wAAlwrjkse en UnqstRAAtse couRAnt De woningbouw na de oorlog Keelpijn ASPRO AARSEN Herderlijk schrijven bij 't slot van het eerste deel van het concilie voorbereiding en organisatie neem Ons woonpeil Zware gevechten rond oliestad in Broenai DEENSE IMPORT: Drogisterij MIOCH Koningin dankt En nu verder Uitvoering KLEDING-VERHUUR Bossche kleding-service Tentoonstelling gewijd aan prinses Wilhelmina Doden op de weg Nederlander gewond Verzoek om gebed en kleine geldelijke steun VRIJDAG 14 DECEMBER 1962 84e JAARGANG No. 98 De tcho vAn het Zuióen Uitgever \Vaalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen hoofdredacteur JAN TIELEN Gironummer 1069687 pit blad verschijnt 2 x per week Abonnement 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p.p. Advertentieprijs: 10 cent per m.m. Contractadvertenties: speciaal tarief Opgericht 1878 Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002 Telegram-adres: „ECHO" Na ons overzicht van de woning situatie na de oorlog, willen we thans aandacht wijden aan de be moeiingen van de overheid met 't bouwen. De eerste, na de oorlog optreden de „bouw-minister" kondigde in maart 1946 al aan, dat het nodig zou zijn de bouwbedrijvigheid te leiden en te beheersen. Dat was, naar het vervolg leerde, juist ge zien. De overheid moet zich op ve lerlei wijze met het bouwen be moeien. Het is begrijpelijk, dat men het in vakkringen wel eens hinderlijk vindt steeds weer het ministerie of de gemeente op zijn weg te ontmoe ten. Ook de belangstellende toe schouwer vraagt zich wel eens af of dat vergunningsstelsel, vele voorschriften en regelingen, het toezicht niet beter gemist kunnen worden. Baseert men zijn oordeel over de overheidsbemoeiingen alleen op de eigen activiteit, die maar een klein stukje kan zijn van de totale nationale inspanning dan is men geneigd te zeggen: „Laat mij mijn eigen peultjes maar doppen, dan komt het prima voor elkaar". Kijkt men evenwel wat verder dan zijn neus lang is, dan wordt het wel duidelijk, dat al die afzonderlijke en op zichzelf natuurlijk waarde volle activiteiten samen één groot stuk bouwbedrijvigheid vormen, waarvoor plaats en mogelijkheden geboden moeten worden. Het is niet mogelijk die bouwbedrijvig heid haar eigen, ongeremde gang te laten gaan. Dat bewijst nog da gelijks de enorme samengebalde druk van alle ingediende bouw- aanvragen (er liggen aanvragen te wachten voor werken, waarvan de bouwsommen opgeteld ver scheidene miljarden guldens belo pen.) Leiding en beheersing blijken noodzakelijk te zijn; natuurlijk niet om nodeloos te remmen, maar integendeel om uit het bouwappa- raat te halen wat er in zit. Veel zorg voor de voorbereiding en de organisatie van de woning bouw komt voor rekening van onze gemeentebesturen. Alle gemeen ten groot en klein hebben de vaak stormachtige ontwikkelin gen binnen haar grenzen moeten leiden en opvangen in gedetailleer de uitbreidingsplannen die moes ten voorkomen dat de grote bouw activiteit leidde tot een herhaling van de ongeordende ontwikkeling in de 19e eeuw. De uitbreidings plannen met de daarbij behorende bebouwingsvoorschriften bepalen waar er wegen, straten, pleinen en grachten zullen zijn. Waar de wo ningen gebouwd zullen worden en wat voor soort woningen dat zul len zijn De plannen stellen vast hoeveel en welke scholen er moe ten komen. Zij wijzen de plaats aan voor winkels, kerken, open bare gebouwen. Zij moeten ruimte bieden aan industriegebouwen, werkplaatsen. Die plannen, die noodzakelijkerwijs een aanslag doen op (schaarse) grond, moeten passen in de planologie, zoals die op breder leest door provincie en rijk wordt bedreven. Elk uitbrei dingsplan, waarin alle belangen zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen, is het resultaat van onderzoek, studie en overleg. De gemeentebesturen hebben er vooral voor te zorgen, dat de no dige terreinen worden aangekocht of, als het niet anders kan, ont eigend. Die terreinen moeten voor bebouwing geschikt gemaakt wor den; ophogingen, grondverbetering, aanleg van wegen en straten, gra ven van sloten en grachten, bou wen van bruggen, leggen van lei dingen voor water, gas en elektri citeit. Er moeten plantsoenen, en speelplaatsen, parkeerterreinen, straatlantaarns en verkeersborden komen. De gemeentelijke technische diensten beoordelen of de inge diende bouwplannen passen in het zorgvuldig beraamde geheel. Zij verstrekken inlichtingen en advie zen aan alle belanghebbenden. Zij vervullen al die formaliteiten die onvermijdelijk aan het bouwen verbonden zijn; zij dienen toezicht te houden op de naleving van de voor veiligheid en deugdelijkheid zo belangrijke voorschriften. In het miljoen gebouwde woningen met alle daarbij behorende voorzie ningen is een imponerend stuk ge meentelijk bestuur en gemeente lijke activiteit belegd. De rijksoverheid houdt voortdu rend de vinger op de pols van de bouwnijverheid. Zij stelt zo goed mogelijk vast hoeveel werk dat bouwapparaat van jaar tot jaar kan verzetten. Zij heeft tot taak, die aldus geraamde bouwcapaci teit in overeenstemming met de behoefte te verdelen. Die verdeling geschiedt naar de soort van bouw werken woningen, gebouwen voor industrie, handel, verkeer, scholen, kerken enz. èn naar de plaats waar gebouwd zal worden. Van 1950-1961 omvatte de woning bouw gemiddeld 55% van de totale produktie aan gebouwen. Hoe de verdeling ook geschiedt, altijd en overal zijn de porties naar het oor deel van de betrokken te klein. Omdat niemand geheel tevreden is, mag men voorzichtig aannemen dat de verdelende rechtvaardigheid zoveel als het kan, wordt betracht. De rijksoverheid verricht en be vordert het sociaal-economisch- en technisch onderzoek, dat aanwij zingen moet opleveren voor de ont wikkeling van de volkshuisvesting. Het moedigt nieuwe produktie- methoden aan, die de capaciteit van het bouwbedrijf kunnen ver groten. Van ons nationale huishoudgeld zijn grote sommen bestemd voor de woningbouw. Aan directe finan ciering en subsidiëring van de wo ningbouw heeft het rijk na de oor log het enorme bedrag van zeven miljard gulden ten koste gelegd (voor kapitaalverstrekking in de vorm van voorschotten 2,7 miljard en aan subsidies 4,3 miljard). Daar enboven hebben de gemeentebe sturen enige jaren rechtstreeks voor kapitaalverstrekking moeten zorgen, waarmede naar globale schatting, rond vier miljard gul den gemoeid is geweest. De verantwoordelijkheid voor de juiste aanwending van dit onvoor stelbaar vele geld moet de overheid er wel toe brengen voorschriften te geven voor kwaliteit, grootte, indeling en uitrusting van de wo ningen. De overheidsvoorschriften bie den enerzijds weerstand tegen de druk, die bedoelt alle nieuwe wo ningen groter en fraaier te maken; zij leveren anderzijds verweer te gen de neiging om het met de kwa liteit en de indeling van de wo ningen niet al te nauw te nemen. Zou de aantrekkelijke weg naar groter en fraaier woningen geheel worden vrijgegeven, dan zou de thans nog bestaande kloof tussen kosten en opbrengst zich nog ver diepen en verbreden. Mede omwil le van een vrije ontwikkeling van de volkshuisvesting moet die kloof groen verstoken straten van een dustriële produktiemethoden is doorgetrokken. Veel van hetgeen vroeger op de bouwplaats werd vervaardigd, wordt nu kant en klaar van de fabriek aangevoerd. Men graaft niet meer met de schop. Men gebruikt de dragline en de bulldozer. Houten palen raken uit de mode; de betonnen palen wor den de grond in gedreven met de stoomhamer en niet meer met het ouderwetse heiblok. De specie wordt niet langer met de hand aangemaakt; er zijn molens in alle grootten en soorten, zo nodig le vert de fabriek de specie op het werk. Betonnen bakken, kolom men, elementen, worden op maat besteld en geleverd. De standaar disatie van vele onderdelen, die voorwaarde is voor een industriële produktie, raakt steeds meer inge burgerd. Het transport vindt plaats over rails, door liften of bouw- kranen en niet langer in kruiwa gens en op de schouders van op perlieden. Toch blijft, ondanks de ver door gevoerde mechanisatie, de factor van de menselijke arbeid in het bouwvak van overheersende bete kenis. De belangstelling voor en 't aanzien van het bouwvak zijn niet altijd evenredig geweest aan het grote belang, dat de bouwbedrij vigheid voor onze nationale huis houding heeft. Op de algemeen krappe arbeidsmarkt concurreert het bouwvak met andere bedrijfs takken, die vaak het voordeel kun nen bieden van beschut werken op een vaste vestigingsplaats. Er is, gelukkig, in de loop van de jaren aan de verzorging van de mensen op de bouwplaats veel aandacht besteed. Wellicht mede daardoor is de animo voor de bouwvakken groeiende; het aantal bouwvakar beiders neemt toe. Een voor de wo ningbouw wat zorgelijke zaak blijft het echter, dat de zogenaam de utiliteitsbouw ook verhoudings gewijs steeds meer arbeiders in be slag neemt, hetgeen de bezetting op de woningbouwwerken vaak on voldoende doet zijn. Daarom is het van groot belang, dat planning, organisatie en tech nische uitvoering steeds meer ge richt zijn op en bijdragen tot be sparing op het' aantal „manuren" per woning. De opvoering van de arbeidsproduktiviteit in de wo ningbouw blijft een zaak van de hoogste urgentie. Ons woonpeil is het resultaat van vele zorgen en voorzieningen. Het wordt niet alleen bepaald door de kwaliteit en de soort van de wo ningen. Ook de plaatsing, de groe pering en de verscheidenheid spre ken een woordje mee. Wij hebben, in ruim 17 jaar een miljoen wonin gen gebouwd. Dat mag de vraag doen stellen: „Hoe wonen wij nu?" Onze nieuwe huizen zijn ruimer geplaatst, ook al moeten wij woe keren met de grond. In onze ste den getuige nauwe, zonloze en van op weloverwogen bebouwingsplan nen. De Nederlandse stedebouwkun- dige ontwikkeling moge misschien niet groots, niet overweldigend zijn; zij is, naar ook buitenlandse deskundigen getuigen, fris, orde lijk en rationeel. Zij is, als men de natuurlijke beperkingen (vrijwel uitsluitend vlak terrein en een on geëvenaarde bevolkingsdichtheid) in rekening brengt, in bepaalde op zichten vindingrijk en gedurfd. RENAISSANCE EMPIKE ANTIQUE BLOEMEN div. maten dlv. kleuren Alleen verkoop Grotestr|at 327 Waalwijk Onze nieuwe woningen zijn aan gepast aan veranderende gewoon ten. Zij bieden, althans voor zover dit de zg. volkswoningen betreft, meer ruimte en meer comfort dan de voor-oorlogse woningen van vergelijkbare klasse. De kraaltjes lamp, die het hele gezin rond de woonvertrek zijn er nu de radio, tafel beschijnt is uit de tijd. In het de televisie, de eethoek en de zit hoek. De kinderen moeten stude ren en daarvoor hun plekje heb ben. De keuken is niet meer de ruimte met koudwaterkraan, de gootsteen, het gaskomfoor en het petroleumstel, het is de doelmatig ingedeelde en uitgeruste werk plaats voor de huisvrouw. De lange gangen en de vreemde verbindin gen tussen de vertrekken hebben zichzelf overleefd. De verkeers ruimte en de onderlinge rangschik king der vertrekken in onze nieuwe woningen zijn op doelmatig ge- bruik gericht. De tobbe voor de wekelijkse wasbeurt heeft afge daan; elke nieuwe woning heeft tenminste 'n douchecel. Het warm waterapparaat heeft in vrijwel "elke nieuwe woning zijn plaats gevon den. Voor fietsen, brommers, ge reedschappen is er geschikte berg ruimte. Aantal en grootte van de frisse slaapvertrekken zijn geko zen in overeenstemming met de be hoeften van het geizn. Er is in onze nieuwe woningbouw grote verscheidenheid. In de ook stedebouwkundig noodzakelijke menging van hoog- en laagbouw wint nog altijd het eensgezinshuis. Van de in het tijdvak 1954 t.m. 1961 gesubsidieerde woningbouw is ruim 57% in de laagbouw uitge voerd. Wij kennen de etagewonin gen woonblokken met galerijen, torenhuizen. Wij bouwen in pas sende vorm voor bejaarden, invali den, alleenwonenden en studen ten. In tal van opzichten kan het mil joen woningen, dat wij na de oor log bouwden, bogen op belangrijke vooruitgang van het woonpeil. Dit ondanks de omstandigheid, dat de gebruikers van deze woningen minder betaalden en betalen dan wat de kostprijs der woningen noodzakelijk zou maken. Er blijft met betrekking tot ons woonpeil ongetwijfeld nog te wensen over. De vooruitgang vaststellende, kan men toch ook wijzen op onvolko- mendheden. De bevrediging van uitgebreider en nieuwe behoeften op allerlei gebied komt binnen het bereik van steeds grotere groepen der bevolking. De eisen, die aan de woning worden gesteld, houden met die ontwikkeling gelijke tred. Méér ruimte, méér comfort, betere kwaliteit, royaler uitrusting. De vervulling van deze wensen, die moet uitmonden in een algemene voortgezette verhoging van ons woonpeil, zal voornamelijk afhan kelijk zijn van onze goede wil en ons vermogen voor de woningen een hogere prijs te betalen. Als koningin Wilhelmina's dochter, schoonzoon en klein kinderen willen wij van ganser harte dank betuigen aan allen, die bij haar heen gaan met ons medeleefden. Er was een overstelpend grote hoeveelheid bewijzen daarvan zoals brieven, telegrammen, bloemstukken. Niet alleen het aantal, maar ook de warme sympathie, de bijzondere gedachten, en de persoonlijke herinneringen daarbij geuit, waren voor ons kostbaar en tot grote steun. JULIANA BERNHARD BEATRIX IRENE MARGRIET MARIJKE HVtMiWh). 1>*A Het karwei gaat verder. In de eerstkomende jaren zullen gemid deld ten minste 50.000 tot 65.000 of meer woningen per jaar nodig zijn. In het kader van de krotopruiming zullen daarvoor in de eerstvolgende jaren 10.000 tot 15.000 nieuwe ver vangende woningen nodig zijn. Samenvattend zal het volgende miljoen woningen heel hard nodig zijn, om geheel uit te komen onder de druk van de woningnood; te voorzien in de steeds toenemende woningbehoefte; de vervanging van krotten mogelijk te maken; allengs een woningreserve te vor men, die een gezonde doorstroming in de woningvoorraad kan toelaten. Een actieve, sociaal gerichte wo- ningpolitiek blijft in de behartiging van de belangen van ons volk een zaak van hoogste belang. juist gedicht worden. Zou de ver sperring tegen te lage kwaliteit' der woningen verdwijnen, dan kreeg ons woonpeil een gevoelige deuk, die niet gemakkelijk onge daan was te maken. Zo is veel van de overheidsbe moeiing met het bouwen te zien als een bescherming van het gevoe lige evenwicht tussen wens en mo gelijkheid. Het bouwbedrijf is uit vele de len samengesteld. Niet alleen om vat het een aantal duidelijk te on derscheiden produktiegroepen o.a. weg- en waterbouw, utiliteitsbouw, woningbouw), maar het kent ook een vérgaande verdeling in grote en kleine ondernemingen. Daar is de kleine aannemer, die met en kele, van alle markten thuis zijn de medewerkers onderhoud en ver bouwingen verzorgt en die zo nu en dan ook wel een stukje nieuw bouw aanneemt. Wij kennen de ty pische woningbouwaannemer, die zich heeft gespecialiseerd in het bouwen van niet al te omvangrijke woningcomplexen binnen een be paald gebied, dat hem vertrouwd is. Er zijn de grote aannemings maatschappijen, die werken aan durven, welke verscheidene jaren in beslag nemen. Een na-oorlogs verschijnsel zijn de ondernemingen die zich de toepassing van nieuwe bouwsystemen tot taak hebben ge steld. Tenslotte zijn er dan nu de woningfabrieken, de nieuwste ver schijningsvormen, die haar produk- ten binnen een bepaalde actie-ra dius op iedere willekeurige bouw plaats kunnen neerzetten. Deze inderdaad grote verschei denheid in produktiemogelijkhe- den is zinvol, omdat ook de be hoeften zo sterk uiteenlopen. Er heeft na de oorlog een be langhebbende ontwikkeling in de techniek van de woningbouw plaats gevonden. De lijn van het ambachtelijke handwerk naar in- voorbij zijnd tijdperk. De gesloten bouwblokken met hun gehorige, krappe en bedompte woningen, resten uit het verleden. (De geho righeid heeft zich waarlijk niet voor het eerst in de na-oorlogse woningen geopenbaard). Wij bouwen nu in het groen, in open, afwisselende vormen. Wij proberen de ruimte te gebruiken, te letten op de bezonning van onze nieuwe woningen, te rekenen op de eisen van het veelvormige verkeer, plaats te bieden voor wandelen, winkelen, voor sport en spel. In onze dorpen is het schots en scheef bouwen uit de tijd. De vroe ger langs alle wegen voortwoeke rende lintbebouwing is niet lan ger toegestaan. Naar de „bebouw de kom" gerekend zijn vele dorpen tot hun dubbele of zelfs meervou dige omvang uitgegroeid. Dit leidt tot nieuwe kernvorming, gebaseerd BRUIDSJAPONNEN, BRUIDSMEISJESJAPONNEN, enz. en een ruime sortering gelegenheidskleding voor heren, naar de laatste mode. Vughterstraat 205 Tel. 34580 (na 19 uur 37481) 's-aERTOGENBOSCH Prenten, platen, proclamaties, persberichten en programma's, die zijn verschenen ter gelegenheid van evenementen in het leven van II.K.H. prinses Wilhelmina, zijn door de gemeentearchivaris van Den Haag, de heer H. M. Menso- nides, uitgezocht, gerangschikt en tentoongesteld om een beeld te ge ven van een vorstin, die jarenlang in Den Haag als residentiestad heeft getoefd. De expositie in het Haagse gemeentearchief aan het Rijswijkse plein duurt tot 23 de cember. Niet alleen voor de Hagenaars, ook voor Nederlanders van buiten de residentiestad biedt de expositie boeiende beelden. Wat tentoonge steld werd heeft trouwens niet al leen betrekking op gebeurtenissen die in Den Haag geschiedden. Een kerstgroet uit 1914 van koningin Wilhelmina valt op, niet door de vorm, waarin hij werd uitgegeven, maar door de geest, die uit de groet spreekt en die werd aangetroffen in haar boek „Eenzaam maar niet alleen". Een van de honderden fo to's geeft weer, hoe koningin Wil helmina voor het eerst in haar le ven een bioscoopvoorstelling be zoekt. Zo worden talrijke treffende en interessante gebeurtenissen uit gebeeld. De geschiedenis van haar leven is door een indeling in perioden, op de expositie overzichtelijk ge houden. Het materiaal is voor het overgrote deel afkomstig van het Haagse gemeentearchief. Voor de periode tijdens de tweede wereld oorlog stelde een particulier zijn verzameling foto's, bulletins etc. beschikbaar. Een kettingbotsing op de weg tussen Rotterdam en Dordrecht (onder Zwijndrecht) heeft het le ven gekost aan twee mensen. Acht anderen werden gewond, van wie vier ernstig. De doden zijn de 15- jarige A. Wagtmans uit St. Wille- brord, die in een Volkswagenbusje zat, en de 55-jarige Jac. Groen uit IJsselmonde, bestuurder van een personenauto. Zwaar gewond wer den de 58-jarige arbeider F. Ludo- vicus, zijn twee zoons (36 en 32 jaar oud) en W. Heren. Zij en de andere gewonden zijn opgenomen in Dordrechtse ziekenhuizen. De toestand in het sultanaat Broenai in Noordwest-Borneo, waar zaterdag een opstand uitbrak, is aanzienlijk ernstiger dan eerder werd gemeld. Het enorme Shell- oliecentrum Seria is, in tegenstel ling tot eerdere berichten, nog steeds in handen der opstandelin gen. Rond vierhonderd Nederland se, Britse en Australische mannen, vrouwen en kinderen voorna melijk Shell-employés en hun ge zinnen worden door hen gevan gen gehouden. Shell zegt, dat een van hun werknemers om het le ven is gekomen. Een Nederlandse geoloog, J. R. Brondijk, is zwaar gewond. Volgens onbevestigde berichten behoorden zij tot de tien Europea nen, die door de opstandelingen werden gebruikt als een levend schild voor een aanval op een po litiepost. Andere berichten luiden dat tien Nederlanders als gijze laars worden vastgehouden. Britse troepen, die maandagmorgen het kleine vliegveld bij Seria verover den, omsingelden in de loop van de avond de stad en de olieinstal laties. Zuiver militair gezien, zou den zij zonder twijfel korte met ten kunnen maken met de opstan delingen. Zij hebben echter de de licate taak te trachten de Europea nen ongedeerd te redden. Boven dien moeten zij proberen de instal laties, die vier miljoen ton olie per jaar produceren onbeschadigd in handen te krijgen. In een herderlijk schrijven, dat zondag in de kerken is voorgele zen, wordt door kardinaal Alfrink en de bisschoppen van Nederland een beroep op de gelovigen gedaan om ter bestrijding van de zeer gro te kosten van het Concilie een stoffelijk blijk van dankbaarheid en medeleven te geven aan de Paus. Het is de bedoeling, dat ko mende zondag voor dit doel in alle kerken en kapellen zal worden ge collecteerd. Sprekende over het Concilie, waarvan de eerste zittingsperiode zaterdag is geëindigd, zeggen de kardinaal en de bisschoppen onder meer het volgende. „De aanwezigheid van het gehele wereldepiscopaat te Rome heeft op ons allen een zeer diepe indruk ge maakt. Wij weten uit de vele con tacten, die wij met bisschoppen uit vrijwel alle landen mochten heb ben, dat velen van hen slechts ten koste van de grootste offers naar Rome zijn gekomen. Zij komen uit landen waar de Kerk slechts sinds kort wortel heeft geschoten, uit landen, die leven in grote armoede of aan de grens van de nood, uit landen, waar de Kerk zo weinig bewegingsvrijheid heeft, dat de ge lovigen hun bisschoppen niet stof felijk kunnen steunen. Zij allen en hun getal is groot zijn aangewezen op de steun van de H. Vader. Zonder deze steun zouden zij niet hebben kunnen ko men, zonder deze steun zullen zij in de komende zittingsperioden niet aanwezig kunnen zijn. De H. Stoel, die de zorg heeft voor de noodzakelijke enorme organisa tie van het Concilie, kan deze steun niet in voldoende mate geven. Dit is een van de redenen, waarom wij ons tot u richten met het ver zoek de Paus een gave aan te bie den, die een werkelijke verlichting van de financiële zorgen betekent. Wij durven u dit vragen, omdat wij dagelijks geconfronteerd wor den met de grote zorgen van vele bisschoppen. Wij zijn er van over tuigd, dat in deze periode van het Concilie de solidariteit met de we reldkerk bij u nog is gegroeid; deze solidariteit is een eer van de katho lieken van Nederland, getuige de vele Nederlandse missiebisschop pen en missionarissen, getuige de missionaire geest van ons volk. Het is niet onmogelijk, dat het Concilie een lange tijd zal duren. Er moeten nog vele onderwerpen ter sprake komen, die alle ten doel hebben de Kerk steeds meer de Kerk van Christus in onze tijd te doen zijn. Wij hopen, dat u het ge duld niet zult verliezen als de re sultaten niet direct zichtbaar zul len zijn. Met ons moogt u ervan overtuigd zijn dat de beraadslagin gen en de onderlinge contacten van alle leden van het wereldepis copaat voor de Kerk uiterst vrucht baar zijn. Maar ons werk vraagt de voortdurende kracht van de H. Geest. Met de meeste aandrang vragen wij u daarom ook ons met uw gebed te blijven steunen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1962 | | pagina 1