag of de leden aan de heer de Raat willen toestaan vóór de agenda het woord te voeren, waartegen spr. persoonlijk geen bezwaar heeft, of eerst bij de rondvraag. Met 11 tegen 2 stemmen wordt besloten dat de heer de Raat eerst bij de rondvraag aan het woord zal komen. Alleen de he ren v. Peer en de Raat spraken zich uit voor behandeling vóór de agenda. Deze agenda ging echter in zeer vlot tempo onder de hamer door. De voorstellen van b. en w. waar van wij de voornaamste reeds met de toelichtingen in ons vo rig nummer hebben afgedrukt, werden alle zonder bezwaren goedgekeurd en nagenoeg zonder enige discussie. Alleen bij punt 13, het voorstel tot het bouwen van 0 woning wetwoningen, drong de heer Vos er op aan wat meer vaart achter deze bouw te zetten. De 4 wo ningwetwoningen die het vorig jaar zijn toegewezen, zijn thans nog pas in het beginstadium van aanbouw. De voorzitter zei dat pas eind november de vergunning werd ontvangen voor de bouw van be doelde 4 woningen. Spreker zou over de kwestie van „vaartzet- ten" achter de realisering van de woningbouw in geheime zitting wel wat meer willen vertellen. Hij beloofde dat het gemeente bestuur zijn best zou doen om de zaak te bespoedigen. Spr. beklemtoonde nogmaals de teleurstelling van b. en w. over de geringe woningtoewij zing (6), hetgeen het ongunstige gevolg was van de aan 11 Bra bantse gemeenten toegestane continubouw. De C woningen zullen gebouwd worden tegenover het gemeente huis aan de nieuw aan te leggen weg van het Raadhuisplein naar de Zuid-Hollandse Dijk, in twee blokjes van 3 woningen. Rondvraag Bij de rondvraag krijgt de heer de Raat het woord, waarom hij reeds vóór de behandeling <ler agenda had verzocht. Hij ver klaart nogmaals dat hij deze kwestie het liefst vóór de verga dering had besproken. Het betrof de uitlatingen van wethouder Timmermans tegenover hem in de vorige raadsvergadering, toen spr. zich er tegen verklaarde dat gemeentewerklieden de tuin bij de kerk te Sprang onderhielden. Spr. ontzegt de heer Timmer mans het recht hein als kerkha ter te betitelen. Hij meent zich nimmer als een vijand van de kerk te hebben doen kennen en zegt dat hij vele lidmaten van de kerk als zijn vrienden beschouwt. Spr. tracht alleen maar het alge meen belang te dienen zonder aanzien des persoons, naar eer en geweten, zoals hij ook bij de eedaflegging heeft verklaard. Hij verlangt niet dat de heer Tim mermans hein zijn verontschul digingen aanbiedt want hij hecht daaraan geen waarde. Hij hoopt dat de voorzitter er in de toe komst aan wil medewerken der gelijke discussies te voorkomen. Spr. wil tenslotte ook het Nbl. van Heusden verzoeken een ob jectief verslag van het gesproke ne te geven. Hij zegt het woord „schandaal" niet te hebben ge bruikt. De voorzitter zegt er zich niet van bewust te zijn dat hij schuld zou hebben aan de gewraakte uitlatingen of de orde in de vo rige vergadering niet goed te heb ben gehandhaafd. Wat in de no tulen over de bewuste kwestie staat vermeld, is wel geen woor delijke weergave van het gespro kene, maar het geeft de hoofd punten z.i. juist weer. Spr. wil de geluidsband, waarop gewoon lijk de raadsvergadering wordt opgenomen, gaarne nog eens voor de raadsleden afdraaien om dit te kunnen beoordelen. Spr. heeft deze band nog eens beluis terd en de heer Timmermans ho ren zeggen.: „Ik vind het zo jammer dat „mensen die de kerk voorbijgaan „hierover opmerkingen maken. „Men zou kunnen zeggen dat „zulk een mens de kerk van bin den en van buiten haat. Als ik „zie wat andere gemeenten doen „voor de kerken..." Naar de mening van de voor zitter heeft de heer de Raat deze uitslatingen scherper aangevoeld dan ze gezegd werden. De heer de Raat zegt dat de voorzitter er toch blijkbaar ook een belediging in zag, anders zou hij niet tot driemaal toe geha merd hebben. De voorzitter zegt inderdaad gehamerd te hebben, omdat hij graag wil voorkomen dat men woorden bezigt die beledigend kunnen zijn voor anderen. Maar men kan als voorzitter iemand tijdens zijn betoog niet te gauw in de rede vallen. De heer de Raat zegt dat het niet zijn bedoeling is over deze kwestie een debat uit te lokken. Hij heeft deze kwestie niet per soonlijk naar voren willen bren gen, maar als vertegenwoordiger van de Partij van de Arbeid, die zich door deze uitlatingen bele digd voelt. De lieer Dekkers merkt op dat hij de manier waarop de heer Timmermans in de vorige verga dering reageerde, beneden peil vond. Het benam hem de moed om er nog meer van te zeggen. Hij vindt zoiets treurig van een christelijke wethouder. Spreker slaat in deze volkomen achter de grieven van de heer de Raat en vindt dat men als christelijke broeders elkaar niet aldus moet bejegenen, ook al is men het met eikaars opvattingen niet eens. Wethouder Timmermans zegt dat hij op deze zaak thans niet verder meer wil ingaan. De woor den zijn hem toen recht uit het hart gekomen en hij laat het aan anderen over te beoordelen of hij zich al of niet als een christelijk raadslid heeft gedragen. De heer Dekkers merkt nog op dat wethouder Timmermans thans niet meer hierop wil in gaan, maar hij was het toch zelf die met deze kwestie in een chris telijke besthouwing is getreden. Geen der leden verlangt verder nog het woord over deze zaak, waarna de voorzitter de openba re zitting sluit met gebed. De raad blijft hierna nog in besloten vergadering bijeen. Burgemeester Snels bij afscheid benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau „Houdt de vlam brandend!" Dat waren de woorden van de commissaris der koningin in de provincie Noordbrabant, mr. dr. C. N. M. Kortmann, toen deze j.l. vrijdag door het ontsteken van een tweetal gastoortsen voor het Drunense gemeentehuis het mijngas in deze gemeente in gebruik stelde, waarmee Drunen de 56ste gemeente in Brabant en de 119de „mijngasgemeente" in ons land werd. Deze ingebruikstelling van het mijngas was het sluitstuk van een officieel werkbezoek dat mr. dr. Kortmann die dag aan Drunen bracht; een werkbezoek dat nog een ander feestelijk hoogtepunt had, namelijk de mededeling van de commissaris der koningin, dat het Hare Majesteit had behaagd om burgemeester Snels bij zijn heengaan uit het burgemeestersambt en op grond van zijn bijzon dere verdiensten voor de gemeente Drunen, te benoemen tot Rid der in de Orde van Oranje Nassau. Voordat mr. dr, Kortmann de vlam aan het gas bracht, had in de raad zaal een korte bijeenkomst plaats, die werd bijgewoond door de beide wethouders, de raadsleden, gemeen tesecretaris Brok en een groot aan tal genodigden, onder wie wij op merkten de Hoogeerw. heer Deken Rooyackers van Drunen, ds. Schuur man van Baardwijk, de heer N. Tychon, chef van het gasdistributie- bedrijf der Staatsmijnen en verte genwoordigers van diverse stands- en vakorganisaties. Burgemeester Snels opende deze bijeenkomst met 'n hartelijk woord van welkom tot de commissaris der koningin en de overige aanwezigen. „Het is vandaag een bijzondere dag, waarnaar de gemeente reeds lang met groot verlangen heeft uitgezien I Brabantse gemeente en de 119de ge meente in het land die nu op het gasnet van de Staatsmijnen is aan gesloten, zo zei de commissaris. Bij zondere waardering en hulde had mr. dr. Kortmann voor de wijze waarop de aansluiting op het mijn- gasnet is gerealiseerd, met name door middel van een dienstenver lening aan de gemeente Den Bosch. Een dergelijke samenwerking in kringverband, waarbij toch de zelf standigheid gehandhaafd blijft, noemde de commissaris uitermate belangrijk. In het bijzonder richtte mr. dr. Kortmann zich vervolgens tot bur gemeester Snels. De totstandkoming van de aansluiting op het mijngas- net noemde hij voor een groot deel diens werk. ..Gü hebt gedurende bij na 12 jaren voorbeeldig als burge meester gewerkt en gij zijt een goed en voortreffelijk burgemeester van Drunen geweest", aldus mr. dr. Kortmann, die verder verklaarde dat burgemeester Snels ondanks 'n merkwaardige carrière toch een voortreffelijk burgemeester is kun nen worden, omdat hij het vader lijk instinct heeft uitgebreid tot de gehele gemeente en haar inwoners. In het kort schetste de commissaris verder hoe burgemeester Snels op vele andere gebieden van het maat schappelijk leven met grote toewij ding werkzaam is geweest en nog is, o.a. bij de Kamer van Koophan del voor Noordelijk Noordbrabant, bij het E.T.I., bij de Drunense Vei ling en voor de plaatselijke midden stand, waarvan burgemeester Snels e ender voormannen is geweest. „Ook onze geëerbiedigde koningin heeft aandacht aan uw werk ge geven en het heeft Hare Majesteit dan ook behaagd u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nas sau". Nadat mr. dr. Kortmann de bur gemeester de bij deze orde behoren de versierselen had opgespeld, sprak burgemeester Snels een kort woord, waarbij hij dank bracht aan H.M. de Koningin en aan de com missaris der koningin. „Ik heb ech ter niet meer dan mijn plicht ge daan", zo zei burgemeester Snels, „en ik heb mijn werk altijd graag en met liefde gedaan". Hierna bracht mr. dr. Kortmann in de beide gastoortsen voor het ge meentehuis de gasvlam tot leven en stelde daarmee het mijngas voor de gemeente Drunen in gebruik. Na deze korte plechtigheid sprak de heer N. Tychon namens de direc tie van de Staatsmijnen een geluk wens uit. Alle Langstraatse gemeen ten zijn nu op het mijngasnet aan gesloten, maar dan weet ik niet ze ker of Geertruidenberg ook bij de Langstraat gerekend moet worden. Spr. dankte mr. dr. Kortmann voor zijn medewerking in het kader van de distributie van het mijngas en burgemeester Snels voor de bijzon der prettige samenwerking. Ten slotte wenste de heer Tychon de burgemeester geluk met de ver diende hoge onderscheiding. De rij van sprekers werd gesloten door wethouder v. Drunen, die ook een gelukwens richtte tot burge meester Snels. „Deze onderscheiding mag bij u de overtuiging wekken, dat u toch wel iets voor de gemeen te hebt gedaan", zo zei de heer v. Drunen, die besloot met de woor- den: „Drunen is trots op haar rid der". en wij stellen het dan ook op zeer hoge prijs dat u, commissaris, in het kader van uw werkbezoek de inge bruikstelling van het mijngas wilt verrichten". De burgemeester on derstreepte dat het mijngas in de gemeente Drunen in een lang ge voelde behoefte zal voorzien en hij sprak tot slot de hoop uit, dat het gasbedrijf meer dan een rendabel bedrijf zal blijken te zijn, hetgeen, gezien de snelle groei en ontwikke ling van Drunen, ook wel verwacht mag worden, zo meende burgemees ter Snels. Mr. dr. Kortmann opende zijn toe spraak met er op te wijzen, dat hij de ingebruikstelling van het mijn gas gaarne wilde verrichten, om daarmee de betekenis daarvan te onderstrepen. Drun.en is de 56ste GESLAAGD. De heer F. H. M. van Loon, Laageinde 81 alhier, slaagde te Amsterdam voor het diploma Handel in glas, keramische luxe- en kunstnij verheidsartikelen. Voor het candidaatsexamen bouwkundig ingenieur aan de T. H. te Delft slaagde onze vroegere plaatsgenoot architect Aris Bud- dingh. WINKELPLANNING In de raadsvergadering van j.l. donderdag heelt burgemeester Teijssen medegedeeld, dat b. en w. aan het Centraal Orgaan voor de Vestiging van Middenstands- bedrijven opdracht hebben gege ven tot het maken van een plan met betrekking tot de winkel planning in Waalwijk. VERPACHTING KERMISSTAANPLAATSEN De totale opbrengst van de verpachting van de kermisstaan- plaatsen voor de kermis 1960 be draagt 20.726.—. In 1959 bracht deze verpachting 18.085.— op. ZILVEREN DIENSTJUBILEUM VAN DE HEER G. v. VENROIJ Donderdag was het 25 jaar ge leden dat de heer G. v. Venroij, administrateur van het overlè- dermagazijn, in dienst trad bij de Stoomschoenfabriek A. H. van Schijndel te Waalwijk. De jubilaris werd samen met 117). „Mooi zo", lachte Piet, die het beter vond zijn ware naam maar niet te vertellen aan die kenne lijk buitengewoon slimme in specteur van de Criminele Re cherche. „Ik heet Pietro Brigadi- ni". „U gaat zeker ook naar die malle Karei Kleuntjes kijken, hè?" vroeg de inspecteur, van wie wij natuurlijk al lang hebben ge zien dat hij een foto in de hand hield, die hij ijverig bestudeerde. „Dat was ik wel van plan, ja", antwoordde Piet en hij stapte in de badkuip. „Nou, vergeet dat dan maar rustig", lachte de don- kerogige inspecteur die nog maar steeds felle blikken op de meege brachte foto wierp. „Ik denk niet dat je nog een kaart kunt krij gen. Alles is al lang uitverkocht. Er is plaats voor... pak weg... zo'n honderdduizend man in het stadion, en er zijn geloof ik, wel tweehonderdduizend man naar Fiorenza gekomen om een kaar tje te bemachtigen. Dat zal me dus morgen een heisa geven aan het station, want ik kan je wel vertellen, dat iedereen scherp gecontroleerd wordt. Er gaan namelijk geruchten, dat er een of andere Hollandse kaaskop zal trachten het stadion binnen te komen om Karei Kleuntjes te ontvoeren. Dat zal hem niet ge lukken, want ik heb zelf de lei ding over een staf van duizend detectives, die in een groot cor don om het hele stadion staan opgesteld. Daar komt geen muis ongezien, doorheen, laat staan 'n da? HaP V~ "Peve helD. Wie is dat dan, die kaaskop?" vroet' Piet, wiens hart een huppel- sprongetje maakte van emotie. „Dit is de gezochte", zei de in specteur en hij reikte de foto over, waarop onze Piet tot zijn giote schrik zichzelf herkende. „Ken jij die persoon soms?" vroeg inspecteur Fiasco met scherpe stem... Feuilleton „D« Echo van het Zuiden" GEHEIM De allereerste Nederlandse detective-roman uit de ijstijd door J. ERSEBEEK 21). „Wat is dat voor 'n curiosum?" bromde de speurder. Hij haalde z'n zaklantaarn achter z'n tijger vel vandaan en hield deze vlak bij de steen. Bij het groenige for- forlicht van dit rottend stompje hout zag Steenharses, dat deze steen aan één kant beschreven was. Aan dc beiteltekens herken de hij het voorwerp als een regu afgegeven bij het ter post bren gen van een aangetekend schrij ven, gedateerd 4 december van 't vorig jaar, kantoor Knekeldijke. Het handschrift, dat naam en woonplaats van geadresseerde vermeldde kwam hem erg bekend voor. En de herkenning van dit handschrift klopte met de con clusie, welke de inhoud er vah hem tegelijkertijd opdrong. „Weet je wel, Snoeper, aan wie..." Hij brak z'n gewichtig gestelde vraag opeens af, bedenkend dat de oude Snoeper, wars van alle „moderniteiten", nimmer moeite had gedaan om de kunst van le zen en schrijven machtig te wor den. De gastheer, nog steeds ge hurkt, keek fronsend naar de po litieman op, met ets van onze kerheid en zelfs van angst in zijn vragende blik. Toen Steenharses zonder verdere plichtplegingen de steen uit de lianenlus begon te schuiven met de kennelijke be doeling hem mee te nemen, kwam de oude schielijk overeind en greep de inspecteur bij de pols. „Wat wil je daarmee?" vroeg zijn kraakstcm opgewonden. De inspecteur voelde zich zeer verrast door dit plotselinge blijk van opgewondenheid. „Ik wens hierop ambtelijk be slag te leggen", verklaarde hij op een toon, welke bij voorbaat elke tegenwerping de pas afsneed. Hoe kom je aan dit ding, ou we, en waarom heb je dat hier zo levensgevaarlijk opgehangen?" De angstige onzekerheid in Snoepers blauwe ogen verslapte tot een uitdrukking van meelij wekkende hulpeloosheid. Steen harses kon de betekenis van die uitdrukkingsverandering niet zo maar doorgronden. Zijn onver- biddellijk fixerende ogen persten er bij de ander een nadere verkla ring uit, welke in haar stuntelige armzaligheid totaal vreemd was aan de zelfverzekerde patriarch van daarjuist. „Hoe ik...? Och... gevonden, zo maar... als amulet, begrijp je...!" De oude leek geheel uit 't lood geslagen. Hij liet zijn lange ske letvingers weifelend van Steen harses' pols afglijden en zag lij delijk toe, hoe de inspecteur de steen uit de lus schoof en achter z'n tijgervel stak. „Dus je weet heel zeker, dat je me verder geen verklaringen te geven hebt?" aldus gaf Steenhar ses nog een laatste kans, zich ge reed makend om naar buiten te kruipen. De blik, waarmede hij zijn gastheer opnam, was die van een triomfator. Ofschoon hij in zijn hart moest bekennen, nog op geen stukken na zijn jongste ont dekking met de reeds bekende feiten te kunnen rijmen. „Wat kan een mens méér zeg gen dan hij te zeggen hééft?" hield Snoeper koppig vol. „Oké dan, en wel te rusten!" Links en rechts groetend naai de Holendammers, die voor hun holen van de zomeravond zaten le genieten, stapte Steenharses nog even naar het Marktplein. Aan 't gat van Beitelmans' kran- tenbureau kreeg hij geen gehoor. Dc journalist was niet thuis. De inspecteur klom over het hekje rond de leesruimte voor de steen krant. Dat was een van zijn per soonlijke voorrechten. En zich zelf bijlichtend met z'n forfor- houtje, doorliep hij snel het ver slag omtrent de eilandmoord. Hij kon daarin echter niets méér vin den dan de feiten, hem reeds uit eigen onderzoek bekend en door Beitelmans, afgezien van de ge wone journalistieke opsmuk, ta melijk objectief weergegeven. Het relaas eindigde met de medede ling, dat de volgende morgen te tien ure de begrafenis van „het verbaasde lijk" op het eiland zou plaats vinden. „Tjonge", constateerde Steen harses, „m'n chef heeft het lijk dus al vrijgegeven! Had ie mij wel 'ns eerst over kunnen raad plegen Die kleine stickume dic- j tator! Onze geachte burgervaer laat er warempel geen gras over specteur, eenzaam in z'n vrij ge- groeien... of liever hij grinnik te om z'n geestige inval dc edelachtbare wil er zodra moge lijk gras over laten groeien, over het lijk, wel te verstaan!" Een half uurtje later lag de in- zellenhol, te snurken als een os. Alle besognes omtrent verdach- ten-zonder alibi en hun raadsel achtige gedragingen werden op de vlucht gedreven door licht- gevleugelde dromen van schalk se burgemeestersdochtertjes in blanke schapenwol... Xlde steen BEGRAFENIS MET LUCHTJES Het deed de volgende morgen de inspecteur werkelijk deugd te ervaren, dat de journalist niet herviel in zijn vreemde houding van de middag tevoren. Beitel mans, inatineus als immer, was reeds druk doende zijn steen krant de dagelijkse zoutzuuraf- wassing te geven, toen de inspec teur over het nog lege Markt plein op hem aan kwam steve nen: „Mogge, Arthur! Fijn weer weer, wat! Ga je mee begraven?" De aanspreking met zijn voor naam kon voor Beitelmans als bewijs gelden, dat de inspecteur in een allermildste gemoedsstem ming verkeerde. Ondanks dat week de krantenman niet af van z'n gewone brommerige wijze van conversatie: „Mogge Steen, pro testeerde je strozak niet tegen zulk een vroege reveille? En waar haal je dat hoge embon point ineens vandaan? Uitwer king van de vacantie?" Hij wees op de abnormale uitpuiling, wel- I ke Steenharses' tijgervel boven de gordel vertoonde. Er gleed een klein donderwolk- je over het stoere inspecteursge laat. De herinnering aan de ver knoeide vacantie deed nog steeds zeer. De milde koestering van het ochtendzonnetje deed het wolkje echter snel overdrijven. Een gro te hand gleed liefkozend over de •uitpuiling van de tijgerhuid. „Kleine verrassing, kerelEen echt detectieve-gelukje. Bedwing nog even je nieuwsgierigheid, je moogt er toch nog geen letter over schrijven, vrindje, in het be lang van het onderzoek!" De goedmoedige lachuithaal van de inspecteur, waarmede hij zijn weigering vergoelijkte, viel samen met een bromtirade van de journalist over „vrijheid van drukpers" en „verrotte democra tie". (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1960 | | pagina 6