wAAlwijkse en LanqstRAAtse couraiu Wethouder G. op de Weegh kreeg zijn ontslag tijdens de raadsvergadering in Waspik Raadslid Kools maakte „pijnlijke" kanttekeningen ;hoenindustrie zal in de komende jaren ilangrijk meer aandacht gaan besteden research Zes leden stemden voor het voorstel, drie tegen verschillende nieuwe punten vragen bijzondere aandacht erheugend Intensiever Nieuwe onderwerpen Verdere doorvoering werkgroepen in strijd met de wet gerechtshof verweer belachelijke affaire G.S. verleende goedkeuring voor aanschaf beeldhouwwerk VRIJDAG 9 NOVEMBER 1962 84e JAARGANG No. 88 )e rcho vAn het Zui6en Stoomdrukkerij Antoon Tielen h-fdredacteur: JAN TIELEN ^ummer 1069687 verschijnt 2 x per week Abonnement: 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p.p. Advertentieprijs: 10 cent per m.m Contract-advertenties: speciaal tarief Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002 Telegram-adres „Echo" op dè voet jjeer aandacht, belangrijk meer aandacht, zal er in de komende ja ren worden besteed aan het onderzoek in de schoenindustrie. Het on derzoek dat bij verschillende research-onderwerpen in de jaren 1962- 1563 al liep, zal worden geïntensiveerd, terwijl een indrukwekkend programma is samengesteld, dat in de loop van drie jaar onder de ioupe van talrijke terzake deskundigen zal doorschuiven. Dit ver heugend feit is werkelijkheid kun nen worden, doordat het aantal op de vergadering aanwezige leden van de researchvereniging in de schoenindustrie, haar goedkeuring heeft gehecht, aan het voorstel ran het bestuur, om voor het jaar 1963 het dubbele aan contributie Kgaan betalen. Terwijl voor de jaren 1964 en 1965 het in de bedoe ling ligt deze contributie nog eens te verhogen. Het directe resultaat hiervan is, dat deze vereniging, die zich bezighoudt met allerlei za ken en problemen, die te maken hebben met de schoenindustrie, haar werkzaamheden belangrijk kan uitbreiden; iets wat de schoenindus trie alleen maar tot nut zal strekken. Deze bijzonder gelukkige beslis- is gevallen, tijdens de alge- :.;e ledenvergadering van de le is van de research-vereniging, i onlangs in het restaurant van Efteling is gehouden. Deze be ding getuigt van het feit, dat de tea inderdaad het nut en de (dzaak van een dergelijke ver eng beseffen, maar tevens, dat veel waarde hechten aan het- n door deze vereniging wordt ::an en bereikt. Het getuigt te- s van eèn dieper inzicht van de «en in de heersende toestanden, urbij wordt ingezien, dat de r.enindustrie zich inderdaad met rile kracht zal moeten gaan toe fen op intensiever onderzoek, i zij althans niet achterop raken i de schoenindustrie in 't buiten- ai Inderdaad verheugend. Min i-verheugend evenwel en wij Eden niet eerlijk zijn, wanneer dit achterwege lieten is het ja. dat maar net de helft van het aal leden van deze vereniging i jaarvergadering bijwoonden. a betreurenswaardig feit, wan- wij hieruit de conclusie zou ts moeten trekken, dat het aantal ït aanwezige leden, minder jteresseerd zou zijn in het stre- a naar vernieuwing en verbete- -;ze vergadering kan men uit- s laten vallen in twee delen, ftrbij dan het avondprogramma a meest belangrijk mag worden 's Middags hield drs. D. da tra, verantwoordelijk medewer- van het raadgevend bureau «•'enschot, een algemene inlei- ;5' Op deze inleiding, die zeer ier als belangrijk beschouwd worden, komen wij in onze -zende rubriek „Op de voet ge- |d terug". Zoals waarschijnlijk üend, houdt de heer Da Silva bezig met research-werk voor takken van de industrie. Het tweede deel van de verga- -"•"g betrof de officiële huishou- ^jke ledenvergadering, waarbij concreto onderwerpen aan de "6 werden gesteld. Als eerste •■d bepaald dat die onderwer- welke in 't research-program- ~al waren opgenomen, intensie- onder handen zullen worden -omen. Het betreft hier op de plaats de NORMALISATIE, :iwn inhoudt, een onderzoek, onderdelen van de schoen- -jStrie in aanmerking kunnen om nog meer genormali- ',e worden. Dit onderzoek 5 dus betrekking op de meest -■•langrijke onderdelen tot de belangrijke zaken. Dit wil -]"lijk niet zeggen, dat men ff1 naar normalisatie van de schoen, zodat we een soort hondsschoen zouden krijgen. ttvolgens gaat de aandacht uit net conditioneren en drogen, r'«le materialen, maar in het Ser voor wat betreft, het ~.'eder en zooileder. De pré-fi- ~:!ng zal eveneens een belang- - aandeel krijgen. Hierbij wil olie mogelijkheden onderzoe- - om tot een perfecte en effi- o uitvoering te komen. Even- men de gedachten laten gaan over gebruikte en niet ge bruikte maar voor de schoen industrie wel bruikbare trans portsystemen. Dit onderdeel kan voornamelijk veel nut afwerpen voor de stikkerij en onderwerkaf- delingen. Een zeker niet nieuw te noemen onderwerp is de stik- en lijmverbindingen. In de komende jaren zal ook hier hard aan ge werkt worden. Naast bovengenoemde onderwer pen wil men nieuwe of min of meer nieuwe onderwerpen in het research-werk opnemen. Zo is men reeds in het begin van dit jaar be gonnen aandacht te besteden, aan de zogenaamde kwaliteitsbeheer sing. Voor dit onderdeel is reeds de noodzakelijke werkgroep in het leven geroepen. Nieuw is ook het onderwerp mechanisatie en auto matisering. De bedoeling is, hier bijzonder veel aandacht aan te be steden, zodat aan de voortschrij dende mechanisatie meer kracht kan worden bijgezet. Hierbij wil men gebruik gaan maken van een voudige middelen en de goedkope standaardapparatuur. Het onder werp materialen, dat eveneens in het programma voor het komende „drie-jarenplan" staat opgenomen, mag dan niet helemaal nieuw wor den genoemd, omdat op verzoek van verschillende bedrijven reeds herhaalde malen diverse materia len zijn onderzocht, toch wordt ook hier met nadruk bij vermeld, dat de research-vereniging in de ko mende drie jaar, aan dit onderzoek een meer uitgebreide vorm wil gaan geven. Hierbij wordt gedacht aan de oprichting van een materi- alencentrum, dat op het lederinsti tuut zou moeten worden onderge bracht. Het ligt in de bedoeling, dat hier in de nabije toekomst de toeleve ringsbedrijven hun materialen naar toebrengen. Een neutrale in- stantie zal bij de betreffende mate rialen een toelichting maken, zo dat dit tot nut kan strekken van de gehele schoenindustrie. Onder de verzamelnaam werk methoden en organisatie wordt verstaan, het onderzoek dat moet worden ingesteld*naar de mogelijk heden van verbetering van be staande en de ontwikkeling van nieuwe werkmethoden. Hieronder vallen onder meer de bestudering van een nieuw beloningssysteem, de ontwikkeling van instructie- en opleidingstechnieken. De verbete ring van arbeidsomstandigheden, waaronder dan o.m. wordt verstaan verbetering van veiligheid en o.a. de vervolmaking van verlichting en conditionering. Hierbij zal ook wor den nagegaan in hoever staand werk zittend kan worden uitgevoerd. Bestudeerd zal ook worden de planningstechnieken van de ver schillende bedrijven. Nagegaan wordt de bruikbaarheid van de zogenaamde „operation re search" waarvan wij kunnen schrij ven, dat in verschillende Neder landse bedrijven dit nog zeer jonge systeem reeds wordt toegepast. Ofschoon de textielindustrie, wat betreft de mechanische en electro- nische administratie, nog niet ver der is gevorderd dan een centrale loonadministratie, zal de research- vereniging voor de schoenindustrie n' verdere doorvoering trachten te vinden, zodat ook de order-admini stratie, de in- en verkoopadmini stratie langs mechanische of elec- tronische weg kunnen geschieden. Een onderwerp waaraan in ieder bedrijf aandacht wordt besteed is de bedrijfs-lay-out en de pructie- •routing. De research-vereniging wil in de komende jaren ook hier de aandacht op gaan vestigen en nagaan, of op dit gebied gezamen lijk iets te bereiken valt. Voor al deze onderwerpen ligt 't in de bedoeling dat er werkgroepen in het leven worden geroepen, die zijn samengesteld uit men sen uit de schoenindustrie die elk op een bepaald terrein enigszins specialist zijn. In samenwerking met een speciaal voor bepaalde on derwerpen gespecialiseerd insti tuut, worden dan de verschillende onderwerpen in studie genomen. Zo is men op 't ogenblik te weinig op de hoogte over de mogelijkheden die 't uknstleer in de toekomst met zich mee brengt, terwijl men be trekkelijk weinig afweet van de moeilijkheden die deze omzwaai op ledergebied met zich zal bren gen. Ook hier zal de nodige aan dacht aan besteedt dienen te wor den, wil de Nederlandse schoenin dustrie niet op het achterplan wor den geschoven. Er is een eind gekomen aan de onrust die zolang de gemoederen van de Waspikse bevolking heeft bezig gehouden. Een voorlopig eind althans, want wethouder op de Weegh heeft overduidelijk la ten merken, dat hij het bij deze gang van zaken niet zal laten en de kwestie van het hanteren van het interpellatie-recht door de heer v. d. Broek, zeer zeker nog eens onder de loupe zal nemen of zal laten nemen. Hoe dan ook, de raad van Waspik heeft met zes stemmen vóór en drie tegen, het voorstel van de heer v. d. Broek aangenomen. Vóór stemden de heren van Dongen, Timmers, Smits, IJpelaar, Kamp en de indiener van het voorstel de heer v. d. Broek. Tegen het voorstel waren de heren Savelkouls, Kools en van den Hoorn. De heer Verduijn was verhinderd, de vergadering bij te wonen. Aan het begin van de vergadering bracht wethouder op de Weegh naar voren, dat volgens zijn bescheiden mening de notulen van de raadsver gadering van 17 oktober niet goedge keurd konden worden. Hij baseerde zijn mening op het feit, dat de heer v. d. Broek, tijdens deze vergadering zeer duidelijk had gesteld, dat hij ge bruik wenste te maken van het recht van interpellatie. Deze interpellatie zou volgens wethouder op de Weegh in strijd zijn met de wet, daar, zo meende hij, 't interpellatie-recht niet toekomt aan één lid van de raad in dividueel, maar aan de raad in zijn geheel. Wil een lid van de raad in terpelleren, dan heeft hij daartoe de toestemming van de raad nodig. Voor deze individuele interpellatie door de heer v. d. Broek, zou de door de wet voorgeschreven toestemming van de raad niet zijn gegeven. Wethouder op de Weegh was dan ook de mening toegedaan, dat punt zes van de agen da, het voorstel van de heer van den Broek, ontslag te verlenen aan wet houder op de Weegh, van de agenda zou moeten worden geschrapt. In antwoord hierop wees de voor zitter, op de speciale wet, regelende de orde in de gemeenteraad. In arti kel 18 van dit reglement wordt aan leden van de raad de vrijheid ver leend, om na afwerking van alle agendapunten, zaken aan de orde te stellen die niet tijdens de vergadering zijn behandeld. De voorzitter meen de, dat het woord interpellatie een fraaie zondagse uitdrukking was voor het aan de orde stellen van een dergelijke zaak. Wethouder op de Weegh bracht naar voren dat de raad zeer voorzich tig te werk diende te gaan in deze uiterst delicate zaak, temeer daar de heer van den Broek nadrukkelijk had gesteld, dat hij gebruik wenste te maken van het interpellatie-recht. In een uitvoerig betoog bracht wet houder op de Weegh twee zaken naar voren, die volgens hem scherp onder scheiden dienden te worden. Ten eer ste, dat een motie van wantrouwen al- ,,Over geen enkel punt ben ik als wethouder verantwoording schuldig, daar het niet 't gemeentebeleid geldt. Alle punten zijn bovendien onbewijs baar, omdat de stemming geheim en de briefjes vernietigd moeten worden. Tegenover mijn woord, dat ik naar eer en geweten heb gestemd, staat al leen het feit, dat het niet is uitge pakt, zoals werd verwacht. Het is on sportief, mij hiervoor aansprakelijk te stellen, terwijl juist dezelfde raad mij met meerderheid van stemmen heeft gekozen om mijn kwaliteit." Wethouder op de Weegh noemde dit eerst terecht politiek gekonkel, waar men beweerde zo'n afkeer aan te hebben. De heer van de Broek haakte on middellijk in op het gezegde van wet houder'op de Weegh, dat alles onbe wijsbaar zou zijn. ,,Er is nergens zo mee geknoeid als met de waarheid", zo meende de heer van den Broek. „Wanneer u op 17 oktober met dit relaas gekomen zou zijn, had U van mij een 10 met lof gekregen; nu na drie weken, haalt het nog geen vol doende." ,,De heer Kools, zo betoogde de heer van den Broek, die het verleden en de gang van zaken in het kort nog even naar voren bracht, heeft mij met een duplicaat van de stemming de gang van zaken tijdens de stemming uitgelegd, waarbij hij er aan toe voegde ,,Wij hebben U, meneer v. d. Broek schandalig behandeld; wan neer wij straks aan de schandpaal moeten, dan hebben wij dat ver diend." Uit dit alles trok de heer v. d. Broek de conclusie dat wethouder op de Weegh zijn weg naar het wethou derschap door leugens en bedrog vrij had gemaakt. „Ik", zo besloot de heer van den Broek, „speel eerlijk spel. Ik heb niemand om steun ge vraagd, ieder neme 't voor zijn eigen verantwoording. Ik voelde mij t.o.v. mijn mede-raadsleden en t.o.v. de ge meente van Waspik verplicht, dit al les bekend te maken. Het zou een po litieke schanddaad zijn wanneer dit niet was gebeurd." Ook de heer Kamp stak zijn me ning over de gang van zaken niet on der stoelen en banken. Zich tot de pers richtende, zei hij dreigend met zijn vinger: „Boeren tuinder, die hun stemmen hebben uitgebracht, kunnen nu eerst goed getuigen zijn, wat voor spek zij in de kuip hebben". Het was een slechts geringe steun waarop wethouder op de Weegh te rug kon vallen, het bleef alles bij een ontkennen dat bepaalde afspraken gemaakt zouden zijn vlak voor de verkiezingen. De heer Savelkouls die weth. op de Weegh steunde, zei, dat hem van gemaakte afspraken niets bekend was, terwijl wethouder op de Weegh herhaaldelijk om een bewijs vroeg, dat die bepaalde afspra ken waren gemaakt. „Wanneer de heer van den Broek stelt dat er be paalde afspraken zijn gemaakt, hoe wil hij dit bewijzen. Hij stelt tevens, dat er gegoocheld is: wie bewijst mij dat ik een verrader ben?", zo vroeg I wethouder op de Weegh zich af. De heer van den Broek benadruk- I te: „Er bestaat een geschreven en een i ongeschreven wet. Hier hebben wij te maken met een ongeschreven. Ik durf voor 100 de verantwoording op mij te nemen, wanneer ik stel, dat de heer Kools tegen mij gezegd heeft, dat er tijdens de stemming ge goocheld is." De stemming die hiema volgde wees uit dat een grote meerderheid het voorstel van de heer v. d. Broek steunde. Van de negen aanwezige le den stemden slechts drie tegen het voorstel. leen tegen zijn persoon ingediend kon worden en ten tweede, dat deze motie niet gehanteerd kon worden tegen zijn hoedanigheid van wethouder, om dat hij in deze laatste hoedanigheid nog niet is opgetreden. De heer op de Weegh betoogde, dat het vrij dui delijk was geworden dat er over de kwaliteit van wethouder niets in het geding was, zodat er nog één punt restte, n.l. hem persoonlijk. „Men heeft van de raadszaal een gerechtshof willen maken, erger nog, een volkstribunaal, met bandrecorder. In een rechtszaal is een neutrale rech ter aanwezig, om een oordeel uit te spreken; deze figuur ontbreekt hier." Bovendien, zo meende wethouder op de Weegh, is artikel 87a helaas een hiaat in het publieke recht, waar mee iedere wethouder in Nederland naar huis gestuurd kan worden, om dat heel beknopt en vaag het wan trouwen maar behoeft te worden om schreven en tegen samenzwering van de kant van de aanklagers geen en kele verdediging mogelijk is. „Het artikel 87a is door de wetge ver bedoeld geweest om communisten en extreem links georiënteerde wet houders uit onze democratische be stuursorganen te weren. Ik kan ieder een gerust stellen, aldus de wethou der, dat ik geen van beide richtingen ben toegedaan." Wethouder op de Weegh bena drukte dat de in de motie naar vo ren gebrachte punten geen van alle betrekking hadden op het beleid als wethouder, maar dat men er deze draai aan had gegeven, omdat het volgens zijn zeggen, anders een be lachelijke affaire zou zijn geworden. Het te plaatsen beeld van de jonge Tilburgse kunstenaar Hans Claessen, dat straks een geschikte plaats in de gemeente van Waspik zal krijgen, was er de directe oorzaak van dat de heer Kools 'enkele pijnlijke kanttekeningen maakte. Bij het vaststellen van de notulen vroeg de heer Kools de voorzitter de gelegenheid, om zoals hij zei „enkele kanttekeningen" te maken, naar aan leiding van de notulen. De heer Kools opperde de mening, dat de begro tingswijziging, die de raad vorige ver gadering goedkeurde, verschillende raadsleden niet helemaal duidelijk was geweest, hetgeen was gebleken uit het feit, dat, toen het voorstel met de hamer was afgedaan, de heer Sa velkouls het woord vroeg, om het een en ander te vernemen over dit voor stel, omdat hem alles nog niet ge heel duidelijk was. Het antwoord van de voorzitter hierop zou zijn geweest, dat tijdens de koffie na de raad nog eens uitvoerig zou worden ingegaan op 't voorstel. „Uw gezegde", aldus dhr. Kools, „dat de nieuwe raad, met zoveel animo en interesse, de za ken afhandeld, komt toch wel in een raar daglicht te staan, wanneer we de wijze bezien waarop dit voorstel werd afgehandeld. Het houdt een tegen strijdigheid in waarmee U de raad pijnlijk treft." Dhr. Kools zei, dat het te prijzen was, dat het gemeente bestuur de bevolking dichter bij de kuituur wilde brengen, maar volgens zijn mening had het bedrag van 3.000 gulden toch beter op een andere ma nier besteed kunnen worden. Als voorbeeld haalde de heer Kools hier bij aan, een te verlenen steun aan de harmonie voor uitbreiding en verbe tering van het instrumentarium. Een andere manier waarbij het krediet ze ker zijn waarde zou hebben gekregen, was volgens de heer Kools, medewer king te verlenen, tot de aanschaf van een oorlogsmonument. Het verleden heeft bewezen, dat er in Waspik geen voldoende ruimte aanwezig is, om de slachtoffers van de oorlog op een passende manier te herdenken. „Met alle respect voor de heilige Francis- cus, meen ik toch te mogen zeggen, dat de aanschaf van een oorlogsmo nument beter op zijn plaats zou zijn. Een dergelijk monument zal zeer ze ker in de harten van de jongeren meer aanspreken." Scherpe reactie i Al direct bleek dat de woorden van dhr. Kools bij de voorzitter bijzon der pijnlijk waren aangekomen. De reactie van de voorzitter was dan ook tamelijk fel. De voorzitter betoogde, dat het stuk op de eerste plaats voor de leden van de raad ter visie had ge legen en ten tweede dat de heer Sa velkouls, na het goedkeuren van het betreffende voorstel, direct had toe gegeven dat hem het een en ander door het hoofd was gegaan. Helemaal niet te spreken, was de voorzitter over het feit, dat de heer Kools buiten zijn boekje was gegaan door opmerkingen en gegevens aan 't publiek kenbaar te maken, die tijdens een besloten vergadering waren be handeld. Het betrof hier o.i. voorna melijk het bekend maken van de grootte van het krediet dat was uitge trokken voor het bedoelde beeld. Overigens schijnt dit kunststuk overal een vrij goede reactie te heb ben ontvangen. Het beeld is o.a. ge- exposeerd in Veghel en tijdens de Brabant-week in Antwerpen, waar 't buitengewoon goede perskritieken kreeg. De voorzitter deelde tijdens deze vergadering tevens mee dat G.S. van Noord-Brabant hun goedkeuring aan het voorstel hadden verleend. Het beeld is een loflied op de schepping en zal in overleg met de kunstenaar een plaats in Waspik krijgen. Fran- ciscus was, zoals bekend, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de kuituur in zijn dagen. Grondaankoop. Het restant van de agendapunten was in 'n mum van tijd met 'n hamer slag afgewerkt. In het uitbreidings plan Noord kocht de gemeente en kele stukken grond aan van de heer A. Bergmans en mej. J. de Graaf, in totaal groot 152 m2. Vervolgens werd de heer A. Bergmans met algemene stemmen benoemd tot gemeente-ar beider tweede klas. Tot slot verleende de raad medewerking aan de bestrij ding in de kosten als bedoeld in art. 55 der L.O.-wet. Voor deze vergadering bestond een abnormale grote belangstelling, zo zelfs, dat de publieke tribune veel te klein bleek, om de nieuwsgierigen al len een behoorlijk plaatsje te bieden.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1962 | | pagina 5