wmm SPROOKJESPARK DE EFTELING HEEFT EEN ARTISTIEKE BADMEESTER BELEVENISSEN VAN SMIDJE VERHOLEN Studiereis naar Belg van het Willem van te Waalwijk WFtH DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 16 MAART 1962 2 Overdagzweminstructies en toezicht 's-Avonds: schilderen en pianospelen Hij heeft geen baard, ook is het aan zijn haardos niet te zien, dat Marie Ligtvoet, met zijn 31 jaren nog in de bloei van zijn leven, verschillende artistieke aspiraties heeft. Het is er ook de man niet naar, die met veel tamtam, kost wat kost aan ieder een kenbaar wil maken welke capaciteiten hu bezit. Hierdoor komt het, dat er maar weinig van zijn leerlingen, aan wie hu m de zomermaanden wekelijks zwemles geeft, er van op de hoog te zijn, dat hun badmeester naast de diploma s zwemonder wijs en de diploma's A en B reddend zwemmen ook nog an dere getekende (en geschilderde) stukken bezit. Wie dat wel weten, dat zijn zijn vrouw en zijn twee dochter tjes, die iedere keer weer opnieuw vol belangstelling de ver richtingen van hun vader gadeslaan en hun trots hierover niet onder stoelen of banken steken. Ook zijn vrienden komen regel matig eens binnenlopen aan de Eerste Zeine om de nieuwe werkstukken te bewonderen. Maar zij zijn het die niet al te best tevreden zijn over Marie's verrichtingen, want iedere keer opnieuw moet hij het horen: „Marie je moet ophouden met werken en dan je hele tijd besteden aan schilderen en lijsten ontwerpen". Alles goed en wel vindt Marie, maar hij heeft ook nog zijn gezin dat onderhouden dient te worden en daarvoor is geld nodig, dus moet er gewerkt worden en hard. Pieck, die hem bijstaat met goe de raad en tips. Daarnaast ontwikkelde hij zeil zijn kennis in teken- en schilder- aangelegenheden door veel hoe ken te kopen over bepaalde on derwerpen, zoals hijvoorbeeld paarden," waarvan hij prachttekc- ningen heeft liggen, bloemen en koppen. Er worden hoeken ge kocht waarin de kleurverhoudin- gen staan aangegeven, of hoe de opzet moet zijn van een bepaald schilderij. Ideaal studeren is het niet, maar bij gebrek aan beter behelp je jezelf. Maar mocht zich nog eens ooit de gelegenheid voor doen, dat hij, wanneer hij in een stad komt te wonen, naar 'n avond-kunstacademie kan, dan zal deze gelegenheid beslist aan gegrepen worden. Pentekeningen, reproducties van grote meesters, zoals Rem brandt, landschappen en stille vens, alles heeft hij onder de loupe genomen, bestudeerd en uitgeprobeerd, daarbij vaak zijn eigen iantasie gebruikend. Ook muzikaal Vergis u niet, want na 't zwem instructies geven aan scholieren en particulieren, naast zijn on derhoudswerkzaamheden en de coratieschilderingen in de Efte- ling, naast zijn hobby kunst schilderen, speelt Marie Ligtvoet ook nog piano. De hand van de lieve muze heeft hij aangegrepen nadat hij op de mandoline van zijn broer had leren spelen. Via de accordeon is hij aan de hori zontale witte en zwarte toetsen terecht gekomen. Regelmatig neemt hij les bij Annie Pasveer in de Grotestraat. Het schijnt zo'n beetje in de familie te zitten, want de broer van zijn vrouw heeft ook zijn hart aan de schil derkunst verpand. Ook van de zijde van z'n dochtertjes heeft hij wat belangstelling betreft, niet te klagen; bovendien tekent Elly, de oudste 0 jaar voor haar leeftijd ook' al op een bijzondere wijze en ook zij zou graag piano lessen gaan nemen met daarnaast ballet. Haar jongste zusje, Ansje, net zo blond als zij zelt, houdt het voorlopig nog bij het tekenen van paddestoelen met kleurkrijt op het schoolbord. Mochten zij straks in een of andere kunstin richting iets meer willen berei ken, dan zal noch Marie Ligtvoet noch zijn vrouw, mits de financi ële toestand dit toelaat, enig be zwaar naar voren brengen. Eerst fietsen Marie Ligtvoet badmeester aan het zwembad in het Sprook jespark de Efteling, en na het zwemseizoen onderhoudsschilder van gebouwen en attracties, had eigenlijk meteen na de lagere school willen gaan studeren, maar door de beroerde tijden en omstandigheden kwam daar wei nig van terecht. Zijn broers zaten in Duitsland, dus Marie ging er op uit; er moest gewerkt worden voor de kost en zo trok hij van de ene baas naar de andere. Na de oorlog, toen betere tijden aan braken, kreeg Marie de kriebels in zijn benen en alleen wielren ners kunnen zeggen wat dat be tekent. Marie kocht zich een fiets en 0111 goed beslagen ten ijs te komen tijdens de wedstrijden, ging hij halve weken trainen en halve weken werken. Maar zoals het overal in de wereld gaat, wanneer je helemaal alleen tegen een overweldigende stroom op moet vechten, zo ging het ook met Marie. Het was erg moeilijk om als eenling-amateur de strijd vol te blijven houden en ondanks dat de wielersport een grote plaats in zijn hart innam, heeft jiij het rondjes draaien stopgezet en hiermee sloot hij een vijfjari ge wielercarrière, die toch niet zonder resultaat was gebleven, af. Marie begon aan een nieuwe, zijn grootste carrière; hij kreeg verkering. Nu schilderen en tekenen Of het nu komt dat Marie vlak voor zijn verkering rustiger is geworden, waardoor ook dat kriebelgevoel uit zijn benen ver dween, hij weet het niet. Het doet eigenlijk ook zo weinig ter zake, want de lege plaats die na het opgeven van de wielersport was ontstaan, werd al spoedig inge nomen door een nieuwe hobby, die eigenlijk toch zo nieuw niet meer was, omdat hij reeds van jongs af aan aspiraties in die richting had gehad. Marie trok in zijn jongensjaren al de duinen in om bomen, heuvels en zandver stuivingen te tekenen en tot ie ders verbazing lagen zijn resul taten ver boven de middelmaat. Nu het toch eenmaal zover was gekomen, dat hij voor goed de wielersport vaarwel had gezegd, besloot hij zich meer op dit on derwerp te gaan toeleggen en Marie nam het penseel ter hand en sloeg aan het schilderen. Hij ondervond hierbij veel hulp en medewerking van de grote Anton Pieck, die onmiddellijk nadat hij de eerste werkjes van Marie Ligt voet had gezien, gunstige kritiek uitte over het gepresteerde. Iede re week nog ontmoet hij de heer Exposeren Als het enigszins mogelijk is, worden de tentoonstellingen van schilderijen en tekeningen be zocht, want, zo meent Marie, ik ben nog lang niet volleerd en dus zijn dit voor mij de mooiste gele genheden om weer wat meer wijsheid op te doen. Zomers, wanneer het weer dit toelaat,' trekt Marie naar buiten, hij neemt zijn vrouw en twee doch tertjes mee en terwijl deze zich buiten in de natuur uitstekend vermaken, tekent of schildert hij datgene wat hem boeit of trekt. Zo heeft hij al honderden schil derstukjes gemaakt, ofwel bui ten ofwel binnen in zijn atelier van 2 bij 3 meter. Er wordt zo nogal eens een schilderstuk verkocht en van de opbrengst kan Marie zjjn onkos ten dekken, die hij heeft bij de aankoop van verf, lijsten en wat al meer. Zo hangt bü diverse mensen de oude kerk van Sprang in de woonkamer te pronken en bü verschillende bakkers de Sprangse molen. Weer anderen kochten bü hem de molen van Wük en Aalburg, de St. Jan van Waalwük of de oude haven die nu gedempt is. Ook op de Efteling weten ze hem te vinden. Wanneer daar 'n dode vogel gevonden wordt roept men er Marie bij, die de vondst dankbaar aanvaardt om er een schilderstuk van te maken. Ex poseren, graag, maar dan met 'n ander auto-didact, want zelf heeft hij nog te weinig eigen Werkjes die voor een expositie in aanmerking komen. Van 28 februari tot 3 maart hebben de drie vierde klassen van het Willem van Oranje Col lege een studiereis naar België gemaakt. De uitnodiging daartoe was afkomstig van het Belgische Ministerie van Nationale Opvoe ding en Cultuur. Op woensdag 28 februari reden we om half negen weg. In Brus sel werden we op 't departement ontvangen door de heer Vanden- borre, Directeur-Generaal van 't Ministerie van Nationale Opvoe ding en Cultuur, waar we de kof fie en de lunch gebruikten. De middag werd* besteed aan een rondrit door de stad, waarbij we uitleg kregen van onze gids, de heer Dcprince, die ons allerlei mooie punten toonde. Natuurlijk werd ook het befaamde „manne ke" bezocht, die dag gekleed in een rode jas en zwarte broek. Het viel ons op dat er in Brussel, in heel België trouwens, zoveel mo numenten en oude gebouwen wa ren; men zag er geen fabrieks schoorstenen of flatgebouwen. We logeerden in de jeugdher berg „De Sippelberg". We aten volgens Belgische gewoonten tweemaal per dag warm. 's Avonds werd er een film ver toond over België. Donderdag stond er een bezoek ië der vierde klassen Oranje College aan Dinant en Namen op 't pro gramma. In Namen bezochten we o.a. de kathedraal, de St. Loup, de mooiste kerk van Namen, en de Citadel. We aten in het meis jeslyceum. 's Middags reden we door een mooie streek naar Di nant, waar we de Citadel be klommen. In de tweede wereld oorlog werd er in de gangen van het kasteel dat er toen stond, bloedig met bajonetten gevoch ten. Het kasteel is later gebom bardeerd, maar men heeft het plan om een nieuw kasteel te bouwen, 's Avonds werd er een vraaggesprek over België gehou den door de heer Vandenborre. Uit zijn antwoorden bleek wel dat men in België niet zo nauw keurig is als bij ons: men hoeft er bijvoorbeeld geen rijbewijs te hebben en de statistieken klop pen niet zo mooi. In de laatste wereldoorlog is dat voor België van groot belang geweest: de Duitsers konden daardoor veel minder vat op de economie krij gen dan bij ons. Er zijn veel meer verenigingen, maar er gaan er ook veel meer over de kop. De derde dag werd Gent be zocht. Daar het donker weer was leek het ons een sombere stad met grauwe huizen en vuile grachten. We werden rondgeleid door leerlingen van een meisjes lyceum. We bezochten de St. Baaf's kathedraal, waar me het schilderij „De aanbidding van het Lam Gods" van de gebroeders v. Eyck gingen zien en verder ook werken van beroemde schilders als Rubens. Ook bezochten we in Gent 't kasteel ,,'s Gravensteen", waar nog een pijnbank en een guillotine te vinden waren. Onze maag werd 's middags weer in een meisjeslyceum gevuld met 'n smakelijk maal. 's Middags maak ten we een tocht door de Leie- streek. De Leie is een klein ri viertje, zoiets als de Linge bij ons. In St. Martens Latem wer den we rondgeleid door de ge meentesecretaris van deze plaats, de heer Van den Abeele, die een voor ons nauwelijks verstaan baar Vlaams sprak. In St. Mar tens Latem hebben belangrijke schilders en schrijvers gewoond en er wonen er nog veel. Ook Jo- han Fabricius heeft er gewoond. Wij hebben er tevens het graf van Emil Claus bezocht. In deze plaats brengt ook de Belgische koninklijke familie dikwijls va- cantiedagen door. De omgeving was bosachtig en met de zanderi ge landwegen (met kuilen!) was 'het een schilderachtig geheel. Om ongeveer vijf uur begaven we ons weer naar de jeugdher berg, waar Bert Decorte, een Vlaams schrijver en dichter, ons iets kwam vertellen over de Vlaamse letterkunde. Hij deed dit aan de hand van de staats prijsuitreikingen aan schrijvers en dichters-, ook de heer Decorte heeft eens zo'n prijs ontvangen. Op deze laatste avond van ons Belgisch verblijf werd de heer Dcprince als blijk van dank voor alles wat hij ons had laten zien, een boek aangeboden; als tegen prestatie reikte de heer Dcprince aan twee leerlingen, die het ka meraadschappelijks! met elkaar waren omgegaan, een medaille uit. Voor de laatste dag stond een bezoek aan Antwerpen op 't pro gramma. Antwerpen is volgens de legende ontstaan op de plaats, waar de hand van de reus Brabo in het water werd gegooid; in werkelijkheid is deze plaats van een klein vissersdorpje tot een grote stad uitgegroeid. We bezochten het Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, waar we alles over de ontwikke ling van de Vlaamse muziekwe reld konden zien. Ook werden er fragmenten van Vlaamse muziek ten gehore gebracht. Er lagen kostbare handschriften van com ponisten. Ons middagmaal gebruikt we in het warenhuis „Au Marché", waar we eerst alle u' trappen probeerden, 's Middag werd het museum Plantin-M0p tus bezocht; een oude drukken uit de 10e eeuw, die zoveel nW lijk in de oude staat is gel-iu Het huis bestond uit 36 kamen waaronder een keuken, slaapk' mer, boekwinkel en bibliotC Er is wel een groot verschil tul sen de boeken van vroeger en nu De eerste zijn veel degelijker maakt. Om ongeveer vier uur namp. we afscheid van Antwerpen en hiermede was ook ons bezoek aan België ten einde. Iedereen ging vermoeid, maar ook met veel kennis verrijkt, naar Neder land terug. We mogen wel zeg»en dat we veel genoten hebben tij dens dit korte bezoek. België een gastvrij land, maar we heb ben wel gemerkt, dat het er even koud kan zijn als bij ons. J. v. Buureu SOLDATENMOEDERS OP BEZOEK BIJ KONINGIN Koningin Juliana heeft maan dagmorgen op paleis Soestdijk 'n delegatie ontvangen van 5 moe ders van zich in Nieuw-Guinea bevindende militairen of van mi litairen die voor uitzending jD aanmerking komen. De dame> hebben de koningin een doo; honderd moeders ondertekend verzoekschrift overhandigd waar in zij uitdrukking geven aan hun grote bezorgdheid over het lot van hun kinderen in N.-Guinea en alles te doen wat mogelijk was voor een vreedzame oplossing. ZES BABY'S STIERVEN AAN ZOUTVERGIFTIGING In een kraam- en kinderkliniek van het ziekenhuis van Bingham zijn sinds vrijdag 6 van de 10 op genomen baby's gestorven als ge volg van een fout dieet. Men vreest dat de kleintjes zout in plaats van suiker is toe gediend. Deze ontdekking werd zondagmorgen gedaan door een verpleegster, die wat suiker in haar koffie wilde nemen. Een ba by kan slechts een beperkte hoe veelheid zout verdragen. De ver pleegster, die het baby-voedsel bereidt, is hangende het onder zoek geschorst. H 24). „Nou, mijnheer", zei de dienster ongeduldig, „maakt u misschien nog wat voort? Ik heb nog meer klanten te bedienen. Vooruit met de geit! Ik zei, dat de schade één gulden zestig bedroeg." Smidje Verholen zat doodzenuwachtig met zijn vingers in de vakjes van zijn portemonnaie te roeren. „Ja... ja, ik w... weet het", sta melde hij ten atwoord. „Ik z... zoek al naar die één g... gulden zestig." „Maar u kunt ze zeker niet vinden, hè?" zei de juffrouw lijzig. „Dat smoesje kennen we! Eerst eten ze zich een dubbele maagkwaal aan allerlei lekkers en als het dan op betalen aan komt, kunnen de heren hun geld niet vinden! Maar daar weten wij wel een middeltje op." Ze wendde haar hoofd naar de deur en riep: „Pietje!" En daar kwam Pietje al aan, langzaam en mach tig met de handen op de rug. Pietje was een levensgrote beul van een portier. Zoiets van ruim tweehonderd pond met de armen van een bootwerker en de borst van een flinke olifant. „Mijnheer heeft geen geld. Pietje", zei de dienster. „Ach. wat jammer voor mijnheer", zei Pietje medelijdend. „Wil ik misschien even helpen zoeken?" Smidje Verholen liet zenuwachtig zijn portemonnaie aan Pietje zien. „Ik heb heus niks", zei hij. „Ik d... dacht wer kelijk, d... dat ik genoeg g... geld bij me had". Pietje schudde mee warig zijn grote hoofd. „Wat een mens zich toch vergissen kan, hè?" zei hij vriendelijk. Doch plotseling greep hij smidje Ver holen in de kraag en droeg hij hem, alsof hij een veertje was, de zaal door naar de buitendeur. Daar ontving smidje Verholen 'n reuzenschop onder zijn broeken met een boog vloog hij op moe der aarde af, precies met z'n kin nebak op de keien. Hij werd er wakker van, want het waren de keien niet! Het was de planken vloer van zijn slaapkamer, waar hij nu met zijn kinnebak op lag. „Wel verdraaid" mompelde smid je Verholen. „Daar ben ik al weer uit mijn nest gerold! En wat heb ik nu weer voor 'n gekke drooin gehad? Wie was die Pietje toch! FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" DE JEUGD VAN TONY ROMAN door A. v. ENGELEN 30). Marietje was weer naar de kostschool terug. Tony deed zijn werk op de se cretarie. Meermalen viel het hem op, dat hij in de omgang met de men sen meewarig werd aangekeken. Het kon hem overkomen dat, wanneer hij zich bij een groepje jongens voegde, 't gesprek stok te. Dat vond hij zo ongewoon dat hij naar de reden hiervan vroeg, doch zij haalden hun schouders op. Dat zou hij niet weten, kom nou Thuis hadden ze ook iets ver nomen van de praat, die over To ny door het dorp ging. Van Ber- kel rustte toen niet vóór hij pre cies wist wat de kwestie was. Zoiets is vreselijk te vernemen over een bloedeigen kind, maar wie zegt dat het inderdaad zo is gebeurd. De mensen zeggen het, nou ja, de mensen! Het lag voor de hand dat hij Tony zelf opheldering gevraagd zou hebben, maar... verkeerde liefde weerhield hem. Wel werd Dorus ter verant woording geroepen; die had im mers de taak om op hem te pas sen. Deze was dus wel verplicht te zeggen, dat Tony inderdaad erg lief had gedaan met 't meis je, maar zoiets, neen, dat was toch niet in te denken!... Waarom moest het Dorus in vallen, dat beiden na hun voor- drachtje veel te lang waren weg geweest, terwijl Tony tot slot bij het naar huis gaan zich vreemd had uitgelaten. Nu kreeg van Berkel het te kwaad met zichzelf. Hij moest 't huis uit, o God, welk een schan de; enige maanden geleden nog student voor priester en nu dit. O, hij mocht er niet aan denken. De somberste veronderstellin gen spookten door zijn brein en er bleef geen andere uitweg dan de jongen zelf de pijnlijke vraag te stellen. Maar... als zou moeten blijken dat het vreselijke gerucht waarheid bevatte, dan was dat voor van Berkel's trotse nek de genadeslag; reeds nu werd zijn hart klein van vertwijfeling. De hemel echter zou uitkomst geven Na het middageten, een dag of tien na het fatale feest, kwam de pastoor binnen. Dit was een on gewoon uur voor bezoek, de tafel was nog niet eens afgeruimd. Maar ja, het zou wel in verband staan met het geval van Tony. De jongen was nog thuis en zat verdiept in het huiswerk voor z'n cursus. Nog steeds had vader de moed niet kunnen vinden om hem te ondervragen. Nu was de pastoor er dan en misschien wilde die de zware taak van hem overnemen? Dorus en Kees kregen 'n wenk om zich te verwijderen. Tony zelf moest blijven... Pastoor ging zitten op de aan geboden stoel en begon met de vraag of van Berkel wist, wat voor praat er door het dorp ging over zijn jongste zoon. Bart knikte droevig van ja. „En gij, Tony?" vervolgde de bezorgde stem van de priester, „weet jij wat de mensen van jul lie zeggen?" „O, vertellen de mensen iets verkeerds van oons^" verwon derde zich de jongen. „Ja, ge zoudt samen iets heel verkeerds gedaan hebben!" „O, nou begin ik er iets van te begrijpen!! Het betrof zeker dat kussen op 't feest! Was dat dan zó erg? Natuurlijk, hij had dat niet moeten doen, maar... veel spijt er over kon hij toch ook niet hebben! Wie zou het hebben uitgebracht? Marietje? Of had 't mogelijk iemand gezien? En hij vergat daarmee, dat hij aan pastoor nog steeds een ant woord schuldig was... „Nou, gif antwoord", zei vader streng. „Oe meneer pastoor, ik had 't feitelük nie moeten doen, mar, eerlijk gezeed begrijp ik nie, dat de meensen daor zoveul drukte over kunnen maoken!" Pastoor keek van Berkel eens aan. Deze schudde zorgelijk met het hoofd, maar hij pastoor, ken de Tony wel zo goed, dat hij be greep, dat hier een misverstand of liever afschuwelijke laster in het spel was. Die mogelijkheid had hij direct al overwogen, toen hij het nieuws hoorde vertellen door een gedienstige boerin, die het óók niet geloofde, maar van de andere kant: hij kende de zwakheid van de mensen en had Tony niet z'n aparte moeilijkhe den op dit gebied? Hij wilde dus zekerheid hebben. „Vertel ons maar eens in het kort, Tony, wat er gebeurd is, voor je vader en mij hoef je je niet te generen." En de jongen vertelde dat hij zich niet had kunnen beheersen, toen hij met Marietje alleen was en dat hij haar toen gekust had, maar... zo schoot hij overeind in verontwaardiging... verder was er niets gebeurd, dat kon men aan vrouw Schroevers vragen, die direct daarop was binnenge komen... Vader voelde een centenaars- last van zich afgenomen en had moeite om zich goed te houden. „Es 't dè mar alleen is gewist munne joongen, dat heej 't zo veul nie te betekenen". Pastoor gaf de jongen nog een ernstige vermaning, om toch al tijd voorzichtig te zijn bij derge lijke gelegenheden en daarna ging hij heen. Op weg naar de pastorie bepeinsde hij de gruwe lijkheden van de laster, die in dit dorp zo welig tierde. O, waarom viel er niet een bliksemstraal voor de voeten van dezulken, als zij bezig waren met hun ver vloekt bedrijf, opdat zij dooreen hemelteken althans weerhouden zouden worden!... Vader kon aan moeder, die te bed lag, gelukkig de tijding bren gen van Tony's onschuld. Hoe c ellendige week had zij achter de rugZij had het aan het hart en dit met Tony had zij niet kun nen verzetten, het had haar gena deloos op het ziekbed geworpen, al kon zij ook in het huishou den niet gemist worden met het oog vooral op Anneke! Het was een heel getob voor Bart. Buurvrouwen moesten ko men helpen, nu er twee zieken te verplegen waren 's Zondags in de vroeg®15- waarin de meeste vrouwen ko men, maakten de gelovigen L- ongewoons mee. Na de gebruikelijke afkondi gingen heeft pastoor hard nw zijn boek op de preekstoel ge*3 gen, en terwijl allen angstig naar hem opkeken, heeft hij het pun aangeroerd, waarover zo druk werd gesproken door eenieder (Wordt verve CO p V r iq ht

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1962 | | pagina 2