w/AAlwijkse en UnqstRAAtse couraiu
x
Burgemeester van Prooyen
van Sprang-Capelle met luister geïnstalleerd
„Ik acht het een voorrecht deel te mogen
nemen aan het bestuur van een gemeente»
Wachter over het dorp
Spontaan en warm getuigenis van vriendschap en genegenheid
MAANDAG 23 MEI 1960
83e JAARGANG No. 41
takt
De tcho YAn het Zuióen
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
An toon Tielen
Hoofdredacteur: JAN TIEU8N
Gironummer 50798
Dit blad verschijnt 2 x per week
Opgericht 1878
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk - Tel. 2621 Kaatsheuvel: Tel. 2002 - Dr. van Beurdenstraat 8
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.88
3.10 franco p. p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
TeL-adres: „Echo"
99
99
Met grote luister, vreugde en hartelijkheid heeft zaterdagmiddag
de gemeente Sprang-Capelle haar nieuwe burgemeester, de heer
M. van Prooyen, geïnstalleerd. Deze installatie is niet alleen een
indrukwekkende plechtigheid geworden, maar ook een spontaan en
warm getuigenis van vriendschap en genegenheid jegens de nieu
we burgervader, die zich bij zijn zware besturende taak overtuigd
mag weten van de steun, de sympathie en de volle medewerking
van de wethouders, de raadsleden, het gehele gemeentepersoneel,
de kerkelijke overheid en verder van alle gemeentenaren.
Uit de gehele feestviering welke rond deze installatie was geor
ganiseerd, sprak duidelijk hoe verheugd en hoe ingenomen Sprang-
Capelle is met de benoeming van de heer van Prooyen tot bur
gemeester. En deze vreugde is dan ook alleszins begrijpelijk, want
in de acht jaren dat de heer v. Prooyen als gemeente-secretaris in
Sprang-Capelle werkzaam is geweest, heeft hij zich niet alleen een
bekwaam ambtenaar getoond, maar ook en vooral een vooraan
staand burger wie het wel en wee van de gemeente en haar in
woners zeer ter harte ging.
Daarom zullen de laatste woorden van de installatierede van
burgemeester van Prooyen het gebed van allen zijn geweest
„Staande aan het begin van mijn nieuwe taak, bid ik God, dat Hij
mij de kracht geve dat gezag en die verantwoordelijkheid uit te
oefenen tot zegen van de burgerij van Sprang-Capelle".
Na hem de ambtsketen te hebben omgehangen overhandigde loco
burgemeester Waverijn aan de nieuwe burgervader van bprang-
Capelle de voorzittershamer, het taken van het voorzitterschap
van de gemeenteraad.
De feestelijkheden rond deze in
stallatie namen om 1 uur een aan
vang, toen herauten te paard op
verschillende plaatsen in de ge
meente de benoeming van de heer
v. Prooyen in het openbaar afkon
digden. Om kwart voor twee werden
de burgemeester en zijn echtgenote
te zijnen huize aan het Vrijhoeve
plein afgehaald door een deputatie
uit het feestcomité, te weten mevr.
J. A. v. d. Hoven-de Roon, mej. W.
J. Oerlemans en de heer L. Polder
vaart. Door een haag van jeugdige
voetballers, leden van de gymnas
tiekvereniging Pro Patria, van de
wandelclub „Er op uit" en van „De
Margrietruiters" werden de burge
meester en zijn echtgenote naar het
gemeentehuis begeleid, waar zij in
de hal werden ontvangen door loco
burgemeester Waverijn.
Hierna werden de talrijke geno
digden in de raadzaal welkom ge
heten door de heer Waverijn, in het
bijzonder de heer Kieboom, chef van
het kabinet van de Commissaris der
Koningin, als vertegenwoordiger van
de hoogste gezagsdrager in de pro
vincie; een bijzonder woord van
welkom ook voor burgemeester
Smit, burgemeester van Hazerswou-
de en oud-burgemeester van Sprang-
Capelle en ereburger van de ge
meente, tot de burgemeesters en se
cretarissen van de Langstraatse ge
meenten, tot de heren predikanten
en vooral ook tot de moeder van
burgemeester v. Prooyen, mevr. v.
Prooyen-de Wachter, en de schoon
ouders, de heer en mevrouw Broek-
Mans, tot de leden van de gemeente
raad en ten slotte tot alle genodig
den.
Na dit welkomstwoord opende lo
co-burgemeester Waverijn de plech
tige raadszitting en verzocht de he
ren Ros en de Graaf, resp. 't oudste
en het jongste raadslid, de burge
meester en zijn echtgenote binnen
te leiden. Nadat de heer en mevr.
v. Prooyen hun plaatsen hadden in
genomen, opende loco-burgemeester
Waverijn zijn installatietoespraak
met voorlezing van het Koninklijk
Besluit van 3 mei j.l., waarbij de
heer v. Prooyen tot burgemeester
van Sprang-Capelle werd benoemd.
ZWAAR
EN VERANTWOORDELIJK
Met de volgende toespraak richt
te loco-burgemeester Waverijn zich
vervolgens tot de heer v. Prooyen:
„Het is voor mij, als loco-burge
meester van deze gemeente, een gro
te eer en ©en bijzonder voorrecht u,
edelachtbare heer v. Prooyen, b«
uw komst te midden van de raad en
van al degenen die hier in deze
raadszaal mede genodigd zijn ter ge
legenheid van uw ambtsaanvaar
ding, het welkom te mogen toeroe
pen.
Dit welkom zeg ik gaarne mede
tot uw echtgenote. Ik weet de tolk
van de raad te zijn, als ik u beiden,
maar wel heel in het bijzonder „het
hoofd van uw echtvereniging", met
deze benoeming hartelijk geluk
wens. En over uw beider hoofden
heen laat ik in deze gelukwensen
gaarne delen uw dochter en uw bei
der ouders, benevens uw overige
hier aanwezige bloed- en aanver
wanten, voor wie het mede een eer
is dat deze koninklijke benoeming
aan u is ten deel gevallen.
Wij, leden van de raad der ge
meente en zij die het bij de opening
van onze vergadering uitgesproken
ambtsgebed voor onze vergaderin
gen hebben mede gebeden, wij heb
ben met dat gebed thans zeer be
paaldelijk bedoeld, Gods zegen af te
bidden op het werk, dat u, edelacht
bare heer v. Prooyen, in het bijzon
der wachten zal in de vervulling
van de plichten in en uit het ambt,
dat u op de schouders is gelegd.
God, die het al bestuurt, heeft uw
plaats hier bepaald en thans u op
de burgemeestersplaats gesteld, na
dat Hij tevoren u hierheen had ge
zonden om te vervullen het werk,
dat in de afgelopen jaren op uw
schouders rustte als gemeente-secre
taris. Geen onzer had tot voor ruim
negen maanden geleden 't vermoe
den dat u in ons midden nog het
burgemeestersambt zoudt gaan be
kleden. Wij menen thans te mogen
concluderen dat uw bezigheden bin
nen onze gemeente in het verleden
de leerschool moesten zijn voor de
hogere taak, die u in deze gemeente
nog wachten zou. In de volgorde
van de feiten van de dag, bent u
van uw woning hierheen gekomen
om het ambt te begeren, bent u be
groet door de beide wethouders die
met u een college zullen vormen,
hebt u een zetel ingenomen in de
kamer welke hier geldt als „de ka
mer van de burgemeester" en thans
staat u gereed te aanvaarden het
voorzitterschap van de raad der ge
meente. En nadat ook dat voorzit
terschap in uw handen zal zijn
overgegaan, voldoet de gemeente
Sprang-Capelle weer ten volle aan
de inhoud van art. 1 van de Ge
meentewet, namelijk: dat 't bestuur
van elke gemeente bestaat uit een
raad, een college van burgemeester
en wethouders, en een burgemees
ter.
Gelet op het feit dat u onze ge
meente kent, en dezerzijds in aan
merking genomen de meer dan lof
felijke wijze waarop u de functie
van secretaris alhier hebt vervuld,
kan ik mij er van ontslagen achten
bijzondere facetten op bepaalde no
den van onze gemeente onder uw
aandacht te brengen. Het betaamt
mij niet u te vermoeien met een
verhandeling over de taak van de
voorzitter van de raad van het col
lege van burgemeester en wethou
ders, de vertegenwoordiging van de
gemeente, de handhaving van de
openbare orde, de burgemeester als
werktuig van het rijksgezag, uw
persoon en uw kennis geeft ons het
i-echt te geloven dat u al die zaken
doen zult op weloverwogen, beheer
ste en waardige wijze. Ik bepaal mij
er veel liever toe om ter gelegen
heid van uw ambtsaanvaarding naar
voren te brengen enkele aspecten
van dit ambt, waarop door H.M. de
Koningin in het verleden gewezen
is Ieder onzer is er van overtuigd
dat het ambt, door u begeerd en
waarvan de vervulling thans op uw
schouders is gelegd, zwaar en ver
antwoordelijk is en in feite niet
meer te vergelijken met hetzelfde
ambt, zoals dat in vroeger tijden
werd vervuld. Maar ik weet dat u
zich van die zwaarte bewust bent
en dat u dit ambt nochtans met blij
moedigheid aanvaardt".
WACHTER
„Burgemeester worden nu, dat is
„een wachter worden over het dorp,
dat aan uw hoede is toevertrouwd".
En als gij deze wacht goed betrekt,
dan zal er zijn een meeleven met
vreugden en noden van degenen,
over wie u de wacht hebt te houden.
Burgemeester zijn, dat wil zeggen
„een open oog en oor hebben voor
een schijnbaar onbegrensd aantal
problemen van groepen en perso
nen", belangstelling hebben, ook al
weet men bij voorbaat al dat aan 't
verzoek niet zal kunnen worden vol
daan.
Maar weet dit, dat uw woorden
niet ij del geweest zijn wanneer gij
als mens, warm hebt trachten mede
te leven met ©en ander. Burgemees
ter zijn, daar is kracht en moed voor
nodig en een zich in afhankelijkheid
weten burgemeester te zijn. Burge
meester blijven, dat is mede hier
van afhankelijk, hoe gij zelf 't voor
beeld geeft en hoe men er de schou
ders onder zetten kan.
De waarde van het ambt dat gij
bekleden zult: „het is alles waard,
wanneer uw woorden in overeen
stemming zijn met uw gedachten
en uw daden in overeenstemming
met uw woorden".
Het behaagde Hare Majestein een
van haar onderdanen aan te wijzen
tot de vervulling van het burge
meestersambt in onze gemeente.
Hierom zijn wij heden verheugd.
Maar onze vreugde is te sterker, nu
Zij meende u daartoe te moeten
aanwijzen. U bent voor ons een be
kende, u zult ook voor ons de be
kende burgemeester zijn. Wat u in
het verleden in uw ogenschijnlijk
beperkte werktijd hebt weten te
presteren naast de vervulling van
uw normale gemeentelijke plichten,
grenst schier aan het ongelofelijke.
Gij hebt ons meermalen verbluft
door uw uitzonderlijke prestaties, als
het ware spelenderwijs verricht,
maar toch vol blijvende waarde. Uw
inspirerende en tot activiteit prik
kelende werkzaamheden in 't ver
leden, hebben menig op zichzelf
harde werker, tot een niet zonder
meer vanzelfsprekende bescheiden
heid gemaand. Mede om deze rede
nen zien wij met vertrouwen de toe
komst tegemoet.
Hare Majesteit, die u benoemde,
heeft van de burgemeester dit ge
zegd:
„Hij mag geen traagheid des har
ten hebben, doch steeds klaar staan
als zijn ambt hem roept; hij mag
nooit eigen belang dienen, maar als
dienaar der gemeenschap het wel
varen van ieder ander laten gaan
boven het zijne; hij moet een voor
beeld zijn met heel zijn persoonlijk
leven; hij moet zijn de dienaar
niet de slaaf/de vader niet de
directeur het voorbeeld niet 't
afgietsel".
En van Haar is mede de konink
lijk ter waarschuwing opgeheven
vinger: „Laat gij een van deze din
gen na, gij kunt onherstelbaar veel
kwaad stichten. Doet gij ze, gij doet
onnoemlijk veel goed".
Zeer geachte heer v. Prooyen. Bij
uw heengaan als secretaris der ge
meente en bij uw inkomst als haar
burgemeester: „Hoe hoger gij uw
nieuwe taak opvat, hoe meer zult gij
tot stand kunnen brengen, want hoe
meer zult gij er u aan geven. Neemt
tijd om na te denken en om u te
bezinnen. Laat u leiden door wat gij
weet dat goed is en datgene wat
Gode behagelijk is".
In de toekomstige vervulling van
uw ambt doende datgene wat H.M.
de Koningin, en wij als Haar on
derdanen, en ingezetenen van uw
gemeente van u verwachten en mo
gen verwachten, zult gij zijn tot
steun en tot heil van onze raad en
van uw burgers. Laat uw oog naar
Boven en op de toekomst gericht
zijn.
En mocht onder uw bestuur deze
of gene het verleden de basis willen
maken waarop uw beleid thans ge
richt moet zijn, houdt u er van over
tuigd dat men met herinneringen zo
min regeert, als men de honger stilt
met de maaltijd van gisteren.
Opdat het openbaar worde, zeer
geachte heer v. Prooyen, dat gij van
nu voortaan in Sprang-Capelle de
burgemeester zijt, zal ik mij ont
doen van het onderscheidingsteken,
dat ik thans draag, en het u als een
sieraad omhangen. Met de overhan
diging van de voorzittershamer,
draag ik aan u over het voorzitter
schap van de raad. En met deze da
den en met de woorden tot u ge
sproken, verklaar ik u voor geïn
stalleerd als burgemeester van de
gemeente Sprang-Capelle en wens
ik u toe Gods zegen op uw en ons
aller arbeid.
Welnu, burgemeester v. Prooyen,
gij bestuurt het schip. Goede wacht
en behouden vaart!"
gustus van het vorig jaar hebt ambt
van burgemeester waargenomen. Gij
hebt dit gedaan met veel ambitie,
energie en verantwoordelijkheidsge
voel.
Namens de gehele gemeente mag
ik u, mijnheer Waverijn, van deze
plaats daarvoor hartelijk dank zeg-
gen" V.
Ook wethouder Timmermans be
tuigde de nieuwe burgemeester zijn
erkentelijkheid voor de wijze waar
op deze hem altijd tegemoetgetreden
is.
GEEN VREEMDE
Tot de leden van de raad zei bur
gemeester v. Prooyen o.m.:
„Ik ben voor u geen vreemde en
de gemeente is mij niet vreemd. Al
bijna 8 jaren maakte ik als secre
taris deel uit van uw vergaderin
gen en heb ik de stromingen m uw
college leren kennen. Daarom zijn
de gevoelens en gedachten welke bij
u leven, mij niet onbekend. Ik weet
wat ik aan u heb. Veel waardering
heb ik gekregen voor de wijze waar
op u in die jaren met open oog voor
de behoeften van deze gemeente,
met het college van burgemeester
en wethouders er naar hebt ge
streefd het verzorgingspeil dezer
gemeente op te voeren. Dank zeg ik
u voor uw vriendschap en hartelijk
heid, welke ik van u mocht onder
vinden.
Uw nieuwe voorzitter is voor u
geen onbeschreven blad. Gij kent
zijn ideeën en gedachten. Dit geeft
ons wederzijds het voordeel dat wij
elkaar niet meer behoeven af te tas
ten en te peilen. Wij kunnen snel op
elkaar ingeschoten zijn om samen
deze gemeente te mogen dienen. Uw
vergaderingen kenmerken zich un
met door 'n goede verstandhouding
en van respect voor eikaars overtui
ging. Het lijkt mij overbodig u de
verzekering te geven dat ik van
mijn kant alles zal doen om deze
sfeer, waarin vruchtbaar gewerkt
kan worden in het belang van onze
gemeente, te bewaren. Niet dat ik
verwacht dat nimmer een verschil
van zienswijze zal ontstaan. Zulke
verschillen mogen echter en zullen
ook niet tot geschülen uitgroeien
menwerking met het Landbouw-
Economisch Instituut zal worden in
gesteld, de grondslag zal bieden
waarop een bestuursbeleid kan wor
den gebaseerd dat zal bijdragen tot
verhoging van het welvaartspeil niet
alleen van onze agrarische bevol
kingsgroep, maar van alle sectoren
van het maatschappelijk leven te
dezer plaatse. Daarbij zal de vesti
ging van arbeidsintensieve klein-
industrieën moeten worden bevor
derd en aangemoedigd, waartoe het
gemeentelijk industrieterrein dient
te worden uitgebreid. Immers, vor
men in het industriële beeld van
Sprang-Capelle de 700 uitgaande
pendelaars en de 200 inkomende
pendelaars reeds merkwaardige cij
fers, straks, wanneer als resultaat
van het streekverbeteringsplan .in
tensivering en mechanisering in de
landbouw vele arbeidskrachten zul
len vrijmaken, zullen ook deze em
plooi moeten vinden.
Ook onze tuinbouw, die, voortref
felijk toegerust, reeds een belangrij
ke positie heeft veroverd, en, gele
gen tussen de sterk industrialiseren
de gemeenten in de Langstraat en
de industrie-centra in het Zuiden
van onze provincie, naar wij hopen
en verwachten een goede toekomst
tegemoet gaat, zeg ik gaarne mijn
steun en medewerking toe.
En wat de handel en het bedrijfs
leven in al zijn schakeringen be
treft, steeds hoop ik open te staan
voor hetgeen nodig is om de bedrij
vigheid en de welvaart te verhogen.
Met betrekking tot het onderwijs
hoop ik de belangen zowel van het
openbaar als van het bijzonder on
derwijs, in gelijke mate, op onpar
tijdige wijze te behartigen.
Zo zijn er nog vele wensen en
plannen, o.a., hetgeen geen der ge
meentebestuurders vreemd in de
oren zal klinken, verhoging van de
algemene uitkering uit het gemeen
tefonds, overigens een netelige
kwestie, welke zich op een dag als
deze minder leent tot bespreking,
maar toch voor de toekomst van on
ze gemeente zo uitermate gewichtig
is.
DANKBAAR
Hierna sprak burgemeester van
Prooyen zijn installatierede uit,
waarin hij o.m. zei:
„Nu ik door u, mijnheer de loco
burgemeester, officieel als burge
meester der gemeente Sprang-Ca
pelle ben geïnstalleerd, moge ik mijn
eerbiedige dank uitspreken aan H.M.
de Koningin, dat Zij mij dit wel ho
ge ambt heeft willen toevertrou
wen. Ik ben mij er van bewust dat
deze benoeming, die mij met diepe
vreugde en dankbaarheid heeft ver
vuld, grote verantwoordelijkheden
en plichten op mij legt.
Daarnaast moge ik mijn diepge
voelde erkentelijkheid uitspreken
aan de raadgevers van Hare Maje
steit, zijne excellentie de Minister
van Binnenlandse Zaken en de
hoogedelgestrenge heer Commissaris
der Koningin in deze provincie, die
deze benoeming hebben bevorderd.
Het zal steeds mijn ernstig streven
zijn hen niet teleur te stellen.
Ik mag u, mijnheer Kieboom,
wiens aanwezigheid, als vertegen
woordiger van de heer Commissaris
der Koningin in dit gewest, ik met
vreugde begroet en bijzonder op
prijs stel, wel verzoeken om deze
mijn gevoelens aan zijne hoogedel
gestrenge te willen overbrengen.
Maar bovenal gaat mijn dank uit
tot de Heer van hierboven, die alle
dingen regeert, dat Hij mij tot deze
hoge taak heeft willen roepen. Moge
Hij mij de kracht geven om dit
werk, in afhankelijkheid van Hem,
als een goed burgemeester te ver
richten.
Met koninklijke woorden hebt u,
mijnheer de loco-burgemeester, de
betekenis en de inhoud van 't ambt
van burgemeester geschetst, en uit
eengezet wat van een burgemeester
wordt verwacht, wat hij voor zijn
gemeente en haar ingezetenen be
hoort te zijn, wat hij behoort te doen
en wat hij behoort na te laten.
Gaarne wil ik u de verzekering ge
ven dat ik dit door u geciteerde
woord van Hare Majesteit de Ko
ningin bijzonder ter harte zal ne
men".
Zich richtend tot loco-burgemees-
Waverijn, zei burgem. v. Prooyen:
„Ik weet hoe u steeds bereid zijt
tot hulp aan de mens in nood, raad
en bijstand verschaffend. Ik heb
gezien hoe uw drukke werkzaam
heden in uw ambt van notaris reeds
uw gehele persoon vragen en, met
andere functies in het publieke- en
verenigingsleven, volkomen beslag
leggen op uw tijd. En toch hebt gij
kans gezien daarnaast als wethouder
een zeer waardevolle bijdrage te le
veren aan het bestuur dezer ge
meente, waarbij het gemeentebe
stuur mocht profiteren van uw gro
te kennis, in het bijzonder van het
privaatrecht, maar ook van uw be
kendheid met plaatselijke toestan
den en omstandigheden. Op voor
treffelijke wijze, getuigend van in
zicht en tact, hebt gij sedert 1 au-
PROBLEMEN
Over de problemen welke er in de
gemeente liggen, zei de burgemees
ter o.m.:
„De bestrijding van de woning
nood, als gevolg waarvan zo dik
wijls ernstige sociale en morele nood
moet worden geconstateerd, zal
steeds voorrang moeten hebben.
Met de bouw van woningwetwonin
gen zal dit vraagstuk binnen 't raam
van het huidige beleid der Rijks
overheid niet kunnen worden opge
lost. Daarom zal de particuliere
bouw met alle mogelijke middelen
moeten worden gestimuleerd en de
belangstelling van de burgerij daar-
voor moeten worden gewekt. Dat I aan woningbouw, onderwijs, cultuur,
VOORRECHT
Ik acht het een voorrecht deel te
mogen nemen aan het bestuur van
een gemeente, want dit lijkt mij één
van de mooiste werkzaamheden
waartoe iemand kan worden geroe
pen. Maar laten wij niet vergeten
dat bestuur geen doel is in zichzelf,
maar slechts een middel. Doel is
slechts de geestelijke en stoffelijke
welvaart van onze bevolking. Daar
toe bouwen wij scholen, bevorderen
wij de industrie, versterken wij de
agrarische sector, besteden wij zorg
aan verkeer, wegen en plantsoenen
en wijden wij ons aan de jeugd. Dit
doel moet de bezielende gedachte
zijn, waardoor wij ons laten leiden
bij onze arbeid. Daarom behoren wij
zal kunnen slagen, als ons toekom
stig beleid er op gericht zal zijn om
het leef- en woonklimaat van deze
gemeente aangenamer en beter te
maken.
Voor het culturele leven is een
cultureel centrum, een dorpshuis,
©en schreeuwende noodzaak, omdat
ter plaatse geen doelmatige zaal
ruimte voor uitvoeringen, lezingen,
vergaderingen, jeugdzorg e.d. aan
wezig is. En daarom verheugt het
mij zo bijzonder dat uw college in
zijn laatst gehouden vergadering n
subsidie van ƒ75.000.voor de
„Stichting Dorpshuis Sprang-Capel
le" heeft gevoteerd. Dat ik, en als
burgemeester èn als voorzitter van
die stichting, mij tot het uiterste zal
inspannen om dit gebouw te reali
seren, zult u ongetwijfeld van mij
willen aannemen. Want dan eerst
zullen de verenigingen en organisa
ties op cultureel en maatschappelijk
gebied in staat zijn hun vergaderin
gen, uitvoeringen en bijeenkomsten
te doen plaats vinden in een omge
ving, welke beantwoordt aan de ei
sen van onze hedendaagse samenle
ving en waarvan voor haar leden en
onze jeugd een opbouwende en be
schavende werking zal uitgaan. Dan
eerst zal het mogelijk worden de
jeugdzorg, waaraan te dezer plaatse
zo'n dringende behoefte bestaat en
waarmee reeds enkele ingezetenen
zulk een lofwaardig begin hebben
gemaakt, ter hand te nemen, te doen
uitgroeien en te stimuleren. Een
goed verenigingsleven acht ik van
onschatbare waarde voor de mens
als individu en voor onze gemeen
schap als geheel, en daarom kan de
jeugd en het verenigingsleven op
mijn blijvende belangstelling en
steun rekenen.
In niet mindere mate zal ik mijn
belangstelling tonen' voor de parti
culiere initiatieven als het streven
van de „Stichting Protestants Be
jaarden-Centrum voor Sprang-Ca
pelle en omgeving" om te komen tot
de bouw van een tehuis voor be
jaarden en de bouw van een nieuw
Prot. Chr. Ulo-school.
In dit verband denk ik ook aan 't
agrarisch streekverbeteringsplan,
dat thans in een begin van uitvoe
ring komt. Gaarne hoop ik, dat het
rapport van het sociologisch onder
zoek, dat door het Economisch Tech
nologisch Instituut te Tilburg in sa-
recreatie en geestelijke volksge
zondheid, vraagstukken die onmid
dellijk het persoonlijk en gezinsle
ven en heel in het bijzonder de
jeugd raken, onze grootste zorg en
aandacht te wijden.
Gaarne wil ik mij nog richten tot
de ambtenaren der gemeente. In 't
verleden heb ik steeds op uw steun
mogen rekenen. En in de toekomst
zal ik die steun nog meer nodig heb
ben dan voorheen, om onze gemeen
schappelijke taak te kunnen vol
brengen. Ik weet bij ervaring dat ik
kan beschikken over een toegewijd
deskundig ambtenarenkorps, dat
voor zijn taak berekend is en bereid
is zich geheel aan deze gemeente te
geven, En wanneer ik dit zeg, dan
bedoel ik niet alleen het administra
tief personeel en de bode ter secre
tarie, doch ook de gemeente-archi
tect en zijn technische staf en de ge
meente-werklieden, het onderwij
zend personeel en alle overige werk
nemers in dienst der gemeente.
Als hoofd van de plaatselijke poli
tie, hoop ik op een goede samenwer
king met de Rijkspolitie, welke ter
plaatse is gestationeerd. Het contact
dat ik in de afgelopen jaren met
deze Rijkspolitie en de Groepscom
mandant mocht hebben, doet mij de
beste verwachtingen voor de toe
komst koesteren. Van uw medewer
king en uw plichtsbetrachting ben
ik overtuigd.
De kerkelijke overheden geef ik
de verzekering, dat ik een bloeiend
godsdienstig leven een zegen acht
voor onze gemeenschap. Met eerbie
diging van wederzijdse verantwoor
delijkheden en rechten, is samen
werking mogelijk en nodig. U moge
er zich van overtuigd houden dat 't
welzijn van kerken en de kerkelijke
instellingen mij bij voortduring ter
harte gaan. Voor uw zegenrijk werk
kunt gij te allen tijde een beroep op
mij doen.
Dames en heren genodigden, col
lega's en oud-collega's, gij die zowel
uit Sprang-Capelle als van uit één
mijner vroegere woonplaatsen of
van elders, naar hier zijt gekomen
om met uw aanwezigheid deze plech
tigheid luister bij te zetten, ik dank
u allen zeer voor uw aanwezigheid
waarmee ik mij zeer vereerd gevoel
en voor de sympathie voor mij en
mijn gezin, welke hieruit blijkt. Ik