wAAlwijkse en LAnqstRAAtse couRAnt
De heer J, Timmermans te Waalwijk tot voorzitter gekozen
VRIJDAG 20 JANUARI 1961
84e JAARGANG No. 6
Randstad Holland bedreigt Brabantse arbeidsmarkt
„De Brabantse industrie wordt ernstig naar veler mening on
eerlijk - beconcurreerd door bedrijven in de Randstad Holland.
Naast hogere lonen, gemotiveerd door de hoogste loonklassen in
de metaalindustrie en hogere gemeenteklassen, komen daar ook
nog betaalde reisuren en vergoedingen voor pensiongelden en an
dere zaken voor. De Brabantse industrie tracht door tegenmaatre
gelen de bedrijven zo volledig mogelijk bezet ie houden. Hierdoor
ontslaan soms praktijken, welke de stemming onder de onderne
mers bijzonder geprikkeld maken."
Aldus de ondervoorzitter van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Noordelijk Noordbrabant te Waalwijk, de heer A. D.
C. Snels, in zijn jaarrede, welke hij in de vergadering van j.l.
maandag heeft uitgesproken. Naast deze bezorgde toon kon de
heer Snels toch echter ook optimistische geluiden laten horen en
wel in het bijzonder met betrekking tot de verkeersontsluiting van
het district van de Kamer. „Ten aanzien van de wegenaanleg in het
district van de Kamer bestaat voor het eerst sedert lang enige re
den tot tevredenheid, al blijven er nog tal van desiderata", aldus
de heer Snels.
Een belangrijk punt in deze vergadering was verder de verkiezing
van een nieuwe voorzitter in verband met het om gezondheids
redenen heengaan van de heer J. W. van Heesbeen als voorzitter
van de Kamer. Als nieuwe voorzitter van de Kamer werd gekozen
de heer Timmermans, die bij de in december van het vorig jaar
gehouden verkiezingen tot lid der Kamer was gekozen. Tot onder
voorzitters werden gekozen»de heren G. F. P. v. d. Assum (Don
gen), A. D. C. Snels (Dongen) en A. J. Wennekes (Kaatsheuvel).
Na de opening van de vergadering
werd door de heer Snels de volgende
jaarrede uitgesproken
KLEDING-VERHUUR
BRUIDSJAPONNEN, BRUIDSMEISJESJAPONNEN, en*.
en een ruime sortering gelegenheidskleding voor heren,
naar de laatste mode.
Bossche kleding-service
Vughterstraat 205 Tel. 34580 (na 19 uur 37491)
's- HERTOGENBO SCH
De heer J. Timmermans te
Waalwijk, die in de jaarvergade
ring van 1.1. maandag werd geko
zen tot voorzitter van de Kamer
van Koophandel en Fabrieken
voor Noordelijk Noordbrabant te
Waalwijk.
De heer J. Timmermans is di
recteur der Mij. van Verzekering
op 't Leven „Noord-Braband"
N.V. en bekleedt tal van functies
in 't openbare leven. Zo is hij o.m.
35 jaar bestuurslid en 28 jaar
voorzitterr van Waalwijks Belang;
vanaf de oprichting bestuurslid
der Streek V.V.V. Brabant-Cen
trum te Tilburg; President-Curator
van 't dr. Moller-college en lid
van 't algemeen bestuur van „Ons
Middelbaar Onderwijs" te Til
burg; penningmeester van het be-
stuur van 't Nationaal Museum
voor de Schoen- en leder-indu
strie; voorzitter van de Binnen-
en Buitenpolder van Waalwijk,
enz. enz.
Wij bieden de sympathieke 1
nieuwe voorzitter gaarne onze ge
lukwensen aan met deze belang
rijke benoeming en de Kamer met
haar keuze.
De tcho VM» het Zuióen
Uitgever
Waal wij kse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur: JAN TIELEN
Gironummer 50798
Dit blad verschijnt 2 x per week
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contract-advertenties: speciaal tarief
Opgericht 1878
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002
Telegram-adres „Echo"
Kamer van Koophandel Waalwijk
Optimistisch geluid o/er /erkeersontsluiting Noordelijk Noord-Brabant
d lal'
VERKEERSVERBINDINGEN
Het begint er naar uit te zien, dat lang
zaam maar zeker de ontsluiting van het
district der Kamer tot stand gaat komen.
De hiervoor zo belangrijke verkeersverbin
dingen hebben de aandacht van Rijks- en
Provinciale Overheid en deze belangstelling
begint op vele plaatsen zichtbaar te worden.
Een van de meest sprekende gebeurtenis
sen op dit terrein is het gereedkomen van
de brug over de Merwede bij Sleeuwijk.
Binnen enige maanden zal het Land van
Altena uit een reeds te lang durend isole
ment zijn verlost en kunnen beschikken over
een goede verbinding met het Westen en
Centrum van het land. De mogelijkheden
welke hiermede voor dit gebied worden ge
opend zijn talrijk.
Het is daarom bijzonder prettig, dat het
Streekorgaan voor het Land van Heusden en
Altena, nu de voor zijn werkzaamheden zo
nodige basis heeft gevonden en, naar de
Kamer met instemming heeft vernomen, tal
van activiteiten ontplooit.
In dit gebied staat ten aanzien van de
wegenaanleg echter nog meer te gebeuren.
Aan de rijksweg 27 Vianen - Gorin
chem - Breda wordt met voortvarendheid
gewerkt. Voor 1961 staan de voltooiing van
de aan de brug tussen Gorinchem en Sleeu
wijk aansluitende wegvakken en de omleg
ging bij Oosterhout op het programma.
Met deze weg werd in 1953 voor het
gedeelte Vianen - Gorinchem en in 1958
voor het gedeelte Sleeuwijk - Breda be
gonnen. De totale kosten zullen vermoede
lijk 58 miljoen gulden gaan bedragen, waar
in uiteraard niet zijn begrepen de kosten
van de brug bij Sleeuwijk. Het wegvak Via
nen - Gorinchem zal vermoedelijk in 1963
en het gedeelte Sleeuwijk - Breda (inclu
sief de rondweg om Breda) in 1965 gereed
zijn. Op de begroting van Verkeer en Wa
terstaat voor 1961 is voor de voortzetting
van de werkzaamheden aan dit laatste weg
gedeelte een bedrag van 6 miljoen gulden
uitgetrokken.
Ook aan de verbetering van de wegen
tussen Genderen en Dussen en tussen Dus-
sen en Hank wordt gewerkt en onvoorziene
omstandigheden voorbehouden, zullen ook
deze verbeteringen binnen niet al te lange
tijd gereed komen.
Nog door de nevelen der toekomst om
huld, zijn de mogelijkheden tot aanleg en
verbetering van wegen in het kader van de
ruilverkaveling in deze streek. Deze moge
lijkheden liggen thans meer dan ooit in het
verleden binnen het bereik. Van belang is
hierbij, dat de weg Tilburg - Waalwijk -
Sleeuwijk, op het Rijkswegenplan voorkomt.
Ook de verkeersweg door de Langstraat
begint vorderingen te maken. Het is nog
wel niet zo, dat een rit door de Langstraat
voor iedereen een onverdeeld genoegen is,
maar het doet wel prettig aan, dat men op
tal van plaatsen kan bemerken, dat de plan
nen voor deze weg niet langer in de kast
liggen. Dit geeft vertrouwen in de totstand
koming binnen het geplande tijdschema van
die gedeelten van deze weg, waar de vor
deringen niet spectaculair zijn of waar met
uitvoeringswerkzaamheden nog moet wor
den begonnen.
In Vlijmen is het grondwerk thans ge
reed. Met de bouw van de viaducten over
de omlegging Vlijmen is begonnen. Ook in
Waalwijk is men met de omlegging bezig.
Verwacht wordt, dat deze omleggingen nog
dit jaar gereed zullen komen en dat de
werkzaamheden aan het gedeelte Waalwijk
- Raamsdonksveer in 1963 geëindigd zul
len zijn.
Met de bouw van de brug over de Donge
bij Geertruidenberg worden ook goede vor
deringen gemaakt en wat het gedeelte tus
sen Geertruidenberg en de weg Breda -
Moerdijk tenslotte betreft, bestaat de ver
wachting, dat de bestaande plannen even
eens binnen afzienbare tijd gerealiseerd zul
len kunnen worden.
Al met al bestaat er ten aanzien van de
wegenaanleg in het district van de Kamer
thans voor het eerst sedert lange tijd enige
reden tot tevredenheid, al blijven er nog tal
van desiderata.
Voor een gunstige economische ontwik
keling van een streek zijn goede wegen van
groot belang, zo niet onontbeerlijk.
Het ziet er naar uit, dat het district van
de Kamer binnen redelijke tijd van deze
verbindingen zal zijn voorzien. Dan zal hier
een centraal gelegen, gemakkelijk bereik
baar gebied zijn ontstaan, met een reeds
op industrisringestelde bevolking en - wat
in deze ook van belang is - een grote
reeks van recreatiemogelijkheden.
Allerwege zal men zich daarop nu reeds
dienen in te stellen en het komt mij uiter
mate gewenst voor, dat Overheid en be
drijfsleven beginnen met het maken van
plannen voor een benutting van alle moge
lijkheden.
Hierbij zullen ongetwijfeld tal van pro
blemen ontstaan, maar vele moeilijkheden
zullen wellicht vermeden kunnen worden,
indien thans reeds beraad en overleg
plaats vindt.
Hierbij mag niet vergeten worden, dat
de economische integratie van Europa steeds
verder voortschrijdt. Dat deze integratie,
aan de politieke noodzaak waarvan niet ge
twijfeld kan worden, zonder meer economi
sche voordelen zal afwerpen, denkt geen
zinnig mens. Het is bekend, dat men zich
in verschillende bedrijfstakken zorgen
maakt over de ontwikkeling. Ik vraag me
echter af, of men hierbij niet teveel uit
gaat van de tegenwoordige situatie en of het
dan niet zoveel te meer noodzakelijk is, dat
men zich heroriënteert en beraadt over
maatregelen, welke de nadelen niet alleen
tot een minimum zullen beperken, maar
zelfs veranderen in voordelen.
Ik ben me bewust het misschien erg sim
plistisch te stellen, maar ik kan mij niet aan
de indruk onttrekken, dat veel weerstanden
tegen dit nu eenmaal onvermijdelijk gebeu
ren voortspruiten uit overwegingen, die bij
nadere beschouwing voor wijziging in een
meer positieve zin vatbaar zijn.
Het is wel gewenst, dat het bedrijfsleven
de nodige tijd krijgt voor aanpassing aan de
veranderde toestanden. Onverwachte ver
snellingen van het integratieschema kunnen
daarom - zeker wanneer deze niet uitge
sproken economische doeleinden nastreven
- het bedrijfsleven voor moeilijke situa
ties plaatsen.
Ik meen het bij deze enkele opmerkingen
te moeten laten. Het is niet mijn bedoeling
hier een uitvoerige handleiding te geven
voor de te volgen gedragslijnen. Dit zou
trouwens ook niet mogelijk zijn. Meer dan
een eenvoudige richtlijn voor het bepalen
van de gedachten mag men er dan ook niet
uithalen.
VOORLICHTING
Na deze beschouwing terugkerend tot
meer alledaagse zaken, zou ik graag nog
even Uw aandacht vragen voor een werk
zaamheid van de Kamers van Koophandel,
welke na in het verleden wel eens in de
verdrukking te zijn geweest - thans meer
en meer in de belangstelling komt. Ik be
doel hiermede het verstrekken van handels
voorlichting door de Kamers.
In de laatste jaren hebben vele Kamers
zich beraden omtrent haar taken. Hierbij is
gebleken dat een zich meer toeleggen op
voorlichting - gelegen buiten de reeds ge
bruikelijke voorlichting op het gebied van
vestigingswetten en handelsregister - zou
kunnen leiden tot een beter benutten van
het apparaat van de Kamers.
De Kamers beschikken over tal van in
lichtingen, welke voor het bedrijfsleven in
haar districten van waarde kunnen zijn.
In de kringen van de Kamers is men
reeds begonnen met een inventarisatie van
de bronnen van de inlichtingen van de Ka
mers. Dit heeft naar is gebleken verhelde
rend gewerkt en geleid tot een samenwer
king welke zich in de toekomst wellicht ook
tot andere zaken zal kunnen uitbreiden.
Het is verheugend te kunnen vaststellen,
dat de mogelijkheden van service welke de
Kamer kan bieden bij het bedrijfsleven in
het district van de Kamer meer en meer be
kend worden.
SCHOENINDUSTRIE
De schoenindustrie in het district van de
Kamer kan in het algemeen terugzien op
een redelijke gang van zaken in 1960 met
produktiestijgingen en omzetverhogingen,
maar toch ook met verschillende grote
moeilijkheden.
Door de abnormale stijging van de hui-
denprijzen in 1959 en de daarop gevolgde
reactie aan het einde van dat jaar, was er
in het begin van 1960 weinig vertrouwen
in de markt. De schoenwinkeliers gaven
traag kleine orders, zodat vele bedrijven in
de maanden februari tot en met mei short
time hebben moeten werken. Indien men er
,rekening mede houdt, dat voor iedere week,
'dat op halve capaciteit moet worden ge
werkt, de winst van één maand vrijwel ge
heel verdwijnt, dan is het duidelijk, dat het
eerste halfjaar 1960 voor vele bedrijven niet
bepaald gunstig is geweest. Daarbij komt
nog, dat door de lagere huiden- en leder-
prijzen verliezen op grondstoffen en voor-
raden-eindprodukt niet steeds vermeden
konden worden. In mei 1960 trad echter
een krachtig herstel in, zodat het tweede
halfjaar 1960 een zeer grote bedrijvigheid
gaf. De te kleine inkopen van het voorjaar
door de schoenhandel, veroorzaakt door de
dalende prijzen, en geheel nieuwe mode
kleuren, werden in de zomer gevolgd door
grotere bestellingen voor het najaar en
frequentere nabestellingen, zodat de schoen
industrie de orderstroom nauwelijks kon
verwerken.
De produktie bereikte hierdoor in het
tweede halfjaar een rekordhoogte. Het is
echter niet te verwachten, dat deze extra
bedrijvigheid voor alle bedrijven de win
sten tot een normale hoogte heeft weten op
te voeren.
In het algemeen is men echter over de
gang van zaken in 1960 wel tevreden.
Er bestaat aanleiding thans iets langer
stil te blijven staan bij een probleem, dat
overigens niet alleen de schoenindustrie
maar het gehele bedrijfsleven grote moei
lijkheden heeft bezorgd, n.l. de situatie op
de arbeidsmarkt. De concurrentie hier is
uitzonderlijk groot. De Brabantse industrie
wordt ernstig - naar veler mening oneer
lijk - beconcurreerd door bedrijven in de
Randstad Holland. Naast hogere lonen, ge
motiveerd door de hoogste loonklassen in
de „metaalindustrie" en hogere gemeente
klassen, komen daar ook nog betaalde reis
uren en vergoedingen voor pensiongelden
LEDERINDUSTRIE
Ten aanzien van de gang van zaken in de
lederindustrie kan worden opgemerkt, dat
zich in de loop van 1960 één gestadige da
ling van de prijzen van ruwe huiden vol
trok. Gedurende de laatste maanden van hei
jaar stegen de prijzen weer. Alhoewel de
huidenmarkt dus in het algemeen een da
lende tendens vertoonde, bleek toch telken
male, dat het huidenmateriaal beschikbaar
voor overleder krap is, zodat zich herhaal
de malen scherpe schommelingen voorde
den. In het algemeen is het voor de leder
industrie onmogelijk geworden deze soms
onverwachte en scherpe stijgingen door te
berekenen, terwijl tengevolge van de grote
concurrentie prijsdalingen van het ruwe
materiaal onmiddellijk in de prijzen verdis
conteerd moeten worden.
Behalve de vermelde moeilijkheden met
overledermateriaal vond de aanvoer van
grondstoffen vrij regelmatig plaats.
De looistoffen- en hulpstoffenvoorziening
heeft in 1960 geen bijzondere moeilijkheden
opgeleverd. Door het wegvallen van een ex
portheffing van 20 op Argentijns que-
bracho-extract is er in de looistoffensector
een uitermate scherpe concurrentie ontstaan,
welke beduidende prijsverlagingen teweeg
bracht.
Door verdergaande mechanisatie kon de
produktie in vele bedrijven verder worden
opgevoerd. Vanwege de verminderde vraag
naar kalfsleder, vooral kalfssuède, werd de
produktie van boxcalfs en kalfssuède in eni
ge bedrijven voor een groot deel ingekrom
pen en werd overgeschakeld op de produk
tie van rundbox.
De personeelsvoorziening schept ook hier
nog altijd grote problemen - ik zal dit nog
vele malen voor andere bedrijfstakken moe
ten herhalen - en vooral het aantrekken
van jeugdige werknemers blijft voor de ge
hele lederindustrie een vraagstuk.
Door de aanstaande arbeidstijdsverkor
ting hebben vele bedrijven zich in 1960
voor hogere investeringen dan normaal ge
plaatst gezien. Het uiteindelijk rendement
van deze investeringen in de toekomst is
echter enigszins twijfelachtig. Omdat niet
aan te nemen is, dat het loonpeil nu gesta
biliseerd is en dat het aanbod van arbeids
krachten groter zal worden, zal ook in de
toekomst de noodzaak van verdere ver
grote investeringen niet vermeden kunnen
worden. Gepaard aan de structurele over
capaciteit in de lederindustrie geeft dit geen
aanleiding tot groot optimisme.
De zoollederindustrie heeft een jaar ach
ter de rug van zeer wisselende bedrijvig
heid. De teruglopende huidenprijzen, ge
ringe vraag en scherpe onderlinge concur
rentie noopten vele bedrijven tot inkrim
ping van produktie. Verschillende bedrijven
schakelden gedeeltelijk om op overleder en
technische ledersoorten.
Toen medio 1960 de lederprijzen onge
veer op het niveau van 1958 waren beland
kwam er meer belangstelling uit binnen- en
ook buitenland. Tegen het einde van het
jaar kon van een behoorlijke gang van za
ken worden gesproken.
De lederindustrie voorziet zich de laatste
tijd voor een belangrijk gedeelte met West-
Europese huiden. Argentinië en Afrika heb
ben inmiddels hun prijzen aangepast zodat
deze import herneemt.
Ongetwijfeld zal 1960 opnieuw enige pro-
duktieverlaging te zien geven met en voor
en andere zaken voor. De Brabantse indu
strie tracht door tegenmaatregelen de be
drijven zo volledig mogelijk bezet te houden.
Hierdoor ontstaan soms praktijken welke de
stemming onder de ondernemers bijzonder
geprikkeld maken.
De wijze waarop de 45-urige werkweek
wordt ingevoerd, geeft eveneens aanleiding
tot tal van klachten.
Het zou - zo hoort men vrijwel overal
- beter zijn geweest, indien de 45-urige
werkweek voor alle bedrijfstakken in b.v. 3
etappes van 3 maanden was ingevoerd.
Nu één bedrijf op 1 januari 1961 wel kan
beginnen met arbeidsverkorting maar een
ander niet, kan bij. de huidige krappe ar
beidsmarkt een personeelsverloop ontstaan,
waardoor de reeds bestaande moeilijkheden
nog worden vergroot. De productiviteits
norm welke voor arbeidstijdsverkorting
wordt gehanteerd, wordt door velen irreëel
geacht. Bedrijven, die niet steeds onmid
dellijk kunnen overgaan tot grotere produk-
tiviteit door grotere efficiëncy en harder
werken, kunnen zich in het tegenwoordige
economische bestel moeilijk staande hou
den.
In het onlangs door het Economisch So
ciologisch Instituut te Tilburg gepubliceer
de rapport over de gevolgen van de Euro
pese integratie voor de Nederlandse schoen
en lederindustrie wordt er met nadruk op
gewezen, dat deze integratie vrijwel zeker
zal leiden tot een verscherping van de con
currentiestrijd, waarbij getracht zal moeten
worden door kostenverlagingen een betere
concurrentiepositie te verkrijgen. Verwacht
wordt, dat de ondernemers daarbij zullen
trachten de mogelijkheden te benutten, wel
ke liggen in een modernisering en rationa
lisatie van het produktie-apparaat. Gewezen
wordt op de noodzaak tot grotere onderlin
ge samenwerking al dan niet gepaard gaan
de met concentratie van bedrijven, om hier
door over te kunnen gaan tot een grotere
automatisering en grotere specialisatie.
Door de spanningen op de arbeidsmarkt
en de gevolgen hiervan voor het bedrijfs
leven, waarvan ik er enige schetste, ont
staat wel een bijzonder slecht klimaat voor
de toch zo noodzakelijke voorbereiding op
de tot standkoming van een gemeenschap
pelijke markt.
vele bedrijven ongunstige uitkomsten.
Met de ruimere binnen- en buitenlandse
vraag gaat deze bedrijfstak 1961 echter met
iets meer vertrouwen in, al blijven voor de
toekomst nog vele problemen bestaan."
Met betrekking tot de overige industrieën
valt uit deze jaarrede het volgende te ver
melden
LEDERWAREN. Ook in de lederwa-
renindustrie is het personeelstekort een
groot probleem; het is misschien zelfs het
grootste vraagstuk waarmede men te kam
pen heeft. Er is geen aanbod van nieuwe
werkkrachten en daarnaast is het uiterst
moeilijk dë arbeiders, die men in dienst
heeft, te houden.
De omzet in luxe lederen handschoenen
loopt in het algemeen steeds meer terug. Als
oorzaken hiervan worden o.a. genoemd de
vervanging van lederen handschoenen door
handschoenen van textielstoffen en de im
port van buitenlandse handschoenen tegen
zeer lage prijzen. Het is voor de Neder
landse handschoenenindustrie nog maar wei
nig lonend handschoenen te vervaardigen,
daar men hier veelal zelfs niet kan produ
ceren voor de prijzen, waarvoor deze arti
kelen uit het buitenland kunnen worden in
gevoerd. De toekomst wordt voor deze be
drijfstak dan ook steeds minder rooskleurig.
Ook de vraag naar motorhandschoenen,
-wanten en -kleding loopt ieder jaar terug.
Verschillende fabrikanten van lederen jas
sen hebben de produjetie hiervan gestaakt,
om andere meer gevraagde artikelen te
vervaardigen.
De omzet in we'rkhandschoenen en be-
schermings-artikelen is niet noemenswaard
veranderd. Er blijft een vrij constante vraag
bestaan. Het aantrekken van de lederprij
zen gedurende de laatste jaren heeft wel ve
le kleinere, nauwelijks rendabele, bedrijfjes
doen verdwijnen.
Voor suède-kleding bestond in 1960 weer
een goede markt; deze kleding is van mo
de-artikel een gebruikelijke dracht gewor
den. Het gehele jaar door was er meer
vraag dan aanbod. Export van suède-kle-
ding, waarvoor in het buitenland wel be
langstelling bestaat, was dan ook in vele
bedrijven door de niet-verzadigde binnen
landse vraag niet mogelijk.
Naast de vraag naar suède kleding ont
wikkelt zich, zij het langzaam, ook een vraag
naar kleding van gladleder. Dit artikel
wordt door de grote modecentra sterk ge
pousseerd en de verwachting bestaat dat de
vraag nog zal toenemen.
METAALINDUSTRIE. In de metaal
industrie heeft zich in het algemeen in 1960
een verdere groei van de orderportefeuille
ontwikkeld. De ijzerprijzen waren het ge
hele jaar stabiel, zodat het prijsniveau van
de eindprodukten in deze sector practisch
ongewijzigd is gebleven. De export ontwik
kelde zich bevredigend. Voor de metaal
industrie is de splitsing van Europa in Euro-
markt- en EFTA-landen bijzonder teleur
stellend.
De personeelsvoorziening blijft in deze
bedrijfstak in het district van de Kamer on
veranderd moeilijk. De allerwege bestaande
tekorten aan arbeiders worden geweten aan
de onmogelijkheid voor de arbeiders in de
werkgemeenten geschikte woonruimte te
vinden en aan het wegzuigen van arbeids
krachten door de Randstad Holland.
Voor de scheepsschroevengieterij, de wal-
serij en de gieterij is 1960 in het algemeen
een bevredigend jaar geweest.
De machonefabrieken melden voor 1960
een grotere drukte dan in voorgaande ja
ren. Door de groei van het aantal orders
moesten langere levertijden dan normaal
worden gevraagd.
De scheepswerven in het district van de
Kamer waren in het algemeen goed van
orders voorzien en verwachten, dat de goe
de gang van zaken in 1960 zich ook in 1961
zal voortzetten.
De apparatenfabrieken hebben zich tot
het uiterste moeten geven om de steeds
groter wordende toevloed van binnen- en
buitenlandse orders te verwerken. Ondanks
de krappe arbeidsmarkt kon in de hierdoor
ontstane omvangrijke behoefte aan perso
neel grotendeels worden voorzien. De voor
uitzichten voor 1961 zijn zeer gunstig.
De metaa, warenfabrieken melden een
niet onbevredigende gang van zaken in 1960
en verwachten een vrij gunstige ontwikke
ling in 1961.
FOURNITUREN. De fourniturenindu-
sfrie ziet terug op een gunstig jaar 1960,
waarin aan de stijgende vraag niet steeds
kon worden voldaan.
CARTONNAGE. De cartonnagefabrie-
ken, welke in het district van de Kamer
vrijwel in hoofdzaak werkzaam zijn voor de
schoen- en lederindustrie, konden het eerste
kwartaal van 1960 de orders wel aan, doch
geleidelijk aan is het daarna zo druk ge
worden, dat door het personeelstekort moei
lijkheden bij de aflevering ontstonden en
zelfs orders moesten worden afgezegd.
CONFECTIEINDUSTRIE. De confec-
fie-industrie meldt, dat 1960 een zeer gun
stig jaar is geweest voor deze bedrijfstak.
Belangrijke omzetstijgingen konden worden
behaald door uitbreiding van het produk
tie-apparaat.
Op een enkele uitzondering na werden
moeilijkheden ondervonden door het voort
durende tekort aan geschoolde en ervaren
arbeidskrachten.
ZUIVELFABRIEKEN. Bij de zuivelfa
brieken liep de melkaanvoer, die in het be
gin van 1960 een recordhoogte bereikte,
door de zeer natte zomer en het evenmin
droge najaar aan het einde van het jaar
even terug, doch over het gehele jaar ge
nomen lag de totale aanvoer toch nog bo
ven die van 1959.
Door de laatste overheidsmaatregelen -
verhoging van het vetgehalte van de con-
sumptiemelk tot 3 en het vervallen van
de omzetbelasting op boter - is de ver
wachting gewettigd, dat in een volgend sei
zoen enige boterschaarste op zal treden.
BOUWNIJVERHEID. In de loop van
1960 nam de druk op het loonpeil weer toe,
terwijl ook in sommige opzichten de ma
teriaalpositie moeilijker werd.
Het slechte weer verhinderde soms een
vlotte uitvoering van de onderhanden wer
ken.
De meeste ondernemingen zijn redelijk
goed van orders voorzien. Het onderhouds
werk neemt echter, in verband met de
hoge. kosten, steeds meer af.
In 1960 heerste er in de sector water-,
cpoor- en wegenbouw een bijzondere acti
viteit, waardoor van de meeste bedrijven
vrijwel alle onderdelen ruimschoots van
werk waren voorzien.
De bijzonder slechte weersomstandighe
den hebben de onderhanden zijnde werken
nadelig beïnvloed. Ondanks het streven naar
een grotere spreiding van de verschillende
werken kon deze nadelige invloed niet steeds
geheel worden weggenomen.
Hoewel ook de min of meer gespannen
verhoudingen op de arbeidsmarkt tot enige
bezorgdheid aanleiding geven, wordt toch
in het algemeen de toekomst met enig op
timisme tegemoet gezien.
VEEVOEDER. De omzetten in de vee
voederindustrie en de graan- en meelhandel
waren in 1960 in het algemeen hoger dan
in 1959. De financiële resultaten daarente
gen zijn belangrijk minder. De oorzaken
hiervan zijn o.m.: de vrij sterke tot sterke
daling van de markt en de vrij sterke loons
verhogingen, welke maar voor een gedeelte
in de prijzen kunnen worden doorberekend.
Ten aanzien van de ontwikkeling van de
E.E.G. bestaat ook in deze bedrijfstakken
reden tot zorg, daar de krachtige positie
welke Nederland tot nu toe heeft kunnen
innemen door de verhoging van de prijzen
dan wellicht voor een groot deel verloren
zal kunnen gaan.
GRIEND EN RIET. Omtrent de gang
van zaken in de griend- en rietbedrijven
werd het volgende medegedeeld
De vraag naar alle soorten riet was in
1961 zeer bevredigend. De prijzen, welke
in het voorjaar nauwelijks lonend waren,
konden dan ook behoorlijk aantrekken tot
een redelijk peil. De voorraad riet was aan
het einde van het jaar geheel geruimd.
- r
In het algemeen was de toestand in deze
bedrijfstak in 1960 weinig bevredigend. Dit
geldt ook voor de personeelsvoorziening in
deze bedrijven. De oorzaken van de moei
lijkheden in de arbeidsvoorziening zijn deels
het aantrekken van arbeidskrachten door be
drijven in de Randstad Holland, deels door
de huidige regeling in de Wachtgeld- en
Werkloosheidswet.
Door het nijpende tekort aan arbeids
krachten wordt de griend- en rietculture
met de ondergang bedreigd, terwijl vele
vakbekwame arbeiders bij de Arbeidsbu-
reaux als werkloos blijven ingeschreven.
MEUBELINDUSTRIE. De meubelfa
brieken in het district van de Kamer mel
den een voortduring van de omzetstijging
en gunstige vooruitzichten voor 1961.
LEDERINDUSTRIE. Voor de handel
in leder heeft 1960 over het geheel een vrij
gunstig verloop gehad.
De daling van de huidenprijzen, welke
eind 1959 tot stiléiand was gekomen, werd
gevolgd door een korte stijging, waarna in
maart en april 1960 weer een daling viel
waar te nemen. Later in het jaar trokken
de huidenprijzen weer aan, waarbij de kalfs-
prijzen de grootste stijgingen vertoonden.
De lederprijzen schommelden met de hui
denprijzen op en neer.
De mode-invloed doet zich steeds meer
gelden. Hierdoor ontstaat meermalen een
plotseling opkomende en na korte tijd ook
weer plotseling wegvallende vraag, welke
aan de handel zeer hoge eisen stelt en deze
tevens voor grote risico's plaatst.
De pogingen, die in de Euromarktlanden
worden ondernomen om te komen tot een
coördinatie van de kleurkeuze per seizoen
worden dan ook van groot belang geacht.
Van enige invloed hiervan is thans echter
nog weinig te merken.
Door de snelle opleving van de vraag naar
schoeisel in het tweede halfjaar 1960 kwa
men lederfabrikanten en handelaren onder
druk te staan, waardoor langere levertijden
voorkwamen.
LOOISTOFFEN. In tegenstelling tot
voorafgaande jaren gaf 1960 in de looistof -
fenhandel veel prijsdalingen te zien. De af
schaffing van de Argentijnse exportbelas
ting, de grote quebrachovoorraden en het
streven van de quebrachoproducenten om
verloren markten terug te veroveren, leid
den in 1960 tot een toesplitsing van de
concurrentiestrijd. Dit resulteerde in een
aanmerkelijke prijsdaling van quebracho,
zodat deze looistof aan het eind van 1960
per eenheid goedkoper was dan b.v. mimo
sa en kastanje.
Mimosa en kastanje werden onder in
vloed hiervan ook in prijs verlaagd.
Andere extractsoorten - zoals eiken -
die de prijsdalingen niet konden volgen, spe
len thans op de Nederlandse markt prac
tisch geen rol meer. Voorts kan ook de ver
dere verlaging van de onderlinge invoer
rechten in de E.E.G.-landen op 1 januari
1961 ertoe leiden, dat een geleidelijke wij
ziging in het marktaandeel van de verschil
lende extractsoorten plaatsvindt.
Door het vermelde prijsverloop volgden
de lederfabrikanten in het algemeen een
voorzichtigere inkooppolitiek.
Gezien het wel zeer lage niveau dat de
prijzen eind 1960 hebben bereikt, valt te
verwachten, dat 1961 een jaar met minder
grote prijsfluctuaties zal worden.
FOURNITUREN. De fourniturenhan-
del ziet in het algemeen terug op een rede
lijk goed jaar. Enkele prijsverhogingen -
vooral voor rubberhoudende artikelen -
bleken noodzakelijk.
63