De naam „Waspik" heeft niets te maken
met de „was-pikkers"*
k
01
Wreedheden
i aan de muur
BELEVENISSEN VAN SMIDJE VERHOLEN
m
JE ZIET ZE WEER STEEDS MEER!
De toestand in
Frankrijk
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 12 OKTOBER 1962 ESIIZ
Je pakt ze zo gemakkelijk!
J. H. van Mosselveld schetste de geschiedenis van Waspik en de randgemeenten
Verschuiving woonkernen
Vetweiding en hooibouw
Kas van armbestuur
een trekpleister
Leer en schoenen
Inwonertal
Het geheimzinnige
geval Blythe
DE mee:
if
Hen ge
gebouwen met de meest luxueuze
zomerverblijven tussen tropische
beplantingen en bloemen, 't groot
ste natuuraquarium ter wereld, 'n
kilometers lang strand met de meest
denkbare moderne gemakken uit
gerust, prachtige zelfbedienings
winkels en hotels. We hebben daar
veel gezien wat tot nu toe nog on
bekend voor ons was, echt op z'n
Amerikaans.
Op 8 sept. komt de „Oranje", het
vlaggeschip van de S.M.N. de haven
binnenvaren, die is op doorreis
naar Wellington en Australië. Ze is
even groot als de J. v. O.wij heb
ben geen gelegenheid om aan boord
te gaan, omdat wij om 2 uur ver
trekken naar New York. Er worden
natuurlijk vele groeten met hand
zwaaien over en weer gedaan en
de schepen groeten elkaar met de
scheepsfluiten.
Aan alles komt een einde en wel
dra was voor ons de „Oranje" en
het vele dat wij in Miami gezien
hadden aan het oog onttrokken en
voeren wij in de grote Atlantische
oceaan weer naar New York waar
we in de vroege morgen van 11 sept.
het machtige Vrijheidsbeeld in de
haven passeerden en om half 8 aan
wal kwamen te liggen bij een
Noorse aanlegsteiger.
Ook in Amerika hebben we nog
genoten van de vele wolkenkrab
bers en vooral bij avond was New
York een en al licht en kwamen
de vele torens en gebouwen nog
sprookjesachtiger tot hun recht met
de duizenden elektrische lampjes
waarmede ze verlicht waren. Wij
hebben dit vanaf het hoogste dek
op het schip bij avond kunnen aan
schouwen.
Met ruim 700 passagiers vertrok
ken we de volgende morgen om
8 uur naar Southampton (Enge
land) waar we de een dag later
's morgens om 8 uur aankwamen
op 21 sept. In de nacht van 19 op
20 sept. waren er nog twee plotse-
iilllillllliVwfHIIIf limiimmmnHiM
(door de nieuwe pull-flap)
linge sterfgevallen voorgekomen, 'n
man van 72 en een vrouw van 56
jaar, beiden aan hartverlamming.
Wij hadden nog een afscheidsdi
ner met 's avonds een party aange
boden gekregen, welke beide keu
rig verzorgd waren.
Wederom gingen er bijna 400 pas
sagiers in Engeland van boord,
waar de reis van ten einde was en
zo ging voor ons, 's middags om 1
uur, ook de laatste route naar Am
sterdam, aanvangen.
NEDERLAND
Des morgens 4 uur kwamen we
reeds aan de sluizen bij IJmuiden,
waar al enkele mensen stonden om
hun familie te verwelkomen. Om 7
uur vertrokken we door het kanaal
naar Amsterdam, waar we om 9 uur
aan de Javakade meerden. Groot
was ook daar de toeloop van familie
en kennissen, die hun ouders, fa
milie en vrienden kwamen afhalen,
die na een lange en prachtige reis
weer in hun vaderland terugkwa
men.
Ik wil van deze gelegenheid ge
bruik maken om aan familie, buurt
bewoners, vrienden en kennissen,
hartelijk dank te brengen (ook na
mens mijn vrouw) voor de zeer
vele brieven en kaarten die wjj ge
durende onze reis en verblijf in
New Zealand hebben mogen ont
vangen en vooral voor de vele en
mooie bloemstukken die bij onze
thuiskomst reeds op ons stonden
te wachten, (er was er ook een bij
uit New Zealand van vrienden) Zo
wel het een als het ander heeft ons
erg getroffen en we zijn er allen
zeer dankbaar voor.
Voor velen van ons is* het een on
vergetelijke en prachtige wereldreis
geweest, met mooie herinneringen
aan de tijd die we bij onze kinderen
hebben doorgebracht in het prach
tige land waar zij wonen. New Zea
land is een nog jong, doch zeer
mooi land, en we zullen het niet
gauw vergeten. Toch voor ons
oudere mensen gaat er niets boven
eigen land en plaatsen we zijn blij
te kunnen zeggen: weer thuis.
L. K.
(Slot)
Het toegepaste ontginningssysteem, lange
smalle percelen over de gehele lengte van
het dorpsterritoir, waarbij de bewoning op
schoof naarmate de ontginning voort
schreed, maar vooral de beruchte Elisa-
betsvloed van 1421, hebben de bewonings-
kernen van deze Langstraat-dorpen een bo
venwaartse (zuidelijke) richting doen ver
plaatsen. De ambachten Groot- en Klein-
Waspik werden geheel overstroomd en ble
ven sedertdien onbewoond. De Kerk van
Groot-Waspik werd verwoest en zuidelijker,
nu onder 's-Grevelduin-Waspik herbouwd,
de thans gerestaureerde N.H. Kerk. De be
bouwing concentreerde zich nu in Twaalf
talhoeve en 's-Grevelduin-Waspik, langs de
dijken, die tevens als wegen fungeerden.
Ook nadien zijn overstromingen en dijk
doorbraken de mensen hier niet bespaard
gebleven. Het hetstel van die dijken om de
ontstane waterpoelen heen heeft zijn stem
pel gedrukt op het bebouwingskarakter van
Waspik. Het kronkelige wegverloop vindt
hierin zijn oorzaak.
Over de indijking van het in 1421 ver
dronken land heeft men eeuwen gedaan.
Eerst in het begin der 18e eeuw werd de
inpoldering voltooid met de bedijking, in
samenwerking met Raamsdonk, van de bui
tendijkse en overdiepse polders. Deze ge
leidelijke terugwinning van het verloren
land, eerst met zomerkaden, dan met win
terdijken, laat zich uitstekend aflezen, uit
de poldernamen in dit gebied. Deze water
staatkundige situatie bepaalde tevens het
gebruik van de bodem veel wei- en hooi
landen, doordat het accent in de landbouw
gelegen was op veeteelt (vetweiding) en
hooibouw. Hooi was eeuwenlang het be
langrijkste exportartikel van Waspik; later
ook boter, rundvee en paarden. Granen,
aardappelen en groenten werden slechts ge
teeld voor eigen consumptie, terwijl turf
slechts voor eigen gebruik werd gestoken.
Een vrijwel zuiver agrarische gemeenschap
dus; een bevolking die hoofdzakelijk be
stond uit welgestelde boeren en veekoop
lieden, een vaak armoe lijdende stand van
landarbeiders en een vrij groot aantal schip
pers. Dit is eeuwenlang het patroon der
Waspikse bevolking gebleven, want de be
scheiden ontwikkeling in de industriële en
ambachtelijke sector dateert eerst uit de
2e helft van de 19e eeuw.
Na 1850 telde Waspik ca. 2600 inwo
ners. Dat het bevolkingsaantal, maar ook
het aantal armen geleidelijk toenam, was -
zoals het gemeenteverslag van 1851 letter
lijk stelde - „hoofdzakelijk het gevolg van
de grote ondernemingsgeest, welke door
gaans bij de behoeftige ingezetenen bestaat
om te huwen".
De daardoor ontstane geboorte-overschot
ten, die het vertrek-overschot compenseer
den, deden het aantal inwoners zeer gelei
delijk stijgen. In de winter was er voor de
arbeidersklasse echter volstrekt geen werk
te vinden, zodat de armoede steeds toenam
en het aantal bedeelden zeer hoog wa6. De
enige trekpleister van Waspik was blijkbaar
de welgevulde kas van het armbestuur, want
- we citeren het gemeenteverslag van 1890
- „er vestigen zich hier nog voortdurend
gezinnen van elders met het oog op de
goede financiële toestand van het armbe
stuur".
Werkgelegenheid was er buiten de land
bouw en de binnenscheepvaart slechts in
zeer beperkte mate aanwezig. In feite waren
het slechts de 3, later 4, scheepstimmer
werven, die aan enkele 10-tallen arbeiders
werk verschaften. Verder hield de boter-
export naar Engeland enkele kuiperijen aan
het werk. In het laatst van de 19e eeuw
leidde deze steeds toenemende boterexport
tot concentratie van de zuivelbereiding in
een 2-tal boterfabrieken, waar later ook
margarine werd gefabriceerd. Zij werden
echter rond de eeuwwisseling weer opgehe
ven.
Omstreeks 1860 komt hier evenals in
naburige gemeenten een nieuwe tak van
nijverheid tot ontwikkeling de leerlooierij
met in haar kielzog de schoenmakerij. Het
aantal leerlooierijen dat in 1860 nog slechts
3 bedroeg, was tien jaar later reeds geste
gen tot 12 en in 1880 zelfs tot 19. Daarna
ging deze industrie een dalende tendens
vertonen. Een enkel bedrijf ging zich spe
cialiseren in technisch leder, drijfriemen,
bind- en slagleder, een ander in de pro
ductie van chroomleder. Het aantal schoen
makerijen, aanvankelijk in hoofdzaak een
mansbedrijfjes, steeg van 17 in 1860 tot
62 in 1900. Het aantal bedrijven liep ook
hier aanzienlijk terug door de toenemende
mechanisatie. Alleen de meest kapitaal
krachtige ondernemers konden zich staande
houden. De zeer belangrijk blijvende hooi-
productie leidde in de tachtiger jaren tot de
oprichting van 2, later 3, hooiperserijen.
De scheepswerven, vooral Ruytenberg, ble
ven echter het grootste aantal arbeiders op
nemen, ook gedurende crisisperioden van de
twintiger jaren van deze eeuw, die veel be
drijven in de industriële sector dwong hun
poorten geheel of nagenoeg geheel te slui
ten.
Het aantal inwoners der gemeente was
inmiddels van 2600 in 1850 gestegen tot
3100 in 1900 en bedroeg in 1947 3200.
Momenteel is Waspik de 3700 gepasseerd.
Belangrijke grote voorzieningen waren in
tussen getroffen: het gereedkomen van het
Zuiderafwateringskanaal, dat een aanzien
lijke verbetering van de waterstand in de
aangrenzende polders bracht, de oprichting
van een groot waterschap, waarin de diverse
polders werden ondergebracht, het gereed
komen .van het electriciteitsnet in 1914 en
de drinkwatervoorziening in 1929. Had de
woningbouw tot dusverre langs bestaande
straten en wegen kunnen plaats vinden, na
de oorlog was het noodzakelijk daarvoor
meer planmatige ruimte te vinden en wer
den uitbreidingsplannen voor de nieuwbouw
gecreëerd. Dit laatste is echter nog nauwe
lijks historie en de verwezenlijking van die
plannen nog lang niet. Bij deze snelle wan
deling door de lokale geschiedenis was het
niet mogelijk op vele andere facetten van
Waspiks historie in te gaan en bleven met
name het onderwijs, de 18e eeuwse fortifi
caties, de spoorweg, de ruilverkaveling en
het ontstaan van de parochie in Waspik-Bo-
ven onaangeroerd.
West- en Oostberlijnse politieman
nen hebben aan de rivier de Spree
een vuurgevecht geleverd, nadat een
Oostduitse vluchteling vergeefs had
geprobeerd naar de vrijheid te zwem
men de jongen werd in het water
doodgeschoten. De Spree vormt in
een deel van de Amerikaanse sector
van West-Berlijn de grens, dat wil
zeggen de sectorgrens loopt precies
midden door het water.
Toen de vluchteling maandagavond
om half elf bijna de Westelijke oever
van de Spree had bereikt, openden de
Oostberlijnse politiemannen het vuur
op hem. Onmiddellijk reed een West-
berlijnse politieauto naar de plaats
van het incident en werd bijna door
Oostberlijnse kogels getroffen. De
Westberlijners, die zich danig be
dreigd voelden, aarzelden geen mo
ment en schoten terug. Of er aan de
Oostberlijnse kant iemand gewond is,
is niet bekend. Politiemannen, een
ambulance van het Amerikaanse le
ger, een ziekenauto van het West-
berlijnse Rode Kruis en Westberlijnse
brandweerlieden hebben uren naar de
vluchteling gezocht, maar hem niet
gevonden. Aangenomen wordt dat de
jongen in het water is doodgeschoten,
's Nachts hebben Oostberlijnse poli
tiemannen in de Spree gedregd. Het
vuurgevecht lokte vele Westberlijners
naar de Spree. Buiten zichzelf van
woede riepen zij „Moordenaars,
moordenaars" naar de Oostberlijnse
kant. Drie jeugdige leden van de
Oostduitse grenswacht zijn er wèl in
geslaagd naar de vrijheid te ontko
men zij zwommen een riviertje over
zonder dat hun collega's er iets van
merkten.
Premier Pompidou heeft ingevolge
de door het parlement aangenomen
motie van afkeuring het ontslag van
zijn kabinet aan president De Gaulle
aangeboden.
De Gaulle heeft Pompidou ver
zocht aan te blijven tot er ((ri
we nationale vergadering is
In een communiqué van ht
dentiële bureau is inmiddel^
deeld, dat de president beslote?
de nationale vergadering te J
den.
Leider van de Franse socialk,-
partij en de R.K. Rep3
volkspartij (MRP) hebben t
besproken voor de strategie bii^
mende krachtsmeting tussen r'
dent De Gaulle en de oppositie*
De socialistische nationale'
sprak zich uit voor een ge2an)J
campagne van de oppositie Z?
voorstel van De Gaulle om biL
stemming op 28 oktober te k
dat voortaan het staatshoofd?
streeks door het volk wordt ge5
Ook wil het bestuur van de sor*
tische partij het samengaan
oppositie voortzetten bij de vo£
maand te houden verkiezingen1
een nieuwe nationale ver
»Neen' re je.k
De volksrepublikeinen aanvat-
op een tweedaags congres vaa,
nationale comité met 110 te?a
stemmen, bij één onthouding
voorstel om bij 't referendum
te stemmen. Ook de M.R.P.jl
stemmen.
GEEN HALF WERK
Vijfhonderd mensen hebl?
grote schade aangericht
een nieuwe moderne juwelic
winkel in Wenen. Als bij
dere feklame, had een jun.il
bekend gemaakt, dat hij bij
opening van zijn zaak lil
horloges zou weggeven.
Vanaf de vroege ochtend k
zich het publiek voor demi
verzameld. Toen het naar:
zin van het publiek wat te kt
ging duren, werden de rui
ingeslagen en men maakta
een zelfbedieningswinkel
De juwelier die trachtte
redden wat er nog te redir
viel, bleef met een gebrok
arm en een lichte hersensck:
ding ietwat verbouwereerd
zijn vernielde en nagenoeg!m
geplunderde winkel alleen ai
ter.
copyright avan
80) De volgende ochtend was het
een sombere Verholen, die de brave
Frik op zijn bellen opendeed. „Wat
is er baas?" vroeg Frik, die wel
merkte, dat er iets aan het handje
was. „Ach Frik, ik heb gisteren
mijn portemonnaie verloren," ant
woordde Verholen. „Oei, da's erg
baas," vond Frik. „Zat er veel geld
in?" Smidje Verholen keek zijn
knecht Frik ernstig aan. „Ja Frik,"
zei hij. „Héél veel geld. Ik ben van
nacht nog aan het zoeken geslagen,
maar hij was nergens te vinden.
Ik zal hem wel voor goed kwijt
zijn." „Jazei Frik. „Gaat
U dan eens naar de politie en geeft
U het aan. Er zijn altijd nog wel
eerlijke mensen, die zo'n beurs niet
houden, maar netjes op het politie
bureau komen afgeven." Smidje
Verholen schudde langzaam zijn
wijze hoofd. „Nee Frik," zei hij.
„Deze beurs geven ze vast niet te
rug. Daar ben ik zeker van. Maar
komaan, we zullen aan het werk
gaan, want er moeten hekken ge
plaatst worden. Ik heb alle maten
op een papiertje staan, dus we kun
nen onmiddellijk aan de arbeid
gaan. Laten we eerst wat buizen
uitzoeken." Zo gezegd, zo gedaan.
Ze zochten buizen uit, zaagden ze
op maat, en lasten er andere bui
zen aan vast, zodat grote rechthoe
ken ontstonden. Daarna gingen ze
die rechthoeken bekleden met sterk
ijzergaas en toen ze twee dagen en
nog een ochtend gewerkt hadden,
stonden de benodigde hekken alle
maal gereed. „We zullen ermee
naar ons landje gaan, Frik," zei
smidje Verholen. De zaak werd op
de handkar geladen en daar gingen
ze. „Mooi werk, baas," prees de bra
ve Frik. „Ze passen jandoppie pre
cies!" En dat was ook zo. Ieder ge
maakt hek paste precies tussen twee
zuiltjes. „En nou drevelen, Frik,"
zei Verholen. Ze pakten beiden 'n
drevel dat is een soort slagboor,
een boor, waar je op moet ska
en hakten keurige gaten inde:
nen zuiltjes. In die gaten bra
ze een plug aan en nu konce
hekken vastgeschroefd words
die plug. Het zat werkelijk*
vast. Er was geen verwrikte
bewegen meer aan en vol tros:
keek smidje Verholen zijn re
„Zulke mooie hekken staan;
het hele dorp niet, Frik," zai
En omdat dit werk zo goed ge;i;
was, begon hij weer een beetjes
de met de toestand te krijgen.
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
Een oorspronkelijke speurders
roman door
J. F. VAN NUGTEREN
50)
„Bloom", had zijn vriend aange
drongen, „laten we nu vanavond
voor het laatst gaan fuiven. Ik heb
't die Harold Launders beloofd. Het
is voor zijn rekening.'
„Hm", had de commissaris ge
bromd, „pracht speurtocht met dat
jongmens erbij. Hoe heb je 't kun
nen toestaan, 't Is toch eigenlijk te
gek."
„Och", had Jefferson geantwoord,
„de jongen wilde dolgraag nog één
keer mee. Juist vanwege het feit,
dat hij in het gezelschap van de
commissaris van Scotland Yard op
sjouw kan gaan."
„Buitengewoon vereerd voel ik
me, Jef."
En zo waren ze tóch weer in de
City terechtgekomen. Tegen ver
wachting was Harold Launders de
ze avond in een milde en opgewekte
stemming. „Apropos, heren", had
hij in de auto gezegd, „ik hoop niet
dat ik u beledig, maar ik sta er op
dat we vanavond een exquis diner
gebruiken en ik betaal. Maar eerst
gaan we gezellig borrelen in de
Riche Bar."
Jefferson en de commissaris ke
ken elkaar gelijktijdig aan. Werd 't
toch een fuif? Nu, wat hen betrof
was het allright. Het was per saldo
de laatste avond van hun halfnach-
telijke escapades de criminaliteit
moest het voor deze avond maar
met zichzelf uitvechten. De beken
tenis van Harold, dat hij deze dag
zijn dertigste levensjaar was bin
nengestapt, vrolijkte hen op. Het
werd handen schudden in de auto,
feliciteren en bedanken. Het leek
er op, of Harold Launders al zijn
somberheid van vorige avonden
had afgeschud. Hij had die middag
al met een paar vrienden een bor
rel gedronken, vertelde hij. Er was
hem een goede baan aangeboden
door een zoon van een schatrijke
zeepfabrikant.
„Ik denk dat ik de baan aan
neem", vertrouwde hij Jefferson en
de commissaris toe. „Het is in Oe
ganda in Afrika. Het land waar ook
mijn oom Lawrence heeft gejaagd.
Ik heb al weer meer dan genoeg
van Londen."
In de Riche Bar, waar ze een
cocktail dronken, op de verjaardag
van Harold Launders, werd het ge
sprek voortgezet.
„Drommels", meende commissa
ris Bloombury, „dat zou mij eigen
lijk ook wel lijken om eens naar die
Afrikaanse jachtgebieden te gaan."
„Maar leeuwen en tijgers lopen niet
weg voor de revolver van een com
missaris, al is die dan van Scotland
Yard."
Het was warempel Harold, die de
grappige opmerking had gemaakt.
„Net wat je zegt, Harold", viel
Jefferson hem bij. „En commissaris
Bloombury met een dubbelloops
jachtgeweer in het oerwoud van
Afrika kan ik me moeilijk voorstel
len."
Er werd hartelijk gelachen.
„Toch zou ik wel eens liever op
leeuwen en tijgers gaan jagen dan
op misdadigers", hield de commis
saris koppig vol.
„Prettiger in elk geval dan op on
bekende moordenaars, die geen vi
sitekaartje achterlieten", merkte
Harold wrang op. Hij dronk zijn
glas leeg en bestelde een nieuw
rondje. „Wat mij betreft heren, ik
heb me er al mee verzoend, dat het
mysterie eeuwig onopgehelderd
blijft." Hij keek vragend naar Jef
ferson, die zijn schouders optrok.
„Alles is nog niet verloren, jonge
vriend." Het was Bloombury, die
dit vaderlijk vermaan meende te
moeten plaatsen.
„En wat zegt u, meneer Jeffer
son?" Jefferson gaf Launders een
schop tegen zijn been en legde even
zijn vinger op zijn mond. Tevoren
hadden ze afgesproken dat, ingeval
ze temidden van publiek zouden ko
men te zitten, ze op zachte toon
zouden spreken. En mocht het
nodig zijn, dan zou de commissaris
meneer Blake heten, Jefferson me
neer Yellow en Launders eenvoudig
Harold.
In de Riche Bar waren ze nage
noeg alleen en in een verre hoek
gezeten, dus lieten ze de comedie
achterwege. Maar in een Italiaans
restaurant in Soho, waar ze nogal
dicht op elkaar hadden gezeten,
hadden ze er lustig op los „gebla-
ked" en „geyellowd", hetgeen wel
eens tot vrolijkheid aanleiding gaf.
Overigens waakten de beide poli
tiemensen voor onnodig luidruchtig
spreken door Launders.
Het was tegen tien uur, dat ze die
avond in Criterium aankwamen.
Ze hadden alle drie flinke eetlust
en Harold, die nog steeds in een
vreemd opgewekte stemming was,
stond er op, dat het een duur en
copieus diner moest zijn. Nu dat
was in orde. En de wijn was niet
minder in klasse. De gérant had hen
naar een box geleid, waar ze, zon
der last te hebben van nabije bu
ren, rustig konden praten.
„Dit is nu de gelegenheid, waar
ons echtpaar zich thuis zou voelen",
kwam Jefferson opeens.
Harold keek hem vertwijfeld aan
en wuifde het denkbeeld weg met
een handbeweging.
„Onzin, meneer Yellow. Waarom
juist hier?"
„Omdat het hier Criterium heet."
„Hoe bedoelt u?" vroeg Harold.
„Waar wil je heen?" luidde Bloom-
bury's vraag.
Jefferson lachte geprononceerd
geheimzinnig. „Voorgevoel, mis
schien. Het heet hier Criterium. En
criterium is: maatstaf en ook: be
slissend kenmerk. Wel, ik heb zo'n
idee, lui, dat deze grote van we
relds vermaak het beslissend ken
merk is voor onze ontmoeting.
En toen gebeurde het wonder,
waarover buiten de commissaris en
Harold Launders, zelfs Jefferson
zich uitermate verbaasde. Het kon
nauwelijks vijf minuten later zijn,
dat er plotseling een vreemde stilte
in de zaal viel. Onwillekeurig rich
ten alle drie hun blikken naar de
ingang, in welke richting ook de
andere gasten keken. Begroet met
een diepe buiging door de chef de
reception, werd een dame en een
heer naar een box geleid, waar door
de chef met veel plichtplegingen de
plaatsen werden aangeboden. Door
dat de dame het gelaat, naar de
wand had gewend, kon het d«
haar gezicht niet onderschei:;
Wèl konden ze haar prachtigen
fluwelen avondjurk zien -
schijnlijk de laatste creatie vaal:
of Fath. Maar wie zij des te 'f
konden onderscheiden was ha;-3
geleider.
Zich bewust van de bewonfc
de blikken van het mannelijk
der aanwezigen voor de elef
vrouw aan zijn zijde liep hij
en trots door de zaal, met een
taine glimlach om de smalle lip;
waarboven een zwarte streep
van een knevel aanduidde. 0»
oogstte ongetwijfeld bewonder
maar dan van de vrouwelijk-
der sexen. Hij keek eerst na;
plaats, waar de vrouw giOS^
en daarna de zaal in. Dit al»l
schiedde in nog geen minuut -
dan, als hij misschien eet
conde lang naar het orkest fe
beleefde ons drietal de eerste
satie van hun speurtocht door
telijk Londen. Want vanaf
plaatsen keken de drie
nadat de vrouw was gezeten
eens recht in haar gelaat.
gelaat behoorde aan de w#*
Champion. Doordat zij de wijn®
bestudeerde kon het drietal -
tamelijk ongestoord gadeslaan
(Wordt verve*
HEBT
pE BEKI
DAGBLA
Vo
Vin
Volgens
gaat de c
sche taal
van Katt
het kalif
India tot
in Span,
lang en i
uit over
Afrika, i
'gebieden,
doordror
De Arab
van reel
boeken e
onze beg
ten geci
complice
letters,
die naar
of schrij
der of er
klank kr
Hen verl
oan voor
den.
De moei.
dat el kt
werkwoo
tn betek
en elfde
ooorbeeh
keurig u
Dekking
deling w
Het Ai
toal. Het
nenstelh
hand en
<net oms
pliceerde
'Dikken,
tchikkim
inschat
higmrr
iïtArabi
luchtig
üoor hon
dtrd voo
voor de
kameel,
ooor de
'•end voo.
De A
hebben e
H dozi
•'in om d
woorden
'tn.