wAAlwrjkse en UnqstRAAtse couRAnt
De woningbouw na de oorlog
Keelpijn
ASPRO
AARSEN
Herderlijk schrijven bij 't slot van het
eerste deel van het concilie
voorbereiding en organisatie
neem
Ons woonpeil
Zware gevechten rond
oliestad in Broenai
DEENSE IMPORT:
Drogisterij MIOCH
Koningin dankt
En nu verder
Uitvoering
KLEDING-VERHUUR
Bossche kleding-service
Tentoonstelling gewijd
aan prinses Wilhelmina
Doden op de weg
Nederlander gewond
Verzoek om gebed en kleine geldelijke steun
VRIJDAG 14 DECEMBER 1962
84e JAARGANG No. 98
De tcho vAn het Zuióen
Uitgever
\Vaalwijksche Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
hoofdredacteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
pit blad verschijnt 2 x per week
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contractadvertenties: speciaal tarief
Opgericht 1878
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002
Telegram-adres: „ECHO"
Na ons overzicht van de woning
situatie na de oorlog, willen we
thans aandacht wijden aan de be
moeiingen van de overheid met 't
bouwen.
De eerste, na de oorlog optreden
de „bouw-minister" kondigde in
maart 1946 al aan, dat het nodig
zou zijn de bouwbedrijvigheid te
leiden en te beheersen. Dat was,
naar het vervolg leerde, juist ge
zien. De overheid moet zich op ve
lerlei wijze met het bouwen be
moeien.
Het is begrijpelijk, dat men het
in vakkringen wel eens hinderlijk
vindt steeds weer het ministerie of
de gemeente op zijn weg te ontmoe
ten. Ook de belangstellende toe
schouwer vraagt zich wel eens af
of dat vergunningsstelsel, vele
voorschriften en regelingen, het
toezicht niet beter gemist kunnen
worden.
Baseert men zijn oordeel over
de overheidsbemoeiingen alleen op
de eigen activiteit, die maar een
klein stukje kan zijn van de totale
nationale inspanning dan is men
geneigd te zeggen: „Laat mij mijn
eigen peultjes maar doppen, dan
komt het prima voor elkaar". Kijkt
men evenwel wat verder dan zijn
neus lang is, dan wordt het wel
duidelijk, dat al die afzonderlijke
en op zichzelf natuurlijk waarde
volle activiteiten samen één groot
stuk bouwbedrijvigheid vormen,
waarvoor plaats en mogelijkheden
geboden moeten worden. Het is
niet mogelijk die bouwbedrijvig
heid haar eigen, ongeremde gang
te laten gaan. Dat bewijst nog da
gelijks de enorme samengebalde
druk van alle ingediende bouw-
aanvragen (er liggen aanvragen
te wachten voor werken, waarvan
de bouwsommen opgeteld ver
scheidene miljarden guldens belo
pen.)
Leiding en beheersing blijken
noodzakelijk te zijn; natuurlijk
niet om nodeloos te remmen, maar
integendeel om uit het bouwappa-
raat te halen wat er in zit.
Veel zorg voor de voorbereiding
en de organisatie van de woning
bouw komt voor rekening van onze
gemeentebesturen. Alle gemeen
ten groot en klein hebben
de vaak stormachtige ontwikkelin
gen binnen haar grenzen moeten
leiden en opvangen in gedetailleer
de uitbreidingsplannen die moes
ten voorkomen dat de grote bouw
activiteit leidde tot een herhaling
van de ongeordende ontwikkeling
in de 19e eeuw. De uitbreidings
plannen met de daarbij behorende
bebouwingsvoorschriften bepalen
waar er wegen, straten, pleinen en
grachten zullen zijn. Waar de wo
ningen gebouwd zullen worden en
wat voor soort woningen dat zul
len zijn De plannen stellen vast
hoeveel en welke scholen er moe
ten komen. Zij wijzen de plaats
aan voor winkels, kerken, open
bare gebouwen. Zij moeten ruimte
bieden aan industriegebouwen,
werkplaatsen. Die plannen, die
noodzakelijkerwijs een aanslag
doen op (schaarse) grond, moeten
passen in de planologie, zoals die
op breder leest door provincie en
rijk wordt bedreven. Elk uitbrei
dingsplan, waarin alle belangen
zorgvuldig tegen elkaar worden
afgewogen, is het resultaat van
onderzoek, studie en overleg.
De gemeentebesturen hebben er
vooral voor te zorgen, dat de no
dige terreinen worden aangekocht
of, als het niet anders kan, ont
eigend. Die terreinen moeten voor
bebouwing geschikt gemaakt wor
den; ophogingen, grondverbetering,
aanleg van wegen en straten, gra
ven van sloten en grachten, bou
wen van bruggen, leggen van lei
dingen voor water, gas en elektri
citeit. Er moeten plantsoenen, en
speelplaatsen, parkeerterreinen,
straatlantaarns en verkeersborden
komen.
De gemeentelijke technische
diensten beoordelen of de inge
diende bouwplannen passen in het
zorgvuldig beraamde geheel. Zij
verstrekken inlichtingen en advie
zen aan alle belanghebbenden.
Zij vervullen al die formaliteiten
die onvermijdelijk aan het bouwen
verbonden zijn; zij dienen toezicht
te houden op de naleving van de
voor veiligheid en deugdelijkheid
zo belangrijke voorschriften. In
het miljoen gebouwde woningen
met alle daarbij behorende voorzie
ningen is een imponerend stuk ge
meentelijk bestuur en gemeente
lijke activiteit belegd.
De rijksoverheid houdt voortdu
rend de vinger op de pols van de
bouwnijverheid. Zij stelt zo goed
mogelijk vast hoeveel werk dat
bouwapparaat van jaar tot jaar
kan verzetten. Zij heeft tot taak,
die aldus geraamde bouwcapaci
teit in overeenstemming met de
behoefte te verdelen. Die verdeling
geschiedt naar de soort van bouw
werken woningen, gebouwen
voor industrie, handel, verkeer,
scholen, kerken enz. èn naar de
plaats waar gebouwd zal worden.
Van 1950-1961 omvatte de woning
bouw gemiddeld 55% van de totale
produktie aan gebouwen. Hoe de
verdeling ook geschiedt, altijd en
overal zijn de porties naar het oor
deel van de betrokken te klein.
Omdat niemand geheel tevreden
is, mag men voorzichtig aannemen
dat de verdelende rechtvaardigheid
zoveel als het kan, wordt betracht.
De rijksoverheid verricht en be
vordert het sociaal-economisch- en
technisch onderzoek, dat aanwij
zingen moet opleveren voor de ont
wikkeling van de volkshuisvesting.
Het moedigt nieuwe produktie-
methoden aan, die de capaciteit
van het bouwbedrijf kunnen ver
groten.
Van ons nationale huishoudgeld
zijn grote sommen bestemd voor
de woningbouw. Aan directe finan
ciering en subsidiëring van de wo
ningbouw heeft het rijk na de oor
log het enorme bedrag van zeven
miljard gulden ten koste gelegd
(voor kapitaalverstrekking in de
vorm van voorschotten 2,7 miljard
en aan subsidies 4,3 miljard). Daar
enboven hebben de gemeentebe
sturen enige jaren rechtstreeks
voor kapitaalverstrekking moeten
zorgen, waarmede naar globale
schatting, rond vier miljard gul
den gemoeid is geweest.
De verantwoordelijkheid voor de
juiste aanwending van dit onvoor
stelbaar vele geld moet de overheid
er wel toe brengen voorschriften
te geven voor kwaliteit, grootte,
indeling en uitrusting van de wo
ningen.
De overheidsvoorschriften bie
den enerzijds weerstand tegen de
druk, die bedoelt alle nieuwe wo
ningen groter en fraaier te maken;
zij leveren anderzijds verweer te
gen de neiging om het met de kwa
liteit en de indeling van de wo
ningen niet al te nauw te nemen.
Zou de aantrekkelijke weg naar
groter en fraaier woningen geheel
worden vrijgegeven, dan zou de
thans nog bestaande kloof tussen
kosten en opbrengst zich nog ver
diepen en verbreden. Mede omwil
le van een vrije ontwikkeling van
de volkshuisvesting moet die kloof groen verstoken straten van een
dustriële produktiemethoden is
doorgetrokken. Veel van hetgeen
vroeger op de bouwplaats werd
vervaardigd, wordt nu kant en
klaar van de fabriek aangevoerd.
Men graaft niet meer met de schop.
Men gebruikt de dragline en de
bulldozer. Houten palen raken uit
de mode; de betonnen palen wor
den de grond in gedreven met de
stoomhamer en niet meer met het
ouderwetse heiblok. De specie
wordt niet langer met de hand
aangemaakt; er zijn molens in alle
grootten en soorten, zo nodig le
vert de fabriek de specie op het
werk. Betonnen bakken, kolom
men, elementen, worden op maat
besteld en geleverd. De standaar
disatie van vele onderdelen, die
voorwaarde is voor een industriële
produktie, raakt steeds meer inge
burgerd. Het transport vindt plaats
over rails, door liften of bouw-
kranen en niet langer in kruiwa
gens en op de schouders van op
perlieden.
Toch blijft, ondanks de ver door
gevoerde mechanisatie, de factor
van de menselijke arbeid in het
bouwvak van overheersende bete
kenis. De belangstelling voor en 't
aanzien van het bouwvak zijn niet
altijd evenredig geweest aan het
grote belang, dat de bouwbedrij
vigheid voor onze nationale huis
houding heeft. Op de algemeen
krappe arbeidsmarkt concurreert
het bouwvak met andere bedrijfs
takken, die vaak het voordeel kun
nen bieden van beschut werken op
een vaste vestigingsplaats. Er is,
gelukkig, in de loop van de jaren
aan de verzorging van de mensen
op de bouwplaats veel aandacht
besteed. Wellicht mede daardoor
is de animo voor de bouwvakken
groeiende; het aantal bouwvakar
beiders neemt toe. Een voor de wo
ningbouw wat zorgelijke zaak
blijft het echter, dat de zogenaam
de utiliteitsbouw ook verhoudings
gewijs steeds meer arbeiders in be
slag neemt, hetgeen de bezetting
op de woningbouwwerken vaak on
voldoende doet zijn.
Daarom is het van groot belang,
dat planning, organisatie en tech
nische uitvoering steeds meer ge
richt zijn op en bijdragen tot be
sparing op het' aantal „manuren"
per woning. De opvoering van de
arbeidsproduktiviteit in de wo
ningbouw blijft een zaak van de
hoogste urgentie.
Ons woonpeil is het resultaat van
vele zorgen en voorzieningen. Het
wordt niet alleen bepaald door de
kwaliteit en de soort van de wo
ningen. Ook de plaatsing, de groe
pering en de verscheidenheid spre
ken een woordje mee. Wij hebben,
in ruim 17 jaar een miljoen wonin
gen gebouwd. Dat mag de vraag
doen stellen: „Hoe wonen wij nu?"
Onze nieuwe huizen zijn ruimer
geplaatst, ook al moeten wij woe
keren met de grond. In onze ste
den getuige nauwe, zonloze en van
op weloverwogen bebouwingsplan
nen.
De Nederlandse stedebouwkun-
dige ontwikkeling moge misschien
niet groots, niet overweldigend
zijn; zij is, naar ook buitenlandse
deskundigen getuigen, fris, orde
lijk en rationeel. Zij is, als men de
natuurlijke beperkingen (vrijwel
uitsluitend vlak terrein en een on
geëvenaarde bevolkingsdichtheid)
in rekening brengt, in bepaalde op
zichten vindingrijk en gedurfd.
RENAISSANCE
EMPIKE
ANTIQUE
BLOEMEN
div. maten
dlv. kleuren
Alleen verkoop
Grotestr|at 327 Waalwijk
Onze nieuwe woningen zijn aan
gepast aan veranderende gewoon
ten. Zij bieden, althans voor zover
dit de zg. volkswoningen betreft,
meer ruimte en meer comfort dan
de voor-oorlogse woningen van
vergelijkbare klasse. De kraaltjes
lamp, die het hele gezin rond de
woonvertrek zijn er nu de radio,
tafel beschijnt is uit de tijd. In het
de televisie, de eethoek en de zit
hoek. De kinderen moeten stude
ren en daarvoor hun plekje heb
ben. De keuken is niet meer de
ruimte met koudwaterkraan, de
gootsteen, het gaskomfoor en het
petroleumstel, het is de doelmatig
ingedeelde en uitgeruste werk
plaats voor de huisvrouw. De lange
gangen en de vreemde verbindin
gen tussen de vertrekken hebben
zichzelf overleefd. De verkeers
ruimte en de onderlinge rangschik
king der vertrekken in onze nieuwe
woningen zijn op doelmatig ge-
bruik gericht. De tobbe voor de
wekelijkse wasbeurt heeft afge
daan; elke nieuwe woning heeft
tenminste 'n douchecel. Het warm
waterapparaat heeft in vrijwel "elke
nieuwe woning zijn plaats gevon
den. Voor fietsen, brommers, ge
reedschappen is er geschikte berg
ruimte. Aantal en grootte van de
frisse slaapvertrekken zijn geko
zen in overeenstemming met de be
hoeften van het geizn.
Er is in onze nieuwe woningbouw
grote verscheidenheid. In de ook
stedebouwkundig noodzakelijke
menging van hoog- en laagbouw
wint nog altijd het eensgezinshuis.
Van de in het tijdvak 1954 t.m.
1961 gesubsidieerde woningbouw
is ruim 57% in de laagbouw uitge
voerd. Wij kennen de etagewonin
gen woonblokken met galerijen,
torenhuizen. Wij bouwen in pas
sende vorm voor bejaarden, invali
den, alleenwonenden en studen
ten.
In tal van opzichten kan het mil
joen woningen, dat wij na de oor
log bouwden, bogen op belangrijke
vooruitgang van het woonpeil. Dit
ondanks de omstandigheid, dat de
gebruikers van deze woningen
minder betaalden en betalen dan
wat de kostprijs der woningen
noodzakelijk zou maken. Er blijft
met betrekking tot ons woonpeil
ongetwijfeld nog te wensen over.
De vooruitgang vaststellende, kan
men toch ook wijzen op onvolko-
mendheden. De bevrediging van
uitgebreider en nieuwe behoeften
op allerlei gebied komt binnen het
bereik van steeds grotere groepen
der bevolking. De eisen, die aan
de woning worden gesteld, houden
met die ontwikkeling gelijke tred.
Méér ruimte, méér comfort, betere
kwaliteit, royaler uitrusting. De
vervulling van deze wensen, die
moet uitmonden in een algemene
voortgezette verhoging van ons
woonpeil, zal voornamelijk afhan
kelijk zijn van onze goede wil en
ons vermogen voor de woningen
een hogere prijs te betalen.
Als koningin Wilhelmina's
dochter, schoonzoon en klein
kinderen willen wij van
ganser harte dank betuigen
aan allen, die bij haar heen
gaan met ons medeleefden.
Er was een overstelpend
grote hoeveelheid bewijzen
daarvan zoals brieven,
telegrammen, bloemstukken.
Niet alleen het aantal, maar
ook de warme sympathie, de
bijzondere gedachten, en de
persoonlijke herinneringen
daarbij geuit, waren voor
ons kostbaar en tot grote
steun.
JULIANA
BERNHARD
BEATRIX
IRENE
MARGRIET
MARIJKE
HVtMiWh). 1>*A
Het karwei gaat verder. In de
eerstkomende jaren zullen gemid
deld ten minste 50.000 tot 65.000 of
meer woningen per jaar nodig zijn.
In het kader van de krotopruiming
zullen daarvoor in de eerstvolgende
jaren 10.000 tot 15.000 nieuwe ver
vangende woningen nodig zijn.
Samenvattend zal het volgende
miljoen woningen heel hard nodig
zijn, om geheel uit te komen onder
de druk van de woningnood; te
voorzien in de steeds toenemende
woningbehoefte; de vervanging
van krotten mogelijk te maken;
allengs een woningreserve te vor
men, die een gezonde doorstroming
in de woningvoorraad kan toelaten.
Een actieve, sociaal gerichte wo-
ningpolitiek blijft in de behartiging
van de belangen van ons volk een
zaak van hoogste belang.
juist gedicht worden. Zou de ver
sperring tegen te lage kwaliteit'
der woningen verdwijnen, dan
kreeg ons woonpeil een gevoelige
deuk, die niet gemakkelijk onge
daan was te maken.
Zo is veel van de overheidsbe
moeiing met het bouwen te zien
als een bescherming van het gevoe
lige evenwicht tussen wens en mo
gelijkheid.
Het bouwbedrijf is uit vele de
len samengesteld. Niet alleen om
vat het een aantal duidelijk te on
derscheiden produktiegroepen o.a.
weg- en waterbouw, utiliteitsbouw,
woningbouw), maar het kent ook
een vérgaande verdeling in grote
en kleine ondernemingen. Daar is
de kleine aannemer, die met en
kele, van alle markten thuis zijn
de medewerkers onderhoud en ver
bouwingen verzorgt en die zo nu
en dan ook wel een stukje nieuw
bouw aanneemt. Wij kennen de ty
pische woningbouwaannemer, die
zich heeft gespecialiseerd in het
bouwen van niet al te omvangrijke
woningcomplexen binnen een be
paald gebied, dat hem vertrouwd
is. Er zijn de grote aannemings
maatschappijen, die werken aan
durven, welke verscheidene jaren
in beslag nemen. Een na-oorlogs
verschijnsel zijn de ondernemingen
die zich de toepassing van nieuwe
bouwsystemen tot taak hebben ge
steld. Tenslotte zijn er dan nu de
woningfabrieken, de nieuwste ver
schijningsvormen, die haar produk-
ten binnen een bepaalde actie-ra
dius op iedere willekeurige bouw
plaats kunnen neerzetten.
Deze inderdaad grote verschei
denheid in produktiemogelijkhe-
den is zinvol, omdat ook de be
hoeften zo sterk uiteenlopen.
Er heeft na de oorlog een be
langhebbende ontwikkeling in de
techniek van de woningbouw
plaats gevonden. De lijn van het
ambachtelijke handwerk naar in-
voorbij zijnd tijdperk. De gesloten
bouwblokken met hun gehorige,
krappe en bedompte woningen,
resten uit het verleden. (De geho
righeid heeft zich waarlijk niet
voor het eerst in de na-oorlogse
woningen geopenbaard).
Wij bouwen nu in het groen, in
open, afwisselende vormen. Wij
proberen de ruimte te gebruiken,
te letten op de bezonning van onze
nieuwe woningen, te rekenen op de
eisen van het veelvormige verkeer,
plaats te bieden voor wandelen,
winkelen, voor sport en spel.
In onze dorpen is het schots en
scheef bouwen uit de tijd. De vroe
ger langs alle wegen voortwoeke
rende lintbebouwing is niet lan
ger toegestaan. Naar de „bebouw
de kom" gerekend zijn vele dorpen
tot hun dubbele of zelfs meervou
dige omvang uitgegroeid. Dit leidt
tot nieuwe kernvorming, gebaseerd
BRUIDSJAPONNEN, BRUIDSMEISJESJAPONNEN, enz.
en een ruime sortering gelegenheidskleding voor heren,
naar de laatste mode.
Vughterstraat 205 Tel. 34580 (na 19 uur 37481)
's-aERTOGENBOSCH
Prenten, platen, proclamaties,
persberichten en programma's, die
zijn verschenen ter gelegenheid
van evenementen in het leven van
II.K.H. prinses Wilhelmina, zijn
door de gemeentearchivaris van
Den Haag, de heer H. M. Menso-
nides, uitgezocht, gerangschikt en
tentoongesteld om een beeld te ge
ven van een vorstin, die jarenlang
in Den Haag als residentiestad
heeft getoefd. De expositie in het
Haagse gemeentearchief aan het
Rijswijkse plein duurt tot 23 de
cember.
Niet alleen voor de Hagenaars,
ook voor Nederlanders van buiten
de residentiestad biedt de expositie
boeiende beelden. Wat tentoonge
steld werd heeft trouwens niet al
leen betrekking op gebeurtenissen
die in Den Haag geschiedden. Een
kerstgroet uit 1914 van koningin
Wilhelmina valt op, niet door de
vorm, waarin hij werd uitgegeven,
maar door de geest, die uit de groet
spreekt en die werd aangetroffen
in haar boek „Eenzaam maar niet
alleen". Een van de honderden fo
to's geeft weer, hoe koningin Wil
helmina voor het eerst in haar le
ven een bioscoopvoorstelling be
zoekt. Zo worden talrijke treffende
en interessante gebeurtenissen uit
gebeeld.
De geschiedenis van haar leven
is door een indeling in perioden,
op de expositie overzichtelijk ge
houden. Het materiaal is voor het
overgrote deel afkomstig van het
Haagse gemeentearchief. Voor de
periode tijdens de tweede wereld
oorlog stelde een particulier zijn
verzameling foto's, bulletins etc.
beschikbaar.
Een kettingbotsing op de weg
tussen Rotterdam en Dordrecht
(onder Zwijndrecht) heeft het le
ven gekost aan twee mensen. Acht
anderen werden gewond, van wie
vier ernstig. De doden zijn de 15-
jarige A. Wagtmans uit St. Wille-
brord, die in een Volkswagenbusje
zat, en de 55-jarige Jac. Groen uit
IJsselmonde, bestuurder van een
personenauto. Zwaar gewond wer
den de 58-jarige arbeider F. Ludo-
vicus, zijn twee zoons (36 en 32
jaar oud) en W. Heren. Zij en de
andere gewonden zijn opgenomen
in Dordrechtse ziekenhuizen.
De toestand in het sultanaat
Broenai in Noordwest-Borneo, waar
zaterdag een opstand uitbrak, is
aanzienlijk ernstiger dan eerder
werd gemeld. Het enorme Shell-
oliecentrum Seria is, in tegenstel
ling tot eerdere berichten, nog
steeds in handen der opstandelin
gen. Rond vierhonderd Nederland
se, Britse en Australische mannen,
vrouwen en kinderen voorna
melijk Shell-employés en hun ge
zinnen worden door hen gevan
gen gehouden. Shell zegt, dat een
van hun werknemers om het le
ven is gekomen. Een Nederlandse
geoloog, J. R. Brondijk, is zwaar
gewond.
Volgens onbevestigde berichten
behoorden zij tot de tien Europea
nen, die door de opstandelingen
werden gebruikt als een levend
schild voor een aanval op een po
litiepost. Andere berichten luiden
dat tien Nederlanders als gijze
laars worden vastgehouden. Britse
troepen, die maandagmorgen het
kleine vliegveld bij Seria verover
den, omsingelden in de loop van
de avond de stad en de olieinstal
laties. Zuiver militair gezien, zou
den zij zonder twijfel korte met
ten kunnen maken met de opstan
delingen. Zij hebben echter de de
licate taak te trachten de Europea
nen ongedeerd te redden. Boven
dien moeten zij proberen de instal
laties, die vier miljoen ton olie per
jaar produceren onbeschadigd in
handen te krijgen.
In een herderlijk schrijven, dat
zondag in de kerken is voorgele
zen, wordt door kardinaal Alfrink
en de bisschoppen van Nederland
een beroep op de gelovigen gedaan
om ter bestrijding van de zeer gro
te kosten van het Concilie een
stoffelijk blijk van dankbaarheid
en medeleven te geven aan de
Paus. Het is de bedoeling, dat ko
mende zondag voor dit doel in alle
kerken en kapellen zal worden ge
collecteerd.
Sprekende over het Concilie,
waarvan de eerste zittingsperiode
zaterdag is geëindigd, zeggen de
kardinaal en de bisschoppen onder
meer het volgende.
„De aanwezigheid van het gehele
wereldepiscopaat te Rome heeft op
ons allen een zeer diepe indruk ge
maakt. Wij weten uit de vele con
tacten, die wij met bisschoppen uit
vrijwel alle landen mochten heb
ben, dat velen van hen slechts ten
koste van de grootste offers naar
Rome zijn gekomen. Zij komen uit
landen waar de Kerk slechts sinds
kort wortel heeft geschoten, uit
landen, die leven in grote armoede
of aan de grens van de nood, uit
landen, waar de Kerk zo weinig
bewegingsvrijheid heeft, dat de ge
lovigen hun bisschoppen niet stof
felijk kunnen steunen.
Zij allen en hun getal is groot
zijn aangewezen op de steun van
de H. Vader. Zonder deze steun
zouden zij niet hebben kunnen ko
men, zonder deze steun zullen zij
in de komende zittingsperioden
niet aanwezig kunnen zijn.
De H. Stoel, die de zorg heeft voor
de noodzakelijke enorme organisa
tie van het Concilie, kan deze steun
niet in voldoende mate geven. Dit
is een van de redenen, waarom
wij ons tot u richten met het ver
zoek de Paus een gave aan te bie
den, die een werkelijke verlichting
van de financiële zorgen betekent.
Wij durven u dit vragen, omdat
wij dagelijks geconfronteerd wor
den met de grote zorgen van vele
bisschoppen. Wij zijn er van over
tuigd, dat in deze periode van het
Concilie de solidariteit met de we
reldkerk bij u nog is gegroeid; deze
solidariteit is een eer van de katho
lieken van Nederland, getuige de
vele Nederlandse missiebisschop
pen en missionarissen, getuige de
missionaire geest van ons volk.
Het is niet onmogelijk, dat het
Concilie een lange tijd zal duren.
Er moeten nog vele onderwerpen
ter sprake komen, die alle ten doel
hebben de Kerk steeds meer de
Kerk van Christus in onze tijd te
doen zijn. Wij hopen, dat u het ge
duld niet zult verliezen als de re
sultaten niet direct zichtbaar zul
len zijn. Met ons moogt u ervan
overtuigd zijn dat de beraadslagin
gen en de onderlinge contacten
van alle leden van het wereldepis
copaat voor de Kerk uiterst vrucht
baar zijn. Maar ons werk vraagt de
voortdurende kracht van de H.
Geest. Met de meeste aandrang
vragen wij u daarom ook ons met
uw gebed te blijven steunen.