STRIJD TEGEN DE VREES
KANKER
NEEMT - of GEEFT u voorrang
BELEVENISSEN VAN SMIDJE VERHOLEN
ang
71
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 12 MAART 1962
Het is een onweerlegbaar feit, dat
de belangstelling voor het kanker-
vraagstuk - voor zover dit al niet
in grote mate bij het Nederlandse
publiek leefde - de laatste tijd op
nieuw is toegenomen. Zo waren bij
voorbeeld de reacties op een tweetal
aan dit onderwerp gewijde T.V.-uit
zendingen onverdeeld gunstig.
Bovendien is de Voorlichtingscom
missie van de Landelijke Organisatie
voor de Kankerbestrijding nagenoeg
te zelf der tijd begonnen met het op
grote schaal aan de pers verstrekken
van mededelingen en beschouwingen
over de gevreesde ziekte, in voor de
leek begrijpelijke taal. Veel vraag is
daarbij gewekt voor de door ge
noemde commissie uitgegeven brochu
re „Kanker, een probleem?", ge
schreven door de arts A. T. van Dui
nen.
Het doel van al deze artikelen en
uitzendingen is in de eerste plaats
om, in het belang van de volksge
zondheid, de strijd aan te binden te
gen de vrees voor alleen al het
woord kanker.
Immers te veel nog laat men zich
door deze vrees weerhouden zich in
voorkomende gevallen vroegtijdig on
der medische behandeling te stellen.
Niet voor niets toch is in genoemde
publicaties duidelijk naar voren ge
bracht, dat de ziekte in vele gevallen
- mits tijdig ontdekt - thans zeer
redelijke genezingskansen heeft.
Deze vrees voor de ziekte is ove
rigens zeer wel te verklaren. Het
houdt verband met de inbeelding, dat
als men aan de ziekte zou lijden, dit
altijd een fatale afloop zou hebben.
Daarom praat men er liever niet
over. Want wordt men in het gezin,
in de familie of in de kennissenkring
met deze ziekte geconfronteerd, dan
verneemt men de diagnose, dat het
kanker was, veelal eerst, wanneer de
ziekte inderdaad fatale gevolgen
heeft gehad. Met andere woorden,
men onderkent de ziekte pas in al zijn
afschrikwekkendheid.
Dat er in Amerika ruim een mil
joen genezen kankerpatiënten zijn en
dat ook het veel kleinere Nederland
tienduizenden van deze genezen pa
tiënten telt, is niet of nauwelijke he
kend. En dat is, zolang niet met re
gelmaat op deze positieve cijfers
wordt gewezen, ook niet te verwon
deren.
Omdat de leek dus eigenlijk alleen
met de fatale gevolgen wordt gecon
fronteerd, is de algemene opvatting,
dat „er toch niets aan te doen is." Dat
verklaart - voor een deel althans -
ook de angst, die met recht redeloos
genoemd mag worden.
Maar nogmaals door die angst la
ten velen zich weerhouden zich vroeg
tijdig onder medische behandeling te
stellen, waardoor veel kostbare tijd
verloren gaat en de genezingskansen
worden verkleind.
Het is een vicieuze cirkel, die no
dig doorbroken moet worden. Im
mers, de cirkel blijft angstwekkend
gesloten, zolang men alleen de fatale
gevolgen kent en dus de ziekte gaat
vrezen. Door deze vrees laat men zich
van een vroegtijdig doktersbezoek
weerhouden, met alle consequenties
van dien.
Daarom is het nuttig te weten, dat
er voor bepaalde vormen van kankei
zeker zeer redelijke genezingskansen
zijn, anders zou Nederland geen en
kele genezen kankerpatiënt tellen.Het
beste wapen tegen de ziekte is dus
zich tijdig en onbevangen onder medi
sche behandeling te stellen. Want al
is het middel tegen de ziekte nog niet
ontdekt, genezingskansen zijn er ze
ker.
ven grote industriesteden in staat wa
ren kanker bij muizen te veroorzaken.
Merkwaardig is ook dat longkanker
in Noorwegen aanmerkelijk minder
voorkomt, dan in Engeland, terwijl
op IJsland het laagste percentage ter
wereld is gevonden. In de uitgave
„Kanker een probleem", uitgegeven
door de Stichting Koningin Wilhel-
minafonds, waaruit een gedeelte de
zer gegevens zijn ontleend, wordt een
ernstige waarschuwing gericht tegen
het overmatig roken. Kan men roken
beslist niet laten dan is matigheid
zeer dringend gewenst. Het is zelf9
gebleken uit een voldoend groot ma
teriaal, dat wanneer we al hebben
we nog zo lang en veel gerookt - het
roken staken, langer leven en minder
gauw het slachtoffer zullen worden
van longkanker. Bij de gepleegde on
derzoekingen is opgevallen dat het
tabaksverbruik reeds veel eerder is
gestegen, dan het aantal geregistreer
de gevallen van longkanker, maar dat
daarna de longkanker een evenredige
stijging doormaakt.
Dit is niet verbazingwekkend, daar
de experimentele methode heeft ge
leerd, dat er een zekere „latente" pe
riode bestaat, alvorens kanker tot ont
wikkeling en groei komt. Hierdoor
wordt tevens de toeneming van long
kanker bij vrouwen in een later sta
dium verklaard, daar het tabaksver
bruik bij deze groep later is begon
nen c.q. is toegenomen.
Meesf gevreesde ziekte in onze moderne samenleving
Ofschoon vrijwel dagelijks onze aandacht voor kanker wordt ge- - is gebleken, dat de kans om long-
vraagd, is het merkwaardig te moeten constateren, dat de gemid- kanker te krijgen sterk afneemt, wan
delde Nederlander nog maar een vaag idee bezit omtrent deze
omtrent
ziekte. Men wil er liever niet van horen, niet van weten, er is een
soort taboe ontstaan, een onbewuste weerstand om erover te spre
ken. Deze verschrikelijke, redeloze angst, houdt vaak de kans tot
genezing tegen. Dat, wat men in de medische wereld tracht te be
reiken, wat onvermoeide strijdende onderzoekers reeds hebben be
reikt in het gevecht tegen de kanker, wordt door deze angst vaak
teniet gedaan. Men kan zeggen dat de angst voor de kanker een
ziekte is geworden, die grotere omvang dreigt aan te nemen, dan
de ziekte zelf.
Soorten van onderzoek.
Men kan bij het kankeronderzoek
twee methoden onderscheiden. Aller
eerst de desciptieve methode, waar
mee de bestudering van de versprei
ding onder de bevolking wordt be
doeld, en de experimentele periode,
waarbij men poogt met behulp van
proefondervindelijk onderzoek, de
"oorzakelijke factor te vinden, door bij
proefdieren kanker te verwekken en
het ontstaan en het verloop nauwkeu
rig te volgen. Bovendien worden in
speciale toegeruste laboratoria de bij
zondere chemische en physische
eigenschappen van kankerweefsel on
derzocht. Hierdoor hoopt men de spe
cifieke eigenschappen van kanker
weefsel vast te stellen, om zodoende
de juiste bestrijdingsmiddelen te
kunnen ontwikkelen. Het is dus een
zaak van het allerhoogste belang de
verschillende factoren op te sporen,
zodat men deze kan afwenden of om
buigen, waardoor de mogelijkheid
wordt geschapen, dat kanker wordt
voorkomen. Hierbij kan de descrip
tieve methode van enorm veel belang
zijn.
Methoden van onderzoek.
Men gaat bij een groot aantal pa-
tienten die lijden aan dezelfde soort
kanker uitvoerig hun levensomstan
digheden en gewoonten na en zoekt
dan naar punten van overeenkomst.
Heeft men deze in een bepaald aantal
gevonden, dan neemt men een over
eenkomstige controlegroep van niet
zieken en gaat na hoe vaak daarbij
die gewoonte c.q. factor voorkomt. Is
het verschil tussen beide groepen nu
kentekenend, dan mag men aanne
men, dat de gevonden factor van oor
zakelijke betekenis kan zijn bij het
ontstaan van die soort kanker, indien
geen andere factoren hiertegen kun
nen pleiten. Het spreekt vanzelf, dat
dergelijke onderzoekingen vaak her
haald dienen te worden, telkens weer
bij andere groepen, om bij gelijke be
vindingen steeds meer zekerheid te
verkrijgen.
Longkanker.
Een goed voorbeeld van dit onder
zoek, betreft longkanker. Momenteel
staat deze kanker in het centrum van
de belangstelling, niet alleen bij me
dici - omdat deze kanker een on
rustbarende stijging vertoont in te
genstelling met - de algemene ten
dens - maar ook bij vele rokers, die
met grote schrik hebben ontdekt dat
men bij descriptieve methode op on
omstotelijke wijze heeft aangetoond,
dat er een oorzakelijk verband bestaat
tussen roken en longkanker.
Er bestaat een niet te ontkennen
samenhang tussen het toenemend ver
bruik van sigaretten en de stijging
van het aantal longkankergevallen.
Uitgebreide onderzoekingen hebben
aangetoond dat onder de mannen, bij
wie longkanker is geconstateerd meer
zware rokers voorkomen, dan bij een
overeenkomstige groep mannen van
dezelfde leeftijd, die niet aan long
kanker lijden. Bovendien - dit ter
geruststelling van de matige rokers
neer men zich weet te beperken tot
enkele sigaretten per dag.
Ook andere factoren.
Andere factoren zijn echter ook van
betekenis, waarbij gedacht wordt aan
verontreinigde lucht in de grote ste
den, door uitlaatgassen van voertui
gen en afvalprodukten uit schoorste
nen. Het blijkt dan ook dat longkan
ker meer voorkomt bij bewoners van
een grote stad, dan van het platte
land. Daarnaast heeft men langs ex
perimentele weg aangetoond, dat
stoffen gefiltreerd uit de lucht, bo-
Voorrangskruisingen
Het is een goed-Nederlandse
gewoonte om op gezette tijden te
mopperen op diverse dingen, bij
na op alles. En het valt niet te
vermijden dat op z'n tijd ook het
verkeer in die mopperpartij be
trokken wordt.
Ja, kunnen ze daar nu niet een
voorrangskruising van maken
U weet wel, dat kruispunt waar
het voorrangs„recht" zo duide
lijk zichzelf schijnt te wijzen,
maar waar de verkeersregels toch
anders voorschrijven.
„Een voorrangskruising van
maken". Het is zo gemakkelijk
gezegd, maar niet zo gemakkelijk
gedaan. Want voordat 'n bepaald
kruispunt wordt aangegeven als
„voorrangskruispunt" moet er
nog wel wat werk worden verzet.
In eerste instantie zal de ver
keerspolitie zich beraden of een
dergelijke stap noodzakelijk is.
Dit geschiedt aan de hand van de
ongevallenstatistieken. Aangeno
men dat de politieautoriteiten
van mening zijn dat het in het
belang van de veiligheid van het
verkeer nodig is, dan zal de ver-
keersingenieur trachten te bere
kenen of ook de vlotheid van het
verkeer hierdoor niet al te on
gunstig zal worden beïnvloed.
Hij berekent in de eerste plaats
het tijdverlies van het verkeer,
hij vraagt zich bijv. af of er niet
zulke lange files zullen ontstaan,
dat de veiligheid van het verkeer
elders in gevaar zal worden ge
bracht. Maar goed, aangenomen
dat hij akkoord gaat met de door
de verkeerspolitie voorgestelde
wijziging en dat ook de stede-
bouwkundige zijn fiat geeft, dan
nóg zal de veiligheidscommissie
inzage moeten hebben van alle
stukken, teneinde haar advies te
kunnen uitbrengen. Want ook
deze commissie mag niet beslis
sen: dat doet de gemeenteraad.
Tenminste... als deze zaak uit
sluitend betrekking heeft op een
kruising van gemeentelijke we
gen, want als het een kruising
van bijv. een gemeentelijke weg
met een provinciale of rijksweg
is, dan komen er nog andere au
toriteiten aan te pas...
Maar één ding is zeker: al de
hierbij betrokken instanties heb
ben uitsluitend de veiligheid van
het verkeer voor ogen. Slechts uw
veiligheid bepaalt, of een bepaald
kruispunt „voorrangskruising"
zal worden. En als dat kruispunt
dan is „gepromoveerd", houdt u
dan ook aan de er bij geplaatste
borden, die immers slechts zijn
geplaatst met het oog op UW
VEILIGHEID
Opletten bij afslaan
Het is een ervaringsregel óók
van de verkeerspolitie, dat heel
wat ongelukken op de weg ont
staan doordat de „spelregels" bij
het afslaan naar rechts of naar
links niet of maar halfjes wor
den toegepast. Het zijn ook deze
verkeersmanoeuvres die iedere
dag tot tientallen van die typi
sche „bijna-ongclukjcs" aav
ding geven, waarbij ieden-'
hoofdschuddend de verzucht
slaakt dat het „nog net" n0(yi'
afgelopen.
Van de 803 verkcersongely
ken, die de Verkeersgroei) k'
trict Utrecht van de Rijkspolir
over 1900 nauwkeurig heeft
anal.vseerd en waarvan k<c
ïgsongelukken warenl
voorrani
ALLEE?"
W0ENSDAC
gebleken dat het niet opv0|'o'
van de voorrangsvoorschrifie
bij het afslaan een grote piaa7
innam. De volgende cijfers gév.
aan, waar hij die voorrangsone?
lukken het zwakke punt lay
Bij afslaan naar rechts:
voorrang geven aan achteropk
mend verkeer 10.9
Bij afslaan naar links: j;ef.
voorrang geven aan tegemoet^
mend verkeer 12.3
Bovendien ontstonden er bij 1
afslaan naar links 23 ongelukken'
doordat de afslaande automobi-
list in botsing kwam met achter'
opkomend verkeer, dat vóór hei
afslaan zó dichtbij was dat hij d.
doorgang daarvoor had moeten
vrijlaten.
Cijfers zijn geduldig. Maar
moraal van deze geschieden!
kan kort zijn. Want er is één n
gel, die het Verhond voor Veili
Verkeer deze maanden specia„
onder de aandacht wil brengen
van iedere weggebruiker, die bij
het afslaan naar links een auto,
scooter, bromfiets, fiets of welk
voertuig dan ook ziet naderen
dan wel bij het afslaan naar
rechts (brom)fietsers naast zich
ziet (spiegel!) af kan verwach
ten. De regel voor een dergelijk;
situatie luidt: rechtdoor op
zelfde weg gaat voor.
~~MR. FOCIC BENOEMD TOT
COMMISSARIS DER KONING1#
IN GRONINGEN.
Bij Koninklijk Besluit van 8 maait
is met ingang van 1 april benoemdu
commissaris der Koningin in de pro
vincie Groningen, mr. C. L. W. Fod
te 's-Gravenhage.
FILM OVER WERK
HAMMARSKJOELD
Een dezer dagen is dr. Beskov,
een van Dag Hammarskjoelds besrc
vrienden, naar New York vertrokke
om daar de mogelijkheden te onder
zoeken voor de vervaardiging van C:
film over de vorig jaar omgekome:
V.N.-chef.
SnM<*eP°>
„Eh... la's kijken", zei smid je
Verholen. „Bréng mij maar een
lekkere kop koffie met slagroom.
Ook twee aniandelbroodjes, een
moorkop en een moccapunt. Dan
nog een roomsoes en een takje
druiven. Verder een glas lekkere
limonade en dan voorlopig niks
meer. Dan kunnen we altijd nog
verder zien, is niet zo?" De dien
ster zei: „Nou, nou, u schijnt nog
al wat van plan tc zijn. Wilt u
soms graag misselijk thuisko
men?" Verholen lachte eens en
zei: „Ik heb een maag als een
paard, juffer! Haalt u die lekke
re spullen maar gauw voor mc
op!" De juffrouw haalde het be
stelde en zette een hele batterij
van heerlijkheden voor Verho-
len's neus. Die viel er op aan als
een wilde. Hij slobberde, likte en
slikte alles op en zijn hele gezicht
zat vol klodders room en crème.
Het leek wel of hij in jaren niets
gegeten had, zo ging hij te keer.
„Niet zo smakke, man!" zei een
deftige baas, die naast hem was
komen zitten. „Dat hen ik niet
gewend! Toen ik nog kolonel was
lm net voetvolk, aten we altijd in
de messen het ging er keurig toe,
dat kan ik je verzekeren! Smak
dus niet zo! Ik kan met al dat ge
smak de pathéfoon niet meer ho
ren, zie je! Ik kom hier altijd om
mijn kleintje koffie te drinken,
en dan vraag ik het personeel of
ze voor mij dat aardige duo uit
de Parelvissers willen draaien!
Maar u smakt zo geweldig, dat
die zangers daar met z'n beiden
amper tegen op kunnen. Foei!
Het is onbeheurliik!" Smidjc
Verholen werd niet boos over de
ze terechtwijzing en zei lachend:
„Je hebt gelijk, ouwe soldaat. Ik
zal het niet meer doen." De kolo
nel van het voetvolk keek smidje
Verholen driftig aan. „Pardon",
zei hij, „ik was geen ouwe sol
daat, maar kolonel. Kolonel bij 't
voetvolk, verstaan? Drie sterren
met een balk, mijnheer! Bah!"
Smidje Verholen gaf hem 'n olijk
knipoogje en zei: „Ook bij hei
militair gezag geweest? En dr
liep de oude baas kwaad we;
„Afrekenen juffrouw!" zei smid
je Verholen toen. De dienste:
snelde onmiddellijk toe en telde
op: „Koffie twaalf, amandel der
tig, moorkop zestien, moccapunt
achttien, roomsoes vijftien,drui
ven veertig, limonade vcertie:
samen één vijfenveertig! PL
tien procent bediening, dat is et:
gulden zestig cent." Smidje Ver
holen haalde zijn portemonnak
te voorschijn, opende deze, keet
en... verbleekte op slag! Ziji
portemonnaie was leeg!
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
DE JEUGD VAN
TONY
ROMAN
door
A. v. ENGELEN
29).
Toch had moeder Swinkels ook
haar peinzing. Wat was alles in
de tijd vlug opgeschoten. Haar
Marictje nu al van liefde praten!
In een druk huishouden merk je
niet, dat de kinderen zich snel
ontwikkelen, doch jongens uit de
vreemde blijkbaar wel!
Marictje lag op bed. Ook zij
kon maar moeilijk de slaap vat
ten, het beeld van Tony zweefde
voortdurend voor haar ogen.
Eindelijk was zij toch wegge
doezeld in een lichte sluimer, en
de heerlijkste droombeelden kwa
men daar doorheen.
Zij wandelden in de tuin, in de
zonovergoten rust van de zomer
dag. En hun huisje, hoe keurig
was het en knusjes. Meubels, ta
pijten, gordijnen, 't een al mooi
er dan het andere. Tony was im
mers secretaris en willigde al
haar liefste wensen in.
In de waranda stond 'n wiegje,
met tule omgaasd en daarin ge
noot een kindje, hun beider kind
je, z'n morgenslaapje in vredige
rust...
NA HET FEEST.
Tony kan niet anders dan over
tuigd zijn, dat hij 'n alleszins ge
slaagd feest achter de rug heeft.
Dat hem en Marietje een gru
welijk lasterstuk boven 't hoofd
hangt, hoe kan hij er weet van
hebben.
Beiden voelen in hun ziel het
tere geluk van hun nieuwe ont
dekking, en argeloos zijn ze als
duiven, maar intussen: wreed is
de wereld!...
Wie was de vrouw, die de twee
onvoorzichtigen in de keuken
had verrast? Behoorde zij tot de
familie of was zij als gast uitge
nodigd? Neen, het was de wedu
we Schroevers en die had geen
uitnodiging van node, maar had
haar eigen beproefde methode.
Gedachtig het spreekwoord „de
brutale heeft de halve wereld"
was het haar gewoonte om aan
feestvierende families haar ge
lukwensen te gaan aanbieden, en
deze verzochten dan wel om iets
te gebruiken. Zij ging dan ook
prompt mee aanzitten! De nieu
we gast had er buitengewoon slag
van om met de mensen om te
gaan en zich interessant te ma
ken: in één doorlopende woor
denstroom werden de dorps
nieuwtjes onder de loupe geno
men en niemand kon er tegenop
tegen dat vrouwmens, zo mond-
fiat was zij.
Haar man, die goed in de poen
zat daarvoor had zij hem ook
genomen had bij zijn leven zo
hier en daar een hypotheek uit
staan. Ook Thé Swinkels had bij
hem thuis gelegen, toen die in de
kwade jaren was met zijn huis
houden en dat had een zekere
vriendschap meegebracht tussen
beide mannen. Op deze titel was
het, dat Mina Schroevers zich
zelf had uitgenodigd op het hu
welijksfeest van de dochter en
thans tussen de gasten aanzat als
de gewoonste zaak ter wereld...
Nog meer dan anders loosde
zij haar venijn, want er zat haar
een heel lelijk ding dwars, de
vrijerij namelijk van Tony van
Berkel met de jongste dochter.
Zij zag dat aan met kwalijk ver
holen ongenoegen, want in ge
dachten had zij mooi Marietje
voor haar Karei bestemd, haar
enige zoon van bijna twintig. En
nu dreigde die verlopen student
roet in het eten te gooien, ter
wijl het meisje er helemaal geen
hekel aan scheen te hebben.
Maar goed, dan hadden zij in dit
geval toch vrouw Schoevers te
gen zich! Dat ze daar rekening
mee hielden!
Toen, na het voordrachtje, To
ny en Marietje wat lang weg ble
ven, dacht zij daar het hare van.
En, omdat het zo berookt was in
de kamer, wilde zij een luchtje
gaan scheppen op de gang, geen
van de tafelgenoten kon daar iets
verkeerds in zien...
In de bijkeuken brandde licht,
daar zouden de jongelui dus zijn.
Zonder te kloppen ging zij de
deur binnen. Er was echter nie
mand, hoewel zij toch enig ge
rucht gehoord meende te heb
ben.
Ha, de alkoof.
Met een grijns van voldoening
sloop zij er heen en deed daar de
ontdekking van haar leven!
Nog even zich van de domme
houden en dan: wat een troef om
uit te spelen!
„Ze konden er niks aan doen
en hadden er spijt van", hadden
ze gehuild. Haha, het zou hun be
taald gezet worden en dan zou 't
wel uit zijn met hun glimlachjes
en lievigheidjes. Wat een troef,
wat een troef!...
's Anderendaags vernam buur
vrouw Willemse uit de mond van
Mina Schroevers over het schan
daal op het feest van Drien Swin
kels tussen die pluimstrijker van
een afgedankte student en dat
kittige ding, ja, ja, Tony van
Berkel en Marietje Swinkels
Niet gedacht hè?
,,'Haaj ik 't nie mee inun ège
ogen gezien", fluisterde Mina, die
snoof van de sensatie, „dan zou
ik 't niet durven beweren. Nie dè
ik ze aon 't wark heb gezien, zo
moettet ok wir nie opvatten, mar
't gift toch te deenken: mee z'n
tweeë in een doonker kleerkaast
en dan, ester niks aon de hand
was, han ze nie zo hoeven te
jaanken
Nog een kwartiertje duurde de
conversatie en de twee vrouwen
hadden aan elkaar een aandach
tig gehoor. Dan moest vrouw
Schroevers naar huis, want zij
had de aardappelen nog te schil
len, maar allereerst liep zij toch
even aan bij Gonneke van den
Mortel, schuin tegenover, die zou
er van opkijken.
Daar werd verteld dat 't moa
weer was, verder over de slecht:
tijd nu moest zij naar huisod
voor het eten te zorgen
nog iets anders: dat feest b;
Swinkels, had zij daar nog niet:
van gehoord? Er moest beest;
zijn gezopen en het was bijna L
de morgenstond geworden. H;:
zij daar echt niet van gehoord
Nu, dan moet zij bei d'r ore:
maar eens goed open zetten
die zouden er van tuiten!...
Een schandaal van belang! h
wie had dat kunnen denken van
een student, die elke morgen i-
de kerk naar voren stapte er. w
's avonds de katjes in het donker
kneep! En de meisjes deugdenJ
evenmin tegenwoordig!
denk er om: alles onder gelief
houding! Zelf had zij hel oo
maar van horen zeggen, doch
moest toch zeker waar zijn
trouwens, het was al druk
straat!...
Binnen twee dagen hadden
vrouwen in het dorp het van 1
ren zeggen en onder geheim 0
ding, dat enz. enz. Kinderen s
tien, twaalf jaar begonnen er
hun manier al over te praten
(Wordt vervol
ja, waarover
hebben, want ve
Over de a.s.
rovinciale Stati
eraeenteraad?
Wat de eerste
mijn grote spijt
e argeloosheid
opkomende ledei
rijk, hun burge
laats geholpen
idatenlijst der
io fraai vind, e
treft, daarover
iteeds in 't duis
letieft.
We weten we
ele K.V.P.-lijst 2
vaarop zoals s
oekomende aan
ledeeld en we
e K.A.B. in 't
rij bij de indie
voor de dag zal
Maar dat zie:
tal er alles bij
de brouwerij
de laatste j
doe meer ziele
tullen we maar
•V.P.-fractie
enslotte hierva
*leven, valt t
oen hiermee n
bes in de kaart
Maar afwach
Hoe meer zie
uilen ook de
aatste dagen, c
rijn, gedacht hi
adelen naar
geheerst heeft.
lijntje en 1
ansje weer gel
gemeenten, zo
'rcda, Oosterh
Daar doet ir
Eee' uiterlijk,
Eaar niet mind
'g gaat het er
"Wn en in
naar toe.
Maar op str
J>k, men heeft
lfver omgeschi
misschien over\
ar3eid te gaan.
Haar daarc
^nsen zich 't
gaat wel over
is men w.
an dagelij
arvan is teg
^er te merkei
Weid is niet
J^weer vooi
^rte over.
%el elke za
ken!
tincY ruitjes, in
Se standaard kv
Ln Bambella en
ir-elica. W«- en
^t-Kreukher
pliend.80cm.bre'
Discofoon tophits
ciMexico, Letustv
snin,LIebestraum-
t»;s:,0ch was ik m;
titels
COpvnqht
Zianse klok, mei
dijen uurwerk en
M wor-
telnoten j/JJ)
hit
|n een kleiner mc
r,=t noten kast er
uurwerk