wAAlwijkse en lanqstRMtse couRAnt ANTI-HONGER-ACTIE doet beroep op „gegoede deel van de wereldbevolking" „De analyse van een misverstand" President Kennedy near West-Berlijn #5^ BRILLEN Het eerste bruggehoofd Strijd moet op drie fronten worden ingezet INTERPELLATIE MÊÊÊÊmÊmm: Helft van de wereldbevolking 100200 Uiteenlopende projecten Individuele deelneming Kabinet staat aan de rand van een crisis VAN MAAREN Dat is de Zaak voor Prof. Wemelsfelder MAANDAG 25 MAART 1963 85e JAARGANG No. 24 De tcho VAD het Zuióen Uitgever Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Gironummer 1069687 Dit blad verschijnt 2 x per week Abonnement 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p.p. Advertentieprijs: 10 cent per m.m. Contractadvertenties: speciaal tarief Opgericht 1878 Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002 Telegram-adres: „ECHO" In onze tijd, waarin het begrip „bestaansminimum" een andere inhoud heeft dan een halve eeuw geleden, associëren wij het begrip honger onbewust met het begrip ramp, algemene ellende als ge volg van een tijdelijke noodtoestand. Als we afbeeldingen zien van hongerende mensen in onderont wikkelde gebieden, denken we willekeurig aan hongersnood, een nijpend gebrek aan voedsel in een gehele landstreek, ontstaan door een samenloop van omstandigheden. In onze gedachtenwereld is hongersnood zoiets als de hongerwinter 1944/45, iets tijdelijks, iets waar 'n eind aan moet komen, iets dat direct kan worden verholpen door een hulpactie waaraan we graag willen meewerken. We zien de honger in kranten en op het televisiescherm, maar kennen hem niet als het onafwend bare, tragische gevolg van arm trde. We kunnen ons eenvoudig niet voorstellen, dat ons gezin dag in dag uit de drukkende aanwezigheid zou voelen van de „onzichtbare", de „verborgen" honger, een andere naam voor de langzaam slopende ondervoeding door tekort aan deugdelijk voedsel. Neder land is geen onderontwikkeld gebied, het behoort Goddank tot het rijkste deel van de wereld. Was dit niet zo, dan zou de honger onze dagelijkse gezel zijn. De wijze waarop nu hulp wordt geboden, is geenszins vol doende. De „ziekenhuizen in het binnenland van de nog achtergebleven gebieden, bisden niet het minste com fort. Bedden zijn vaak niet meer dan kisten. Honger zou dan betekenen dat we onze kinderen voor onze ogen lang zaam zouden zien wegkwijnen met geen andere troost dan de hoop, dat ze het misschien zouden uithouden tot de volgende oogst. Of we zouden berusten in doffe apathie, omdat we weten, dat aan deze toe stand tóch niets zou kunnen worden veranderd; want zelfs bij grotere inspanning dan waartoe we in staat zouden zijn, zou ons land niet méér opbrengen. Misschien zouden ook wij, zoals zoveel anderen, gehoord hebben, dat we met nieuw;e en betere werktuigen, kunst meststoffen en andere werkmethoden veel meer en beter zouden kunnen oogsten en zelf iets zouden kunnen overhouden om onze schulden af te betalen en nieuwe investeringen te doen. We zouden het prettig vinden orh aan zoiets t denken en erover te praten. Maar diep in ons hart zouden we weten, dat dit voor ons onbereikbaar zou zijn. We zouden immers geen geld hebben of kunnen lenen om dit all^s aan te schaffen, omdat we te arm zouden zijn. leveren, met een ondervoed volk geen land welvarend te maken. Wil deze cirkel worden doorbro ken, dan zal allereerst de landbouw in de ontwikkelingsgebieden op 'n hoger peil gebracht moeten wor den, opdat de bevolking aldaar zichzelf de nodige voeding, zowel wat hoeveelheid als kwaliteit be- Maar voor ons land is honger 'n vreemd begrip. De ellendige waar heid is echter, dat iiet de „normale" situatie is waarin miljoenen men sen in onderontwikkelde gebieden verkeren. En laten we vooral niet denken, dat ze niet beter weten. De moderne telecommunicatie be reikt tegenwoordig zelfs het verst afgelegen dorp van de ongeveer 500.000 dorpen in India. Meer dan 40 landen met ruim 800 miljoen inwoners zijn eigen baas geworden en verlangen een betere toekomst. Ze hebben niet alleen begrepen, dat kan, ze willen ook anders. Maar velen voelen zich op verschrikke lijke wijze gehandicapt door hon ger en ondervoeding, voor hen wel het moeilijkst te overkomen obsta kel om de eerste stap te kunnen zetten op de weg naar langzame vooruitgang. In zijn inleiding op het program ma, dat door de Algemene Verga dering van de Verenigde Naties in de herfst van 1961 onder de naam aanvaard, verklaarde Oe Thant, de Secretaris-Generaal: „Het is een buitengewoon feit, dat op het ogen blik, waarop rijkdom de situatie of althans de potentiële situatie begint te worden eerder van hele landen en gebieden dan van enkele bevoorrechte individuen, en waar op wetenschappelijke feiten moge lijk worden die de wildste dromen welke de mensheid in het verleden had in de schaduw stellen, méér mensen in de wereld honger en ge brek lijden dan ooit te voren. Een dergelijke toestand is zo onverdra- gelijk en zo in strijd met het uit drukkelijk belang van alle naties, dat hij de rijke zo goed als de zich ontwikkelende landen zou moeten brengen tot het vaste besluit daar een eind aan te maken." Teneinde zowel de rijke als de arme wereld te helpen dit besluit te nemen, heeft de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Ver enigde Naties (FAO) een groots plan opgezet en ter uitvoering aan de wereld voorgehouden. Dit is de Freedom from Hunger Campaign, in ons land onder de naam Anti- Honger-Actie bekend. In vijf jaar, 1960-1965, wil de FAO een eerste bruggehoofd slaan om met vereende krachten honger en ondervoeding te bestrijden. Het is hiervoor de hoogste tijd. De situatie is ernstig. Er zijn aanwijzingen dat het huidige voedseltekort in de toe komst nog zal aangroeien. Hoewel de landbouw in de wereld in het afgelopen jaar vooruitgang heeft geboekt, vindt de stijging voornamelijk plaats in de reeds welvarende gebieden. In de onde- ontwikkelde gebieden wordt, mede als gevolg van de snel groeiende bevolking het hongervraagstuk nij pender. De problemen die met dit alles samenhangen, kunnen onmogelijk door de ontwikkelingsgebieden zelf worden opgelost en geen enkel vraagstuk van sociale en economi sche aard kan worden aangepakt als iniet eerst de honger en onder voeding uit de wereld zijn geban nen. Het dagelijks voedsel in grote delen van de wereld men schat het aantal mensen dat honger heeft of ondervoed is op het ogenblik op ongeveer de helft van de wereld bevolking vertoont een bijna on dragelijk tekort, een tekort aan hoeveelheid, meer nog een tekort aan onmisbare voedingsbestandde len als eiwitten, vitaminen en mi neralen. En met een ondervoed lichaam is geen arbeidprestatie te Aan de inwoners van Neder land en van de andere lan den waar de hongersnood is uitgestorven, vraagt de We reld Anti-Honger Week te beseffen, dat er in onze we reld een kloof tussen rijk en arm te overbruggen is, die vandaag wijder is dan gis teren en morgen wijder zal zijn dan vandaag. De Wereld Anti-Honger Week vraagt U het probleem van miljoen en ook tot uw probleem te maken en heeft daarvoor in Nederland het GIRONUMMER Anti-Honger-Actie Den Haag Er zal allerwege hulp moeten worden geboden om in de noden te voorzien. Ook de bestrijding van talloze ziekten, die ieder jaar weer opnieuwi duizenden slachtoffers maken, vraagt jaarlijks handen vol geld treft, kan verschaffen. Hiervoor wil de Wereld Anti-Hoger-Actie de stimulator zijn, zowel wat be treft de zelfwerkzaamheid van de arme bevolkingen alsook wat be treft de assistentie daarbij van de rijke landen. Het plan de campagne voor deze operatie voorziet in een strijd op drie fronten, namelijk de voorlich ting, het wetenschappelijk onder zoek en de uitvoering van de pro jecten. Het voorlichtings programma heeft een dynamisch karakter en is erop gericht om het publiek in de ont wikkelingslanden zo goed als in de geïndustrialiseerde landen bewust te doen worden van de noodzaak de handen ineen te slaan om het pro- bleen van de honger op te lossen. De actie richt zich daarom op de eerste plaats tot de bévolking zelf, opdat de volken elkanders noden zullen leren begrijpen en door el kander bij te staan zullen bijdra gen tot het bevorderen van een on derlinge solidariteit. De strijd op het tweede front draagt vooral een wetenschappelijk karakter. Hij is gericht op het we tenschappelijk onderzoek en de practische toepassing daarvan in de landbouw, bosbouw en visserij. Ve- Door Amerikaanse regeringskrin gen zijn mededelingen gedaan over een bezoek dat president Kennedy voornemens zou zijn af te leggen aan West-Berlijn. Definitieve besluiten zullen binnenkort worden genomen, wanneer de regering begint aan de voorbereiding van Kennedy's bezoek aan Europa. Reeds nu staat vast dat hij naar Rome en naar Bonn zal gaan. INWONER VAN WASPIK VERONGELUKT Het lijk dat op het baanvak Breda - Tilbprg, onder de gemeente Breda is gevonden, is door de hoofdinspec teur van de Bredase recherche ge- identificeerd als dat van een vieren zestig-jarige man uit Waspik. Het slachtoffer was sedert geruime tijd zwaarmoedig. le ondezoekingen worden door de bij de FAO aagesloten landen zelf verricht, maar zij worden door de FAO geïntegreerd in de grote regi onale projecten bij welker uitvoe ring steeds verschillende landen betrokken zijn. Op deze wijze ko men de resultaten van dit onder zoek aan alle landen ten goede. De nationale actieprogramma's omvatten een reeks van zeer uit eenlopende projecten, die gericht zijn op de bevordering van de agra rische ontwikkeling en de voedsel productie in onderontwikkelde ge bieden. Al deze projecten, die veel al het karakter hebben van demon stratieprojecten, beogen de zelfont plooiing en de sociale verheffing van de agrarische bevolking. Juist aan dit front ligt voor de bevolking van de geïndustrialiseer de landen de kans om hun solida riteit met hun in nood verkerende medemens te bewijzen. Door de nationale Anti-Honger-Actie Com ités in bijna alle geïndustrialiseerde landen worden daarom in overleg met de FAO, projecten gekozen waarin dit volk-tot-volk karakter tot uitdrukking komt. De financie ring wordt door vrije giften en geldinzamelingen verkregen. Zo financiert in ons land de Neder landse Organisatie voor Internati onale Bijstand (NOVIB), die onder auspiciën van het Nederlands Na tionaal FAO-Comité de Anti-Hon ger Actie voert, met uit inzamelin gen en giften verkregen gelden, het z.g. moestuinproject. Het is een project, dat onder auspiciën van de FAO in een tweetal Afrikaanse landen tot ontwikkeling wordt ge bracht en een noodzakelijke ver ruiming en verbetering beoogt van de volksvoeding. Blijkens een door Oe Thant, Se cretaris-Generaal van de Verenig de Naties, en Dr. B. R. Sen, direc teur-Generaal van de FAO, geza- melijk ondetekende boodschap, ge richt aan de geïndustrialiseerde en de minderontwikkelde landen, zijn de weken van 21 maart tot 6 april tot Wereld Anti-Hohger-Week ge proclameerd. Gedurende deze week zal door de nationale Antie-Honger-Actie comi tés, kerken, onderwijskringen, be drijfsorganisaties en nationale en internationale niet-gouvernemente- reorganisaties bijzondere aandacht aan worden geschonken aan de doelstelling van de Antie-Hönger- Actie De ondertekenaars geven in hun boodschap uitdrukking aan de hoop, dat ieder aan wie het wereld probleem van honger en armoe ter harte gaat, gedurende deze week door het stellen van een persoon lijke daad deel zal nemen aan de Anti-Honger Actie. Wat deze per soonlijke geste ook moge zijn, de Wereld-Anti-Honger Week kan al leen slagen door een zodanige indi viduele deelneming, die, tezamen met die van talloze anderen, uit groeit tot een manifestatie van hon derden miljoenen over de gehele wereld. Practies alle leden van de Verenigde Naties zullen gedurende deze week door uitgifte van spe ciale postzegels hun adhesie betui gen met de Anti-Honger-Actie. In ons land heeft men afgezien van een speciale toeslag op deze zegels, in de hoop, dat het publiek het gironummer 100200, Anti-Hong- ger-Actie, de Haag, niet zal ver geten. Televisie-debat in Tweede Kamer wordt dinsdag hervat. Minister Cals heeft donderdag middag schorsing gevraagd van het televisie-debat in de Tweede Kamer tot morgen, dinsdag 26 maart. Dit om het risico van een kabinets crisis tot het minimum te verkleinen. De Christelijk Historische Staats secretaris, de heer Scholten, staats secretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die zich het meest met de commerciële televisie heeft bezig gehouden, overweegt namelijk af te treden wanneer de motie van de K.V.P.-er Aarden wordt aangenomen- De heer Aarden heeft in zijn motie de commerciële televisie van de hand gewezen, of althans zeker op de lan ge baan geschoven. Eenzelfde besluit heeft de katholieke Staatssecretaris Gijzeis (Economische Zaken) in over weging genomen. De heer Gijzeis heeft namelijk nauw samengewerkt met Staatssecretaris Scholten. Minister Cals heeft er donderdag middag op gewezen, dat het aftreden van de Staatssecretarissen ook gevol gen zou kunnen hebben voor de be treffende ministers, namelijk minis- DEN BOSCH VUGHTERSTRAAT 25 TILBURG MARKT 32 BREDA Nwe GINNEKENSTR. 23 ter Cals en minister de Pous. Ook voor andere leden van het kabinet zou dit verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Hierbij wordt gedacht aan de minister van Sociale Zaken, dr. Veld kamp, lijsttrekker van de K.V.P. en tevens groot voorstander van de com merciële televisie. Naar alle waarschijnlijkheid zal de Koningin, wanneer er inderdaad een kabinetscrisis uit voort zou vloeien, het ontslag weigeren., omdat over minder dan twee maanden, op 15 mei, de Tweede Kamerverkiezingen worden gehouden, hetgeen inhoudt dat het kabinet de Quay dan toch zijn ontslag zal moeten aanbieden. „Wie éen inleiding voor een groep werkgevers houdt 'en daarbij (te naief?) geen rekening houdt met belangrijke publiciteit, maar onmiddellijk na het uitspreken onder een publiciteitslawine be dolven wordt, gaat allereerst beseffen dat, indien men onder een lawine van de gehele Nederlandse pers raakt, het bijna onmoge lijk is om zich uit te graven, omdat men het instrumentarium daartoe mist. Nog pijnlijker is het wanneer men zich gaat reali seren, dat deze lawine alleen maar door een misverstand kan zijn ontstaan en waarschijnlijk te wijten is aan een verschillende bena deringsmethodiek van eenzelfde probleem door een journalist en een econoom." Dit zegt prof. dr. J. Wemelsfelder, hoogleraari in de economie aan de Technische Hogeschool in Eindhoven, in het jongste nummer van Economisch Statistische Berichten" waarin hij reageert op de vele perspublicaties en commentaren naar aanleiding van zijn op 22 februari gehouden inleiding voor de landelijke ledenvergadering van de contactgroep van werkge vers in de metaalnijverheid in Utrecht. Onder de kop „De collectieve machtsgroeperingen en het econo misch bestel ofwel de analyse van een misverstand", schrijft prof. Wemels felder, dat hij in de bewuste inlei ding vrij uitvoerig was ingegaan op de inkomensverdelingsfunctie en de collectieve machtsgroeperingen (werkgevers en werknemers teza men); ten einde deze beter te belich ten was de vraag gesteld - als hypo these en gedachtenexperiment dus - wat er zou gebeuren indien de loon vorming niet meer op collectieve grondslag, maar op individuele grondslag zou plaatsvinden, desnoods met overheidsgaranties. Het ant woord van de inleider op deze hypo thetisch gestelde vraag was - uiter aard speculatief rationaliserend en onder een aantal nader geformuleer de voorwaarden dat er dan waar schijnlijk, althans in grote lijnen, toch niet veel in het inkomensverdelings proces zou veranderen en dat de functie van de collectieve machts groepen in dit opzicht fictief was. Op dit punt toen zijn, aldus prof. Wemelsfelder, de misverstanden ont staan, omdat een groot deel van de pers geen aandacht schonk aan een essentieel gevolg in het referaat. Het betoog ging namelijk daarna in op de premissen, die voor een dergelijke maatschappij zouden gelden, waarbij dezerzijds a priori gesteld werd, dat in het huidige bestel niet aan deze premissen wordt voldaan. Zolang men namelijk in ons be stel gelooft aan de functie van de machtsgroeperingen dan moet dit - als eis van democratie - het uit gangspunt van onze maatschappelijke structuur vormen en blijven vormen. In een dergelijke maatschappij moet men echter en daarna, aldus prof. Wemelsfelder, volgde de kern van 't betoog dat weer in vele perspublica ties is weggevallen. Met voortduren de dreiging van inflatie rekenen met alle gevolgen van dien. De inflatie is als het ware de „keerzijde" van de inkomensvorming op collectieve grondslag. De inflatie was dan ook het hoofdthema van het referaat. De volslagen kortsluiting met de publiciteit is, volgens de hoogleraar, denkelijk het gevolg van een complex van oorzaken en een verschil in denk wereld. De econoom denkt sterk in de abstracties van premissen en de consequenties van deze premissen, en vooronderstelt onwillekeurig eenzelf de abstracte schematische wereld bij anderen. KINDERLIJK NAIEF Prof. Wemelsfelder kan zich voor stellen dat men zou kunnen stellen, dat indien zoveel Nederlandse re dacties tot een zelfde reactie op een referaat komen, de wijze van formu lering van de premissen er ook naar geweest moet zijn. Hij zou daar dan slechts "sorry" op kunnen zeggen en kunnen stellen dat hij het in het ge heel niet had voorzien. Wel zou ik dan als tegenvraag stel len of men dan werkelijk ernstig ge looft dat er in Nederland één eco- naam zo kinderlijk naief zou zijn om serieus te adviseren dat de vakbewe ging nu maar om zeep moet worden gebracht of dat er werkloosheid moet komen", aldus de hoogleraar, die in 't vervolg van zijn artikel nog eens de kern van zijn betoog weer geeft. Het KVP-raadslid, mr. C. Marks, heeft voor ed raadsvergadering van vanavond in de Eindhovense raad naar aanleiding van het antwoord van B. en W. op zijn vragen over de Eindhovense vliegveld affaire een interpellatie aangevraagd. Verwacht mag worden dat na mr. Marks nog een aantal andere le den uit de raad het woord zullen voeren. De meeste raadsleden zijn ontstemd over de eis van staatsse cretaris Calmeyer (Defensie) da stad Eindhoven en de industrie te laten opdraaien voor de verhuis kosten van de vliegbasis Welschap.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1963 | | pagina 1