w/AAlwijkse en UnqstRAAtse couraiu x Burgemeester van Prooyen van Sprang-Capelle met luister geïnstalleerd „Ik acht het een voorrecht deel te mogen nemen aan het bestuur van een gemeente» Wachter over het dorp Spontaan en warm getuigenis van vriendschap en genegenheid MAANDAG 23 MEI 1960 83e JAARGANG No. 41 takt De tcho YAn het Zuióen Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij An toon Tielen Hoofdredacteur: JAN TIEU8N Gironummer 50798 Dit blad verschijnt 2 x per week Opgericht 1878 Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk - Tel. 2621 Kaatsheuvel: Tel. 2002 - Dr. van Beurdenstraat 8 Abonnement 22 cent per week per kwartaal 2.88 3.10 franco p. p. Advertentieprijs: 10 cent per m.m. Contract-advertenties speciaal tarief. TeL-adres: „Echo" 99 99 Met grote luister, vreugde en hartelijkheid heeft zaterdagmiddag de gemeente Sprang-Capelle haar nieuwe burgemeester, de heer M. van Prooyen, geïnstalleerd. Deze installatie is niet alleen een indrukwekkende plechtigheid geworden, maar ook een spontaan en warm getuigenis van vriendschap en genegenheid jegens de nieu we burgervader, die zich bij zijn zware besturende taak overtuigd mag weten van de steun, de sympathie en de volle medewerking van de wethouders, de raadsleden, het gehele gemeentepersoneel, de kerkelijke overheid en verder van alle gemeentenaren. Uit de gehele feestviering welke rond deze installatie was geor ganiseerd, sprak duidelijk hoe verheugd en hoe ingenomen Sprang- Capelle is met de benoeming van de heer van Prooyen tot bur gemeester. En deze vreugde is dan ook alleszins begrijpelijk, want in de acht jaren dat de heer v. Prooyen als gemeente-secretaris in Sprang-Capelle werkzaam is geweest, heeft hij zich niet alleen een bekwaam ambtenaar getoond, maar ook en vooral een vooraan staand burger wie het wel en wee van de gemeente en haar in woners zeer ter harte ging. Daarom zullen de laatste woorden van de installatierede van burgemeester van Prooyen het gebed van allen zijn geweest „Staande aan het begin van mijn nieuwe taak, bid ik God, dat Hij mij de kracht geve dat gezag en die verantwoordelijkheid uit te oefenen tot zegen van de burgerij van Sprang-Capelle". Na hem de ambtsketen te hebben omgehangen overhandigde loco burgemeester Waverijn aan de nieuwe burgervader van bprang- Capelle de voorzittershamer, het taken van het voorzitterschap van de gemeenteraad. De feestelijkheden rond deze in stallatie namen om 1 uur een aan vang, toen herauten te paard op verschillende plaatsen in de ge meente de benoeming van de heer v. Prooyen in het openbaar afkon digden. Om kwart voor twee werden de burgemeester en zijn echtgenote te zijnen huize aan het Vrijhoeve plein afgehaald door een deputatie uit het feestcomité, te weten mevr. J. A. v. d. Hoven-de Roon, mej. W. J. Oerlemans en de heer L. Polder vaart. Door een haag van jeugdige voetballers, leden van de gymnas tiekvereniging Pro Patria, van de wandelclub „Er op uit" en van „De Margrietruiters" werden de burge meester en zijn echtgenote naar het gemeentehuis begeleid, waar zij in de hal werden ontvangen door loco burgemeester Waverijn. Hierna werden de talrijke geno digden in de raadzaal welkom ge heten door de heer Waverijn, in het bijzonder de heer Kieboom, chef van het kabinet van de Commissaris der Koningin, als vertegenwoordiger van de hoogste gezagsdrager in de pro vincie; een bijzonder woord van welkom ook voor burgemeester Smit, burgemeester van Hazerswou- de en oud-burgemeester van Sprang- Capelle en ereburger van de ge meente, tot de burgemeesters en se cretarissen van de Langstraatse ge meenten, tot de heren predikanten en vooral ook tot de moeder van burgemeester v. Prooyen, mevr. v. Prooyen-de Wachter, en de schoon ouders, de heer en mevrouw Broek- Mans, tot de leden van de gemeente raad en ten slotte tot alle genodig den. Na dit welkomstwoord opende lo co-burgemeester Waverijn de plech tige raadszitting en verzocht de he ren Ros en de Graaf, resp. 't oudste en het jongste raadslid, de burge meester en zijn echtgenote binnen te leiden. Nadat de heer en mevr. v. Prooyen hun plaatsen hadden in genomen, opende loco-burgemeester Waverijn zijn installatietoespraak met voorlezing van het Koninklijk Besluit van 3 mei j.l., waarbij de heer v. Prooyen tot burgemeester van Sprang-Capelle werd benoemd. ZWAAR EN VERANTWOORDELIJK Met de volgende toespraak richt te loco-burgemeester Waverijn zich vervolgens tot de heer v. Prooyen: „Het is voor mij, als loco-burge meester van deze gemeente, een gro te eer en ©en bijzonder voorrecht u, edelachtbare heer v. Prooyen, b« uw komst te midden van de raad en van al degenen die hier in deze raadszaal mede genodigd zijn ter ge legenheid van uw ambtsaanvaar ding, het welkom te mogen toeroe pen. Dit welkom zeg ik gaarne mede tot uw echtgenote. Ik weet de tolk van de raad te zijn, als ik u beiden, maar wel heel in het bijzonder „het hoofd van uw echtvereniging", met deze benoeming hartelijk geluk wens. En over uw beider hoofden heen laat ik in deze gelukwensen gaarne delen uw dochter en uw bei der ouders, benevens uw overige hier aanwezige bloed- en aanver wanten, voor wie het mede een eer is dat deze koninklijke benoeming aan u is ten deel gevallen. Wij, leden van de raad der ge meente en zij die het bij de opening van onze vergadering uitgesproken ambtsgebed voor onze vergaderin gen hebben mede gebeden, wij heb ben met dat gebed thans zeer be paaldelijk bedoeld, Gods zegen af te bidden op het werk, dat u, edelacht bare heer v. Prooyen, in het bijzon der wachten zal in de vervulling van de plichten in en uit het ambt, dat u op de schouders is gelegd. God, die het al bestuurt, heeft uw plaats hier bepaald en thans u op de burgemeestersplaats gesteld, na dat Hij tevoren u hierheen had ge zonden om te vervullen het werk, dat in de afgelopen jaren op uw schouders rustte als gemeente-secre taris. Geen onzer had tot voor ruim negen maanden geleden 't vermoe den dat u in ons midden nog het burgemeestersambt zoudt gaan be kleden. Wij menen thans te mogen concluderen dat uw bezigheden bin nen onze gemeente in het verleden de leerschool moesten zijn voor de hogere taak, die u in deze gemeente nog wachten zou. In de volgorde van de feiten van de dag, bent u van uw woning hierheen gekomen om het ambt te begeren, bent u be groet door de beide wethouders die met u een college zullen vormen, hebt u een zetel ingenomen in de kamer welke hier geldt als „de ka mer van de burgemeester" en thans staat u gereed te aanvaarden het voorzitterschap van de raad der ge meente. En nadat ook dat voorzit terschap in uw handen zal zijn overgegaan, voldoet de gemeente Sprang-Capelle weer ten volle aan de inhoud van art. 1 van de Ge meentewet, namelijk: dat 't bestuur van elke gemeente bestaat uit een raad, een college van burgemeester en wethouders, en een burgemees ter. Gelet op het feit dat u onze ge meente kent, en dezerzijds in aan merking genomen de meer dan lof felijke wijze waarop u de functie van secretaris alhier hebt vervuld, kan ik mij er van ontslagen achten bijzondere facetten op bepaalde no den van onze gemeente onder uw aandacht te brengen. Het betaamt mij niet u te vermoeien met een verhandeling over de taak van de voorzitter van de raad van het col lege van burgemeester en wethou ders, de vertegenwoordiging van de gemeente, de handhaving van de openbare orde, de burgemeester als werktuig van het rijksgezag, uw persoon en uw kennis geeft ons het i-echt te geloven dat u al die zaken doen zult op weloverwogen, beheer ste en waardige wijze. Ik bepaal mij er veel liever toe om ter gelegen heid van uw ambtsaanvaarding naar voren te brengen enkele aspecten van dit ambt, waarop door H.M. de Koningin in het verleden gewezen is Ieder onzer is er van overtuigd dat het ambt, door u begeerd en waarvan de vervulling thans op uw schouders is gelegd, zwaar en ver antwoordelijk is en in feite niet meer te vergelijken met hetzelfde ambt, zoals dat in vroeger tijden werd vervuld. Maar ik weet dat u zich van die zwaarte bewust bent en dat u dit ambt nochtans met blij moedigheid aanvaardt". WACHTER „Burgemeester worden nu, dat is „een wachter worden over het dorp, dat aan uw hoede is toevertrouwd". En als gij deze wacht goed betrekt, dan zal er zijn een meeleven met vreugden en noden van degenen, over wie u de wacht hebt te houden. Burgemeester zijn, dat wil zeggen „een open oog en oor hebben voor een schijnbaar onbegrensd aantal problemen van groepen en perso nen", belangstelling hebben, ook al weet men bij voorbaat al dat aan 't verzoek niet zal kunnen worden vol daan. Maar weet dit, dat uw woorden niet ij del geweest zijn wanneer gij als mens, warm hebt trachten mede te leven met ©en ander. Burgemees ter zijn, daar is kracht en moed voor nodig en een zich in afhankelijkheid weten burgemeester te zijn. Burge meester blijven, dat is mede hier van afhankelijk, hoe gij zelf 't voor beeld geeft en hoe men er de schou ders onder zetten kan. De waarde van het ambt dat gij bekleden zult: „het is alles waard, wanneer uw woorden in overeen stemming zijn met uw gedachten en uw daden in overeenstemming met uw woorden". Het behaagde Hare Majestein een van haar onderdanen aan te wijzen tot de vervulling van het burge meestersambt in onze gemeente. Hierom zijn wij heden verheugd. Maar onze vreugde is te sterker, nu Zij meende u daartoe te moeten aanwijzen. U bent voor ons een be kende, u zult ook voor ons de be kende burgemeester zijn. Wat u in het verleden in uw ogenschijnlijk beperkte werktijd hebt weten te presteren naast de vervulling van uw normale gemeentelijke plichten, grenst schier aan het ongelofelijke. Gij hebt ons meermalen verbluft door uw uitzonderlijke prestaties, als het ware spelenderwijs verricht, maar toch vol blijvende waarde. Uw inspirerende en tot activiteit prik kelende werkzaamheden in 't ver leden, hebben menig op zichzelf harde werker, tot een niet zonder meer vanzelfsprekende bescheiden heid gemaand. Mede om deze rede nen zien wij met vertrouwen de toe komst tegemoet. Hare Majesteit, die u benoemde, heeft van de burgemeester dit ge zegd: „Hij mag geen traagheid des har ten hebben, doch steeds klaar staan als zijn ambt hem roept; hij mag nooit eigen belang dienen, maar als dienaar der gemeenschap het wel varen van ieder ander laten gaan boven het zijne; hij moet een voor beeld zijn met heel zijn persoonlijk leven; hij moet zijn de dienaar niet de slaaf/de vader niet de directeur het voorbeeld niet 't afgietsel". En van Haar is mede de konink lijk ter waarschuwing opgeheven vinger: „Laat gij een van deze din gen na, gij kunt onherstelbaar veel kwaad stichten. Doet gij ze, gij doet onnoemlijk veel goed". Zeer geachte heer v. Prooyen. Bij uw heengaan als secretaris der ge meente en bij uw inkomst als haar burgemeester: „Hoe hoger gij uw nieuwe taak opvat, hoe meer zult gij tot stand kunnen brengen, want hoe meer zult gij er u aan geven. Neemt tijd om na te denken en om u te bezinnen. Laat u leiden door wat gij weet dat goed is en datgene wat Gode behagelijk is". In de toekomstige vervulling van uw ambt doende datgene wat H.M. de Koningin, en wij als Haar on derdanen, en ingezetenen van uw gemeente van u verwachten en mo gen verwachten, zult gij zijn tot steun en tot heil van onze raad en van uw burgers. Laat uw oog naar Boven en op de toekomst gericht zijn. En mocht onder uw bestuur deze of gene het verleden de basis willen maken waarop uw beleid thans ge richt moet zijn, houdt u er van over tuigd dat men met herinneringen zo min regeert, als men de honger stilt met de maaltijd van gisteren. Opdat het openbaar worde, zeer geachte heer v. Prooyen, dat gij van nu voortaan in Sprang-Capelle de burgemeester zijt, zal ik mij ont doen van het onderscheidingsteken, dat ik thans draag, en het u als een sieraad omhangen. Met de overhan diging van de voorzittershamer, draag ik aan u over het voorzitter schap van de raad. En met deze da den en met de woorden tot u ge sproken, verklaar ik u voor geïn stalleerd als burgemeester van de gemeente Sprang-Capelle en wens ik u toe Gods zegen op uw en ons aller arbeid. Welnu, burgemeester v. Prooyen, gij bestuurt het schip. Goede wacht en behouden vaart!" gustus van het vorig jaar hebt ambt van burgemeester waargenomen. Gij hebt dit gedaan met veel ambitie, energie en verantwoordelijkheidsge voel. Namens de gehele gemeente mag ik u, mijnheer Waverijn, van deze plaats daarvoor hartelijk dank zeg- gen" V. Ook wethouder Timmermans be tuigde de nieuwe burgemeester zijn erkentelijkheid voor de wijze waar op deze hem altijd tegemoetgetreden is. GEEN VREEMDE Tot de leden van de raad zei bur gemeester v. Prooyen o.m.: „Ik ben voor u geen vreemde en de gemeente is mij niet vreemd. Al bijna 8 jaren maakte ik als secre taris deel uit van uw vergaderin gen en heb ik de stromingen m uw college leren kennen. Daarom zijn de gevoelens en gedachten welke bij u leven, mij niet onbekend. Ik weet wat ik aan u heb. Veel waardering heb ik gekregen voor de wijze waar op u in die jaren met open oog voor de behoeften van deze gemeente, met het college van burgemeester en wethouders er naar hebt ge streefd het verzorgingspeil dezer gemeente op te voeren. Dank zeg ik u voor uw vriendschap en hartelijk heid, welke ik van u mocht onder vinden. Uw nieuwe voorzitter is voor u geen onbeschreven blad. Gij kent zijn ideeën en gedachten. Dit geeft ons wederzijds het voordeel dat wij elkaar niet meer behoeven af te tas ten en te peilen. Wij kunnen snel op elkaar ingeschoten zijn om samen deze gemeente te mogen dienen. Uw vergaderingen kenmerken zich un met door 'n goede verstandhouding en van respect voor eikaars overtui ging. Het lijkt mij overbodig u de verzekering te geven dat ik van mijn kant alles zal doen om deze sfeer, waarin vruchtbaar gewerkt kan worden in het belang van onze gemeente, te bewaren. Niet dat ik verwacht dat nimmer een verschil van zienswijze zal ontstaan. Zulke verschillen mogen echter en zullen ook niet tot geschülen uitgroeien menwerking met het Landbouw- Economisch Instituut zal worden in gesteld, de grondslag zal bieden waarop een bestuursbeleid kan wor den gebaseerd dat zal bijdragen tot verhoging van het welvaartspeil niet alleen van onze agrarische bevol kingsgroep, maar van alle sectoren van het maatschappelijk leven te dezer plaatse. Daarbij zal de vesti ging van arbeidsintensieve klein- industrieën moeten worden bevor derd en aangemoedigd, waartoe het gemeentelijk industrieterrein dient te worden uitgebreid. Immers, vor men in het industriële beeld van Sprang-Capelle de 700 uitgaande pendelaars en de 200 inkomende pendelaars reeds merkwaardige cij fers, straks, wanneer als resultaat van het streekverbeteringsplan .in tensivering en mechanisering in de landbouw vele arbeidskrachten zul len vrijmaken, zullen ook deze em plooi moeten vinden. Ook onze tuinbouw, die, voortref felijk toegerust, reeds een belangrij ke positie heeft veroverd, en, gele gen tussen de sterk industrialiseren de gemeenten in de Langstraat en de industrie-centra in het Zuiden van onze provincie, naar wij hopen en verwachten een goede toekomst tegemoet gaat, zeg ik gaarne mijn steun en medewerking toe. En wat de handel en het bedrijfs leven in al zijn schakeringen be treft, steeds hoop ik open te staan voor hetgeen nodig is om de bedrij vigheid en de welvaart te verhogen. Met betrekking tot het onderwijs hoop ik de belangen zowel van het openbaar als van het bijzonder on derwijs, in gelijke mate, op onpar tijdige wijze te behartigen. Zo zijn er nog vele wensen en plannen, o.a., hetgeen geen der ge meentebestuurders vreemd in de oren zal klinken, verhoging van de algemene uitkering uit het gemeen tefonds, overigens een netelige kwestie, welke zich op een dag als deze minder leent tot bespreking, maar toch voor de toekomst van on ze gemeente zo uitermate gewichtig is. DANKBAAR Hierna sprak burgemeester van Prooyen zijn installatierede uit, waarin hij o.m. zei: „Nu ik door u, mijnheer de loco burgemeester, officieel als burge meester der gemeente Sprang-Ca pelle ben geïnstalleerd, moge ik mijn eerbiedige dank uitspreken aan H.M. de Koningin, dat Zij mij dit wel ho ge ambt heeft willen toevertrou wen. Ik ben mij er van bewust dat deze benoeming, die mij met diepe vreugde en dankbaarheid heeft ver vuld, grote verantwoordelijkheden en plichten op mij legt. Daarnaast moge ik mijn diepge voelde erkentelijkheid uitspreken aan de raadgevers van Hare Maje steit, zijne excellentie de Minister van Binnenlandse Zaken en de hoogedelgestrenge heer Commissaris der Koningin in deze provincie, die deze benoeming hebben bevorderd. Het zal steeds mijn ernstig streven zijn hen niet teleur te stellen. Ik mag u, mijnheer Kieboom, wiens aanwezigheid, als vertegen woordiger van de heer Commissaris der Koningin in dit gewest, ik met vreugde begroet en bijzonder op prijs stel, wel verzoeken om deze mijn gevoelens aan zijne hoogedel gestrenge te willen overbrengen. Maar bovenal gaat mijn dank uit tot de Heer van hierboven, die alle dingen regeert, dat Hij mij tot deze hoge taak heeft willen roepen. Moge Hij mij de kracht geven om dit werk, in afhankelijkheid van Hem, als een goed burgemeester te ver richten. Met koninklijke woorden hebt u, mijnheer de loco-burgemeester, de betekenis en de inhoud van 't ambt van burgemeester geschetst, en uit eengezet wat van een burgemeester wordt verwacht, wat hij voor zijn gemeente en haar ingezetenen be hoort te zijn, wat hij behoort te doen en wat hij behoort na te laten. Gaarne wil ik u de verzekering ge ven dat ik dit door u geciteerde woord van Hare Majesteit de Ko ningin bijzonder ter harte zal ne men". Zich richtend tot loco-burgemees- Waverijn, zei burgem. v. Prooyen: „Ik weet hoe u steeds bereid zijt tot hulp aan de mens in nood, raad en bijstand verschaffend. Ik heb gezien hoe uw drukke werkzaam heden in uw ambt van notaris reeds uw gehele persoon vragen en, met andere functies in het publieke- en verenigingsleven, volkomen beslag leggen op uw tijd. En toch hebt gij kans gezien daarnaast als wethouder een zeer waardevolle bijdrage te le veren aan het bestuur dezer ge meente, waarbij het gemeentebe stuur mocht profiteren van uw gro te kennis, in het bijzonder van het privaatrecht, maar ook van uw be kendheid met plaatselijke toestan den en omstandigheden. Op voor treffelijke wijze, getuigend van in zicht en tact, hebt gij sedert 1 au- PROBLEMEN Over de problemen welke er in de gemeente liggen, zei de burgemees ter o.m.: „De bestrijding van de woning nood, als gevolg waarvan zo dik wijls ernstige sociale en morele nood moet worden geconstateerd, zal steeds voorrang moeten hebben. Met de bouw van woningwetwonin gen zal dit vraagstuk binnen 't raam van het huidige beleid der Rijks overheid niet kunnen worden opge lost. Daarom zal de particuliere bouw met alle mogelijke middelen moeten worden gestimuleerd en de belangstelling van de burgerij daar- voor moeten worden gewekt. Dat I aan woningbouw, onderwijs, cultuur, VOORRECHT Ik acht het een voorrecht deel te mogen nemen aan het bestuur van een gemeente, want dit lijkt mij één van de mooiste werkzaamheden waartoe iemand kan worden geroe pen. Maar laten wij niet vergeten dat bestuur geen doel is in zichzelf, maar slechts een middel. Doel is slechts de geestelijke en stoffelijke welvaart van onze bevolking. Daar toe bouwen wij scholen, bevorderen wij de industrie, versterken wij de agrarische sector, besteden wij zorg aan verkeer, wegen en plantsoenen en wijden wij ons aan de jeugd. Dit doel moet de bezielende gedachte zijn, waardoor wij ons laten leiden bij onze arbeid. Daarom behoren wij zal kunnen slagen, als ons toekom stig beleid er op gericht zal zijn om het leef- en woonklimaat van deze gemeente aangenamer en beter te maken. Voor het culturele leven is een cultureel centrum, een dorpshuis, ©en schreeuwende noodzaak, omdat ter plaatse geen doelmatige zaal ruimte voor uitvoeringen, lezingen, vergaderingen, jeugdzorg e.d. aan wezig is. En daarom verheugt het mij zo bijzonder dat uw college in zijn laatst gehouden vergadering n subsidie van ƒ75.000.voor de „Stichting Dorpshuis Sprang-Capel le" heeft gevoteerd. Dat ik, en als burgemeester èn als voorzitter van die stichting, mij tot het uiterste zal inspannen om dit gebouw te reali seren, zult u ongetwijfeld van mij willen aannemen. Want dan eerst zullen de verenigingen en organisa ties op cultureel en maatschappelijk gebied in staat zijn hun vergaderin gen, uitvoeringen en bijeenkomsten te doen plaats vinden in een omge ving, welke beantwoordt aan de ei sen van onze hedendaagse samenle ving en waarvan voor haar leden en onze jeugd een opbouwende en be schavende werking zal uitgaan. Dan eerst zal het mogelijk worden de jeugdzorg, waaraan te dezer plaatse zo'n dringende behoefte bestaat en waarmee reeds enkele ingezetenen zulk een lofwaardig begin hebben gemaakt, ter hand te nemen, te doen uitgroeien en te stimuleren. Een goed verenigingsleven acht ik van onschatbare waarde voor de mens als individu en voor onze gemeen schap als geheel, en daarom kan de jeugd en het verenigingsleven op mijn blijvende belangstelling en steun rekenen. In niet mindere mate zal ik mijn belangstelling tonen' voor de parti culiere initiatieven als het streven van de „Stichting Protestants Be jaarden-Centrum voor Sprang-Ca pelle en omgeving" om te komen tot de bouw van een tehuis voor be jaarden en de bouw van een nieuw Prot. Chr. Ulo-school. In dit verband denk ik ook aan 't agrarisch streekverbeteringsplan, dat thans in een begin van uitvoe ring komt. Gaarne hoop ik, dat het rapport van het sociologisch onder zoek, dat door het Economisch Tech nologisch Instituut te Tilburg in sa- recreatie en geestelijke volksge zondheid, vraagstukken die onmid dellijk het persoonlijk en gezinsle ven en heel in het bijzonder de jeugd raken, onze grootste zorg en aandacht te wijden. Gaarne wil ik mij nog richten tot de ambtenaren der gemeente. In 't verleden heb ik steeds op uw steun mogen rekenen. En in de toekomst zal ik die steun nog meer nodig heb ben dan voorheen, om onze gemeen schappelijke taak te kunnen vol brengen. Ik weet bij ervaring dat ik kan beschikken over een toegewijd deskundig ambtenarenkorps, dat voor zijn taak berekend is en bereid is zich geheel aan deze gemeente te geven, En wanneer ik dit zeg, dan bedoel ik niet alleen het administra tief personeel en de bode ter secre tarie, doch ook de gemeente-archi tect en zijn technische staf en de ge meente-werklieden, het onderwij zend personeel en alle overige werk nemers in dienst der gemeente. Als hoofd van de plaatselijke poli tie, hoop ik op een goede samenwer king met de Rijkspolitie, welke ter plaatse is gestationeerd. Het contact dat ik in de afgelopen jaren met deze Rijkspolitie en de Groepscom mandant mocht hebben, doet mij de beste verwachtingen voor de toe komst koesteren. Van uw medewer king en uw plichtsbetrachting ben ik overtuigd. De kerkelijke overheden geef ik de verzekering, dat ik een bloeiend godsdienstig leven een zegen acht voor onze gemeenschap. Met eerbie diging van wederzijdse verantwoor delijkheden en rechten, is samen werking mogelijk en nodig. U moge er zich van overtuigd houden dat 't welzijn van kerken en de kerkelijke instellingen mij bij voortduring ter harte gaan. Voor uw zegenrijk werk kunt gij te allen tijde een beroep op mij doen. Dames en heren genodigden, col lega's en oud-collega's, gij die zowel uit Sprang-Capelle als van uit één mijner vroegere woonplaatsen of van elders, naar hier zijt gekomen om met uw aanwezigheid deze plech tigheid luister bij te zetten, ik dank u allen zeer voor uw aanwezigheid waarmee ik mij zeer vereerd gevoel en voor de sympathie voor mij en mijn gezin, welke hieruit blijkt. Ik

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1960 | | pagina 1