5S» wAAlwijkse en LanQStRAAtse couRant WAALWIJK jtsjMeiM in uitbreidingsplan Laageinde I m 1 kinderldeurboek IIW MENING De Verenigde Waalwijkse Slagers ct. WEEKREKLAME van 24 febr. t/m 2 maart 100 gr. GEBR. GEHAKT) 7II 100 gr. ONTBIJTSPEK *J TRIMBACH en 337 pa- Drommen van lijders aan Brandend Maagzuur GARAGE VAN MOSSEL VERHUUR BIJ ELK REUZENPAK VOETBALVERSLAG VRIJDAG 24 FEBRUARI 1961 84e JAAKUAinu j*o. xo De tcho van het Zuióen Abonnement 84e JAARGANG No. 16 HoofdredacteurJAN TMLJBN „nuouner 50798 b!ad versofaÜPt 2 x per week Abonnement 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p.p. Advertentieprijs: 10 cent per m.m. Dontract-idvert an tiesspeciaal tarief Telegram-adres „Echo" fl^iiiii 111 Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04Ï67 T«L 64160 - 2621 Bureaux: Grotestraat 265, Waalwijk Opgericht 0 i an ;t U altijd r: H.M1 'ongers ■s, Burg® /IJK VEN n, Waalwijkse gemeenteraad heeft 5 h in zijn vergadering van gister- Toiï bezig gehouden met de vast te ling van 22 straatnamen voor t 'u„e uitbreidingsplan Laagem- I In aansluiting op de reeds be- -taande naam „Thorbeckelaan «rd reeds eerder in principe be- 1 en hier een „staatsliedenbuurt scheppen. Door het college van b w. werden de volgende namen voorgesteld: van Hogendorplaan Mr G K. graaf van Hogendorp 11762—1834), vervaardiger van Schets van een Grondwet voor de kreenigde Nederlanden" welke tot Saad heeft gediend bij de tot standkoming van onze eerste Grond wet van 1814, was onder koning Willem I vice-president van de Raad van State; later afgezet, toen hij zich tegenstander toonde van het desüotische bewind van deze vorst; daarna kamerlid tot 1825. SchaepmanJaan Mgr dr. H. J. A. M. Schaepman (1844-1903) was de grote promo tor van de politieke eenheid der ka tholieken en van samenwerking met de anti-revolutionairen, welke coa litie hij nodig achtte om de over macht der liberalen te breken. Groot strijder voor algemeen kiesrecht en voor toepassing der pauselijke en cycliek „Rerum Novarum". Groot redenaar. N'olenslaan Colijnstraat Mgr. dr. W. H. Nolens (1860-1931) was een groot sociaal voorman, die zeer gezien was bij de arbeiders. Heeft in en buiten de Kamer krach tig geijverd voor sociale wetgeving. zijn lijders-al ,an de ene minuut op de andere. Dat doen dan zo'n paar Rennies. Bij de teute aanwijzing van overtollig maagzuur - en dat stijgt dan snerpend op, soms tot hoog in de keel - een of twee Rennies laten smelten op de tong. En dat is dan alles! Weg zuurland - weg pijn - weg zorgen van een verstoord maal of angst voor 'n nieuwe aanval, 'n Wonder wat Ren nies voor U doen. Niet zonder reden hou- den talloze zuurbrandlijders altijd een paar Rennies bij de hand, waar ze ook zijn. En zo smoren ze iedere brand in de kiem nog vóór hij goed kans krijgt uit te barsten. Voorzitter van de Hoge Raad van Arbeid en van de Mijnraad en had de eretitel Minister van Staat. van Karnebeeklaan Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek (1874-1942) werd in 1911 burgemees ter van Den Haag, was minister van buitenlandse zaken in het 1ste mi nisterie-Ruys de Beerenbrouck (1918 ■1922), het 2de ministerie-Ruys de Beerenbrouck (1922-1925), het 1ste ministerie-Colijn (1925) en in het 2de ministerie-de Geer (1926-1929). Vanaf 1921 voorzitter van de Vol kenbondsvergadering; kreeg in 1927 de rang van Minister van Staat en werd in 1928 benoemd tot Commis saris der Koningin in Zuid-Holland. Abraham Kuyperlaan Dr. Abraham Kuyper (1837-1920) richtte in 1872 „De Standaard" op en bewerkte mede de oprichting van het anti-schoolwétverbond, waarom heen zich de in 1878 opgerichte A.R.-partij zou ontwikkelen. In De Standaard ontwikkelde hij de par tijbeginselen. Kwam met velen in conflict in zijn strijd om deze be ginselen en in zijn politiek van scheiding. Hij was de man van het volk en van de „kleine luiden". Hij stond op de bres voor sociale wet geving. Was minister van binnen landse zaken, doch bemoeide zich sterk met de buitenlandse zaken (minister van buitenlandse reizen). Aalbersestraat Prof. mr. P. J. M. Aalberse (1871- 1948) was een bekwaam staatsman. In de opeenvolgende 1ste en 2de ministeries-Ruys de Beerenbrouck was hij onderscheidenlijk minister van arbeid en minister van arbeid, handel en nijverheid. Onder zijn ministerschap kwamen tot stand de Arbeidswet 1919, de Invaliditeits wet, de Ouderdomswet, de Raden- wet, de Warenwet 1919, de Gezond heidswet 1919 en de Vleeskeurings- wet 1919. van Maanenlaan Mr. C. F. van Maanen (1769-1846) bekleedde tijdens de Franse Tijd diverse hoge functies. Na de bevrij ding lid der Grondwetscommissie 1814 en 1815. Stond op de bres voor verwezenlijking van de eenheids staat door bestuurscentralisatie, het geen hij wilde bereiken door machtsconcentratie in handen van de vorst. Maakte zich in België voorgoed gehaat door ingrijpen der ^gering in de onderwijsinstellingen, trad in 1842 af als minister. Ruys de Beerenbrouckstraal Jhr. mr. C. J. M. Ruys de Beeren brouck (1873-1936) was in het 1ste, 2de en 3de naar hem genoemde mi nisterie (liggende in het tijdvak 1918-1933) minister van buitenland se zaken en minister van buitenland se zaken en landbouw. Onder hem kwam het vrouwenkiesrecht en de 8-urige werkdag tot stand, terwijl de woningbouw werd opgevoerd en salarissen en pensioenen aanzienlijk werden verhoogd. Zijn 3de minis terie bracht de Ambtenarenwet, de Winkelsluitingswet en de Arbeids- bemiddelingswet. WAALWIJK TEL. 04160-2519 AUTO- EN KAMPEERWAGEN- Coalitiepad Voor dit pad, de verbinding vor mende tussen twee lanen, te noemen naar Dr. Kuyper en Dr. Schaepman, wordt deze naam alleszins toepasse lijk geacht. van degenen, die in beduidende ma te vorm en gestalte gaven aan de partij van de arbeid, waarin het nieuwe socialisme een politieke bed ding vond. Werd minister van so ciale zaken in het mede naar hem genoemde ministerie-Schermerhorn/ Drees (1945-1946). Kreeg vooral naam door de bekende noodwet ou derdomsvoorziening („wetje van Drees"). Was minister-president en minister van algemene zaken in het lste ministerie-Drees (1948-1950), 't 2de ministerie-Drees (1951-1952) en 't 3de ministerie-Drees (1952-1956). Dr. Drees is de personificatie van de evolutie van het socialisme en vormt de verbinding tussen twee perioden in het socialisme. Daarom is zijn naam ofschoon de naam van een levend staatsman geko zen. Treubstraat Prof. Mr. M. W. F. Treub (1858- 1931) werd minister van landbouw, nijverheid en handel in het Kabinet- Cort van der Linden (1913-1918). Zijn als zodanig ondernomen arbeid aan de sociale wetgeving werd on derbroken door het uitbreken van de wereldoorlog 1914-1918. Nam toen de portefeuille van financiën over (Posthuma kwam aan land bouw, nijverheid en handel). Kweet zich op voortreffelijke wijze van z'n ministeriële taak door het totstand- brengen van de door de buitenge wone toestand vereiste economische en financiële maatregelen. Goeman Borgesiusstraat Mr. H. Goeman Borgesius (1847- 1918) was minister van binnenland- leer der Godssouvereiniteit verkon digt. Heemskerkstraat Mr. J. Heemskerk Azn. (1818-1897) en Mr. Th. Heemskerk Jzn. (1852- 1932). Mr. J. Heemskerk Azn. was mi nister van binnenlandse zaken in de mede naar hem genoemde ministe- riën v. Zuylen v. Nijevelt-Heems- kerk (1866-1868) en Heemskerk-van Lynden van Sandenburg (1874-1877) en het 3de ministerie-Heemskerk (1883-1888). Bracht in 1876 de ho ger onderwijswet tot stand, welke vrijheid bracht inzake oprichting van bijzondere hogescholen. Belang rijk was zijn aandeel in de totstand koming van de grondwetswijziging van 1887. Mr. Th. Heemskerk was minister van binnenlandse zaken in het naar hem genoemde kabinet-Heemskerk (1908-1913) en minister van justitie in het lste kabinet-Ruys de Beeren brouck (1918-1922). Was geen strij- dersfiguur of wetenschappelijk den ker, doch practisch politicus en scherpzinnig jurist. Donker Curtiusstraat Dr. Donker Curtius (1792-1864) werd minister van justitie in het tijdelijk ministerie-Schimmelpen- ninck (1848) en in het mede naar hem genoemde ministerie de Kem- penaer-Donker Curtius (1849). In die tijd tegenstelling tussen Thor- becke en Donker Curtius, die al lengs was afgegleden in de conser vatieve richting. Werd nog eenmaal minister van justitie in het minis terie van Hall-Donker Curtius (1853 -1856). Na het uiteenvallen van dit 25.000.- bij overlijden en 40.000.- bij invaliditeit (uitkeringen ineens). Hiervan werd aan de leden van het personeel der vrijwillige brandweer kennis gegeven bij schrijven van b. en w. van 22 maart 1954. Op 23 augustus 1958 is aan de brandweerman W. van Son in de uitoefening van zijn brandweerfunc- tie een ongeval overkomen, ten ge volge waarvan hij, wegens onvol doende bruikbaarheid van een zij ner benen, voor de uitoefening van zijn beroep van boswachter, invali de is geworden. Op grond van het door hem ontvangen schrijven van 22 maart 1954 meent de heer v. Son aanspraak te kunnen maken op een uitkering ineens van 40.000. In de polisvoorwaarden der N.V. „Providentia" wordt evenwel het 'verlies van 't gebruik van één been aangemerkt als gedeeltelijke invali diteit, rechtgevende op een uitke ring van 50% der verzekerde som voor invaliditeit, derhalve f 20.000.-. Dit bedrag werd dan ook van de verzekeringsmaatschappij ontvan gen en aan de heer van Son uitge keerd. De heer van Son heeft thans te gen de gemeente een eis in rechten ingesteld tot uitkering van het vol ledige bedrag van 40.000.of zo veel procent van dat bedrag als het percentage van zijn invaliditeit zal blijken te bedragen bij het instellen van een ter zake in te stellen des kundig onderzoek. B. en w. zijn van oordeel dat de gemeente tegen deze eis behoort op te komen en hebben de raad voor gesteld te besluiten tot verweer in rechte tegen de door de heer van Son ingestelde eis als vorenbedoeld. dat daarop diverse Drunense spe lers naar de „tros" stormden om zich in de debatten te mengen. Dat een speler in zijn op dat ogenblik begrijpelijke verontwaardiging de scheidsrechter tegen de grond ge duwd heeft is niet goed te praten, maar het is heel wat anders dan wat U, geachte verslaggever, heeft willen suggereren. De scheidsrech ter heeft dit alles goed aangevoeld, zodat het heel begrijpelijk is dat hij het doelpunt op advies van de grens rechter anuleerde en dat hij geen speler naar de kleedkamer verwees. 2e. Een volgende zin uit het ver slag: „Het spel werd hierdoor niet gemoedelijker, doch DVC hield moe dig stand". In alle eerlijkheid, geachte ver slaggever: Meent U dat? Zou U niet beter DVC door RKC kunnen vervangen? Een neutraal toeschou wer zou daar meer vrede mee heb ben. Ziet U de fouten van Uw eigen favorieten niet meer, omdat men er in Drunen een gewoonte van maakt te „voetballen" op een wijze zoals zondag j.l. gebeurd is? En komt het, geachte verslaggever, niet meer voor dat een ploeg die met normaal voet bal niet kan winnen naar andere buiten de sport en het fatsoen liggende middelen grijpt om de 2 punten in de meest militaire zin van het woord te „veroveren"? 3e. Ook deze zin komt in het verslag voor: de keeper van de gasten nam op een onsportieve manier de centervoor van Drunen voor zijn rekening". Geachte verslaggever: Als U kee per bent en er komt iemand als een wilde op U toestormen, waardoor U voor de keuze gesteld wordt: hij of Dr. H. Colijn (1869-1944), beheer de in het ministerie Th. Heemskerk Jzn. (1908-1913) vanaf 1911 de por tefeuille van oorlog. Als zodanig bracht hij tot stand een wijziging van de militiewet (1912), een land- weerwet en 'n landstormwet (1913) en een nieuwe legerorganisatie. In het 2e ministerie Ruys de Beeren brouck (1922-1925) werd hij in 1923 minister van financiën. Volgde als zodanig een politiek van sterke be zuiniging in uitgaven en verhoging van inkomsten door belastingverho ging ter bereiking van financieel evenwicht. Was minister van kolo niën in het 2de kabinet-Colijn (1933- 1935) en het 3de kabinet-Colijn (1935-1937) en minister van alge mene zaken in het 4de kabinet-Co lijn (1937-1939). Colijn's eenzijdige bezuinigingspolitiek kon op de duur geen bevrediging schenken. Toen ook op het onderwijs sterk werd be zuinigd, wat opheffing van vele scholen dreigde teweeg te brengen, lieten ook partijgenoten hem in de St66k Kort na de inval der duitsers be ging Colijn de fout, in een brochure „Óp de grens van twee werelden" uiting te geven aan de verwachting, dat Duitsland op het vasteland van Europa de grootste macht zou blij ven. Ten onrechte heeft men hierin een onvaderlandslievende houding gezien. In 1941 is hij door de duit sers gevangen genomen, werd te II- menau geïnterneerd en overleed daar plotseling in 1944. Dr. de Visserstraat Dr. J. Th. de Visser (1851-1932) trad in 1918 toe tot he tie ministerie- Ruys de Beerennbrouck en beheer de daarin het nieuw-ingestelde de partement van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Bracht als zo danig de lager onderwijswet 1920 tot stand, welke de financiële gelijk stelling bracht tussen de openbare en bijzonder eschool. Was ook in 't 2de ministerie-Ruys de Beeren brouck minister van o.k.w. (1922 1925). Schreef een standaardwerk „Kerk en Staat". Talmastraat Ds. A. S. Talm a (1864-1916) ijver de voor sociale hervormingen en vermeerdering van staatkundige rechten voor de arbeiders. Werd mi nister van landbouw, nijverheid en handel in het ministerie Th. Heems kerk (1908-1913). Het is in deze hoe danigheid dat Talma baanbrekend werk heeft verricht op sociaal ge bied. Dr. Dreesstraat Dr. W. Drees, geboren in 1886, was van 1907 tot 1919 als stenograaf in dienst der staten-generaal. Was voorzitter van de federatie Den Haag van de s.d.a.p. In de na-oorlog- se tijd stond hij mede aan het hoofd <//J se zaken in het ministerie Pierson- Goeman Borgesius (1897-1901), in welke functie door hem tót stand werden gebracht de leerplichtwet, de woningwet en de gezondheids wet. Bekleedde van 1913-1917 het voorzitterschap der tweede kamer. van Bossestraat Mr. P. P. van Bosse (1809-1879) was een onzer meest verdienstelijke financiers en zevenmaal minister. Aan zijn beleid is mede te danken de hervorming van het postwezen. Als minister en ook als kamerlid heeft hij geijverd voor hervorming van het belastingstelsel in de geest van afschaffing der accijnzen. Ir. Lelystraat Ir. C. Lely (1854-1929) kwam in het ministerie van Tienhoven-Tak van Poortvliet (1891-1894) aan het hoofd van het nieuw-ingestelde de partement van waterstaat, handel en nijverheid. Bekleedde dezelfde functie in het ministerie Pierson- Goeman Borgesius (1897-1901) en die van minister van waterstaat in het ministerie Cort van der Linden (1913-1918). Was vooruitstrevend liberaal. Zijn naam is verbonden aan de ongevallenwet 1900, de eerste wet op het gebied der sociale verzeke ring, de waterstaatwet 1900 en de zuiderzeewet. Lely was van 1920 1925 gouverneur van Suriname. de Savornin Lohmanstraat Jhr. A. F. de Savornin Lohman (1837-1924) heeft in het rechtse mi- nisterie-Mackay (1888-1891) gedu rende ruim 1 jaar het ministerschap van binnenlandse zaken bekleed. In 1894 treedt de Savornin Lohman uit de a.r.-partij en vormt de vrije an tirevolutionaire partij, in 1908 met andere groepen samengevoegd tot de christelijk historische unie. Was krachtig voorstander van financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder lager onderwijs. Bekend is zijn boek „Onze Constitutie", waarin hij de ministerie wegens innerlijke ver deeldheid, ging hij uit de politiek. Cort van der Lindenstraat Mr. P. W. A. Cort van der Linden (1846-1935) werd minister van jus titie in het ministerie Pierson-Goe- man Borgesius (1897-1901). Bracht als zodanig in 1901 de kinderwetten tot stand. Toen in 1913 de verkie zingen een linkse meerderheid op leverden en nochtans geen links mi nisterie kon worden gevormd door dat de s.d.a.p. weigerde ministers zetels te bezetten, vormde Cort van der Linden zijn „kabinet van de volkswil" (ministerie Cort van der Linden, 1913-1918), waarin hij zelf de portefeuille van binnenlandse zaken bezette. Onder dit ministerie kwam in 1917 de grondwetswijzi ging tot stand, welke dank zij t sluiten van een „godsvrede" tussen rechts en links zowel het alge meen kiesrecht en de evenredige vertegenwoordiging als de financië le gelijkstelling tussen de openbare en bijzondere school bracht. Piersonstraat Dr. N. G. Pierson (1839-1909) was minister van financiën in het mi nisterie van Tienhoven-Tak van Poortvliet (1891-1894) en in 't mede naar hem genoemde ministerie Pier- son-Goeman Borgesius (1897-1901). Bracht in zijn ministertijd belastnig- hervormingen tot stand en bevor derde de oprichting van het cen traal bureau voor de statistiek. Is wellicht onze grootste economist ge weest. (Wanneer binnenkort de nieuwe tot heden bijgewerkte plattegrond van Waalwijk, door Waalwijks Be lang wordt uitgegeven, zal men ook deze straten vinden aangegeven). INVALIDE BRANDWEERMAN PROCEDEERT TEGEN GEMEENTE Op 28 september 1956 werd door de gemeenteraad vastgesteld een regeling inzake verzekering van het personeel der gemeentelijke vrij willige brandweer. Deze regeling schrijft o.m. voor, dat het personeel der gemeentelijke vrijwillige brandweer voor rekening der gemeente tegen ongevallen en invaliditeit wordt verzekerd op de voet van door burgemeester en wet houders, de commandant der ge meentelijke vrijwillige brandweer gehoord, vast te stellen uitkeringen. Deze uitkeringen bedragen, ingevol ge een met de N.V. Algemene Ver zekering Maatschappij „Providen tia" te Amsterdam gesloten collec tieve ongevallenverzekering ten be hoeve van het brandweerpersoneel: BUSVERBINDING Naar aanleiding van „Uw Mening" in dit blad van 17 dezer over de bus verbinding, wil ik u het volgende vragen: Indien Waalwijk een trein verbinding had, dan zouden die vriend en die aardige schoonmoeder geen half uur hoeven te lopen. Wat betreft de fietsen die daar staan te wachten op de terugkomst van hun bezitters, dat komt omdat er geen fietsenstalling is. In Den Bosch, Til burg en Breda gaan ook honderden mensen met de fiets naar het sta tion, maar daar heeft men een fiet senstalling zoals vroeger hier, toen de trein nog reed. Wat betreft die bushalte dichter bij huis, we kun nen toch niet verlangen dat de bus door iedere straat komt, want dan wil ik de mening wel eens horen van de mensen die naar en van hun werk gaan. Vindt u het zo gek dat iemand uit Baardwijk, die in Drunen werkt, zijn fiets neemt? Ik zelf reis heel veel met de bus en de trein, maar ook in de trein moet men heel vlug zijn, wil je een zitplaats hebben. Een Waalwijker. Naar aanleiding van het verslag van de voetbalwedstrijd RKDVC RKC in de Echo van maandag j.l., zou ik gaarne enige opmerkingen willen maken. Ie. In het verslag stond letterlijk 't volgende: „Op dat moment kreeg hij (de scheidsrechter) een opdoffer van een van de gasten, zodat hij te gen de grond belandde. Na wat heen en weer geduw, was alles weer gesust en werd het spel tot ieders verbazing hervat met een scheids rechterbal in het doelgebied; dus geen doelpunt, en zonder ook maar iemand naar de kleedkamer te ver wijzen". Was het niet als volgt, geachte verslaggever? Een der Drunense voorhoedespe lers stompte de bal met de volle vuist naar het RKC-doel, iets wat 90% van de toeschouwers duidelijk gezien heeft. Toen werd de bal nog weggewerkt: is hij daarbij de doel lijn gepasseerd? Nadat de scheids rechter naar het midden had gewe zen, vlogen alle RKC-spelers naar hem toe: het bekende verschijnsel bij een doelpunt waar een luchtje aan zit, even normaal als het feit ik, wat zou U dan doen? Durft U vervolgens te zweren dat dit met opzet gebeurd is? De scheidsrechter heeft n.l. niets onreglementairs ge constateerd! 4e. De slotfase van het verslag luidt als volgt: „Al met al een wed strijd die veel beter gespeeld had kunnen worden als de gemoederen niet zo heet waren geweest en de spelers zich gedragen hadden zoals dat een sportman behoort". Zeer mooi geschreven, geachte verslaggever, en volkomen waar. Maar welke belangstellende lezer kan uit een verslag opmaken dat ook door de Drunense ploeg onspor tief gespeeld is? Van ons elftal wor den feiten genoemd met man en paard. Mag ik dan op deze plaats de lezer bekend maken met enkele DVC-daden? a. Toen onze midvoor op vrij brutale wijze gevloerd werd door de Drunense stopper, als gevolg waar van hij even later het veld moest verlaten, hoorde ik een andere DVC-achterhoedespeler zeggen: „Geeft niks, daar hebben we geen last meer van". b. Toen een Drunense achter hoedespeler een bal naar voren knalde, sprong een der voorhoede spelers op onze stopper toe, nota- bene nog vóórdat de bal in de buurt was, op een manier die mij 'n ogen blik deed denken: „Is er nou^ ineens een stier mee komen doen?" c. Na afloop van de wedstrijd heeft onze doelman een ernstige po ging gedaan heelhuids de kleedka mer te bereiken, waar in hij on danks enkele verwoede Drunense aanvalspogingen wonder hoven wonder geslaagd is. Ik zou U tot slot nog een raad willen geven, geachte verslaggever: Wanneer U een verslag schrijft, doe dat dan zo objectief mogelijk. Doe het anders nooit meer! F. PASSIER Eerste elftalspeler van R.K.C.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1961 | | pagina 5