wAAlwijkse en UnqstRAAtse couraiu
DE TROONREDE
MILJOENENNOTA 1963
del
Tekort: 939 miljoen
Financiëring van
het tekort
De middelen
van het Rijk
Nationale schuld
Slotbeschouwing
Als U nauwelijks meer op
of neer kunt van
Rheumatische Pijnen
1'®r|0
VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1962
84e JAARGANG No. 74
OÏC w nnivvXiiii Vji 1NU. 41
De rcho VAD het Zuióen
^SSkse Stoomdrukkerij
lagWJKse Antoon Tielen
JAN TIELEN
.mnrner 1069687
G^.Tverschijnt 2 x per week
I»
»-
Abonnement:
3.10 franco p.p.
Contract-advertenties: speciaal tarief
22 cent per week
per kwartaal 2.85
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
icht 1678
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002
Telegram-adres „Echo"
de Koningin heeft dinsdag 1.1., vergezeld van Z.K.H. Prins
rihard en de prinsessen Beatrix, Irene en Margriet, voor de ver-
BeI Kamers de volgende troonrede uitgesproken:
Leden der Staten-Generaal,
hel einde van het afgesloten parlementaire jaar zijn met be
kking tot Westelijk Nieuw-Guinea ingrijpende beslissingen genomen;
'jpend voor ons Koninkrijk, ingrijpend ook voor de Papoea's, die
eigen plaats in onze belangstelling hebben verworven. In eerbied
denken wij allen, die in de vervulling van hun plicht het offer van
i icven brachten. Met erkentelijkheid maakt de Regering melding
tlW de plichtsbetrachting en toewijding van hen, die in Nieuw-Guinea
^der moeilijke omstandigheden hun taak verricht hebben.
°De Regering hoopt, dat de toekomst der Papoea's, waarvoor de Ver
gde Naties verantwoordelijkheid hebben aanvaard, voorspoedig zal
^Tjet naar het verleden, maar naar de toekomst moet onze blik
fd, zijn. Belangrijke internationale ontwikkelingen eisen onze aan
dicht op. De sterke onderlinge afhankelijkheid der volken vindt uit
drukking in vele vormen van internationale samenwerking, waarbij
ook ons land in toenemende mate wordt betrokken. Grote waarde
hecht de Regering aan de programma's van de Verenigde Naties voor
-mcenschappelijke hulpverlening aan landen, waar de welvaartsont
wikkeling achterblijft. Zij wil naar vermogen bijdragen tot de econo
mische en maatschappelijke ontwikkeling van deze gebieden.
Le noodzaak voor het Westen, om een krachtige staat van militaire
veidediging te handhaven en'zich daarvoor aanzienlijke offers te ge
troosten, blijft helaas onverminderd bestaan. De politieke en militaire
Samenwerking in het Atlantisch Bondgenootschap acht de Regering
daarom voor ons land van het grootste belang. Even belangrijk acht
tij een uitbreiding en verdieping van deze samenwerking op econo
misch gebied; daardoor zal een evenwichtige economische groei niet
slechts in Europa, maar in de vrije wereld in haar geheel bevorderd
worden.
De uitvoering van de verdragen betreffende de Europese Gemeen
schappen blijft alle inspanningen vergen. De grondslagen van deze
verdragen mogen niet worden aangetast. Van groot belang acht de
Regering het, dat vooral het Verenigd Koninkrijk, maar ook andere
staten, zullen toetreden tot deze gemeenschappen en dat met daarvoor
in aanmerking komende landen, die niet een volledig lidmaatschap
hunnen aangaan, associatie-overeenkomsten worden gesloten. De poli
tieke samenwerking zal naar de mening der Regering zoveel mogelijk
moeten aansluiten op de bestaande vormen van samenwerking. De
resultaten van de onderhandelingen over het toetreden van het Ver
enigd Koninkrijk tot de Europese Gemeenschappen zuil envan grote
invloed zijn op het bereiken van overeenstemming tussen alle betrok
ken Reegeringen over de hoofdlijnen van een toekomstige politieke
unie.
De samenwerking in de Benelux is op economisch en politiek gebied
wederom zeer waardevol gebleken.
Met de meeste landen buiten Europa onderhoudt de Regering even
eens vriendschappelijke betrekkingen. Voor wat betreft de verhouding
met Indonesië, staat zij geheel open voor een verbetering.
De Regering vermeldt gaarne de vele goede betrekkingen tussen de
drie landen van ons Koninkrijk. Gezien de inspanning, die Suriname
en de Nederlandse Antillen zich getroosten voor hun economische en
sociale ontwikkeling, stemt het tot verheugenis, dat de associatie met
de Europese Economische Gemeenschap voor Suriname tot stand kwam.
Verwacht mag worden, dat ook de associatie van de Nederlandse An
tillen binnen afzienbare tijd een feit zal zijn.
De economische bedrijvigheid in ons land handhaaft zich nog steeds
ophoog niveau. Het groeitempo van de produktie is de laatste jaren
evenwel enigermate vertraagd door het bereiken van de capaciteits-
penzen, waarbij de verkorting van de arbeidstijd een belangrijke rol
heeft gespeeld. De toestand van volledige bezitting van het produktie-
ipparaat, minimale werkloosheid en een geleidelijke toeneming van de
welvaart zijn verheugend, temeer daar overbesteding ditmaal kon wor
den vermeden.
Waakzaamheid blijft echter vereist voor de handhaving van het even
wicht tussen middelen en bestedingen. Het betalingsbalanssaldo op
lopende rekening, hoewel nog steeds positief, zal dit jaar waarschijnlijk
enigszins beneden het bedrag liggen, dat structureel noodzakelijk wordt
geacht. Het prijsniveau, dat tot nu toe een betrekkelijke stabiliteit
heeft vertoond, staat onder een toenemende druk.
De Rijksbegroting, die U heden wordt aangeboden, voldoet aan de
richtlijnen, die de Regering enige jaren geleden heeft vastgesteld voor
ie begrotingsontwikkeling op langere termijn. Het tekort is groter dan
voor 1962 was geraamd. Dit houdt verband met het feit dat de op
brengsten van de belastingen beneden de ramingen blijven. Voor de
cekking van het tekort zullen naar verwachting voldoende langlopende
linancieringsmogelijkheden ter beschikking staan.
Ook voor de particuliere bestedingen blijft beperking van de toe
neming noodzakelijk. In dit verband moet de stijging van de arbeids
vesten, die voortvloeit uit het verschil tussen loon- en produktiviteits-
^ing, genoemd worden. De ontwikkeling heeft geleid tot een op
rrchzelf verheugende verschuiving ten gunste van de inkomens der
•Mntrekkenden. Een verdere stijging van de arbeidskosten zal echter
onvermijdelijk prijsstijging en verzwakking van de Nederlandse con
currentiepositie ten gevolge hebben; op de duur kan de werkgelegen
heid hierdoor in gevaar komen. De Regering heeft hierin aanleiding
^vonden met de Stichting van de Arbeid in overleg te treden. Zij zal
00 6e Sociaal-Economische Raad advies vragen over de begrenzing
6e stijging der loonkosten in 1963.
De zorg voor beheersing van de conjunctuur mag de aandacht niet
,an 6e structurele problemen afleiden. Een krachtige groei van onze
'^huishouding, alsmede de internationale concurrentie, vereisen ver
making van onze economische structuur. In de Achtste Industrialisatie-
die U in de loop van dit zittingsjaar zal bereiken, wordt hierop
5% ingegaan. De resultaten van het kernenergie- en het ruimte-
verzoek, alsmede de aardgasvondsten in het Noorden des lands, zul-
voor de genoemde versterking van onze economische structuur een
welkome bijdrage zijn. De Regering is verheugd, dat het met Uw
ewerking mogelijk is gebleken in het afgelopen jaar een aantal
^!2'e Verbeteringen tot stand te brengen. Wanneer de ontwerp-inte-
V-regeling voor invaliditeitsrentetrekkers, die ertoe strekt een belang
de verbetering in de positie van deze groep te brengen, door U zal
aanvaard, zullen vele vraagstukken, waarvoor de Regering zich
Cfaaaren»;i i__,
sociaal beleid op korte termijn gesteld zag, tot oplossing zijn
fsbracht.
pussen blyven ook, op langere termijn gez:ien, belangrijke sociale
gstukken de aandacht opeisen. De Regering denkt hierbij aan de
fcfinitii
eve vorm der oudedagsverzekering, de definitieve sociale voor
ziening voor gehandicapten en een regeling voor de dekking van zware
geneeskundige risico's. Zij heeft deze problemen in onderling verband
voorgelegd aan de Sociaal-Economische Raad; daarbij is de vraag ge
steld welke prioriteitsbepaling wenselijk is, rekening houdende met
wat overigens in onze economie verwezenlijkt moet worden.
Tot de genoemde belangrijke vraagstukken behoort ook de wijze
van loonvorming. De Regering heeft het desbetreffende advies van de
Sociaal-Economische Raad in overweging genomen. Zij onderzoekt, in
hoeverre het met handhaving van haar eigen verantwoordelijkheid
mogelijk is, het georganiseerde bedrijfsleven een beter passende ver
antwoordelijkheid bij de loonvorming te geven.
Voor de landbouw is van grote betekenis, dat de gemeenschappelijke
Europese markt op agrarisch gebied gestalte krijgt. Daardoor openen
zich nieuwe vooruitzichten, al wordt ook de concurrentie verzwaard.
Het agrarisch bedrijfsleven staat thans voor de taak, verhoging van
produktiviteit en kwaliteit tot stand te brengen. De Regering zal dit
streven krachtig steunen, o.a. door verbetering van de produktie-
omstandigheden. Ook in de zeevisserij voltrekken zich veranderingen,
die, op langere termijn gezien, van betekenis zijn; o.a. nemen de moge
lijkheden tot deelneming aan de verre-visserij toe.
De woningvoorziening, die voor vele gezinnen nog grote problemen
schept, blijft een onderwerp van voortdurende zorg. De snelle groei
der bevolking en de noodzaak tot vervanging van krotwoningen doen
de behoefte aan woonruimte groot blijven. Daarom moet ook voor 1963
rekening worden gehouden met het in aanbouw nemen van 90.000
woningen. De verhouding van de bouwkosten tot het inkomen van de
meeste woningzoekenden is zodanig, dat het Rijk in de meeste ge
vallen financiële steun zal moeten blijven verlenen. De woningbouw
zal beslag leggen op meer dan de helft van de aanwezige bouwcapaci
teit. Aangezien ook de behoefte aan andere gebouwen onverminderd
blijft bestaan, zal ook in 1963 een stringent goedkeuringsbeleid nood
zakelijk blijven.
Het beleid van de Regering blijft niet alleen gericht op het scheppen
van betere mogelijkheden voor ieders materiële welzijn, maar ook op
een evenwichtige sociale opbouw van de maatschappij en op de be
vordering van een zo ruim mogelijke spreiding van verantwoordelijk
heid. Zo hebben de bezitsvorming, de publiekrechtelijke bedrijfsorga
nisatie en het zelfstandige midden- en kleinbedrijf haar onverminder
de aandacht, hetgeen mede in de wetgevende arbeid in het komende
zittingsjaar tot uiting zal worden gebracht.
De Regering blijft de zorg voor onderwijs, wetenschap en cultuur als
een der belangrijkste onderdelen zien van haar beleid. Zij stelt voor,
dit jaar wederom een groter deel van de rijksbegroting te bestemmen
voor scholing en vorming van onze jeugdige generatie en voor deel
neming van steeds breder lagen van de bevolking aan uitingen van
cultuur.
De regering houdt het oog gericht op de mogelijkheden voor vrije
tijdsbesteding en denkt hierbij speciaal aan voorzieningen op het ge
bied van de openluchtrecreatie, waaraan in ons dichtbevolkte land zo'n
grote behoefte bestaat.
De snelle ontwikkeling op velerlei gebied brengt in onze samenleving
ingrijpende veranderingen te weeg. De Regering tracht, waar nodig,
aanpassing in het persoonlijke en gemeenschapsleven te bevorderen.
Een omvangrijk wetgevend programma zult U ook komend zittings
jaar te behandelen krijgen: in de eerste plaats de reeds ingediende
ontwerpen, zoals die voor de herziening van de algemene delen van
het Burgerlijk Wetboek, de wet beroep administratieve beschikkingen,
de algemene bijstandswet, de ziekenfondswet, de kernenergiewet, de
regeling van het voortgezet onderwijs en de instelling van een open
baar lichaam voor het gebied van de Rijnmond, en voorts enkele be
langrijke ontwerpen van wet op het gebied der belastingen.
Daarnaast zullen U nog enkele nieuwe wetsontwerpen bereiken,
waaronder die ter herziening der Grondwet, de goedkeuring van twee
internationale conventies inzake ruimte-onderzoek, de algemene premie-
spaarwet en de vreemdelingenwet.
Enkele beleidsnota's zullen U eveneens tot een gedachtenwisseling
met de Regering aanleiding kunnen geven. Reeds ontving U o.a. een
nota over de reclametelevisie, over het in exploitatie nemen van de
aardgasvondsten en over hulp aan minder-ontwikkelde gebieden. He
den bereikt U een nota over het toerisme in Nederland.
Van jaar op jaar eist de behandeling der begroting meer tijd en
aandacht van de Staten-Generaal en de Regering. Daardoor dreigen
andere werkzaamheden verdrongen te worden. De regering volgt daar
om met veel belangstelling de gedachtenvorming en de experimenten
in Uw midden, om tot een verbetering van de werkzaamheden der
Kamers te komen.
De Regering zal het initiatief nemen voor een nationale herdenking
van de herrijzenis van onze Staat in 1813. Een comité zal worden op
gericht, dat onder voorzitterschap van onze dochter Beatrix zal staan.
De Regering verwacht, dat in plaatselijke en verenigingsverbanden
daarbij aansluitende initiatieven zullen worden ontwikkeld.
In het komende zittingsjaar wordt van U weer veel werk en inspan
ning vereist. Moge het U gegeven zijn in onderling goede verstand
houding en in samenwerking met de Regering vruchtbaar werkzaam
te wezen ten nutte van ons land en ons Koninkrijk.
Met de bede, dat Gods zegen op U en Uw werk moge rusten, ver
klaar ik thans de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend.
18 september 1962.
De ontwerp-begroting, die dins
dag bij de Tweede Kamer is inge
diend, vertoont een uitgaventotaal
van f 11.627 min., waarvan f 9.486
min. aan lopende uitgaven en
f 2.141 min. aan kapitaaluitgaven.
De middelen worden geraamd op
f 10.733 min., zodat voor de gehele
dienst een tekort zal ontstaan van
f 894 min. Houdt men rekening met
het verschil tussen de kasuitgaven
van defensie en de begroting van
dit departement ten bedrage van
f 45 min., dan stijgt het tekort tot
f 939 min. Dit tekort is belangrijk
groter dan dat van de ontwerp-be
groting 1962. Dit vindt o.m. zijn
oorzaak in de te hoog gebleken ra
mingen van de belastingopbrengst
voor 1962. Het tegenvallen van deze
opbrengst was het gevolg van de
loonsverhogingen die een aanzien
lijke verschuiving van de inko
mensverdeling ten laste van het
overige inkomen tev/eeg hebben
gebracht. De noodzakelijk geble
ken herziening van de ramingen
voor 1962 werkt ook in die voor
1963 door.
Aanvaarding van het grotere be
grotingstekort past in het door de
minister van financiën gevoerde
budgettaire beleid waarbij conjunc
turele mee- of tegenvallers in de
middelen bij de vaststelling van de
voor uitgavenverhoging c.q. belas
tingverlaging beschikbare ruimte
buiten beschouwing moeten blijven.
De financiering van het begro
tingstekort acht de regering verze
kerd: naast de dekking met midde
len van de voorinschrijfrekeningen
is een beroep op de kapitaalmarkt
vereist tot een bedrag, dat ten ach
ter blijft bij de aflosingen op de
gevestigde schuld.
Het streven blijft er op gericht
de rijksuitgaven verhoudingsgewijs
te doen achterblijven bij de struc
turele groei van het natonale inko
men, opdat over langere termijn
gezien een verlaging van de be
lastingdruk, die verder gaat dan
het wegwerken van de geleidelijke
verzwaring als gevolg van de pro
gressie, mogelijk wordt.
De rijksfinanciën, voor zover
door de begroting bepaald, zullen
het komende jaar geen remmende
invloed op onze economie uitoefe
nen.
De regering wil het beleid ten
aanzien van de voorziening in de
essentiele collectieve behoeften
zoals onderwijs en infrastructuur
voortzetten. Zij staat echter tevens
op het standpunt dat, indien en
voor zover het structurele patroon
van de overheidsfinanciën ten op
zichte van dat van de volkshuis
houding als geheel te eniger tijd
ruimte zal laten voor een inciden
tele aanpassing van het begrotings
tekort, bij de keuze tussen de mo
gelijkheden van verwezenlijking
daarvan, nl. verhoging van uitga
ven aan de ene kant en belasting
verlaging aan de andere kant, aan
belastingverlaging een belangrijke
Dlaats dient te worden toegekend.
De regering neigt tot de gevolg
trekking, dat een overbesteding in
1963 kan worden voorkomen indien
men voortgaat met het beleid tot
matiging van de toeneming der be
stedingen, zowel in de particuliere
sector als bij de overheid. De span
ningen op de arbeidsmarkt bemoei
lijken een verdere evenwichtige
expansie van onze volkshuishou
ding. De loonsverhogingen hebben
geleid tot een stijging van de ar
beidskosten die belangrijk groter is
dan die in de meeste landen waar
mede Nederland concurreert. Ten
aanzien van de loonsontwikkeling
blijft waakzaamheid geboden.
Bij de opstelling van de ontwerp
begroting 1963 js er geen rekening
gehouden met een aantal activitei
ten waarvan de wettelijke regeling
nog niet is voltooid, zoals de pre-
miering van de kerkenbouw, de
wegenfinanciering, de uitbreiding
van het 10-jarenplan voor Surina
me en de exploitatie van aardgas,
dat kort geleden in het noorden van
het land werd ontdekt, alsmede met
de Nederlands-Duitse verdragen
van 8 april 1960, die in 1963 tot uit
gaven kunnen leiden.
Het volgen van de trendmatige
ontwikkeling van het nationale in
komen in het budgettaire beleid be
tekent reeds dat de rijksbegroting
(uitgaven en belastingen tesamen)
naast andere beleidsinstrumen
ten zoals de monetaire politiek, het
loon- en prijsbeleid en de investe
ringspolitiek een bijdrage levert
tot matiging van de conjunctuur.
De regering meent dat een veel
verder gaan dan dit zogenaamde
„trendbeleid" bezwaren met zich
brengt, gezien de grote behoefte
aan collectieve voorzieningen. Deze
behoefte loopt namelijk in sterke
mate parallel met de ontwikkeling
van de particuliere bestedingen en
zal als gevolg hiervan in een perio
de van hoogconjunctuur uitgaven
verhogingen noodzakelijk maken.
De uitgaven voor enkele collectieve
voorzieningen worden door struc
turele factoren (onderwijs) of door
internationale factoren (defensie)
bepaald. Deze beide categorieën
van uitgaven stijgen thans sterk.
Bij de samenstelling van de ont
werp-begroting 1963 is in overeen
stemming met het op de structurele
groei van 't nationale inkomen ge
baseerde budgettaire beleid, uitge
gaan van een toelaatbare stijging
van de in dit opzicht van betekenis
zijnde uitgaven met f 300 min.
In de zitingsperiode van het hui
dige kabinet is een groot aantal fis
cale maatregelen tot stand geko
men. Een beoordeling van de re
sultaten van het door de regering
nagestreefde fiscale beleid aan de
hand van cijfers en wel van de
percentages die de totale belasting
baten uitmaken van het netto na
tionale inkomen leidt ondanks de
ingevoerde verlichtingen niet tot
de conclusie, dat een verlaging van
de belastingdruk kwantitatief ge
zien is bereikt. Het percentage was
25,3 in 1959. Het steeg eerst tot 26,2
in 1960 en daalt weer tot 25,8 in
1961 en 25,2 in 1962. Twee tegen
werkende factoren hebben een ver
dere verlaging van de belasting
druk in de afgelopen periode in de
weg gestaan. In de eerste plaats
heeft ons land gedurende de gehele
zittingsperiode van het huidige ka
binet een hoogconjunctuur gekend.
In de tweede plaats moest door het
wegvallen van de Amerikaanse
hulp voor de buitengewone verho
ging van de defensie-uitgaven aan
vullende dekking gevonden worden
in de fiscale sfeer omdat het on
mogelijk bleek hiervoor aan de uit
gavenzijde compensatie te vinden.
Toch is de regering van mening,
dat het streven naar een relatieve
verlaging van de rijksuitgaven, zo
als dit door het kabinet is ontwik
keld en tot uitvoering gebracht, de
voorwaarde schept om tot structu
rele belastingverlagingen te komen.
In totaal beloopt de raming van
belastingmiddelen f 11.252 min.
hierop wordt in mindering gebracht
het aandeel van:
1. het gemeentefonds f 1.398 min.
2. het provinciefonds f 86 min.
f 1.484 min.
Blijft f 9.768 min.
In de periode 30 juni 1961 tot 30
juni 1962 is de staatsschuld geste
gen met f 625 min. Deze stijging is
ontstaan door een toeneming van
de binnenlandse schuld met f 731
min. en een afneming van de bui
tenlandse schuld met f 106 min. De
totale staatsschuld bedroeg per ul
timo juni 1962 f 18.966 min. (18.341
min per ultimo juni 1961).
De minister van financien besluit
de miljoenennota met de samen
vatting van enkele hoofdpunten
van het begrotingsbeleid. Het eerste
aspect waaraan de minister aan
dacht schenkt is de invloed die van
de rijksfinanciën blijkens de be
groting uitgaat op de economische
ontwikkeling op korte termijn. Dat
de netto impuls procentueel geme
ten de stijging van het nationale
inkomen in zekere mate over
schrijdt, acht de minister in het
licht van de aanwijzingen omtrent
de economische ontwikkeling aan
vaardbaar.
Ook merkt de bewindsman op
en hebt de remedie maar
voor *t grijpen...
Waarom zoudt U dan niet 't voorbeeld van
die tienduizenden volgen, die U voorgingen.
Kruschen Salts, regelmatig de kleine dage
lijkse dosis. Kruschen's zegetocht over de
wereld begon omstreeks 1925 en steeds gro
ter werd de kring van gebruikers. En dan
zoudt U de uitzondering willen zijn? Na
tuurlijk gaat ook U de bloedzuiverende
Kruschen kuur doen. En wel liefst van van-
daag op morgen.
van oordeel te zijn dat de conjunc
turele werking van de begroting
1963, dus met inbegrip van de fis
cale verlichtingen, geenszins strij
dig is met de eisen, die de verwach
te economische ontwikkeling stelt.
Eenzelfde oordeel past ten aan
zien van het begrotingstekort.
Naast een beschouwing over het
particuliere spaaroverschot besteedt
de minister aandacht aan het in-
vesteringspeil. Het ligt, ook inter
nationaal gezien, bepaald bevredi
gend. Dit is echter noodzakelijk,
zegt hij. Belangrijke aantasting er
van zou gaan ten koste van het
tempo van economische groei. De
particuliere besparingen in haar
totaliteit zijn hoog, maar hebben
een neiging iets te dalen, onder
meer als gevolg van de inkomsten
verschuiving naar de looninkomens
en van de revaluatie.
De minister besluit de nota met
de opmerking dat de essentie van
het financieel beleid het afwegen
blijft van verschillende belangen.
Het feit, dat op tal van terreinen
wensen onvervuld moeten blijven,
dwingt voortdurend tot een keuze.
Deze afweging geschiedt in eerste
instantie binnen het kabinet. Zij
behoort eveneens tot de taak van
de Staten-Generaal. De Tweede
Kamer zoekt door wijzigingen van
de procedure van begrotingsbehan
deling naar wegen om de vervul
ling van deze taak beter tot haar
recht te doen komen. De minister
vertrouwt dat daarmede, niet in de
laatste plaats door het bereiken van
overeenstemming omtrent het al
gemene kader waarbinnen in be
ginsel bewegingsvrijheid bestaat, 'n
bijdrage zal kunnen worden gele
verd om in gezamenlijk overleg
tussen regering en parlement een
verantwoorde begrotingsontwikke
ling te verwezenlijken.