waaLwijkse en LanqstRAAtse cour An t
Sint Nicol
d
brok
aas en ae verbroken verloving
Waarom St.
Nicolaas zijn schimmel op stal liet staan
St. Nicolaas symbool van
alle goede en heilige dingen
t
Een amoreus verhaal, dal waarlijt is getemd,
na tel overlijden van de Goed Heilig Man.
Een St, Nicolaas verhaal voor de kleintjes
VRIJDAG 30 NOVEMBER 1962
84e JAARGANG No. 94
e fcho vAn het Zuióen
Ijcver-
iffijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Lfdredacteur: JAN TIELEN
-mummer 1069687
id verschijnt 2 x per week
gericht
1878
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160-2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167- 2002
Abonnement:
22 cent per week
per kwartaal 2.8*
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m
Contract-advertenties: speciaal tariel
Telegram-adres „Echo'
by was rekenen geworden, optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen en de
len. Hij had zich neergelegd bij de
situatie. Zijn hospita, het mens was
al ver in de veertig, zorgde prima
voor hem, zodat hij nooit iets te kort
kwam. Barend was veel, erg veel, ver
anderd.
Ergens in de stad begon het caril
lon te spelen... Barend keek op zijn
Meneer Barend Jansen rekent.
Meneer Barend Jansen telt op, trekt
af, vermenigvuldigt en deelt. Meneer
Barend Jansen rekent.
Hij heeft gerekend, rekent nog en
zal blijven rekenen, zolang hij Ba
rend Jansen heet, de stipte boekhou
der van Paterson en Co.
Het is een sombere middag in de
cember. De ramen van het kantoor
zijn beslagen en de neonlichten op
straat lijken op veelkleurige zonnen.
Binnen bij meneer Barend Jansen is
alles rustig. Alleen het krassen van
zijn pen is af en toe te horen, afge
wisseld door het snelle ratelen van
zijn rekenmachine.
Daar wordt op de deur geklopt.
„Ja", meneer Barend Jansen roept 't
met een zekere trilling in zijn stem.
Hij wordt niet graag gestoord, wan
neer hij verdiept is in zijn werk.
Het meisje van de orderadmini
stratie komt binnen, fleurig fris. Me
neer Barend Jansen kijkt niet op van
zijn kasboek.
„Heeft U misschien nog post me
neer?" vraagt ze.
„Hè?"
„Of U nog post heeft, die ik mee
kan nemen?"
„Post, wat post? Het is toch zeker
pas bij vieren?"
„Ja meneer, maar het is vanavond
Sinterklaas-avond en we mogen al
lemaal een uur vroeger naar huis."
„Zonou veel plezier dan...
die flauwekulenne mijn post
doe ik zelf wel even op de bus
De deur is al weer dicht getrok
ken. Een beetje harder dan normaal.
Meneer Barend Jansen hoort het niet.
Zijn ogen zijn alweer op de cijfers
8ericht„een bespottelijke uit
vinding
Precies om vier uur klinkt er ge
giechel op de gangen en het getik van
hakjes op de tegels, trappen en in de
kal. Dan wordt alles doodstil.
Meneer Barend Jansen zit nog
aHeen aan zijn bureau; hij rekent, telt
°P en vermenigvuldigt. Slaat af toe
wat sigarettenas van zijn jasje en
"apt op zijn hoofd en rekent weer.
Buiten slaan de zes zware slagen
v*n de torenklok. „Het is mijn tijd"
*®gt Barend Jansen tot zichzelf en
Hapt zijn boeken dicht. Met een au
tomatische beweging grijpt hij zijn
)as van de kapstok, kraag omhoog en
daar gaat hij. Trappen af, gang door
m de deur uit. Het natte asfalt weer-
:P|egeIt enigszins verwrongen, de tal-
nJke kleuren-lichtreclames van de
re'e winkels, die deze avond tot acht
jtor open zijn. Auto's schuiven voor-
'j. sommigen volgeladen met pakjes
en dozen. Daar tussen door glippen
de wielrijders, handig manoeuvre
rend, soms wat aarzelend, omdat de
doos achterop ook de nodige aan
dacht vraagt.
Kooplustig publiek loopt de ene
winkel in, de andere weer uit. In het
warenhuis is het 'n drukte van je
welste. Dringend staat een opgeprop
te mensenmassa het elkaar moeilijk te
maken voor de afdeling speelgoed en
snoepwaren. Verkopers en verkoop
sters draven op en neer. Draaien St.
Nicolaas-papier en plakken vast. On
dertussen rinkelen achter in de ver
koopruimte onophoudelijk de cassa's.
Grote prijzen en kleine prijzen sprin
gen zwart op wit. Overal schreeuwt
de reclame je tegen. Hier gratis
kleurboeken, daar gratis balonnen
voor de kleinsten, of een fel gekleur
de rode bal, mits natuurlijk het be
stede bedrag hoog genoeg is.
Ieder jaar komt St.
Nicolaas weer vanuit
Spanje, waar Hij zijn
prachtig paleis heeft
staan met daarbij gro
te pakhuizen vol
snoep en speelgoed,
naar Nederland toe.
En zoals alle kinde
ren wel weten maakt
de goed-heilig man deze lange reis
met een grote stoomboot. Daarbij
gaan natuurlijk een heleboel zwarte
Pielen meedie hem moeten helpen
om in de nacht van 5 op 6 december
bij alle kinderen, die netjes hebben
opgepast, cadeautjes te brengen.
Ook zijn trouwe schimmel gaat
natuurlijk met hem mee om Sinter
klaas over de straten en daken te
rijden. Want lopen is natuurlijk veel
te vermoeiend voor de Sint, die al
zoveel honderden jaren oud is.
En daarbij komt nog dat de Sint als
Hij al zijn werk te voet moest doen,
in het geheel niet klaar zou komen,
want dan duurt het veel en veel lan
ger en dat zou natuurlijk voor vele
kinderen niet leuk zijn, als ze niets
zouden krijgen op 6 december.
Maar een hele tijd geleden heeft
de Sint een vreselijk avontuur mee
gemaakt, Wanneer dit precies is ge
weest, dat weet ik niet meer. Maar
een van zijn Zwarte Pieten, die ik
deze week zag, heeft mij verteld dat
Ginds, door de planten heen, ziet
meneer Barend Jansen in een groot
restaurant Sint Nicolaas staan. Kin
deren zingen hem enthousiast toen en
Pietermannen, - hij telt er zo al
vijf - strooien met gulle hand pe
pernoten en ander lekkers.
Meneer Barend Jansen heeft niet
kunnen nalaten even te blijven staan.
Op straat rijdt en rent alles nog over
en weer. Af en toe schiet er een auto
voorbij met een rood gemijterde bis
schop, die zich razend snel schijnt te
kunnen verplaatsen. In een zijstraat
rijdt alweer een Sint, nu hoog geze-
telt op een schimmel
Mensen drommen en wringen om
naar huis te komen, iedereen torst met
doosjes en dozen. Grote pakken en
heel kleine, soms in de meest rare
vormen.
Een dag als vandaag, een avond
als deze, schijnt heel anders te zijn
dan al die overige dagen van het jaar.
Vanavond lijken de schemerlampen
een veel gezelliger licht te stralen.
Iedereen lijkt geheimzinnig te lachen,
behalve... Barend Jansen.
Hij loopt haastig verder door de
eindeloos lijkende winkelstraat, waar
iedereen hem in de weg staat, zodat
hij niet snel genoeg vooruit kan.
Kwart over zes al. Dat abnormale
gedoe ook". Hij kan zich maar niet
gauw genoeg uit de voeten bewegen,
want telkens schiet hem iemand voor,
of blijft, net wanneer er een gaatje
in de mensenmassa ontstaat, een hij
of een zij pal voor zijn neus stil-
staan, om nog even een blik in de
etalage te werpen.
Wil hij naar links, dan glipt er een
dame met een volgeladen tas voor,
wil hij naar rechts, dan komen er net
twee giechelende meisjes de winkel
uitgeschoten. Barend Jansen vraagt
zich af, hoe kunnen al deze mensen
zich zo door de reclame bij de neus
laten nemen. Nauwelijks zijn ze de
winkel uit of ze drukken hun neus
al weer plat tegen een volgende eta
lageruit.
„Dat geduvel ook..." denkt hij
hardop. „Als dat zo doorgaat, dan
ben ik weer niet voor kwart voor ze
ven thuis en staat mijn soep koud te
worden."
Want de hospita van meneer Ba
rend Jansen, is nog precieser dan hij
zelf. Half zeven is bij haar half ze
ven. Tijd om de tafel klaar te zetten.
Al zeven maanden is dat gebeurd, dus
nu zal dat ook wel wel het geval zijn.
horloge en zag dat het half zeven
was. Zijn soepBarend Jansen
versnelde zijn pas en glipte door kie
ren en openingen in de mensen-mas
sa huiswaarts.
Om precies kwart vóór zeven,
draaide hij de sleutel in de voordeur
om. Meteen toen hij binnenkwam,
leek het of hem een oneindige stilte
(vervolg op pag. 2)
Barend Jansen maakt zich steeds
kwader. Hij dringt door de drukte,
richting Oostweg, waar zijn pension
is. Hij denkt aan zijn dagelijkse soep
met de vier balletjes, aan zijn cijfers
op kantoor enaan 't vorig jaar,
toen alles zo heel anders was.
„Hoe kan een
mens in een jaar
tijd zo veranderen.
Liep hij zelf toen
ook niet gepakt en
gezakt door de
straten? Wat had
hij ook alweer voor
Lucie gekocht?
Ach natuurlijk.
Een bruine nappa
tas, en drie boe
ken van Greeham Green „Het ge
schonden geweten", ,„De kern van
de zaak en... verdomd, hoe heette
dat derde nu ook al weer... Barend
Jansen dacht na... Nou wat kon het
hem eigenlijk ook schelen. Die tijd
was voorbij.
Nauwelijks vier maanden na sur
prise-avond was er een eind gekomen
aan de drie-jarige verkering. Lucie
had zich - zoals dat wel eens meer
gebeurde - weer eens boos gemaakt
over het feit, dat hij de hele week
s avonds thuis had zitten werken
voor de zaak. Zij had hem verweten
meer aandacht te schenken aan cle ta
bellen en cijfers dan aan haar. Moest
hij nu net die ene week, dat zij geen
dienst had, zitten werken, avond in
avond uit?
Lucie stond aan het hoofd van een
internaat van weeskinderen, waar zij
met vijf assistenten de zaak aan het
draaien hield. De kinderen gingen
ergens in de stad naar school, en
kwamen na schooltijd weer terug om
te eten en hun avond in de recreatie
zalen door te brengen.
Diezelfde Barend Jansen was toen
ook uit zijn slof geschoten, met het
gevolg dat het voorgoed fini was.
Nadien, natuurlijk toen het te laat
was, had hij wel spijt gekregen van
zijn manier van optreden. Maar ge
dane zaken nemen geen keer
Twee weken na de verbreking van
hun verloving had hij zijn intrek ge
nomen in een pension in het stadje
waar hij werkte, ongeveer vijftien ki
lometer van Lucie vandaan. Sedert
dien had hij haar niet meer gezien.
Sedert die tijd ook was Barend Jan
sen gaan veranderen. Om uit te gaan
gaf hij niets meer. Hij was content met
zijn dagelijks broodje. Zijn enige hob-
o
W ie is eigenlijk Sint Nicolaas? Is hij een creatie van speelgoed
fabrikanten, van bakkers, of van suikergoedfabrikantenï Nee, St.
Nicolaas is zelfs geen uitvinding van de juweliers of edelsmeden]
oischoon men de Sint zijn voorliefde aan goud en edelstenen wel
nooit zal kunnen ontnemen, omdat hij nu eenmaal niet kan be
staan zonder de mijter, getooid met edelstenen en zonder de
kromstaf.
Hij is de patroon van talrijke zeehavens, van handelsteden, van
zeelieden, reizigers en kooplui. Hij is tevens de beschermheer van
de schoolgaande jeugd.
In het midden van de vierde eeuw werd hij geboren ergens in
ruein-Azie. V\ anneer wij de legenden en verhalen van hem na
slaan, dan zien wij dat hij op de eerste dag na zijn geboorte reeds
ging staan, naar men zegt, om God te danken dat deze hem het
leven had willen geven.
Hij was al spoedig zeer rijk door het grote vermogen dat zijn
ouders hem achterlieten. Ondanks het feit dat hij zich in weelde
kon baden, deed hij zelf afstand van al deze stoffelijke schatten
en hij werd priester.
Eenmaal priester gewijd, ging hij weldoende rond om, zonder
opzien, armen goed te doen. Het is misschien daarom dat hij na
zijn dood nog zoveel weldaden heeft moeten verrichten. In het
geheim zou liij dan rondrijden over daken, zijn schatten werpend
door schoorstenen en gaten van het dak.
Bekend is, hoe hij eens drie dochters van een berooid edelman,
die op het slechte pad dreigde te raken, aan een bruidschat hielp.
Drie nachten achter elkaar wierp hij een zak met goud door het
venster. Kan men zich een mooier Sint Nicolaas-avond indenken?
Toen Sint Nicolaas eens per schip naar het Heilige Land reisde,
maakte hij onderweg een vreselijke storm mee. Een berispend
woord van liem was voldoende om de orkaan het zwijgen op te
leggen. Bovendien bracht hij enkele zeelieden, die tijdens deze
storm overboord waren geslagen en verdronken, weer terug tot
net leven. Is het te verwonderen dat, toen deze fantastische ver
halen hun weg vonden over de wereld, hij de grote vriend werd
van matrozen en mariniers?
Terwijl Sint Nicolaas in Myra in afzondering leefde, stierf de
bisschop van die plaats. De legende verhaalt, dat aan de geestelijk
heid ter plaatse werd geopenbaard dat de eerste man die de vol
gende morgen de kerk zou betreden, tot bisschop gekozen moest
worden;. Deze man bleek niemand minder te zijn dan Sint Nico
laas. Dit verhaal klinkt allemaal nog al fantastisch, maar één
ding is zeker, dat deze man, die al spoedig bekend stond als de
grote kindervriend, tot bisschop is gekozen.
Een schat van de meest wonderlijke verhalen is rond Sint Nico
laas ontstaan. Spoedig na zijn bisschopswijding werd zijn diocees
r een vreselijke hongersnood geteisterd. Maar bisschop Nico
laas vernam dat er in de haven met graan geladen schepen lagen
«£™JnVe/^. 1» kapi*eins een gedeelte van de lading af te
staan. Dat durfden ze echter niet te doen, omdat alles zorgvuldig
was afgemeten en in de graanschuren van de keizer opgeslagen
ïende te worden. Hy gaf hun echter de verzekering dat hen niets
te kort zou komen, ioen de kapiteins zijn dringend verzoek had
den ingewilligd bleek nadat zij in Constantinopel waren aan
gekomen dat er inderdaad niets aan hun vracht ontbrak.
i°V?£ 11 W koren» dat de bisschop onder de bevolking
uitdeelde, vermeerderd, zodat hij ook voor de volgende twee jaar
gC f bevolking voldoende bleek te hebben. Het was
ook tijdens deze zelfde hongersnood dat de bisschop tijdens een
eis door zijn diocees, een zeer slechte man ontmoette, die bij het
ontbreken van voedsel kleine kinderen besteelde, deze doodde, ze
inzoutte, om ze later op te eten. Toen hij Sint Nicolaas te gast
had genodigd en hij deze heilige man op een soortgelijk maal
wilde onthalen, doorzag deze hem. Hij liep naar de tobbe, gaf ze
het leven terug en stuurde ze naar hun moeder.
Iedere keer wanneer wij iets van hem in de geschiedenis of
verhalen terugvinden, dan staat hij getekend als de goede gever,
de grote vriend van de armen, als een symbool van de goedheid.
o
het echt gebeurd is.
Jullie snappen wel, dat Sinterklaas
heel weinig vrije tijd heeft en bijna
altijd bezig is. Gelukkig helpt het
Kerstmannetje de Heilige Man wel
eens, als Hij het werkelijk te druk
mocht hebben.
Maar goed, nu over dat avontuur
van de Sint.
Jullie hebben allemaal wel eens
zo'n echte grote stoomboot gezien op
een plaatje of misschien wel in de
haven. Een boot waarmee je op al
de oceanen van de wereld kunt varen.
Als je zo'n schip ziet, dan denk je
dat niets je kan overkomen en dat
zo'n boot je overal kan brengen waar
je en wanneer je maar wilt.
Maar dat is niet zo. Ook zo'n
prachtig schip kan wel eens iets over
komen. Zo ook met de stoomboot,
waarmee St. Nicolaas in het bewuste
jaar naar Nederland zou varen.
De goed Heilig Man had dat jaar
toevallig bijzonder veel haast, want
Hij was al later dan anders zijn reis
begonnen. De Sint had al een paar
dagen lopen brommen tegen zijn
zwarte helpers, waarom de taai-taai
poppen nog niet klaar waren. En ook
het marsepein snoepgoed was nog
niet in het schip geladen.
Ja, ook St. Nicolaas kan op zijn
tijd wel eens een beetje uit zijn hu
meur zijn, want als hij niet op tijd
klaar zou zijn, dan zouden alle kin
dertjes in Nederland op 6 december
tevergeefs hun klomp bij de haard
hebben gezet en zouden ze voor niets
en niemendal Sinterklaasliedjes heb
ben gezongen. En dat zou natuurlijk
niet leuk zijn. Al die duizenden ge
zichtjes, die allemaal beteuterd zou
den hebben staan kijken. Vandaar dat
de Heilige Man een beetje op zijn
knechtjes knorde en hen tot meer
spoed aanspoorde.
Maar eindelijk was het dan zover
en kon de Sint de verre en gevaarlijke
reis naar het koude Nederland be
ginnen.
Vanaf de brug op het schip kon
de Sint dan het hele schip overzien
en naar de verre horizont kijken of
er nog geen land in zicht kwam.
Sinterklaas had zijn zwarte ma
chinisten bevel gegeven om zo snel
mogelijk te varen.
Toen ze al een paar
dagen gevaren had
den, begon de lucht
te betrekken en begon
het harder te waaien.
„We krijgen lelijk
weer Piet", zei de Sint tegen een van
zijn zwarte mannen, „ga beneden in
het ruim eens kijken of al het snoep
goed en speelgoed goed ingepakt zit,
zodat het niet kan stuk slaan. Want
kapot speelgoed of gebroken letters
en harten kan ik die kindertjes na
tuurlijk niet geven".
Piet knikte met zijn hoofd en daal
de in het ruim af.
Ondertussen begon het al flink te
regenen en begon het anders zo stille
water geweldig te keer te gaan. Weer
bromde de Sint, maar nu niet op zijn
zwarte knechtjes, maar op het lelijke
weer.
Dan ging de Goed Heiig Man ook
naar beneden toe.
Het noodweer hield heel lang aan.
De golven sloegen over het dek en
het schip helde gevaarlijk over, maar
gelukkig gebeurde er niets ergs.
Toen het weer bedaarde, bemerkte
de Sint tot zijn grote schrik, dat ze
een heel eind afgedwaald waren. Het
schip was helemaal uit de koers ge
slagen en ging meer terug dan voor
uit.
Dat er tijdens het laatste deel van
de tocht, toen het weer wat beter was
geworden en het december-zonnetje
zich weer eens liet zien, door de Sint
en zijn zwarte helpers alles op alles
gezet werd om nog op tijd in Neder
land aan te komen, behoef ik jullie
niet te vertellen.
Maar tot zijn grote schrik be
merkte de Sint, dat ze een beetje te
laat in Nederland aankwamen, In
plaats van op 1 december deed de
Sint en zijn knechten op 2 december
zijn intrede. Goede raad is duur, zegt
het spreekwoord. En zo ook hier,
want als de goede Sint alles met zijn
trouwe schimmel moest doen, kwa
men ze beslist niet op tijd klaar. En
in gedachten zag Hij al die kinder
tjes met sippe gezichten en met tra
nen in de ogen staan kijken naar hun
lege klomp of schoen. Maar plotse
ling kreeg een van zijn knechten een
schitterend idee. U moet met een
helicopter gaan, St. Nicolaas", zei hij.
„Hm, hm", daar moest de Sint
toch nog eens eventjes over naden
ken. Want het zou dan het eerste
jaar zijn, dat hij zijn schimmel op
stal moest laten staan. En dit deed
hem wel wat verdriet. Maar ja, er zat
dus niets anders op, dan met de he-
litopter te gaan.
Daarom gaf hij zijn knechten op
dracht zo'n vliegmachine te huren en
alles klaar te maken. Nog even ging
de Heilige Man naar zijn schimmel
toe en streelde hem over de rug. Het
paard hinnikte een paar maal, net
alsof het alles begreep en toen ging
St. Nicolaas aan het werk.
Het begon al licht te worden toen
hij klaar was en voldaan wreef de
Sint in zijn handen. Ook dit jaar was
alles weer op tijd klaar gekomen en
waren de kinderen weer blij. En dat
vond St. Nicolaas het fijnst van alles!
En voor zijn paard had hij de knol
len en suikerklontjes, die door de
kinderen klaar waren gelegd, mee
gebracht,
H. C. REKKERS.