De naam „Waspik" heeft niets te maken met de „was-pikkers"* k 01 Wreedheden i aan de muur BELEVENISSEN VAN SMIDJE VERHOLEN m JE ZIET ZE WEER STEEDS MEER! De toestand in Frankrijk DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 12 OKTOBER 1962 ESIIZ Je pakt ze zo gemakkelijk! J. H. van Mosselveld schetste de geschiedenis van Waspik en de randgemeenten Verschuiving woonkernen Vetweiding en hooibouw Kas van armbestuur een trekpleister Leer en schoenen Inwonertal Het geheimzinnige geval Blythe DE mee: if Hen ge gebouwen met de meest luxueuze zomerverblijven tussen tropische beplantingen en bloemen, 't groot ste natuuraquarium ter wereld, 'n kilometers lang strand met de meest denkbare moderne gemakken uit gerust, prachtige zelfbedienings winkels en hotels. We hebben daar veel gezien wat tot nu toe nog on bekend voor ons was, echt op z'n Amerikaans. Op 8 sept. komt de „Oranje", het vlaggeschip van de S.M.N. de haven binnenvaren, die is op doorreis naar Wellington en Australië. Ze is even groot als de J. v. O.wij heb ben geen gelegenheid om aan boord te gaan, omdat wij om 2 uur ver trekken naar New York. Er worden natuurlijk vele groeten met hand zwaaien over en weer gedaan en de schepen groeten elkaar met de scheepsfluiten. Aan alles komt een einde en wel dra was voor ons de „Oranje" en het vele dat wij in Miami gezien hadden aan het oog onttrokken en voeren wij in de grote Atlantische oceaan weer naar New York waar we in de vroege morgen van 11 sept. het machtige Vrijheidsbeeld in de haven passeerden en om half 8 aan wal kwamen te liggen bij een Noorse aanlegsteiger. Ook in Amerika hebben we nog genoten van de vele wolkenkrab bers en vooral bij avond was New York een en al licht en kwamen de vele torens en gebouwen nog sprookjesachtiger tot hun recht met de duizenden elektrische lampjes waarmede ze verlicht waren. Wij hebben dit vanaf het hoogste dek op het schip bij avond kunnen aan schouwen. Met ruim 700 passagiers vertrok ken we de volgende morgen om 8 uur naar Southampton (Enge land) waar we de een dag later 's morgens om 8 uur aankwamen op 21 sept. In de nacht van 19 op 20 sept. waren er nog twee plotse- iilllillllliVwfHIIIf limiimmmnHiM (door de nieuwe pull-flap) linge sterfgevallen voorgekomen, 'n man van 72 en een vrouw van 56 jaar, beiden aan hartverlamming. Wij hadden nog een afscheidsdi ner met 's avonds een party aange boden gekregen, welke beide keu rig verzorgd waren. Wederom gingen er bijna 400 pas sagiers in Engeland van boord, waar de reis van ten einde was en zo ging voor ons, 's middags om 1 uur, ook de laatste route naar Am sterdam, aanvangen. NEDERLAND Des morgens 4 uur kwamen we reeds aan de sluizen bij IJmuiden, waar al enkele mensen stonden om hun familie te verwelkomen. Om 7 uur vertrokken we door het kanaal naar Amsterdam, waar we om 9 uur aan de Javakade meerden. Groot was ook daar de toeloop van familie en kennissen, die hun ouders, fa milie en vrienden kwamen afhalen, die na een lange en prachtige reis weer in hun vaderland terugkwa men. Ik wil van deze gelegenheid ge bruik maken om aan familie, buurt bewoners, vrienden en kennissen, hartelijk dank te brengen (ook na mens mijn vrouw) voor de zeer vele brieven en kaarten die wjj ge durende onze reis en verblijf in New Zealand hebben mogen ont vangen en vooral voor de vele en mooie bloemstukken die bij onze thuiskomst reeds op ons stonden te wachten, (er was er ook een bij uit New Zealand van vrienden) Zo wel het een als het ander heeft ons erg getroffen en we zijn er allen zeer dankbaar voor. Voor velen van ons is* het een on vergetelijke en prachtige wereldreis geweest, met mooie herinneringen aan de tijd die we bij onze kinderen hebben doorgebracht in het prach tige land waar zij wonen. New Zea land is een nog jong, doch zeer mooi land, en we zullen het niet gauw vergeten. Toch voor ons oudere mensen gaat er niets boven eigen land en plaatsen we zijn blij te kunnen zeggen: weer thuis. L. K. (Slot) Het toegepaste ontginningssysteem, lange smalle percelen over de gehele lengte van het dorpsterritoir, waarbij de bewoning op schoof naarmate de ontginning voort schreed, maar vooral de beruchte Elisa- betsvloed van 1421, hebben de bewonings- kernen van deze Langstraat-dorpen een bo venwaartse (zuidelijke) richting doen ver plaatsen. De ambachten Groot- en Klein- Waspik werden geheel overstroomd en ble ven sedertdien onbewoond. De Kerk van Groot-Waspik werd verwoest en zuidelijker, nu onder 's-Grevelduin-Waspik herbouwd, de thans gerestaureerde N.H. Kerk. De be bouwing concentreerde zich nu in Twaalf talhoeve en 's-Grevelduin-Waspik, langs de dijken, die tevens als wegen fungeerden. Ook nadien zijn overstromingen en dijk doorbraken de mensen hier niet bespaard gebleven. Het hetstel van die dijken om de ontstane waterpoelen heen heeft zijn stem pel gedrukt op het bebouwingskarakter van Waspik. Het kronkelige wegverloop vindt hierin zijn oorzaak. Over de indijking van het in 1421 ver dronken land heeft men eeuwen gedaan. Eerst in het begin der 18e eeuw werd de inpoldering voltooid met de bedijking, in samenwerking met Raamsdonk, van de bui tendijkse en overdiepse polders. Deze ge leidelijke terugwinning van het verloren land, eerst met zomerkaden, dan met win terdijken, laat zich uitstekend aflezen, uit de poldernamen in dit gebied. Deze water staatkundige situatie bepaalde tevens het gebruik van de bodem veel wei- en hooi landen, doordat het accent in de landbouw gelegen was op veeteelt (vetweiding) en hooibouw. Hooi was eeuwenlang het be langrijkste exportartikel van Waspik; later ook boter, rundvee en paarden. Granen, aardappelen en groenten werden slechts ge teeld voor eigen consumptie, terwijl turf slechts voor eigen gebruik werd gestoken. Een vrijwel zuiver agrarische gemeenschap dus; een bevolking die hoofdzakelijk be stond uit welgestelde boeren en veekoop lieden, een vaak armoe lijdende stand van landarbeiders en een vrij groot aantal schip pers. Dit is eeuwenlang het patroon der Waspikse bevolking gebleven, want de be scheiden ontwikkeling in de industriële en ambachtelijke sector dateert eerst uit de 2e helft van de 19e eeuw. Na 1850 telde Waspik ca. 2600 inwo ners. Dat het bevolkingsaantal, maar ook het aantal armen geleidelijk toenam, was - zoals het gemeenteverslag van 1851 letter lijk stelde - „hoofdzakelijk het gevolg van de grote ondernemingsgeest, welke door gaans bij de behoeftige ingezetenen bestaat om te huwen". De daardoor ontstane geboorte-overschot ten, die het vertrek-overschot compenseer den, deden het aantal inwoners zeer gelei delijk stijgen. In de winter was er voor de arbeidersklasse echter volstrekt geen werk te vinden, zodat de armoede steeds toenam en het aantal bedeelden zeer hoog wa6. De enige trekpleister van Waspik was blijkbaar de welgevulde kas van het armbestuur, want - we citeren het gemeenteverslag van 1890 - „er vestigen zich hier nog voortdurend gezinnen van elders met het oog op de goede financiële toestand van het armbe stuur". Werkgelegenheid was er buiten de land bouw en de binnenscheepvaart slechts in zeer beperkte mate aanwezig. In feite waren het slechts de 3, later 4, scheepstimmer werven, die aan enkele 10-tallen arbeiders werk verschaften. Verder hield de boter- export naar Engeland enkele kuiperijen aan het werk. In het laatst van de 19e eeuw leidde deze steeds toenemende boterexport tot concentratie van de zuivelbereiding in een 2-tal boterfabrieken, waar later ook margarine werd gefabriceerd. Zij werden echter rond de eeuwwisseling weer opgehe ven. Omstreeks 1860 komt hier evenals in naburige gemeenten een nieuwe tak van nijverheid tot ontwikkeling de leerlooierij met in haar kielzog de schoenmakerij. Het aantal leerlooierijen dat in 1860 nog slechts 3 bedroeg, was tien jaar later reeds geste gen tot 12 en in 1880 zelfs tot 19. Daarna ging deze industrie een dalende tendens vertonen. Een enkel bedrijf ging zich spe cialiseren in technisch leder, drijfriemen, bind- en slagleder, een ander in de pro ductie van chroomleder. Het aantal schoen makerijen, aanvankelijk in hoofdzaak een mansbedrijfjes, steeg van 17 in 1860 tot 62 in 1900. Het aantal bedrijven liep ook hier aanzienlijk terug door de toenemende mechanisatie. Alleen de meest kapitaal krachtige ondernemers konden zich staande houden. De zeer belangrijk blijvende hooi- productie leidde in de tachtiger jaren tot de oprichting van 2, later 3, hooiperserijen. De scheepswerven, vooral Ruytenberg, ble ven echter het grootste aantal arbeiders op nemen, ook gedurende crisisperioden van de twintiger jaren van deze eeuw, die veel be drijven in de industriële sector dwong hun poorten geheel of nagenoeg geheel te slui ten. Het aantal inwoners der gemeente was inmiddels van 2600 in 1850 gestegen tot 3100 in 1900 en bedroeg in 1947 3200. Momenteel is Waspik de 3700 gepasseerd. Belangrijke grote voorzieningen waren in tussen getroffen: het gereedkomen van het Zuiderafwateringskanaal, dat een aanzien lijke verbetering van de waterstand in de aangrenzende polders bracht, de oprichting van een groot waterschap, waarin de diverse polders werden ondergebracht, het gereed komen .van het electriciteitsnet in 1914 en de drinkwatervoorziening in 1929. Had de woningbouw tot dusverre langs bestaande straten en wegen kunnen plaats vinden, na de oorlog was het noodzakelijk daarvoor meer planmatige ruimte te vinden en wer den uitbreidingsplannen voor de nieuwbouw gecreëerd. Dit laatste is echter nog nauwe lijks historie en de verwezenlijking van die plannen nog lang niet. Bij deze snelle wan deling door de lokale geschiedenis was het niet mogelijk op vele andere facetten van Waspiks historie in te gaan en bleven met name het onderwijs, de 18e eeuwse fortifi caties, de spoorweg, de ruilverkaveling en het ontstaan van de parochie in Waspik-Bo- ven onaangeroerd. West- en Oostberlijnse politieman nen hebben aan de rivier de Spree een vuurgevecht geleverd, nadat een Oostduitse vluchteling vergeefs had geprobeerd naar de vrijheid te zwem men de jongen werd in het water doodgeschoten. De Spree vormt in een deel van de Amerikaanse sector van West-Berlijn de grens, dat wil zeggen de sectorgrens loopt precies midden door het water. Toen de vluchteling maandagavond om half elf bijna de Westelijke oever van de Spree had bereikt, openden de Oostberlijnse politiemannen het vuur op hem. Onmiddellijk reed een West- berlijnse politieauto naar de plaats van het incident en werd bijna door Oostberlijnse kogels getroffen. De Westberlijners, die zich danig be dreigd voelden, aarzelden geen mo ment en schoten terug. Of er aan de Oostberlijnse kant iemand gewond is, is niet bekend. Politiemannen, een ambulance van het Amerikaanse le ger, een ziekenauto van het West- berlijnse Rode Kruis en Westberlijnse brandweerlieden hebben uren naar de vluchteling gezocht, maar hem niet gevonden. Aangenomen wordt dat de jongen in het water is doodgeschoten, 's Nachts hebben Oostberlijnse poli tiemannen in de Spree gedregd. Het vuurgevecht lokte vele Westberlijners naar de Spree. Buiten zichzelf van woede riepen zij „Moordenaars, moordenaars" naar de Oostberlijnse kant. Drie jeugdige leden van de Oostduitse grenswacht zijn er wèl in geslaagd naar de vrijheid te ontko men zij zwommen een riviertje over zonder dat hun collega's er iets van merkten. Premier Pompidou heeft ingevolge de door het parlement aangenomen motie van afkeuring het ontslag van zijn kabinet aan president De Gaulle aangeboden. De Gaulle heeft Pompidou ver zocht aan te blijven tot er ((ri we nationale vergadering is In een communiqué van ht dentiële bureau is inmiddel^ deeld, dat de president beslote? de nationale vergadering te J den. Leider van de Franse socialk,- partij en de R.K. Rep3 volkspartij (MRP) hebben t besproken voor de strategie bii^ mende krachtsmeting tussen r' dent De Gaulle en de oppositie* De socialistische nationale' sprak zich uit voor een ge2an)J campagne van de oppositie Z? voorstel van De Gaulle om biL stemming op 28 oktober te k dat voortaan het staatshoofd? streeks door het volk wordt ge5 Ook wil het bestuur van de sor* tische partij het samengaan oppositie voortzetten bij de vo£ maand te houden verkiezingen1 een nieuwe nationale ver »Neen' re je.k De volksrepublikeinen aanvat- op een tweedaags congres vaa, nationale comité met 110 te?a stemmen, bij één onthouding voorstel om bij 't referendum te stemmen. Ook de M.R.P.jl stemmen. GEEN HALF WERK Vijfhonderd mensen hebl? grote schade aangericht een nieuwe moderne juwelic winkel in Wenen. Als bij dere feklame, had een jun.il bekend gemaakt, dat hij bij opening van zijn zaak lil horloges zou weggeven. Vanaf de vroege ochtend k zich het publiek voor demi verzameld. Toen het naar: zin van het publiek wat te kt ging duren, werden de rui ingeslagen en men maakta een zelfbedieningswinkel De juwelier die trachtte redden wat er nog te redir viel, bleef met een gebrok arm en een lichte hersensck: ding ietwat verbouwereerd zijn vernielde en nagenoeg!m geplunderde winkel alleen ai ter. copyright avan 80) De volgende ochtend was het een sombere Verholen, die de brave Frik op zijn bellen opendeed. „Wat is er baas?" vroeg Frik, die wel merkte, dat er iets aan het handje was. „Ach Frik, ik heb gisteren mijn portemonnaie verloren," ant woordde Verholen. „Oei, da's erg baas," vond Frik. „Zat er veel geld in?" Smidje Verholen keek zijn knecht Frik ernstig aan. „Ja Frik," zei hij. „Héél veel geld. Ik ben van nacht nog aan het zoeken geslagen, maar hij was nergens te vinden. Ik zal hem wel voor goed kwijt zijn." „Jazei Frik. „Gaat U dan eens naar de politie en geeft U het aan. Er zijn altijd nog wel eerlijke mensen, die zo'n beurs niet houden, maar netjes op het politie bureau komen afgeven." Smidje Verholen schudde langzaam zijn wijze hoofd. „Nee Frik," zei hij. „Deze beurs geven ze vast niet te rug. Daar ben ik zeker van. Maar komaan, we zullen aan het werk gaan, want er moeten hekken ge plaatst worden. Ik heb alle maten op een papiertje staan, dus we kun nen onmiddellijk aan de arbeid gaan. Laten we eerst wat buizen uitzoeken." Zo gezegd, zo gedaan. Ze zochten buizen uit, zaagden ze op maat, en lasten er andere bui zen aan vast, zodat grote rechthoe ken ontstonden. Daarna gingen ze die rechthoeken bekleden met sterk ijzergaas en toen ze twee dagen en nog een ochtend gewerkt hadden, stonden de benodigde hekken alle maal gereed. „We zullen ermee naar ons landje gaan, Frik," zei smidje Verholen. De zaak werd op de handkar geladen en daar gingen ze. „Mooi werk, baas," prees de bra ve Frik. „Ze passen jandoppie pre cies!" En dat was ook zo. Ieder ge maakt hek paste precies tussen twee zuiltjes. „En nou drevelen, Frik," zei Verholen. Ze pakten beiden 'n drevel dat is een soort slagboor, een boor, waar je op moet ska en hakten keurige gaten inde: nen zuiltjes. In die gaten bra ze een plug aan en nu konce hekken vastgeschroefd words die plug. Het zat werkelijk* vast. Er was geen verwrikte bewegen meer aan en vol tros: keek smidje Verholen zijn re „Zulke mooie hekken staan; het hele dorp niet, Frik," zai En omdat dit werk zo goed ge;i; was, begon hij weer een beetjes de met de toestand te krijgen. FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" Een oorspronkelijke speurders roman door J. F. VAN NUGTEREN 50) „Bloom", had zijn vriend aange drongen, „laten we nu vanavond voor het laatst gaan fuiven. Ik heb 't die Harold Launders beloofd. Het is voor zijn rekening.' „Hm", had de commissaris ge bromd, „pracht speurtocht met dat jongmens erbij. Hoe heb je 't kun nen toestaan, 't Is toch eigenlijk te gek." „Och", had Jefferson geantwoord, „de jongen wilde dolgraag nog één keer mee. Juist vanwege het feit, dat hij in het gezelschap van de commissaris van Scotland Yard op sjouw kan gaan." „Buitengewoon vereerd voel ik me, Jef." En zo waren ze tóch weer in de City terechtgekomen. Tegen ver wachting was Harold Launders de ze avond in een milde en opgewekte stemming. „Apropos, heren", had hij in de auto gezegd, „ik hoop niet dat ik u beledig, maar ik sta er op dat we vanavond een exquis diner gebruiken en ik betaal. Maar eerst gaan we gezellig borrelen in de Riche Bar." Jefferson en de commissaris ke ken elkaar gelijktijdig aan. Werd 't toch een fuif? Nu, wat hen betrof was het allright. Het was per saldo de laatste avond van hun halfnach- telijke escapades de criminaliteit moest het voor deze avond maar met zichzelf uitvechten. De beken tenis van Harold, dat hij deze dag zijn dertigste levensjaar was bin nengestapt, vrolijkte hen op. Het werd handen schudden in de auto, feliciteren en bedanken. Het leek er op, of Harold Launders al zijn somberheid van vorige avonden had afgeschud. Hij had die middag al met een paar vrienden een bor rel gedronken, vertelde hij. Er was hem een goede baan aangeboden door een zoon van een schatrijke zeepfabrikant. „Ik denk dat ik de baan aan neem", vertrouwde hij Jefferson en de commissaris toe. „Het is in Oe ganda in Afrika. Het land waar ook mijn oom Lawrence heeft gejaagd. Ik heb al weer meer dan genoeg van Londen." In de Riche Bar, waar ze een cocktail dronken, op de verjaardag van Harold Launders, werd het ge sprek voortgezet. „Drommels", meende commissa ris Bloombury, „dat zou mij eigen lijk ook wel lijken om eens naar die Afrikaanse jachtgebieden te gaan." „Maar leeuwen en tijgers lopen niet weg voor de revolver van een com missaris, al is die dan van Scotland Yard." Het was warempel Harold, die de grappige opmerking had gemaakt. „Net wat je zegt, Harold", viel Jefferson hem bij. „En commissaris Bloombury met een dubbelloops jachtgeweer in het oerwoud van Afrika kan ik me moeilijk voorstel len." Er werd hartelijk gelachen. „Toch zou ik wel eens liever op leeuwen en tijgers gaan jagen dan op misdadigers", hield de commis saris koppig vol. „Prettiger in elk geval dan op on bekende moordenaars, die geen vi sitekaartje achterlieten", merkte Harold wrang op. Hij dronk zijn glas leeg en bestelde een nieuw rondje. „Wat mij betreft heren, ik heb me er al mee verzoend, dat het mysterie eeuwig onopgehelderd blijft." Hij keek vragend naar Jef ferson, die zijn schouders optrok. „Alles is nog niet verloren, jonge vriend." Het was Bloombury, die dit vaderlijk vermaan meende te moeten plaatsen. „En wat zegt u, meneer Jeffer son?" Jefferson gaf Launders een schop tegen zijn been en legde even zijn vinger op zijn mond. Tevoren hadden ze afgesproken dat, ingeval ze temidden van publiek zouden ko men te zitten, ze op zachte toon zouden spreken. En mocht het nodig zijn, dan zou de commissaris meneer Blake heten, Jefferson me neer Yellow en Launders eenvoudig Harold. In de Riche Bar waren ze nage noeg alleen en in een verre hoek gezeten, dus lieten ze de comedie achterwege. Maar in een Italiaans restaurant in Soho, waar ze nogal dicht op elkaar hadden gezeten, hadden ze er lustig op los „gebla- ked" en „geyellowd", hetgeen wel eens tot vrolijkheid aanleiding gaf. Overigens waakten de beide poli tiemensen voor onnodig luidruchtig spreken door Launders. Het was tegen tien uur, dat ze die avond in Criterium aankwamen. Ze hadden alle drie flinke eetlust en Harold, die nog steeds in een vreemd opgewekte stemming was, stond er op, dat het een duur en copieus diner moest zijn. Nu dat was in orde. En de wijn was niet minder in klasse. De gérant had hen naar een box geleid, waar ze, zon der last te hebben van nabije bu ren, rustig konden praten. „Dit is nu de gelegenheid, waar ons echtpaar zich thuis zou voelen", kwam Jefferson opeens. Harold keek hem vertwijfeld aan en wuifde het denkbeeld weg met een handbeweging. „Onzin, meneer Yellow. Waarom juist hier?" „Omdat het hier Criterium heet." „Hoe bedoelt u?" vroeg Harold. „Waar wil je heen?" luidde Bloom- bury's vraag. Jefferson lachte geprononceerd geheimzinnig. „Voorgevoel, mis schien. Het heet hier Criterium. En criterium is: maatstaf en ook: be slissend kenmerk. Wel, ik heb zo'n idee, lui, dat deze grote van we relds vermaak het beslissend ken merk is voor onze ontmoeting. En toen gebeurde het wonder, waarover buiten de commissaris en Harold Launders, zelfs Jefferson zich uitermate verbaasde. Het kon nauwelijks vijf minuten later zijn, dat er plotseling een vreemde stilte in de zaal viel. Onwillekeurig rich ten alle drie hun blikken naar de ingang, in welke richting ook de andere gasten keken. Begroet met een diepe buiging door de chef de reception, werd een dame en een heer naar een box geleid, waar door de chef met veel plichtplegingen de plaatsen werden aangeboden. Door dat de dame het gelaat, naar de wand had gewend, kon het d« haar gezicht niet onderschei:; Wèl konden ze haar prachtigen fluwelen avondjurk zien - schijnlijk de laatste creatie vaal: of Fath. Maar wie zij des te 'f konden onderscheiden was ha;-3 geleider. Zich bewust van de bewonfc de blikken van het mannelijk der aanwezigen voor de elef vrouw aan zijn zijde liep hij en trots door de zaal, met een taine glimlach om de smalle lip; waarboven een zwarte streep van een knevel aanduidde. 0» oogstte ongetwijfeld bewonder maar dan van de vrouwelijk- der sexen. Hij keek eerst na; plaats, waar de vrouw giOS^ en daarna de zaal in. Dit al»l schiedde in nog geen minuut - dan, als hij misschien eet conde lang naar het orkest fe beleefde ons drietal de eerste satie van hun speurtocht door telijk Londen. Want vanaf plaatsen keken de drie nadat de vrouw was gezeten eens recht in haar gelaat. gelaat behoorde aan de w#* Champion. Doordat zij de wijn® bestudeerde kon het drietal - tamelijk ongestoord gadeslaan (Wordt verve* HEBT pE BEKI DAGBLA Vo Vin Volgens gaat de c sche taal van Katt het kalif India tot in Span, lang en i uit over Afrika, i 'gebieden, doordror De Arab van reel boeken e onze beg ten geci complice letters, die naar of schrij der of er klank kr Hen verl oan voor den. De moei. dat el kt werkwoo tn betek en elfde ooorbeeh keurig u Dekking deling w Het Ai toal. Het nenstelh hand en <net oms pliceerde 'Dikken, tchikkim inschat higmrr iïtArabi luchtig üoor hon dtrd voo voor de kameel, ooor de '•end voo. De A hebben e H dozi •'in om d woorden 'tn.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1962 | | pagina 6