UW MUNING
o
o
f
i
DE 3 GETROUWEN
v. MIERLO's
BROOD
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 9 MEI 1960
2
geschied bij de Ned. ambassade.
Na een half uur kwam de po
litie, die de betogers uiteen joeg
en de zaakgelaastigde diende een
krachtig protest in en onderzoek
naar dit optreden werd toege
zegd
RUSSEN SCHOTEN ONBEWA
PEND V.S.-VLIEGTUIG NEER
De goede vooruitzichten voor
een topconferentie schijnen een
gevoelige klap te hebben gekre
gen door het neerschieten van
een ongewapend Amerikaans
vliegtuig door de Russen. Het in
cident had plaats op 1 mei. Pre
mier Krocstspef maakte er gewag
van in ccn rede voor het parle
ment van de Sovjet-Unie.
Tot op heden is er nog geen
voldoende zekerheid over de om
standigheden die hebben geleid
lot het neerschieten van 't vlieg
tuig een „U 2" in de buurt
van de Russisch-Turkse grens.
Er schijnt echter vast te staan,
dal de piloot (de enige inzittende
van het „vliegend laboratorium",
dat doende was met het nemen
van luchtmonsters) bewusteloos
is geraakt. Het toestel zou ver
volgens zijn afgedwaald naar
Russisch gebied, waar het 's mor
gens vroeg door een raket naar
heneden werd gehaald.
DOODSTRAF
Heeft een mens eigenlijk wel
het recht om een doodvonnis uit
te spreken, ook al is het over een
schurk? Zo vraagt L. van Rcers
in verband met de dood van
Chessman in uw blad van woens
dag 4 mei. Ik las dezer dagen een
artikel van Prof. Mr. J. M. van
Bcmmelen, die in verband met de
dood van Chessman dit schreef:
„Tegen de doodstraf zijn tal van
argumenten aan te voeren. In de
eerste plaats, dat de overheid
door de doodstraf te bedreigen
en ten uitvoer te leggen, zelf op
zettelijk en bewust zondigt tegen
het gebod „Gij zult niet doden"
en daarmede het slechte vóór
held geeft."
Ik heb deze professor van re
pliek gediend.
De vraag van L. v. Beers komt
m.i. op hetzelfde neer. Daarom
zou ik het volgende willen zeg
gen: Ik hen het met de strekking
van het geschrevene door van
Beers volkomen eens.
Maar het gebod „Gij zult niet
doden" is m.i. individueel. Met
de overheid is dit iets anders. Ik
lees in de Bijbel, in de brief aan
de Romeinen, het 13e hoofdstuk,
dat de overheid het zwaard niet
tevergeefs draagt, want zij is
Gods dienaresse, een wreekster
tot straf dengene die kwaad doet.
En ik lees in Genesis 5) vers G het
bevel Gods, dat, wie des mensen
bloed vergiet, zijn bloed door den
mens vergoten zal worden. Dat is
toch klare en duidelijke taal.
De Amerikaan Jeffrey Blyth
schreef: „Slechts weinigen zijn
zich er van bewust, dat Chess
man er niet van werd beschul
digd iemand het leven te hebben
benomen."
Daarom temeer is de dood van
Chessman weerzinwekkend.
Maar om nu, aan de hand van
het geval Chessman, de doodstraf
geheel uit te schakelen, is m.i.
niet op zijn plaats.
Wat God zegt, moet ons meer
waard zijn dan wat de mens zegt,
ook al is die mens dan een pro
fessor.
Daarom handhaaf ik mijn me
ning als boven omschreven.
Waalwijk J. M. Versteeg
Geachte redactie,
Indien mogelijk, zou ik onder
slaan stukje gaarne opgenomen
zien onder de rubriek „Uw me
ning" in uw blad.
In de avond van 4 mei, terwijl
in opheel Waalwijk de kerkklok
ken beierden en men zich ook
hier ter plaatse opmaakte om te
zamen met een groot deel van de
Nederlandse bevolking de doden
uit de jaren 1040-1045 te herden
ken, werd er gebeld.
Bij het open doen trof het mij
zeer onaangenaam een jongeda
me voor mij te zien, die een le
peltje ten behoeve van de dieren
bescherming te koop aanbood.
Zeer zeker een prachtig doel
Welk doel het echter ook mo
ge zijn, het tijdstip is zeer onge
lukkig gekozen. Het getuigt van
totaal ontbreken van enige be-
zinnig op en dankbaarheid voor
de olfers die zijn gebracht voor
de vrijheid waarin wij mogen le
ven.
Ik hoop en vertrouw dat er op
toegezien zal worden, dat inza
melingen enz. voor welk doel dan
ook, niet meer tijdens nationale
herdenkingen worden gehouden.
Wanneer kinderen niet wijzer
zijn, moeten ouderen de gewéns
te instructies geven.
Een inzendster
FOUTLOZE K.N.V.B.- ÈN
CARITAS-POOL
Eén van de drie, die in de KNVB-
pool 15 punten noteerde, de Haagse
mevrouw Van Riel, had bovendien
een kolommetje foutloos ingevuld
in de Caritas-pool.
Voorlopig ziet het er dus naar uit
dat zij een-derde van de KNVB-pot
(pl.m. 36.000 gulden), plus een-ze
vende van de Caritas-prijs, zijnde
pl.m. 1.000 gulden, zal incasseren.
Mevrouw Van Riel, die nooit naar
voetbal gaat kijken, is sedert 2 jaar
donatrice van SHS.
sis?"'*®
siaetses
Geknipt voor petticoats:
deze poplin regenmantel
in trapezelijn
met leuke knopen, enorme
zakken en vlotte paspel-gar
nering. In beige, lila, citroen,
groen. Maten 34 t/m 42. Even
sparen en je hèbt hem voor
Een heleboel jassen-in-één...
om eindeloos te dragen: vlot-
open of hoog dicht... ceintuur
om of ceintuur af, (Cardih)
.kraag op of kraag neer. Ge
maakt van jeans, waterafsto
tend. En dan die kleuren:
royal, groen, geel, bleu. Maten
34 t/m 40. De mantel met de
zakgeldprijs:
De „ster" van het fuifje,
ben je in zo'n origineel
Frans B.B. model:
strak lijfje, uitbundig-wijde
rok. Een weelde van-
kokette kantjes en
broderie'tjes - dat kontras-
teert héél vrouwelijk met
B.B.'s favoriete kleuren:
Kobalt, geel bleu, lila.
Maten 36 t/m 42.
En al deze weelde
tegen een „feestelijk"
lage prijs
Feuilleton
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN'
door
HENRIC VAN NORCH
1).
1. DE KENNISMAKING
Op een zomerse dag in de
maand mei van het jaar 1523
wandelde een man met kalme pas
over de schier eindeloze zandweg
die liep van het zuidoosten over
het Ellertsveld in de richting van
Rolde.
Heide, heide, zover het oog
reikte.
De vogelwereld van dit wijde
gebied van Erica en Calluna ge
noot van de schone dag.
De eenzame wandelaar zag dan
naar links en dan naar rechts en
scheen ook te genieten van het
mooie weer, het fraaie landschap
en de jubelende vogelwereld. Hij
oogde naar de spannen eenden,
naar de tierelierende leeuwerik
ken, de fluitende wulpen, de luid
ruchtige grutto's aan de veen-
plassen en de waakzame kor
hoenders in een spaarzame berk.
De man, die zich daar voortbe
woog over het warmgele heide-
spoor, had 'n hoge gestalte, doch
was erg mager. Zijn schrale ge
laat droeg 'n zware knevel waar
van de punten triest naar de aar
de wezen. Deze snor maakte, dat
het toch zo mistroostige gezicht
van de reiziger er nog somberder
ging uitzien.
De kleding van de man was
armelijk en bijna haveloos. Men
zag direct dat zijn costuum hem
niet was aangemeten, doch de
broek en het buis van eenvoudi
ge dorpsweversstof bij toeval om
zijn lichaam, waren geraakt. Aan
schouderriemen bevestigd, droeg
de voetganger op zijn rug een
half gevulde reiszak. Aan een
touw om zijn middel had hij een
dwarsfluit bevestigd. Zijn gang
over de oneffen weg trachtte hij
te verlichten door gebruik te ma
ken van een stevige eiken wan
delstok.
De weg was zeer eenzaam en
slechts een enkele boerderij had
de reiziger gezien, sinds hij het
dorp Grollo was gepasseerd. De
man was misschien een uur
gaans van Grollo, toen hij enkele
schreden van de weg een mens
zag liggen tussen de heidestrui
ken. Deze had een plaatsje uitge
zocht dicht aan een groepje jene
verbesstruiken, zo, dat zijn hoofd
in de schaduw lag, beschut voor
de hete stralen der middagzon.
Nieuwsgierig begaf zich de lange
reiziger naar de rustende figuur.
Hij zag dat daar in vaste en rus
tige slaap lag een man van korte
gestalte, gezet en met een ietwat
abnormaal dikke buik. De sla
pende was gestoken in een have
loze kledij. De lange magere be
schouwde zijn contrast zeer op
merkzaam. Hij zag, dat 't ronde,
blozende gezicht van de slaper
zich een paar keer vertrok tot 'n
opgeruimde grijnslach. De dik
kerd had, zo het scheen, een ple
zierige droom. Het gezicht van
de magere bleef echter ernstig en
onbewogen.
Nadat de schrale de slapende
dikbuik langdurig en aandachtig
had beschouwd, ging hij zijn be
langstelling wijden aan diens be
zittingen. Deze bestonden uit een
trommel en een biezen mand met
inhoud. De bezoeker nam voor
zichtig de mand van de grond en
verwijderde zich daarmee enkele
meters van de slaper. Daarop
gespte hij de reiszak van de rug,
ging in de heide zitten en inspec
teerde de inhoud van de mand.
Naast een weinig onderkleding
vond hij een hom]) brood, een
kluit boter en een halfvolle kruik
die na onderzoek bier bleek te
bevatten. De .schrale knikte goed
keurend. Hij haalde van onder
zijn buis een groot mes te voor
schijn, deelde het brood in zes
stevige sneden en besmeerde de
ze rijkelijk met de boter. Daarop
begon hij te eten en nam nu en
dan een slok uit de kruik. Na een
kwartier waren èn brood èn bo
ter èn bier in zijn maag verdwe
nen. De lege kruik werd weer in
de mand gedeponeerd.
De schrale bracht thans de
mand weer op zijn oude plaats
terug en hij vlijde zich neer bij
de dikbuikige. Hij nam zijn fluit
en ontlokte daaraan een paar
schrille tonen, dicht bij het oor
van de slapende.
Deze schrok wakker en staarde
verschrikt om zich heen. Hij ont
waarde nu naast zich de lange
man met zijn sombere gezicht.
Uit zijn blik sprak verwondering
en schrik.
„Lekker geslapen, kameraad?"
vroeg hem de snor.
De buik knikte.
„Ja, ik zag het", vervolgde de
schrale. „Ja, niemand slaapt zo
rustig als wij soort lieden. Wij
beschikken daarvoor over de no
dige zielerust."
De buik was nu van z'n schrik
bekomen.
Hij vroeg: „Wie zijt ge?"
„Men noemt mij Schrale Hein.
En wie zijt gij?"
„Men noemt mij Buikje."
Een ogenblik zwegen beiden.
Dan vroeg Buikje: „Waarheen
is de weg?"
„Naar het Onbekende. En de
jouwe?"
„Eveneens naar onbekende
streken."
„Welnu, dan kunnen wc sa
men reizen", meende Hein.
De dikke knikte. Hij merkte
op: „Ge zijt erg mager. Hebt ge
honger?"
„Ik had straks honger, maar
heb nu gegeten."
„Ik heb nog brood" sprak de
Buik. Hij graaide in zijn mand en
zocht om brood en boter, dat hij
niet meer vond. Ook ontdekte hij
dat de kruik leeg was. Hij vroeg:
„Heb jij mijn brood gegeten?"
„Ik had honger en zag, dat jij
wel een maand op je vet kunt te
ren. Ik vermoedde in jou een
zachte inborst en een groot ge
voel voor naastenliefde."
De kleine man antwoordde
niet, maar berustte blijkbaar in
het geval.
„Laten we nu eens nader ken
nis maken en eens eerlijk bij el
kaar biechten" vervolgde Schrale
Hein.
De beide contrasten daar op die
mooie warme dag in de Drentse
heide vertelden elkander nu in 't
kort hun levensgeschiedenis.
De wieg van de lange had ge
slaan in het Gelderse, nu twee-
en-dertig jaar geleden. Zijn vader
had hij niet gekend; zijn moeder
was niet gehuwd geweest.
In zijn jeugdjaren had de pas
toor zich over hem ontfermd en
hem een goede opleiding laten
geven. Deze man van de kerk
wilde ook van hem een geestelij
ke maken en had hem lezen en
schrijven geleerd en een mondvol
Latijn. Toen Hein zijn doop
naam was Theodorus Rodolphus
achttien jaar oud was, had hij
zenoeg gekregen van de theolo
gische studie. (Wordt vervolgd)
'n hoogtepunt
op tafel
Tel. 2855 Putitraat 68
WAALWIJK
v: «C
...als ze die speciale inkoper
toch 's niet hadden,'bij VINKE...
wat moesten wij teenagers dan...?
Dankzij hem hebben wij
een „eigen" afdeling, waar
alléén teenagers slagen. En hoe...
nou fa zeg, het einde gewoon
met zelfs speciale
teenage-prijzen
yw-ajKiivI
m •omv»':»!
aïstoWö
1 t r-i
VN
DEN BOSCH, Hoge Steenweg 25 UTRECHT, Vedenburg 40
ARNHEM, Jansstraat 6-7 ...En binnenkort ook te EINDHOVEN.