een Ie of 2e klas zetter
een leerling
NEERLANVIA
Stahl
FABRIEKSPERSONEEL
Voor do kleine lezertjes
Luie kabouter Dikke Pom
s^-cboott(L-lzaalt}e.$
Waalwijkse Stoomdrukkerij Antooo Tieleo
AFWEZIG
NET MEISJE
een net meisje
nette winkeljuffrouw
KINDERFIETSJE
MARKTPRIJZEN
Johan van Engelen
'Ifwd'tSUA
fyvfaü-Uji-Tef.lfy
LASSERS
LEERLING LASSERS
FA. WED. J. VERHULST EN ZN.
MACHINEFABRIEK
STANZER
LEERLING- STANZER
HULP IN DE HUISHOUDING
Schoenfabriek „ZISKA"
eerste klas OVERHALER
prima OVERLEDERSNIJDERS
en tevens THUISSTIKSTERS
VROUWELIJKE BEDIENDE
CHEMISCH REINIGEN
chemical industries n*v*
8
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 31 OKTOBER 1960
8
(Nadruk verboden).
Kabouter Pom woont in een bos
niet ver hier vandaan, maar je krijgt
hem maar héél zelden te zien. Ka
bouters zijn immers zó verschrikkelijk
klein I In dat bos staan een heleboel
kabouter-paddestoelen: rode met wit
te stippen, gele en blauwe met groene
randjes en zelfs rose met paarse
streepjes.
Kabouter Pom was heel erg dik;
zo dik, dat alle bosbewoners hem
dikke Pom noemden. Hij snoepte veel
te veel en iedere week moest hij naar
de kleermaker om zijn broek wijder
te laten maken en een stuk aan zijn
bloesje te laten zetten.
De kleermaker was een oud ka
boutertje met sneeuwwitte haren en
een sneeuwwitte baard. De andere
kabouters hebben altijd nog wel hier
en daar een paar bruine, zwarte of
gouden haren ertussen. Ja hoor,
sommige kabouters hebben, net als
sommige kinderen, ook wel eens gou
den haren. Domme kinderen zeggen
dan dat dat rode haren zijn, maar
rode haren zijn, net goud en nog veel
mooier dan zwarte, bruine of witte.
Dat oude kleermakertje schudde dik
wijls zijn hoofd.
„Pommeke, Pommeke", zei hij dan,
„het wordt tijd dat jij eens flink gaat
werken, dan wordt je tenminste niet
zo dik. Werken is de beste gymna
stiek. Je doet nu niets anders dan
lekkere dingen snoepen en op bezoek
gaan. In de ene paddestoel krijg je
een vingerhoed melk met een sneetje
krentebrood, in de tweede krijg je
een bloem waar je de honing maar
uit hoeft te lepelen en weer ergens
anders krijg je notedopjes met bra
mensap en suikerl"
Dikke Pom lachte maar. Hij vond
het allang fijn zo.
„Waarom ga je de boodschappen
voor Krentebroodje, de bakker, niet
bezorgen of voor Knakworst, de sla
ger?" mopperde Wimpie, de kleer
maker, „dan liep je de gehele dag en
werd je vanzelf magerder en boven
dien kon je ook nog
Klop, klop, klop, ging het op de
deur van de paddestoel.
„Kom maar binnen", riep Wimpie.
Schaterend van het lachen kwam
Springstaart, de eekhoorn, naar bin
nen gehuppeld. „Ik hoorde nog net
wat je tegen Dikke Pom zei, Wimpie,
maar als die dikzak één boodschap
moet doen, vraagt hij al of ik hem
even op mijn rug er naar toe wil
brengen. Ik moet er niet aan denken
wat er gebeurt als hij de boodschap
pen voor Krentebrood of Knakworst
moest gaan rondbrengen. Ik geloof,
dat hij dan al mijn broertjes en zus
jes en neefjes en nichtjes zou vragen
hem overal naar toe te brengen."
Dikke Pom moest er zelf om
lachen.
„Als jij maar geen spijt krijgt van
dat luie leventje", schuddebolde
Wimpie.
Springstaart had een prachtig
stukje stof bij zich. „Wil jij dat om-
naaien, Wimpie, het is voor Kolen-
pietje, die aan de rand van het bos
woont. Hij wordt volgende week hon
derd jaren en het moet een mooi
deurmatje worden. Alle kabouters,
eekhoorntjes en vogeltjes zullen hem
wel gaan feliciteren en dan wil hij
zijn huisje keurig in orde hebben, be
grijp je? Hij woont in een spiksplin
ternieuwe rode paddestoel met witte
stipjes".
„Ik zal het deurmatje zo mooi ma
ken als ik kan", beloofde Wimpie;
Kolenpietje zorgt ook altijd dat ik
goede kolen krijg voor mijn kacheltje
's winters. Kom het morgen maar ha
len".
Springstaart keek eens naar Dikke
Pom, die geduldig stond te wachten.
„Ik wilde je vragen of ik tot huis
op je rug mag zitten, we moeten toch
dezelfde kant uit?", vroeg Dikke
Pom.
„O, o, o," zuchtte Wimpie, „je
leert het nooit af op die manier".
„Vooruit dan maar weer", lachte
Springstaart, „maar vlug, want ik heb
haast".
Een paar minuten later stonden ze
al voor de paddestoel van Dikke
Pom. Springstaart veegde met zijn
staart door zijn snoet.
„Oef, wat heb ik het warm gekre
gen. Je wordt hoe langer hoe zwaar
der. O, kijk, daar heb je Ukkie ook!
Hoe staat het leven, Ukkie?"
„Och", zuchtte Ukkie, „hoe zou
het gaan? Zolang ik alleen thuis ben
gaat het goed, maar als die Dikke
Pom ook binnen is, heb ik bijna geen
plaats meer om de pantoffeltjes van
de kabouters te repareren. Als ik ge
weten had dat die Pom zo dik zou
worden, had ik hem nooit bij mij la
ten wonen."
„Stil maar Ukkie, morgen ga ik
op zoek naar een paddestoel voor me
zelf."
„Dat zeg je iedere dag", jammer
de het schoenmakertje, „maar je doet
niets anders dan snoepen of schom
melen op de takken van de bramen
struik."
Springstaart dacht diep na. „Ik
zou ook niet weten waar een lege
paddestoel staat op het ogenblik. Er
zijn er pas een heleboel stukge-
waaid".
„Bedankt voor het achterop zit
ten", riep Dikke Pom, en hij wandel
de op zijn dooie gemak naar de bra
menstruik naast Ukkie's huisje.
„Kom me maar liever helpen ko
ken", mopperde Ukkie, in plaats van
te gaan schommelen."
„Wat eten we", riep de dikzak en
hij wandelde zowaar terug naar de
paddestoel.
„Eikeltjessoep en kastanjepuré met
denne-appeltjes."
„Mmmmmmmm, heerlijk Ukkie",
lachte Pom en hij kietelde Ukkie in
zijn zij, zodat die ook moest lachen,
of hij wilde of niet.
Aan tafel vertelde Pom over het
feest van Kolenpietje. Ukkie was dol
op feestvieren en de oogjes van het
schoenmakertje glinsterden bij voor
baat al van pret. Ze spraken af, dat
ze voor Kolenpiet een heerlijke bra
mentaart zouden bakken.
„Maar ik draag haar", zei Ukkie,
„bij jou is zo'n taart niet veilig".
Op de dag van het feest bakte
Ukkie inderdaad een lekkere taart en
of hij wilde of niet, Pom moest hel
pen. Hij moest het meel en de suiker
wegen en de bramen wassen. Er kwa
men er natuurlijk ook de nodige in
Poms buik terecht, als Ukkie maar
even zijn rug had gedraaid.
Maar de taart kwam toch heel
huids in de oven.
„Hè, hè", zuchttte Dikke Pom,
„is dat werken, is dat werken." Hij
liet zich op een stoel vallen.
„Dat komt er van als je niet ge
wend bent iets te doen" lachte Ukkie
hem uit. „Vooruit ga je zondagse
pak aantrekken, dan kunnen we weg
zodra de taart klaar is."
Pom had alweer moeite zijn pakje
dicht te krijgen, maar gelukkig ging
het nog net. Hij had gezien, dat Ti-
nus, de buurman, al vertrokken was
met een fles heerlijke frambozen
limonade.
„Ik wou dat ik Kolenpietje was
vandaag", dacht de snoeperd en stie-
kümpjes klauterde hij bovenop de
paddestoel van Tinus. Daarop kon je
nog lekkerder schommelen dan op de
bramenstruik.
Toen Ukkie hem zag zitten, schrok
die zich een hoedje.
„Vandaag of morgen gebeuren er
ongelukken door dat geschommel van
jou op andermans huis", waarschuw
de hij. „Kom eraf en help me de taart
naar Kolenpietje dragen. Hij kan on
derweg wel afkoelen, maar owee als
je ervan durft te snoepen".
En daar stapten ze met z'n twee-
en. Halfweg was Dikke Pom al dood
moe en een honger dat hij had! Maar
Ukkie had geen medelijden.
„Wacht maar totdat we bij Kolen
pietje zijn. Daar kun je eten zoveel
je wilt en uitrusten zolang je wilt. Ik
ben niet van plan aan te komen als
het feest voorbij is." Zuchtend en
steunend liep Pom verder.
Daar hoorden ze muziek en op
eens kon Pom zowaar hollen. Van
uit de verte zagen ze al het versierde
huisje van Kolenpiet en de kabouters
die op hun fluitjes bliezen. Anderen
hadden van stevige blaadjes en spin-
newebben violen gemaakt en wie geen
instrument had, zong zo hard hij kon.
Met een diepe buiging reikten Uk
kie en Pom de taart over.
„Dank jullie wel, dank jullie wel",
lachte Kolenpietje. Hij voelde eens
met zijn vinger langs het randje en
likte hem toen af.
„Mmmmmm. Zo'n heerlijke taart
heb ik in mijn hele leven nog niet ge
proefd", en vlug pikte de honderd
jarige er een dikke braam vanaf.
„We zullen straks alles samen
heerlijk delen. Kom maar eens kijken
hoeveel heerlijks ik heb gekregen."
Kolenpiet toonde alle geschenken
aan zijn gasten. Dikke Pom stond te
watertanden toen hij het zag.
„Maar voordat ik het vergeet,
Pom denk eraan dat je niet op mijn
paddestoel gaat schommelen, want er
moeten hier en daar nog een paar
latjes gemaakt worden voor de ste
vigheid. Ik heb het zó druk gehad,
dat dat niet is klaargekomen."
„Zullen we spelletjes gaan doen en
dan gaan eten", stelde Tinus voor.
Iedereen vond het best behalve na
tuurlijk Dikke Pom.
„Dan duurt het zeker nog een half
uur voordat we iets krijgen? Dan ga
ik net zo lief ergens schommelen, wat
heb je aan dat gehol!"
En toen deed Dikke Pom iets echt
stouts. Ondanks de waarschuwing
van Kolenpietje klauterde hij boven
op de gloednieuwe paddestoel. De
andere feestvierders hadden het veel
te druk om op hem te letten. Trou
wens, toen hij eenmaal zat, kon nie
mand hem meer zien. Rondom de
paddestoel stonden een heleboel vlag
getjes. Zachtjes begon Pom te
schommelen. Hé, wat - schommelt
die heerlijk, lachte hij bij zichzelf,
nog heerlijker dan die van Tinus.
Dat is tenminste heel wat fijner dan
je moet te schreeuwen en te sprin
gen.
Een beetje harder schommelde hij
nog een beetjeEen paar
kabouters keken al eens naar boven.
Wiebelde die paddestoel of niet? Ze
wisten het echt niet zeker na de ap
pelwijn die Kolenpietje hun inge
schonken had. Maar vóórdat ze be
merkten, dat het niet de wijn was die
de paddestoel deed wiebelen, hoor
den de feestvierende bosbewoners een
harde slag en een nog harder ge
kraak. En daar lag Dikke Pom tus
sen de bramen- en kersentaarten, tus
sen de kapotte flessen appelwijn en
frambozenlimonade en hij wist niet
hoe hij er uit moest komen.
Van schrik durfde niemand zich te
verroeren. En Kolenpietje?
Die arme Kolenpietje! Toen hij
goed gezien had wat er gebeurd was,
rolden er dikke tranen over zijn wan
gen. Niet om de taarten en de wijn,
maar om z'n prachtig huisje. Hij was
immers al honderd jaren en kon toch
niet wéér opnieuw beginnen met bou
wen. Zijn benen waren niet meer zó
jong als die van de meeste andere
kabouters.
Dikke Pom was eindelijk opge
krabbeld. Z'n baard, z'n kousen, z'n
broek en z'n muts, alles plakte van
de suiker en het sap. Heel stilletjes
stond hij te kijken naar (je stukken
en de brokken die hij gemaakt had.
Dan stapte hij naar Kolenpietje.
„Luister Kolenpiet", bibberde zijn
stem. „Ik heb heel erg veel spijt van
wat ik gedaan heb, maar ik zal heus
zorgen dat alles in orde komt. Ik zal
Ukkie vragen of je zolang in mijn
plaats bij hem mag wonen, totdat ik
je huisje weer heb opgebouwd. Ik
zal Krentebroodje vragen om nieuwe
taarten te halen en die zal ik uit mijn
spaarpot betalen."
De bosbewoners waren allemaal
kwaad op Dikke Pom.
„Poeh, je bent altijd te lui om te
werken, dus dat huisje zal wel nooit
in orde komen", mopperden ze.
„Dat zal ik jullie laten zien", riep
Pom en hij begon meteen al het lek
kers wat nog te gebruiken was bij
elkaar te leggen op het mos, een eind
je verder.
Toen Kolenpietje en de anderen
zagen dat Dikke Pom het deze keer
werkelijk meende, gingen ze een eind
je verder het bos in en vierden ver
der feest zo goed en zo kwaad als het
ging.
En Dikke Pom? Dikke Pom heeft
gewerkt... gewerkt... totdat al z'n
broekjes hem te wijd waren gewor
den. Na drie dagen kon Kolenpiet
weer in zijn eigen huisje. Nooit had
Dikke Pom geweten, dat werken zo
goed kon zijn voor een kabouter. Hij
had de smaak te pakken en na de
paddestoel van Kolenpiet kwam een
oude vervallen, lekke paddestoel
voor hemzelf aan de beurt. En mooi
dat die werd! Zo mooi, dat alle ka
bouters bij hem kwamen als er aan
hun huisje iets te doen was.
Wij hebben een schitterende collectie
Monsterboeken gaarne ter inzage
Grotestraat 205 WAALWIJK
DONDERDAG 3 NOV. A. S.
L. S. M. VAN DAAL
arts
Waalwijk
Gevraagd
als hulp in de
huishouding
TE KOOP:
TE KOOP:
Wij hebben:
Drogisterij van Amelsvoort
Aan de Markt, Kaatsheuvel
Telefoon 2286
Voor spoedige indiensttreding gevraagd
Elzenweg 1,
Waalwijk
Lederimport T-R
Vraagt
en
hoog loon
Zich aan te melden
Antoniusstraat 50a Kaatsheuvel
GEVRAAGD
zo spoedig mogelijk
Drukkerij en kantoorboekhandel VERWIEL
99
99
Korvelseweg 265 Tel. 21697 TILBURG
ZOMERDIJKWEG 4-10
WAALWIJK
VRAAGT
plaatselijk* collega's nemen waar
GEVRAAGD:
voor 3 dagen per week
als hulp In de hulshouding
Adres; v. Brederodelaan 12,
WAALWIJK
Grotestraat 197, Waalwijk
Voor direct gevraagd:
In drogisterij
•nlge ervaring strekt tot
aanbeveling
Brieven onder no. 1778 bureau
dezer courant
OPROEP
Wat hebben jullie toch goeie
Icaas? en zo goedkoop I Waar
haal je die Woensdagmiddag
bij de KAASKEIZER
Wij hebben:
MAGICURL
Altijd prachtig gekruld haar
per flacon f. 1.75
2 buisjes f. 0.75
Drogisterij van Amelsvoort
aan de Markt - Kaatsheuvel
Telefoon 2286
In prima staat zijnd
leeftijd 4-7 jaar
Adres te bevragen bureau van
dit blad.
een 2 pers. eikenhouten ledi
kant met ressorten paardeharen
matras f. 1 00.-
een 2 pers. eikenhouten ledi
kant f. 50.-
een mahonie wastafel met
marmeren blad f. 25,-
diverse wasstellen a f. 10.-
mangel f. 1 5.-
AdresHogevaart 60,
Vrijhoeve-Capelle
te bevragen woensdag en don
derdag 2 en 3 nov. a-s, van
2-4 uur.
Bekendmaking aan alle
huisvrouwen
Woensdagmiddag de echte harde
boerenhampunt 30 prima saucis
25 prima varkensworst 30
paardenvlees 25 duurste 35
prima kaas 22 extra volvet 25
belegen volvet 28 alles 100
gram ook zoutloze kaas
gerookt spek 40 p. 500 gram
2 grote lekkere worsten 1,25
mager hachévlees bijna 1 kg. f.2
halve f.1
DE KAASKEIZER
Woensdag vin 14 tot 18 uur.
BOTER-KAAS-EIEREN
KOEKJES-CHOCOLA ENZ.
Deze week een zware KOOK-
WORST 300 gram, van 1,25
voor 89 cent.
Mgr. Zwijsenstr. Hoek Andreas
Zijlmansstraat Waalwijk.
JADE
de nieuwe huidbalsem. Puistjes
verdwijnen nu direct a f. 2.45
per grote tube.
(electrisch en autogeen)
Gunstige arbeidsvoorwaarden zoals:
loon volgens C.A.O. Groot Metaal, verhoogd
met Merit Rating toeslag
vergoeding van reiskosten en werkkleding
per 1 jan. 1 961 elke 4 weken 2 zaterdagen vrij
Wegens ziekte voor direct gevraagd:
voor dag of dag en nacht
In middenstandsgezin met 2 kinderen
Brieven onder no. 1777 aan het bureau van dit blad.
Grotestraat 197, Waalwijk, Telefoon 2574
Dlck-Flemmingstraat
GEVRAAGD:
Sprang- Capelle
voor spoedige indiensttreding
Aanmelden dagelijks aan de fabriek
na 6 uur n.m. Mgr. Völkerstraat 34, Kaatsheuvel
GEVRAAGD:
voor kantoor- en expeditiewerkzaamheden
op schoenfabriek te Waalwijk
Brieven onder no. 1779 aan het bureau van dit blad.
VOOR HET BETERE WERK