wAalwijkse en UnqstiMAtse couraïtc 55 jaar ouderdomswetgeving a H. LITURGIE ondergaat belangrijke wijzigingen W. TIMMERMANS ZONEN Assurantiën op elk gebied DE STRIJD OM ONZE WELVAART 1905-1960 Tien vogels in de hand (II) Kampeerartikelen] Vacantiekleding Waalwijkse gemeenteraad voteerde krediet voor de bouw van drie nieuwe scholen Nieuwe openbare lagere school komt in centrum MAANDAG 1 AUGUSTUS 1960 82e JAARGANG No. 61 ER IS WEL VEEL VERANDERD Onze tegenwoordige „algemene ouderdomsverzekering", de meer bekende „a.o.w.', regelt het recht op een waardevast, door het rijk gegarandeerd ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd. Voor het echter zover was, is er heel wal aan voorafgegaan. Reeds in het jaar 1889 werd de eerste stap gezet om tot een wet telijke ouderdomsverzekering te komen. In dat jaar werd er na melijk een wetsvoorstel gedaan om een staatscommissie te be noemen, welke o.iii. als opdracht had gegevens te verzamelen voor de kennis van de maatschappelij ke toestanden der arbeiders en de verhoudingen tussen werkge vers en werknemers in de ver schillende bedrijven. Een tweede commissie werd in het leven ge roepen om verslag uit te brengen van de werkzaamheden van haar voorgangster en zo daartoe aan leiding zou bestaan, nadere voor stellen te doen. In 1894 bracht deze commissie verslag uit en zij gaf de regering daarbij in overweging een wette lijke regeling tot stand te bren gen van een verplichte verzeke ring van werklieden tegen inva liditeit en ouderdom, met gelde lijke bijdragen van de werkge vers, de werklieden en de staat zelf. Niet in behandeling Het duurde nog tot 1905 alvo rens het éérste wetsvoorstel werd ingediend. Kabinetswisseling was de oorzaak dat het niet in be handeling kwam. Hetzelfde lot was beschoren aan een in 1907 aanhangig gemaakt ontwerp van wet dat zich alleen tot de ouder domsverzekering beperkte... Minister Talina had in 1911 meer succes met zijn wetsvoor stel voor een verplichte arbei dersverzekering tegen invalidi teit en ouderdom; dit bereikte zelfs op 5 juni 1913 reeds het staatsbladToch zou het nog tot 1919 duren eer deze wet volledig in werking kon treden, omdat de opvolger van minister Talmaeen voorstander was van staatspensi oen in ulaats van verzekering. Het is er tenslotte toch van ge komen, met de nodige overgangs maatregelen, zodat degenen die do pensioengerechtigde leeftijd reeds hadden bereikt, reeds de eerste vruchten konden plukken alvorens in 1910 de wet in wer king trad. De pensioengerechtig de leeftijd was toen 70 jaar. Wel iswaar werd er in die wet reke ning gehouden met een zekere weistandsgrens, maar voldeed ie mand hieraan, dan kwam er een ouderdomsrente van 2.per week uit de bus, als de betrokke ne tenminste een bepaalde tijd in loondienst was geweest. Kwamen beide echtgenoten voor een uit kering in aanmerking, dan ont vingen zij samen 3.- per week. In 1919 werd de pensioenge rechtigde leeftijd verlaagd tot 65 jaar en werden de kosteloze ren ten verhoogd tot 3.- resp. 5.- per week. Tot 1943 Naast de verplichte verzeke ring van de invaliditeitswet werd gelijktijdig van kracht „de ou derdomswet 1919". Ook hier was uitkering mogelijk van 3.en 5.- per weck. Bij deze wet werd niet de eis gesteld, dat er in loon dienst moest zijn gewerkt. Perso nen van 35 tot 65 jaar konden zich. tegen betaling van een uni forme premie van 0.39 p. week verzekeren voor een ouderdoms rente van 3.per week. Deze toestand bleef zo tot ein de 1943. Toen werden deze uitke ringen onvoldoende geacht en ging men over tot de uitkering van „toeslagen". Iedereen hegreep, dat deze toe stand niet gehandhaafd kon blij ven en omdat de voorbereiding en alles wat er verder vast zit aan dergelijke belangrijke bepa lingen, veel tijd vergde, stelde de regering voor in afwachting hier van een tijdelijke regeling te tref fen, wélke onder de naam „Nood wet ouderdomsvoorziening" in 't staatsblad kwam. Deze verzeke ring trad in werking op 1 okto ber 1947. Deze noodwet van minister Drees kende aan mannelijke, als ook aan ongehuwde vrouwelijke Nederlanders, die de leeftijd van 65 jaar hadden bereikt en die een jaarlijks inkomen hadden bene den een zekere grens, een nood- uitkering toe welke voor gehuw de mannen maximaal 1272. bedroeg in een eerste klasse ge meente en 1110.in een vijfde klasse gemeente. De ongehuw- denuitkering bedroeg toen maxi maal resp. 738.en 636. Het ouderdomspensioen Deze noodwet moest herhaal delijk worden verlengd en zo ko men we dan op de belangrijke datum van 1 januari 1957, toen de a.o.w. in werking kon treden en minister Suurhof op 2 januari van dat jaar de eerste uitkerin gen aan de gelukkigen ter hand stelde. Deze uitkeringen bedroegen toen voor gehuwden 1584.en voor ongehuwden 972.per jaar. Sedertdien zijn deze bedra gen al weer herhaaldelijk ver hoogd en zoals bekend liggen ze nu op 1134.per jaar voor on gehuwden en op 1794.voor gehuwden. Het is dus al met al wel een grote vooruitgang en wie of wel ke regering de eerste stoot gege ven heeft voor deze toch zeker behoorlijke regeling, laten we maar in het midden. Vooral de genen die op die datum (1 janu ari 1957) reeds 65 jaar waren, be horen er dankbaar voor te zijn, dat zij een dergelijk mooi bedrag hebben toegeworpen gekregen, waarvoor zij geen centbetaald hebben. Het kan geen kwaad eens te wijzen op een werkelijk grote vooruitgang in de sociale wetge ving, zodat mopperen in feite niet op zijn plaats is. Als we ten slotte nog eens even in het kort resumeren, dat in de beginne een gehuwde met 3.in de week haar huis ging, dus gemiddeld 13.per maand, en de gehuw de nu met 149.50 thuis komt, dan mag toch zeker wel 't woord „dankbaarheid" worden gebe zigd. WAALWIJ K DE TROTS EN DE RISICO'S Wanneer in Afrika een planter verbinding zoekt met een dokter om dat zijn vrouw ernstig ziek is, doet hij dat met een uit Nederland ko mend radio-toestel. In India weegt een kruidenier in een provinciestad je zijn waren af op een in Nederland gefabriceerde weegschaal. In Ameri ka haast een jongen zich op zijn Ne derlandse fiets naar school en waar lijk, sinds kort rijdt in België een handelsreiziger in een Nederlandse personenwagen, terwijl de expeditie van zijn bedrijf al jaren een tevreden gebruik maakt van Nederlandse vrachtauto's. De administratie ge bruikt voor kostenberekeningen in Nederland vervaardigde kantoorma chines. Het is niet uit overdreven chau vinisme dat we dit schrijven. Het is het nuchtere resultaat van tien jaren Nederlandse industrialisatie, die ons nationaal economisch beleid op zo geheel andere basis heeft gefundeerd. Wanneer men zo omstreeks 1948 onze economische toestand bezag, had men reden om verontrust het voor hoofd te fronsen. Met in het voor uitzicht een door de bevolkingsaan was veroorzaakte toenemende druk op de personeelsmarkt zat men al met het probleem van een overmati ge werkloosheid. De landbouw was niet in staat het teveel aan arbeids krachten op te nemen. Aan de andere kant, -letterlijk buiten onze grenzen, lag een koorts achtig industrialiserend Europa. Een Europa waarin toen al de gedachten zweefden naar een - politiek nood zakelijke - nauwe samenwerking. Met deze omlijsting was een ster ke omschakeling van de Nederlandse volkshuishouding bijzonder urgent. Het strekt prof. Van den Brink, de toenmalige minister van economische zaken, en zijn medewerkers tot eer, dat zij, toen zij met dit probleem werden geconfronteerd, het op de meest doortastende wijze hebben aan gepakt. Zo succesvol, dat het zwakke schuitje van 's lands economie van een roemloze stranding kon worden afgehouden en herbouwd tot 'n mag nifiek schip, krachtig genoeg om ons naar een veilig en comfortabel wel- vaartsstrand te brengen. Tot ieders verbazing bleek de uitbreiding van de industrie zo groot dat, blijkens de onlangs op de jubileumvergadering van Nederlands Fabrikaat door onze minister van economische zaken, drs. J. W. de Pous, uitgesproken woorden „niet alleen het welvaartspeil kon worden gehandhaafd, maar men zelfs serieus sinds 1956 mogelijkheden tot welvaartsverruiming kon gaan reali seren". Dit ondanks de moeilijke investeringsperiode, want zegt niet de ijzeren wet, dat wie wil sparen moet offeren? Met de productie-uitbreiding steeg onze export. Gelukkig, natuurlijk, maar deze pap heeft een bijsmaak. Het blijft een vreemde zaak, dat de Nederlander nog altijd weinig ge looft in een eigen nationale kwali teit. Wij mogen dan op culinair ge bied „wat wij niet weten, niet eten", wanneer het om producten gaat, kij ken we maar al te graag naar een du re naam en het opschrift made in U.S.A. of made in Germany. De bin nenlandse markt voor onze bedrijven is daardoor onevenredig klein. De econoom bespeurt hier een gevaar, want bij het uitvallen van de kwets bare buitenlandse markt, die niet al leen beperkt is tot Europa, bijvoor beeld door een oorlog, komt onze in dustrie voor grote moeilijkheden te staan. En de econoom, de meest practi- sche onder de geleerden, is niet iemand die zegt „het gaat ons toch goed, waarom dan zorgen"? Zijn taak is het in de toekomst te kijken en de werkgelegenheid met die ver wachtingen in overeenstemming te brengen. Het aantal arbeidsplaatsen nam sterk toe, zelfs kwamen vijftigdui zend functies meer vrij, dan oor spronkelijk was voorzien. De toene ming van de werkgelegenheid heeft zich vooral gemanifesteerd in het Zuiden van ons land. In de periode 1950 - 1958 nam de personeelsbe zetting in de industriële sector in Noord-Brabant en Limburg toe met 51.000. Dat is meer dan de helft van het totaal in de rest van ons land. Toeneming van de industriële nij verheid wil bovendien zeggen meer handel, meer koopkracht en daar door meer vrije plaatsen in admi nistratieve-, handels- en midden- stands-sectoren, zodat de werkelijke toeneming nog hoger ligt. Met de voorzichtige koelheid, de VOORLOPIGE TOTO IN NIEUWE STIJL De regering zal het „Comité Sportprijsvragen" en de „Neder landse Sportfederatie" (N.S.F.), een tijdelijke totovergunning ver lenen. "Deze vergunning zal zijn afgestemd op Het wetsontwerp- wijziging-loterijwet, dat door de Tweede Kamer is aanvaard en half september in de Eerste Ka mer behandeld zal worden. Dit betekent dus: dat ook deze toto maximumprijzen (50.000 gulden) en een maximuminzet (2 gulden) zal kennen. Het is de bedoeling deze tijdelijke vergunning per 21 augustus, wanneer de voetbal competitie weer begint, te doen ingaan. EN MARKT WAALWIJK verantwoordelijke man eigen, wordt in regeringskringen gezegd, dat de tien jaren van industrialisatie, die achter ons liggen, een bevredigend verloop hebben gehad. Maar zij de den meer, zij hebben alle, zelfs de meest optimistische verwachtingen overtroffen. De opzet van de eerste industrialisatienota ging uit van een kritieke toestand. Men kon zich niet gaan verliezen in idealistische dro merijen en 't bouwen van luchtkaste len, maar moest binnen de perken blijven van wat mogelijk was. Men moest rekenen naar „beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht". Gezien de economische resultaten kan men nu, na tien jaren, zeggen, zonder enige overdrijving, dat men niet één maar alle tien vogels in de hand heeft. (Wordt vervolgd) HERVORMING BREVIER EN ROMEINS MISSAAL GAAT 1 JANUARI IN In zijn motu proprio „Rubri- carum instructum", het pauselijk decreet van 25 juli, dat kort gele den gepubliceerd werd, geelt de regerende paus een aantal hoogst belangrijke komende veranderin gen aan, die in de H. Liturgie zullen worden doorgevoerd. Het decreet spreekt steeds over de „rubrieken". Deze zijn het com plex van regels en voorschriften, welke de publieke eredienst en het Goddelijk Officie regelen. Het Concilie van Trente, aldlus de motu proprio, heeft vooral deze regels vastgelegd, maar later zijn er talrijke bijgekomen, zodat het geheel onoverzichtelijk is gewor den en schade doet aan de oor spronkelijke eenvoudige opzet. Paus Pius XII heeft de mening gevraagd van het wereldepisco paat over het samenstel der li turgische rubrieken, en het werd spoedig duidelijk, dat 't gewenst was de totale liturgie in de Kerk aan een nauwkeurige studie te onderwerpen, om orde op zaken te stellen; het overbodige schrap pen, 't te veel op de achtergrond geraakte te herstellen, kortom de regels der liturgie naar best ver mogen in overeenstemming te brengen met de eigentijdse vroomheid. Nadat al eerder wijzigingen van meer ondergeschikte aard wer den aangebracht, heeft het de H. Vader, gaande in het spoor van zijn voorganger, goed gedacht om de fundamentele beginselen ener algehele liturgische hervorming voor te leggen aan de Vaders van het komende Concilie. Intussen wil de paus niet wachten met het aanbrengen van een aantal her vormingen in de rubrieken, de regels van het brevier en het Ro meins missaal. Deze zullen logi scher en eenvoudiger worden, in een hetere vorm gegoten en sa mengevat in een eensluidende tekst. Vervolgens komen er wij zigingen en verkortingen op het Goddelijk Officie (het brevier), dit op advies van zeer vele bis schoppen, die de aandacht van de H. Stoel vestigden op de reeds overladen dagtaak van zovele priesters in de zielzorg. Het ver korte koor- en breviergebed mo ge op deze wijze met des te meer aandacht gezegd worden. Boven dien vraagt de paus zoveel doen lijk de teksten en lessen van de Heilige Vaders privatem te lezen en te bemediteren. Binnenkort zal de riten-congregatie de wijzi gingen bekend maken die ingaan op 1 januari. I)e nieuwe wetgeving inzake de liturgische regels van het Ro meins brevier en het Romeins missaal zal ingedeeld zijn in drie hoofdstukken: de algemene ru brieken, de algemene rubrieken van het Romeins brevier en die van het Romeins missaal, inclu sief de kalender van brevier en missaal. Op 1 januari zullen ver volgens de oude algemene rubrie ken van het brevier en het mis saal vervallen, evenals de „Addi- tiones et Variationes" in de ru brieken naar de normen van de bulle „Divino Afflatu" van de 11. Pius X. Ook de vereenvoudigin gen volgens het decreet der riten- congregatie van 23 maart 1955 en alle nadere bepalingen zijn ver der van onwaarde. Alle statuten, privileges en ge woonten, zelfs zeer oude en eer biedwaardige, welke tol nu toe een uitzondering op de bestaan de regels maakten, zijn vervallen. De H. Congregatie der Riten zal binnenkort de nieuwe verorde ningen bekend maken. De uitge vers van liturgische boeken, het brevier en het missaal, zijn daar na vrij de teksten te drukken, de ze laatste uiteraard onder super visie van de H. Stoel. Tenslotte zijn zij, die rechtens het toezicht hebben op de kalender en het tijdeigen, zowel diocesane als re ligieuze geestelijken, gehouden om ten spoedigste na de bekend making der nieuwe rubrieken en van de nieuwe redactie der ka lender, deze naar de letter en de geest toe te passen. Zij, die verder een andere La tijnse riius volgen men denke aan de Ambrosiaanse, de Moza- rabische en die der Kartuizers, Carmelicten en Dominicanen zijn verplicht hun liturgie aan de nieuwe rubrieken* en kalender aan te passen in al die punten, die niet strikt tot de eigen ritus behoren. De Tijd Grondruil lokte debat van vijl kwartier uit Vijf kwartier heeft de Waalwijkse gemeenteraad j.l. donderdagavond besteed aan een voorstel van b. w. tot ruiling van grond aan de Meerdijk met de heer A. J. Schapendonk. Het leek overigens een voor de gemeente aantrekkelijke ruil, want voor de 25 aren welke aan de heer Schapendonk zouden worden gegeven t.b.v. een uit weg voor een voor hem aldaar in aanbouw zijnde woning, zou de gemeente 64.40 aren cultuurgrond weliswaar terugkrijgen. En toch wilde de raad er niet aan en wilde eerst eens afwachten hoe de situatie zich daar, in verband met de reeds lang geplande recon structie van de Meerdijk, zal ontwikkelen, opdat de gemeente later geen spijt van deze ruil zal krijgen. Het voorstel van b. w. werd met 10 tegen 6 stemmen verworpen. In deze vergadering voteerde de raad ook kredieten voor de bouw van drie nieuwe scholen, te weten: een nieuwe r.k. kleuterschool voor Waalwijk-centrum (ƒ223.533.—), een nieuwe r.k. b.l.o.-school in Waalwijk-noord (ƒ851.282.—) en een nieuwe christelijke lagere school aan het Oranjeplein (ƒ275.750.—). Hiermee is dan de bouw van vijf nieuwe scholen in Waalwijk in procedure, want naast ge noemde drie scholen werd reeds eerder een krediet gevoteerd voor de bouw van een lagere school voor jongens en meisjes m Baard wijk en van een jongens-ulo in Waalwijk-zuid. Ten slotte besloot de raad nog tot verkoop van 1295 m- grond aan de Irenestraat aan het kerkbestuur van de parochie St. Jan t.b.v. de bouw van een jeugdhuis. In verband hiermee deelde de voorzit ter, burgemeester Teijssen, mede, dat de nieuwe openbare lagere school is gepland in de nieuwe uitbreiding in het centrum waar ook het cultureel centrum is gepland. De heer Duijvelaar opende de rij van opposanten tegen het voorstel van b. w. betreffende de grond ruil met de heer Schapendonk. Hij vond het niet het juiste ogenblik om tot deze ruil over te gaan, omdat de situatie rond de Meerdijk, in ver band met de geplande constructie van deze weg, nog niet duidelijk is. Financieel gezien vond spr. de ruil ook niet helemaal juist. De gemeen te verkrijgt door deze ruil 64.40 aren cultuurgrond, waarvan de waarde op 0.40 per m2 te schatten is. De heer Schapendonk ontvangt dus 25 aren waardevolle grond voor circa i.per m2. En het staat nog hele maal niet vast of de cultuurgrond welke de gemeente verkrijgt, eer lang ook bouwgrond zal worden. De heer Duij velaar wilde het voorstel aanhouden tot na de reconstructie van de Meerdijk. De heren v. Mos selveld, Pullens, Kemperman en Ei bers sloten zich bij deze zienswijze aan. We moeten voorkomen dat de gemeente later eventueel spijt van deze ruil krijgt, aldus de heer Pul lens. De heer v. Seters vroeg zich af waarom in Waalwijk rond de Meer dijk niet en in Loon op Zand wel ge bouwd mag worden. Verder meende hij dat betrokkene eerst overleg met de gemeente Waalwijk had moeten plegen alvorens daar te bouwen. Het bouw verbod in Waalwijk rond de Meerdijk vloeit voort uit het uit breidingsplan. In Loon op Zand be staat dat verbod ten aanzien van de Meerdijk niet. Het ligt ook helemaal niet in de bedoeling van b. w. om woningbouw rond de Meerdijk te bevorderen op een zodanige wijze dat in Loon op Zand gebouwde wo ningen een uitweg krijgen in de ge meente Waalwijk, waar dan nog bij komt dat Waalwijk de levering van water, gas en elektriciteit voor deze woningen moet verzorgen, omdat dit een gangbaar gebruik is in de rationele energievoorziening. De ge meente Waalwijk beoogt momenteel afgrendeling van dit gebied voor woningbouw, omdat b w verdere uitwegen op deze weg wil voorko men. Zo nodig zullen b w zich van een verdere rationele energie voorziening distanciëren. Met betrekking tot de ruil met de heer Schapendonk merkte de voor zitter op, dat de gemeente niet al leen een voordelige ruil doet 64.40 aren voor 25 aren maar dat door deze ruil de gemeente de af grendeling verder voor een deel in eigen hand heeft, want deze 64.40 aren zijn ook langs de Meerdijk ge- legen. Bovendien is in de ruilover eenkomst de voorwaarde gesteld, dat de heer Schapendonk deze 25 aren niet aan derden mag doorver kopen, maar alleen aan de gemeente mag terugverkopen, zodat verdere woningbouw op deze grond buiten de gemeente om niet mogelijk is. Overigens is de reconstructie van de Meerdijk zo gepland dat t.b.v. wegverbreding geen grond van de heer Schapendonk behoeft te wor den teruggekocht. De voorzitter be toogde tenslotte met klem dat deze grondruil in geen enkel opzicht de toekomstige ontwikkelingsplannen rond de Meerdijk in de weg staat, want de gemeente heeft in de ruil overeenkomst alle voorzieningen getroffen om deze ontwikkeling in eigen hand te houden. Ook wees de voorzitter er nog op dat de recon structie van de Meerdijk geen onge wisse zaak, maar een vastomlijnd reeds definitief vastgesteld plan is. De uiteenzetting van de voorzit ter werd nog eens door de beide wethouders onderstreept, terwijl ook de heer van Oss opmerkte dat de gemeente door deze ruil in geen enkel opzicht schade zou lijden. Desondanks wilde de raad er niet aan en het slot van de discussies was dan ook dat de heer Duijvelaar zijn voorstel, om deze ruil aan te houden tot na de reconstructie van de Meerdijk, in stemming gebracht wilde zien. Met 10 tegen 6 stemmen ging de raad met dit voorstel ak koord. OPENBARE SCHOOL Het voorstel tot verkoop van 1295 m2 grond aan de Irenestraat aan het kerkbestuur van de paro chie St. Jan t.b.v. de bouw van een jeugdhuis bracht een geheel ander object ter sprake, namelijk de open bare lagere school. De heer Kem perman namelijk noemde dit voor stel „een klap in het gezicht van hemzelf en wellicht ook van vele andere raadsleden". De heer Kem perman betoogde dat hij destijds van het Zuióen Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij Antoon Tielen HoofdredacteurJAN TIELEN Gironummer 50798 Dit blad verschijnt 2 x per week Abonnement 22 cent per week per kwartaal f 2.85 f 3.10 franco p.p. Advertentieprijs 10 cent per m.m. Contract-advertenties speciaal tarief. Opgericht 1878. Bureaux: Grotcstraat 205, Waalwijk - Tel. 04160 -2621 KaatsheuvelDr. van Beurdenstraat 8 - Tel. 04167 - 2002. Telegram-adres „Echo' TELEFOON 04160-2817

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1960 | | pagina 1