dpaJit
Veertig jaar geleden werden de
gemeenten Baardwijken Besoijen
bij Waalwijk geannexeerd
BELEVENISSEN VAN SMIDJE VERHOLEN
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 8 JANUARI 1962
3
In tegenstelling met Waalwijk, dat altijd een deel van Brabant is
geweest, maakten Besoijen en Baardwijk tot 1815 deel uit van
Zuid-Holland Besoijen als een van de zes Zuid-Hollandse dor
pen, die ressorteerden onder het baljuwschap van Dordrecht, ter
wijl Baardwijk tot het land van Heusden behoorde. De grens tus
sen Brabant en Holland liep juist midden door de Waalwijkse to
ren, die vóór 1580 aan de westzijde van de tegenwoordige kerk
aan de haven stond. Het grondgebied Waalwijk met Gansoijen,
drong als een wig in Holland, zodat het Baardwijk oostelijk en Be
soijen westelijk liet liggen.
De grootte van Besoijen bedroeg in 1843, volgens „Statistiek Ta
bleau van de polders in Noord-Brabant", opgemaakt door de
hoofdingenieur van de Rijkswaterstaat 776 bunders, terwijl de
grootte van Baardwijk een totaal van 899 bunders telde. De gren
zen van eerstgenoemde gemeente waren Drongelen, Waalwijk en
s-Grevelduin-Capelle; de grenzen van Baardwijk Doeveren,
Oud-Heusden, Drunen, Loon-op-Zand en Waalwijk.
Doordat in 1765 de Baardwijkse Overlaat werd aangelegd, die
door het graven van de Nieuwe Maasmond (Bergse Maas) en het
kanaal van Den Bosch naar Gansoijen zijn bestaansrecht verloren
heeft, werd de binnen polder van Baardwijk weer enkele hectaren
verkleind.
BESOIJEN.
Het ontstaan van Besoijen, dateert
van ongeveer 1300, toen het werd ge
sticht door graaf Floris V of door
graaf Jan I. De eerste uitgifte als
ambachtsheerlijkheid geschiedde in
1339, toen graaf Willem van Hene
gouwen er Jan van Besoijen mee be
leende. Het woord Besoijen, vroeger
meestal Bysoeyen genoemd, is ge
vormd uit een samenvoeging van By
en oeyen (met de daartussen gevoeg
de euphonische s), het betekent ,,bij
grasland" (ooi of hooi). Tot onge
veer het midden van de vijftiende
eeuw bleef de heerlijkheid aan de
heer van Besoijen, maar in 1447
kwam het aan het geslacht van Van
Assendelft. In de daarop volgende
jaren verwisselde het verschillende
malen van eigenaar.
Waarschijnlijk kort na 1339 werd
het sterke kasteel van Besoijen, ach
ter het voormalige raadhuis gebouwd.
Het kasteel heeft daar 300 jaar ge
staan, maar in 1625 - het had reeds
veel geleden van de 80-jarige oorlog
- toen te Besoijen 40 huizen af
brandden, werd ook dat kasteel in
brand gestoken.
Een mijlpaal in de geschiedenis van
Besoijen was het stichten van de Her
vormde kerk in 1610, kort na het
sluiten van het twaalfjarig bestand.
Er ontstond een grote scheiding
tussen de bewoners, een derde ge
deelte werd Hervormd, maar het
grootste gedeelte bleef Katholiek. De
ze laatsten gingen tot 1648 in de
Waalwijkse parochiekerk aan de Ha
ven naar de kerk.
Gedurende het ruim 600-jarig be
staan heeft Besoijen talrijke rampen
door moeten maken, zoals overstro
mingen, dijkdoorbraken, branden etc.
De grootste ramp was de St. Elisa-
bethvloed van 17 op 18 november
1421, toen het dorp helemaal werd
overstroomd en verwoest en kort
daarna 1 kilometer meer naar het
Zuiden moest worden verlegd.
BAARDWIJK.
De stichting van de vrije heerlijk
heid Baardwijk dateert, evenals die
van Besoijen, van omstreeks 1300. De
betekenis van de naam is niet hele
maal duidelijk. In de loop van de vier
daarop volgende eeuwen ging ook de
ze heerlijkheid verschillende malen in
andere handen over. De oudste R.K.
kerk, toegewijd aan de heilige Cle
mens, dateert van vele jaren voor de
St. Elisabethvloed van 1421. Door
deze vloed hadden dorp en kerk veel
geleden, maar de toren, - waarvan
men zegt, dat het water bij die vloed
tot over de helft moet hebben ge
staan, - is overeind gebleven en
biedt nu nog een fraaie aanblik.
Rond 1900 werd de oude bouwval
lige kerk, die inmiddels aan protes
tanten noodgedwongen was afge
staan, gesloopt. In de 16e eeuw werd
het „Oud Mannenhuis" opgericht.
Vroeger schijnt deze gemeente ook
nog een adelijk slot, genaamd Val-
ckenoord, op zijn grondgebied gehad
te hebben. Uit het groot aantal wie
len, die in vroegere jaren in Baard
wijk hebben gelegen, mag men con
cluderen, dat deze gemeente meerma
len door dijkdoorbraken geteisterd is.
De gemeente Baardwijk heeft in
vroegere jaren het wapen van Heus
den aangenomen een wiel of rad
van keel op een gouden veld, maar
met dit onderscheid, dat Heusden een
achtspakig wiel bezit, terwijl dat van
Baardwijk zesspakig was.
.GROOT WAALWIJK' EEN FEIT
Eind 1921 werd in de Tweede Ka
mer een wetsontwerp ingediend, tot
vereniging van de gemeenten Waal
wijk, Baardwijk en Besoijen. In de
memorie van Toelichting vermeldde
de regering, dat de gemeenten Waal
wijk, Baardwijk en Besoijen, ten Zui
den van de Bergse Maas, in de z.g.
Langstraat gelegen, samen een na
tuurlijk geheel vormden, met een
eengebouwde hoofdstraat. De rege
ring beschouwde de streek als een nij
verheidscentrum, met een totaal aan
inwoners, gerekend naar de toestand
van 31 december 1920, van 8897, die
allen een gelijksoortige aard en op
vatting hadden.
Verder werd in deze memorie van
toelichting gezegd, dat de ingezete
nen sedert jaren samenwerkten in ver
enigingen en andere instellingen, bo
vendien werden de gemeenten Baard
wijk en Besoijen door Waalwijk van
gas, electriciteit en drinkwater voor
zien. Van het openbaar en bijzonder
onderwijs in Waalwijk, werd zowel
door de bewoners van Baardwijk als
Besoijen gebruik gemaakt.
De vereniging werd voorgesteld,
terwille van het algemeen belang, dat
vooral verbonden zou zijn aan vereen
voudiging van de 3 administraties en
besturen, ook omdat de economische
en sociale verzorging van de betrok
ken gemeenten, na de opheffing van
de belemmerende administratieve
scheiding, op eenvoudiger en doel
treffender wijze zou kunnen worden
behartigd.
Een maand na dit wetsontwerp,
kwam de regering met een nota van
wijziging van het wetsontwerp be
treffende de bovengenoemde vereni
ging van gemeenten. De nota stelde
voor, het tijdstip te verschuiven tot 1
januari 1923, zodat de betrokken ge
meenten meer tijd zouden hebben om
de nodige maatregelen te treffen, ter
wijl anderzijds, aan hen die niet in
dienst van de nieuwe gemeente zou
den overgaan, tijd werd gegeven uit
te zien naar een nieuwe betrekking.
Evenwel werd in het Staatsblad no.
1392 de wet opgenomen, waarin
stond vermeld dat de vereniging der
drie gemeenten zou geschieden op 1
januari 1922. Hiermee was de ver
eniging een feit geworden en werd 1
januari een historische datum voor de
gemeente Waalwijk.
WIELRENNEN
BINNENLAND
BELANGRIJKE
MEDEDELING
Met het oog op de invoe
ring van de 5-daagse werk
week in 't typografisch be
drijf op 1 januari en de
voortdurende groei van ons
abonnementental en de om
vang van ons blad, zijn eni
ge maatregelen noodzake
lijk.
le. In de toekomst moeten
de berichten, verslagen en
advertenties voor ons
MAANDAGNUMMER
uiterlijk in ons bezit zijn
ZATERDAGOCHTEND ne
gen uur.
Voetbalverslagen en an
dere berichten uiterlijk zon
dagavond (nacht). Plaatsing
zoals ruimte en tijd toelaat.
Voor ons nummer van
vrijdag, dat donderdagmid
dag wordt afgedrukt, moet
een en ander, ook adverten
ties, uiterlijk in ons bezit
zijn WOENSDAG 12 uur.
Wij moeten hieraan voort
aan streng de hand houden,
wil het ons mogelijk zijn
ons blad hier en buiten tij
dig te kunnen verspreiden
en vertrouwen op de mede
werking van corresponden
ten en adverteerders.
De Administratie
Nederland heeft dit voorstel met in
genomenheid ontvangen, doch Soe-
karno heeft geantwoord dat hij al
leen besprekingen voert als vooraf
overdracht plaats heeft.
Ondertussen heeft Soekarno de
mobilisatie in Oost-Indonesië gelast
en is men in Nieuw-Guinea op alles
voorbereid. Jammer is, dat men niet
beter is voorbereid. Alleen maar dat
onze vloot, die krachtig genoeg is,
in de wateren om Nieuw-Guinea
vertoefde.
„DER ALTE" 86 JAAR
„Der Alte von Rhoendorf", bonds
kanselier dr. Konrad Adenauer,
vierde vrijdag j.l. zijn 86e verjaar
dag. Hij is de oudste, nog actieve
staatsman ter wereld.
5).
Sinidje Verholen vond, dat er
geen enkele reden voor hem was
om nu op zijn dooie eentje in de
smidse achter te blijven. Ilij volg
de daarom het voorbeeld van
boer Gradus en liep ook zijn
werkplaats uit. Maar terwijl boer
Gradus naar links ging, de kant
van huis op, ging sinidje Verho
len naar rechts, de kant van do
herberg op. Dat was natuurlijk
niet zo verstandig, want we heb
ben in onze vorige verhalen ge
noeg kunnen lezen, waartoe dat
overmatige herbergbezoek alle
maal leiden kan. Maar goed, we
kunnen aan de loop van dit ver
haal toch niets veranderen en we
zullen de smid daarom rustig
volgen op zijn pad naar de Ver
gulde Zon. Dat was trouwens he
lemaal niet zo'n prettig pad voor
de smid. want Piet en Jopie van
de sigarenwinkelier hadden hem
al gauw in de gaten. „Daor gaot
zatte Verholen!" riep Piet uit.
„Kom Jopie, we gaon hem pes
ten!" Dat was natuurlijk niet
voor dovemansoren gezegd en
weldra dansten de twee rakkers
achter de arme Verholen aan. Ze
staken hun tong tegen hem uit,
trokken lange neuzen en zongen:
Sinidje Verholen, smidje
Verholen,
Zonder klanten en zonder kolen,
Zonder ijzer en zonder lood,
Ach, was smidje Verholen
maar dood!
Nu wil het feit, dat de meeste
mensen er niet erg op gesteld
zijn met dit soort liederen toege
zongen te worden. Het is dus be
grijpelijk, dat onze smid daar al
evenmin van gediend was. Hij
draaide zich om naar zijn kwel
geesten, schudde zijn zware vuis
ten en schold ze de huid vol. Dat
hielp echter niet veel, want het
getier en gejoel werd er nog er
ger op. Nu werd Verholen eerst
recht kwaad. „Akelige, miskleu
rige bolknakkies!" riep hij uit.
„Beschimmelde stukken dekblad!
W... wacht maar, ik z... zal jul
lie!" Maar wat hij zou, dat zei hij
niet meer, want in zijn pogingen
achter de twee kwajongens aan
te rennen, lieten zijn stuurloze
benen hem in de steek. Pats...!!
Daar sloeg hij voorover op de
grond tot groot vermaak van de
achtenswaardige Piet en Jopie.
„De smid gaot dubbeltjes zuuken
veur 'n borrel!" gierde Jopie.
Doch Piet maakte het nog een
beetje erger. Die gebruikte name
lijk de smid als bok en sprong
brutaal haasje-over!
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
DE JEUGD VAN
TONY
ROMAN
door
A. v. ENGELEN
10)
Maar goed: de liefde van Marietje,
haar échte liefde, dié kan nog voor
Tony zijn!
Hoor je dat, gelukskind? Haar lief
de, voor jou! Alleen: je zult dan af
stand moeten doen van je oude idea
len! Is de prijs te hoog?
Het geeft een zware strijd. Maar
nóg erger zal het worden; ook het li
chaam meent rechten te hebben! Be
koringen komen zijn gedachten ver
troebelen met voorstellingen van din
gen, die hij vroeger wel zag bedrij
ven door andere jongens en die hij
dan vrij onbetamelijk vond, doch die
hij nu zelf óok best zou willen doen,
o neen, niet met andere meisjes, maar
met Marietje; wat zou het heerlijk
zijn een streling over haar wang,
een kneepje in haar mollige arm, een
kus!, doch dan verbleekt hij bij het
geweldig bonzen van zijn hart en het
angstzweet breekt hem uit, want wel
zwaar zondig zijn deze gedachten I Zó
ver is het dus al gekomen met zijn on
beheerste hartstocht!
Intussen uit de verte blijft het
lieve meisje hem wenken. Hij zou er
heen willen, maar... er is nog zo wei
nig concreets; want hij heeft wel eni
ge zekerheid, dat zijn liefde zal be
antwoord worden? Als eens moest
blijken, dat hij op het verkeerde paard
gewed had, hoe zou hij de schande
kunnen verdragen en de teleurstelling
overleven?
Hij is maar weer opgestaan.
Doelloos gaat hij de schuur binnen.
Een kakelende kip schiet fladde
rend langs hem heen naar buiten, als
schuldbewust om haar nog laat weg
gelegde ei...
Op een kist zet hij zich neer, maar
weet weinig méér te doen, dan
zich de vuisten ballen om zijn beslui
teloosheid...
En toch zal er een beslissing geno
men moeten worden, zó gaat het niet
langer!
Zal hij een cent omhoog gooien,
kruis of munt? Neen, dat ware te
gek! Liever het vóór en tegen nog
eens nauwgezet overwegen? Ja, dat
is de weg! Dus allereerst is het nog
mogelijk om af te breken met zijn ge
heime verlangens, om daarna weer de
oude Tony van Berkel te zijn? Ja ze
ker kan dat!; niemand weet er im
mers van, en na de vacantie kan hij
gewoon met de studie verder gaan!
Later zal hij, als priester, de men
sen een voorbeeld geven van ont
hechting aan de wereld, maar... dan
zal hij toch zélf eerste déze liefde
moeten dooddrukken in eigen hart,
direct en volledig, en alles, gedach
ten en begeerten, ongedaan moeten
maken door vergiffenis te vragen aan
de beledigde majesteit Gods!
Het wordt Tony beangst om het
hart; al de gierig opgespaarde weten
schap omtrent 't lieve Marietje komt
in opstand; o, dit is in waarheid bo
venmenselijk! Het kan werkelijk niet!
Maandenlange dromerij laat zich niet
zo maar weer uitwissen; het is dui
delijk: het nieuwe heeft de beste pa
pieren!
Alleen wat moet hij doen?
Allereerst uiteraard, méér zeker
heid hebben, of het bij Marietje in
goede aarde zal vallen, want in feite
heeft hij geen enkel bewijs van hare
genegenheid; o, het moest toch eens
zijn, dat zij hem, de eendagsheld, een
blauwtje liet lopen! Het wordt hem
opnieuw zwaar te moede en een die
pe neerslachtigheid komt over hem
heen; schreien zou hij kunnen van
wanhoop en vertwijfeling!
Zijn ogen nochtans hebben geen
tranen, maar... opstand groeit in zijn
hart!
Somber staart hij voor zich uit door
de open deur, waar de zon haar stra
len brandt, zonder zich ook maar iets
te bekommeren om hetgeen hier bin
nen aan de gang is...
Ten einde raad besluit Tony om al
les maar aan de tijd over te laten!
Wel ja, de tijd is goed en geduldig
en hij helpt de mensen steeds in hun
moeilijkheden; de dagen gaan voort,
vooruit en verder, teruggang is niet
mogelijk. De wisseling der jaargetij
den voltrekt zich naar welomschreven
wet, en wij gaan de eendere weg, met
eendere vaart; de zon zuigt de voe
dingsappen omhoog door de dorre
stam, bloesem en bladeren botten uit,
de vrucht gaat zwellen en wordt rijp-
gestoofd door dezelfde zon, met
meerder warmte, dan komt tenslotte
de dag waarop alles - vrucht en blad
- wordt afgestoten, als zijnde van
onnut, en het einde is: de dood!
Ogenschijnlijk slechts, want zie,
uit het doodgewaande, kiemt weer
nieuw leven!
Tony van Berkel voelt zich een
mislukking in de wrede wereld.
Hij ziet naar de konijnen van Toon,
die in een ruw getimmerd hok hun
verblijf hebben.
In een hoek van de kooi liggen
de ronde krenten op het bruin-
natte stro. Dicht opeen zijn de wit-
en grijsharige dieren daar gezeten.
Nu zij volk horen, komen zij met
hun voorpoten tegen het gaas omhoog
staan en hun neuzen maken grappige
mienekes...
De jongen zet zich weer neer en
bekijkt het onschuldige konijnenspel.
Hij steekt hun een groen blaadje toe,
waaraan zij knabbelen; ook trekken
ze het bij elkaar uit de bek en
vechten daarbij een beetje, gelukkige
beesten, die geen verdere problemen
kennen!
Waarom kan ook hij niet onbe
kommerd zijn? Wat is zijn misdaad,
ja, wat?
Opeens wat gebeurt er met Tóny
van Berkel?; zijn borst begint te
zwoegen, hij springt overeind en
trekt met een rauwe grijns aan zijn
ruige haren...
Verschrikt door deze plotselinge
aanval van razernij zakt hij terug op
de kist en staart geruime tijd als we
zenloos vóór zich uit.
Dan krijgen zijn gepijnigde hersens
opnieuw vat op iets; een wilde schit
tering vaart in zijn ogen, hij rilt en
klappertandt, terwijl het angstzweet
hem uitbreekt
Als hij dan tóch een verlatene is
van God en mensen... en met mate
loze drift stampt hij op de grond en
sist tussen de tanden uit „Ik doe 't,
en daormee uit!"
Het is beslist nu, voor eens en voor
goed!
Is dit noodlot? Of de beschikking
van God, Die, naar eigen getuigen,
een jaloerse God is, en het liefdes
leven van een minnend hart niet wil
delen met een schepsel?
Wat ook zij de lokstem van een
meisje heeft het pleit gewonnen en
een onervaren knaap heeft richting
gekozen voor het leven. Ofschoon
gans onvoldoende voorbereid en met
gerede kans dus tot algehele schip
breuk!...
Zullen de vele uren van overwe
ging en gebed, doorgebracht in de
stille abdijkerk, tevergeefs zijn ge
weest? Of is het misschien al hieraan
toe te schrijven, dat hij, terugkerend
in de wereld, aan het meisje van zijn
keuze een ongeschondenheid kan
aanbieden van ziel en lichaam beide?
Tony staat op en gaat naar buiten,
om met enige verwondering vast te
stellen, dat daar alles nog hetzelfde
is gebleven, ondanks zijn grote be
sluit de zon schijnt nog met een
dere stralen! Maar och. waarom ook
niet?; zij staat hoog boven de wereld
met het gekrioel van de vele kleine
mensen; waarom zou zij in opstand
komen tegen de haar opgelegde wet
ten, terwille van de dingen, die daar
beneden gebeuren?; die moet de
machtige mens zelf maar zien te be
redderen!
(Wordt vervolgd
1 januari 1922 was de beslissende datum
MICHEL STOLKER
RENNER VAN HET JAAR
door Ad Vingerhoets.
Den Bosch, 4 januari.
Michel Stolker werd door een comité van
journalisten gekozen tot wielrenner van het
jaar 1961.
Vijf verschillende punten worden bij deze
verkiezing in ogenschouw genomen pres
taties, karakter, sportiviteit, wedstrijdinzicht
en strijdlust. Michel kwam er met glans,
hoewel hij toch op moest tornen tegen twee
wereldkampioenen Henk Nijdam en Leen
van der Meulen.
Het was bij Gerrit Schulte weer een ge
zellige boel, toen Mr. Jan Veenhoven de
aanwezigen welkom heette. Onder die aan
wezigen waren heel wat wereldkampioenen;
wij zagen Henk Faanhof, wegkampioen bij
de amateurs, Gerrit Schulte, Frans Mahn,
Piet van Heusden, Arie van Houwclingen,
Henk Nijdam, Leen van der Meulen, Toine
Mazaraic, stuk voor stuk knapen die het
regenboogshirt gedragen hebben. Ook Ko
Willems, Olympisch kampioen, was present,
evenals de koning der Zesdaagsen, good old
Piet van Kempen, iets dikker geworden,
maar nog rad van tong. Mr. Veenhoven had
nog een nieuwigheid, naast de renner van
het jaar, werd er ook nog „de belofte van
het jaar" gekozen. Henk Nijdam werd de
eerste die voor deze titel in aanmerking
kwam.
De genodigden namen daarna aan een
diner deel, waarbij verschillende sprekers de
loftrompet staken op de gekozenen.
De renner en de belofte van het jaar.
Michel Stolker, geboren 29 scpt. 1933 te
Zuilen bij Utrecht, debuteerde in 1952 als
nieuweling, twee overwinningen, 1953 tot
en met 1955 amateur:
Winnaar Ronde van Overijsel 1953; 2e
Ronde van NoordHolland 1953; 4e Ronde
van Drente 1954; Winnaar Ronde van Lim
burg 1955; 3e Olympia's Tour 1955; Win
naar Ronde van Waalwijk 1955; Winnaar
Ronde van Overijsel 1955; Winnaar Ronde
van Midden Brabant 1955; 2e Omloop van
de Kempen 1955; 5e Kampioenschap van
Nederland 1955. Sinds 1956 bcroepsrenner:
Winnaar 13e Etappe Giro d'Italia 195G;
Winnaar le Etappe Ronde van Luxemburg
1956; 8e Ronde van Catelonië 1959; 10e
Ronde van Nederland 1958; 4e Gent We-
velgem 1959; 2e Omloop der Vlaamse Ge
westen 1959; 6e Driedaagse van Antwerpen
1960; 4e Ronde van Picardië 1960; 2e Pa
rijs-Tours 1960; 4e Ronde van Lombardije
1960. In 1961 won Stolker 5 wedstrijden:
Wezembeek-Oppem, Dintcloord, Ronde van
Picardië, 2e etappe Ronde van Picardië,
Grote Prijs Puteaux.
In de klassieken kwam hij ook prima voor
de dag: 5e Ronde van Vlaanderen, 8e Parijs
-Vimontiers, 12e Parijs - Brussel, 7e F.i-
land Man, 7e Parijs-Tours.
Hij nam aan 5 etappecoursen deel: Parijs
- Nizza 22e, Dwars door België 24e, Ronde
van Champagne 18e, Giro d'Italia 93e, Ron
de van Picardië le.
Henk Nijdam, 26 jaar terug in Eelder-
wolde geboren, begon te fietsen in 1953, 1
overwinning; in 1954 reeds 12 zegepralen.
Hij stapte in 1955 over naar de amateurs, 5
overwinningen. In 1956 door militaire dienst
gehandicapt, 1 overwinning; 1957 11 over
winningen, o.a. een etappezege in de Ronde
van het IJsselmeer, 3e in Ronde van Gel
derland. 1958 10 overwinningen, o.a. een
etappe in de Ster van Vlaanderen vóór Fr.
Demulder (winnaar Ronde van Spanje).
1959 3 overwinningen, o.a. Kampioen
schap van Drente; 8e Ronde van Gelderland»
8e Ronde van Zeeland; 1960 Nederlands
achtervolgingskampioen; 2e in Wereldkam
pioenschap poursuite achter Marcel Delet-
tre. Afgevaardigd naar Olympische Spelen.
In 1961 was Nijdam opgenomen in het
Remington-team van Gerrit Schulte. Hij
werd tweede in Olympia's Tour, 2e in het
kampioenschap 50 km; 2e in het Ned. ach
tervolgingskampioenschap. Winnaar Ronde
van Midden-Nederland vóór Cees Lute en
Jan Jansssen 3e in Ronde van Limburg, 2e
in Omloop van de Kempen. Zijn grootste
succes boekte hij in Zurich, waar hij wereld
kampioen bij de amateurs achtervolgers
werd. Nijdam ging 1 januari over naar de
onafhankelijken en zal 12 jan. in Antwerpen
debuteren als zodanig. De tulpcnkwekerij
laat hij voortaan aan anderen over en hij re
kent er vast op, een dikke boterham in de
wielersport te vinden.
GEMEENTEN KRIJGEN RIJKS
PREMIE VOOR DE
KROTOPRUIMING
De minister van Volkshuisvesting
en Bouwnijverheid heeft aan de ge
meentebesturen medegedeeld, dat 't
rijk met ingang van 1 januari 1962
voor elk ontruimd en afgebroken
krot aan de gemeente een premie
van 600.zal verlenen.
De gemeenten dienen van deze
premies een fonds te vormen. Hier
uit kunnen zij naar eigen oordeel
in daarvoor in aanmerking komen
de gevallen aan bewoners van te
ontruimen krotten bijdragen toe
kennen. i
Deze bijdragen kunnen dienen als
tegemoetkoming in de verhuiskos
ten en in het bijzonder voor het
overbruggen van het verschil tussen
de lasten van het krot en die van de
nieuw te betrekken woning. In het
laatste geval zal de uitkering zich
veelal over een aantal jaren uit
strekken.
De gemeenten kunnen behalve
aan krotbewoners ook uitkeringen
doen aan degenen die door opschui
ving woonruimte voor krotbewoners
vrijmaken.
De grondgedachte van de rege
ling sluit aan bij de voorstellen, die
de commisise krotopruiming en sa
nering in dit opzicht heeft gedaan.
Met inwerkingtreding van deze
regeling vervalt de mogelijkheid
van een extra rijks-bijdrage voor
krotvervangende woningwetwonin
gen. Deze had de bedoeling de huur
prijs van deze woningen gedurende
enige jaren op een lager bedrag dan
normaal vast te stellen.
NIEUW-GUINEA
De secretaris-generaal van de
V.N. heeft aan Indonesië en Neder
land het verzoek gericht om onder
zijn leiding besprekingen te voeren.
copyright avar»