waaLwij kse en lAnqstRAAtse couRAnt
Waarom wordt
CUBA geholpen?
Cuba project veroorzaakt politieke storm
BRILLE*!
Constructiefout waar
schijnlijk oorzaak van
het ongeluk met Thresher
door Fred Vaz Dias
zoon van M.S. Vaz Dias
Paul Hoffman verdedigt zijn beleid
Geen luxe maar
eigen belang
Export verdubbelen
„Onze waardering is evenredig aan uw lengte"
Wat Nederland al doet
Goede keuze
Uitzonderlijke
plaats
Maa tschappeiijk
terrein
Grote ontwikkeling
Eer voor de
Dat is de Zaak voor
gemeente
t
DINSDAG 16 APRIL 1963
85e JAARGANG No. 30
tijd
De tcho vad het Zuióen
Uitgever
Waalwijksche Stoomdrukkerij
Antoon Tieten
Hoofdredacteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2 x per week
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contractadvertenties: speciaal tarief
Opgericht 1878
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002
Telegram-adres: „ECHO"
Bij de instelling van het speciale
Fonds in 1959 was men overeenge
komen, dat politieke overwegingen
bij de beslissing over projecten
geen enkele rol zouden mogen spe
len. Inderdaad heeft b.v. zelfs de
Ver. Arabische Republiek des
tijds geen protest aangetekend bij
de goedkeuring van diverse pro jee.
ten in Israël.
Niet minder dan 97% van de be
schikbaar gestelde fondsen wordt
besteed in de landen waar de Ver
enigde Staten zelf eveneens tech-
nisch-economische assistentie ver
lenen. De overige 3 procent gaan
naar onderontwikkelde landen als
Brits Noord Borneo,Malakka, Saoe-
die Arabië, en Malta. Zelfs Jona
than Bingham, de Amerikaanse
vertegenwoordiger bij Ecosoc (de
Economische - Sociale Raad van de
V.N.) heeft er naar aanleiding van
de reacties in de V.N. op het Cu
baanse project nog eens aan her
innerd, dat de V.N. en haar orga
nen waarlijk internationale organ
isaties zijn en dat de V.S. niet moe.
ten verwachten, dat de V.N. zullen
optreden als armen van het Ameri
kaanse ministerie van buitenlandse
zaken.
In zijn onlangs verschenen boek
„World Without Want" (Wereld
zonder gebrek) openbaart fonds
directeur Hoffman zijn credo over
de beginselen die ten grondslag
liggen bij de hulpverlening aan on
der-ontwikkelde landen. Hoffman,
die een zeer gevarieerde carrière
achter zich heeft, o.a. als hoofd van
het Maarshall Plan, president van
de Studebaker automobielfabrie
ken, directeur van de Ford Foun
dation en die gehuwd is met de
vroegere Amerikaanse assistente
van de minister voor arbeid, Anna
Rosenborg - thans in public relati-
ons werkzaam - meent dat paterna
lisme volkomen uit de tijd is. Hulp
aan andere landen moet niet worden
beschouwd als luxe, liefdadigheid of
geldverspilling, maar als welbegre
pen eigen belang.
Waneer het inkomen per hoofd
in de jongere bij de V.S. aangeslo
ten landen met slechts 2%% toe
neemt in het huidige decennium,
dan zullen de industriële landen
hun exporten meer dan kunnen
verdubbelen. Het verwachtbare
aandeel van V.S. in de exportver
meerdering zal neerkomen op een
miljoen meer geëmployeerden in de
V.S. en de economische situaties in
de V.S. een onontbeerlijke steun
geven.
Hoffman herinnert aan de erva
ringen met het Maarshall Plan,
waaruit bleek dat economische
schattingen wel eens te pessimis
tisch kunen zijn. Oorspronkelijk
meenden de deskundigen dat 25 mil
jard dollar nodig zouden zijn om
de Westeuropese industrie en land
bouw weer op vooroorlogs niveau
te brengen. Later werd die schat
tig verlaagd tot 17 miljard en uit
eindelijk bleek er in feite 11 mil
jard dollar mee gemoeid te zijn.
Men had namelijk niet voldoende
rekening gehouden met de onbe
kende factor van menselijke geest
kracht en energie. Europa bouwde
aan zijn herstel met wilskracht,
ervaring en hoop. In twee jaar had
de Europese economie het vooroor-
losgse peil niet alleen weer bereikt,
maar met resp. 20% en 40% voor
landbouw en industriële productie
overschreden. Daarin ligt de les
voor de economische hulp aan min
der ontwikkelde gebieden, al mag
Bijzonder nauw betrokken zijn
Nederlandse ondernemingen bij 't
project tot bestudering van de ha-
ven-verslibbing van Bangkok en
de wenselijkheid van een andere
haven in Thailand. Het Water
bouwkundig Laboratorium te Delft
bouwde in een afzonderlijke loods
een model van de Chao Phqya Ri
vier in Thailand, waarbij de water
stromingen in de geulen en de
oeververschuivingen werden nage
bootst en bestudeerd in Nederland
terwijl de Nederlandse exportcom-
binatie Nedeco werd belast met de
uitvoering van het studieproject in
Thailand zelf. De Nederlandse Hei
de Mij. is werkzaam aan een irri
gatieproject in Egypte en een wa
terbouwkundige studie in Guate
mala, terwijl een Nederlandse com
binatie van firma's de mogelijkheid
van landwinning in Korea onder
zoekt. Anderzijds wordt in Suri
name onder leiding van het Spe
ciale Fonds een onderzoek inge
steld naar de aanwezigheid en mo
gelijke exploitatie van bepaalde
mineralen, waarmee ongeveer 1%
miljoen dollar gemoeid is. Daarvan
wordt de helft door Suriname be
taald.
Sinds de oprichting van het Spe
cial Fund in 1959 heeft het opdrach
ten goedgekeurd tot een totale
waarde van bijna 600 miljoen dol
lar. Nederland heeft een van de 18
zetels in de Beheersraad voor 1963
en Nederlands bijdrage voor 1963
van 3.842.154 dollar (50 pet. hoger
dan voor 1962) is met uitzondering
van die der V.S., Groot-Brittannië,
van enig ander land, meer dan drie_
Zweden en Duitsland, groter dan
maal zoveel als van Italië of Frank
rijk en meer ook dan bv. van Ca
nada. Aldus is niet minder dan
5,3 pet. van het totale door alle
landen in 1963 aan het Speciale
Fonds te betalen bedrag van Ne
derland afkomstig, hetgeen nog
meer zegt wanneer men in aanmer
king neemt dat de V.S. alleen al
40 pet. voor hun rekening nemen
en Nederland dus alleen bijna 10
pet. van het resterende betaalt.
De ontvangende landen zelf heb-
óen bij herhaling kenbaar gemaakt
dat hulpverlening via de V.N. ge
prefereerd wordt, omdat dan niet
voor politieke, militaire of com
merciële bijbedoelingen behoeft te
worden gevreesd.
Gemeentesecretaris H. Smith
nam afscheid van Sprang-Capelle
Waarom krijg ik niets dan vragen over ons 286ste project, terwijl onze
285 andere projecten voor technisch-economische assistentie blijkbaar
geen publieke belangstelling vermogen te wekken?", zo reageerde met
enige bitterheid de managing director van het Speciale Fonds van de
Verenigde Naties, de Amerikaan Paul G. Hoffman, naar aanleiding
van de politieke storm die in de Verenigde Staten losbarstte bij de
aankondiging van een bescheiden project in Cuba.
Het betreft de uitzending van 5 tot 7 buitenlandse landbouw experts
naar Cuba, die een studie zullen maken van de mogelijkheid tot diver
sificatie van Cuba's landbouw. Als het research project met succes
ten einde wordt gebracht, zal dit het Special Fund ruim 1 miljoen
gekost hebben, terwijl Cuba zelf een zeer groot deel, in casu ruim
1% miljoen moet betalen.
Voor het special Fund is dit budgetair een kleine som, minder dan een
half procent van de kosten der goedgekeurde projecten voor zover
door het Special Fund gedragen, van de laatste vier jaren. Het is on
waarschijnlijk, dat Fidel Castro er politiek baat bij zal vinden, want
bij welslagen zullen de resultaten van dit project zich pas na een zes
tal jaren op zijn vroegst doen gevoelen in die tijd kan er op Cuba
heel wat gebeuren.
Waarom dan al dit misbaar in de Verenigde Staten? Omdat Cuba sinds
Castro en de Russische missile crisis een uiterst gevoelig onderwerp
in de Amerikaanse politiek en met name in het congres is geworden,
aldus onze New Yorkse correspondent Mr. Fred Vaz Dias.
oorlogsherstel in technisch gevor
derd Europa niet over een kam
scheren met ontwikkeling in econo
misch achterlijke landen.
Hoffman berekent, dat niet meer
dan 3 miljard dollar per jaar ge
durende 7 jaar nodig is van de in-
dustriëel ontwikkelde landen
boven datgene wat reeds uit diver
se bronnen beschikbaar komt om
de onderontwikkelde landen de
goederen en diensten uit indus
triële landen te verstrekken die
onmisbaar zijn voor hun verdere
ontwikkeling. Deze 3 miljard val
len weg vergeleken bij de 120 mil
jard die de leden van de VN voor
defensie uitgaven. Tot de fouten,
die in de vijftiger jaren gemaakt
zijn bij de economische hulpverle
ning rekent Hoffman dan ook de
verwaarlozing van plaatselijk be
schikbare krachten en plaatselijke
in tegenstelling tot nationale
investeringsprogramma's; daar zon
der kan geen ontwikkelingsplan
slagen.
Nederlanders en Nederlandse on
dernemingen spelen een voorname
rol bij de diverse projecten die
door het Speciale Fonds zijn ge-
entameerd. Dr. A. van der Groot,
die thans directeur is van het Bu
reau voor Internationale Techni-
sche Hulp van het departement van
buitenlandse zaken in Den Haag,
was jarenlang secretaris van het
Speciale Fonds en als zodanig een
intieme medewerker van Paul
Hoffman, die, naar onze correspon
dent verneemt, spoedig, na de ver
kiezingen naar Nederland hoopt
te komen voor besprekingen met
Nederlandse regeringsinstanties.
Eind 1962 had het Special Fund
een beroep gedaan op en mede
werking voor langere duur verkre
gen van 76 Nederlandse experts; in
aantal nam Nederland daarbij de
vierde plaats in: alleen voor de
V.S., Groot Brittannië en Frankrijk
was dit cijfer hoger. Tot 30 juni
1962 hadden Nederlandse firma's
voor bijna 1 miljoen gulden aan
materieel voor diverse projecten
geleverd, waarbij in aanmerking
dient te worden genomen dat de
meeste projecten zich bezig hou
den met voorbereidende research
en studie voor later uit te voeren
bouwwerken, dammen en soortge
lijke aanleg.
Het raadszaaltje van het gemeentekuis in Sprang-Capelle was donder
dagavond maar ternauwernood groot genoeg, om alle belangstellenden
getuigen te laten zijn van het officiële afscheid dat de heer Smith heeft
genomen van de Sprang-Capelse gemeenschapdie hij meer dan 16
jaar heeft gediend, waarvan bijna drie jaar als gemeentesecretaris.
Er zijn deze avond de heer H. Smith, heel wat loftuitingen toege
zwaaid, waarbij de waardering voor zijn werk niet onder stoelen of
banken werd gestoken.
De heer Smith die met ingang van 16 juni 1960 tot gemeentesecretaris
van Sprang-Capelle werd benoemd, is bij Koninklijk besluit van 22
maart 1963 het ambt van burgemeester/secretaris van St. Annaland op
de schouders gelegd.
Met deze benoeming is een van
de vurigsté wensen van de heer Smith
in vervulling gegaan. De heer Smith
zal daar met geheel andere bevoegd
heden bekleed, en belast met een
nieuwe verantwoordelijkheid, leiding
moeten geven aan het bestuur van
een gemeente. Burgemeester van
Prooijen noemde dit geen gemakke
lijke taak, maar hij meende de ver
wachting te mogen uitspreken, dat
de heer Smith de nieuwe taak met
kennis van zaken en inzicht op de
juiste wijze zou vervullen.
Hij wees hierbij op het feit dat de
scheidende secretaris in de voorbije
jaren, niet alleen de administratie in
al zijn facetten volkomen heeft leren
beheersen, maar dat hij tevens, als
medewerker van het gemeentebestuur
met allerlei vragen van bestuurlijke
aard geconfronteerd werd, waarbij
hij tot de oplossing daarvan een
steentje heeft bijgedragen.
„Wij mogen het zo zien, dat de
afgelopen jaren als het ware de voor
bereiding zijn geweest, voor de taak
waarvoor gij thans door Hogere Lei
ding geroepen zijt". De burgemeester
van Sprang-Capelle meende, dat het
verrichte werk niet alleen voor de
heer Smith van belang is geweest,
maar ook voor de gemeente en de
gemeenschap. „Ik geloof dat ik daar
over mag oordelen. Want van die
16k§ jaar dat U thans hier bent, heb
ik gedurende 11 jaar u van nabij
kunnen gadeslaan en heb ik u steeds
beter leren kennen."
Burgemeester van Prooijen had er
behoefte aan om pubbliekelijk te zeg
gendat het gemeentebestuur 3 jaar
geleden een goedé keuze had gedaan,
om de heer Smith tot gemeente-secre
taris te benoemen.
Hij zei bijzonder veel waardering
te hebben voor de vlotte wijze, waar
op de besluiten van de raad en het
college van b. en w. door hem werden
afgewerkt. „Wij hebben de goede
naam die wij op de Provinciale grif
fie hadden behouden. De administra
tie staat op een uitstekend peil".
Koménde tot de persoonlijke ver
houdingen tussen de burgemeester en
de gemeente-secretaris, merkte de
heer van Prooijen op, dat het duide
lijk is, dat onder de ambtenaren die
met de burgemeester samenwerken,
de secretaris 'n uitzonderlijke plaats
inneemt, omdat, zo benadrukte hij,
een goede verhouding tussen burge
meester en secretaris de bestuurs
kracht van de gemeente versterkt.
Burgemeester van Prooijen meen
de te mogen opmerken, dat de ver
houding uitstekend is geweest en
juist zó, als die behoort te zijn. Hij
zei tevens veel waardering te hebben
voor het feit dat steeds een beroep
gedaan kon worden op de scheidende
secretaris. Het allerbelangrijkste zei
de heer van Prooijen te vinden, dat
hij steeds een volkomen vertrouwen
in de secretaris had kunnen stellen.
Ook over de omgang van gemeen
te-secretaris Smith met het gemeente-
personeel had burgemeester v. Prooij
en niets dan lof. Hij wees erop, dat
- wil het goed zijn - het gemeen-
tepersoneel een team moet vormen,
bezield door een opgewekte gemeen
schapsgeest en doortrokken van een
gevoel van verantwoordelijkheid. Hij
zei, dat de heer Smith hierin een goed
voorbeeld had gegeven en door een
vriendschappelijke band met de amb
tenaren, veel tot een goede teamgeest
op de secretarie had bijgedragen.
Ook op ander terrein heeft de heer
Smith zich niet onbetuigd gelaten. Zo
was hij secretaris van de gemeentelij
ke Instelling van Maatschappelijke
Zorg en secretaris van de Woonruim
te-Advies-Commissie. „Ook als zo
danig hebt u de belangen van onze ge
meente naar uw beste weten en kun
nen, voorgestaan en bevorderd."
Niet minder is dit het geval ge
weest op het terrein van het onder
wijs. Als bestuurslid van twee bijzon
dere scholen is de heer Smith steeds
een grote stimulans geweest.
Dit alles overziende meende bur
gemeester van Prooijen te mogen con
cluderen, dat de heer Smith met vol
doening op de tijd in Sprang-Capelle
kan terug zien, ondanks het feit, dat
ziekte en leed niet aan hem zijn voor
bijgegaan.
Thans valt het doek", zo besloot
de heer van Prooijen zijn toespraak.
„U zet nu een streep onder uw loop
baan in Sprang-Capelle. Staande op
de drempel tussen verleden en toe
komst kunnen wij met een variant op
een bekend Sprang-Capelse volks
hymne zeggen „Dat hebt gij goed
gedaan".
Burgemeester van Prooijen bracht
namens de raad en het college van B.
en W. nogmaals dank voor al hetgeen
wat de heer Smith in de afgelopen
jaren heeft gepresteerd.
De heer Smith kreeg namens de
raad en het college van B. en W. een
zilveren sigarettendoos met inscriptie
geoffreerd, terwijl mevrouw Smith
naast een cadeau tevens bloemen wer
den aangeboden.
Als nestor van de raad voerde de
heer Ros het woord. „Mijn ouder
dom laat het niet toe veel te zeggen.
Toch is het gemeend". Bijzonder
ontroerd vermaande de heer Ros de
scheidende secretaris, niet te menen
de allerhoogste te zijn in de gemeente
St. Annaland, maar in alles de lei
ding van De Heer te zien. ,,Ik hoop",
zo besloot de heer Ros, „dat U zich
aan de waarheid, die ook in St. An
naland wordt verkondigt, zult .onder
werpen.
De heer Minnaard sprak namens
de C.H.U. woorden van welgemeen
de dank.
De scheidende gemeentesecretaris
trok in zijn woord tot de aanwezigen
een vergelijking tussen het Sprang-
Capelle van heden en 16 jaar gele
den. Hij zei dat de grote ontwikke
ling die Sprang-Capelle doormaakt
sterk in het oog springt. „Vooral de
ontwikkeling die de gemeente de
laatste tien jaar te zien heeft gege
ven, zal bij velen de gedachten heb
ben opgeroepen waar gaat dat naar
toe", zo betoogde hij.
Hij zei dat zijn benoeming naast
vreugde een wrange smaak teweeg
had gebracht, omdat nog veel werk
niet was afgemaakt. Hij noemde ook
de verandering van de mentaliteit in
de gemeente van groot belang. „De
raad heeft een bredere visie gekre
gen, de conservatieve inslag heeft
plaats gemaakt voor een vooruitstre
vende politiek.". Hij noemde de gro
te vooruitgang van de gemeente voor
hem een sterke stimulans in verband
met zijn nieuwe werkkring.
Zich richtend tot burgemeester van
Prooijen zei de heer Smith: „In de
ze jaren zijn wij sterk naar elkaar
toegegroeid. Ik wist wat U wilde en
ik heb dan ook steeds getracht dat te
verwezenlijken
De heer Smith benadrukte niet al
leen gepoogd te hebben, eerste mede
werker van de raad te zijn, maar te
vens een eerste medewerker van de
burgemeester. Hij bracht dank aan
de raad voor het gestelde vertrou
wen.
De heer Smith zei tevens dat er op
de secretarie een goede sfeer heerste
hetgeen volgens hem een conditio si
ne qua non was voor goed werk.
De scheidende secretaris bracht
dank voor de sympathieke woorden
van de heer Ros. „Nimmer zal ik de
uren vergeten die gij aan mijn ziek
bed zat. Ook heb ik in u steeds 'n va
derlijke vriend gevonden", benadruk
te de heer Smith.
Hij zei tevens het spreekwoord
„partir c'est mourir un peu" steeds
met een korreltje zout genomen te
hebben. „Maar eerst nu ervaar ik dat
het inderdaad zo is".
Hij benadrukte dat hij en zijn echt
genote in Sprang-Capelle een zeer
goede tijd hadden gehad.
De heer Smith besloot met te zeg
gen, dat hij het spreekwoord „Serva
mandata" (bewaar de u toevertrouw
de dingen), tijdens zijn loopbaan in
Sprang-Capelle steeds in gedachte
had gehouden.
pen jaren werd verzet. ,,Wij collega's,
wij allen waarderen de heer Smith zo
groot als hij is. En dat is toch nog
al wat", merkte hij lakoniek op.
Hij betoogde, dat het een eer voor
Sprang-Capelle is, dat er in deze ge
meente zo vaak een secretariswisse
ling voordoet. Hij meende de
oorzaak te mogen zoeken in het feit,
dat men als secretaris in deze ge
meente niet verzuurt en de blik ge
richt kan houden op de toekomst.
Als vertegenwoordiger van de Ge
meentelijke Instelling van Maatschap
pelijke Zorg voerde de heer Kuijsten
het woord. Hij feliciteerde de gepro
moveerde secretaris met de eervolle
benoeming en dankte hem tevens voor
hetgeen door hem tot stand was ge
bracht.
DEN BOSCH VUGHTERSTRAAT 25
TILBURG MARKT 32
BREDA Nwe GINNEKENSTR. 23
De heer Heurter bracht namens de
bijzondere school aan de Zuid-Hol
landse dijk dank. In zijn dankwoord
betrok hij tevens mevrouw Smith, van
wie hij zei, dat zij steeds vol belang
stelling was geweest voor de gang
van zaken op de school.
Namens de U.L.O.-school was het
de heer M. M. Vos. „Wij kunnen
dankbaar zijn dat wij iemand als de
heer Smith als secretaris van de ver
eniging hebben gehad", zo betoogde
hij. Hij zei uit ervaring te hebben on
dervonden, dat het niet altijd een on
verdeeld genoegen is zitting te hebben
in het bestuur van een vereniging. Hij
betoogde tevens dat men de secretaris
bij het werk van de school slechts
node kon missen.
De sprekers lieten hun woorden
veelal vergezeld gaan met het aanbie
den van waardevolle cadeus, die door
de scheidende secretaris in dank wer
den aanvaard.
Het ongeluk met de Amerikaanse
atoomduikboot Thresher,die woens
dagmiddag met 129 koppen op 350
km. uit de kust bij Boston in de
Atlantische Oceaan moet zijn ver
gaan, is waarschijnlijk te wijten aan
een constructiefout of aan een fout,
die 2 weken geleden bij 'n algehele
revisie moet zijn gemaakt. Admiraal
George W. Anderson, leider van de
afdeling operaties bij de Ameri
kaanse marine, vertelde donderdag
avond, dat er tijdens de revisie
een gat van een meter doorsnee in
de romp is gemaakt om bij enige
machines te kunnen komen. Het gat
is nauwkeurig gedicht, aldus An
derson, en later met röntgenstralen
gecontroleerd. De mogelijkheid
blijft natuurlijk altijd, dat de na
den van het gat woensdagmiddag
gescheurd zijn, toen de Thresher
naar een diepte „van meer dan 1200
meter" dook. Indien een duikboot
op die diepte water maakt, dan is
ze niet meer te redden, dan wordt
zij door de enorme druk van het
water in elkaar gedrukt en zinkt ze
snel naar de bodem. De Amerikaan
se marnie neemt aan, dat iets derge
lijks met de Thresher gebeurd moet
zijn. Aan sabotage denkt men voor
alsnog niet, hoewel ook die moge
lijkheid door de speciaal ingestelde
hoge raad van onderzoek zal wor
den bekeken.
Namens het personeel was het de
heer Meijer, hoofdcommies ter secre
tarie, die secretaris Smith dank bracht
voor de prettige samenwerking.
Notaris Waverijn, oud-wethouder
van de gemeente, deed in een spitse
rede, de scheidende secretaris enkele
suggesties aan de hand. Hij zei te
vens geenszins in een gedrukte stem
ming te verkeren, maar veeleer in een
heugelijke, vanwege de eervolle be
noeming. „Hoe hoger gij uw taak
opvat,, des te meer zult gij ook berei
ken", besloot de notaris, die tevens
dank bracht voor de prettige samen
werking.
De heer Smits, secretaris van de
gemeente Made en Drimmelen, voer
de namens de secretarissen uit de
Langstraat het woord. Hij zei veel
waardering te hebben voor het werk
dat door de heer Smith in de afgelo-
PAUSELIJKE PAASWENS
IN 23 TALEN
Met een paasgroet in 23 talen heeft
paus Joannes XXIII op eerste paas
dag zijn traditionele toespraak, ge
volgd door de zegen Urbi et Orbi, be
sloten. Rond 300.000 pelgrims luis
terden op het St. Pietersplein naar de
toespraak die de Paus vanaf de log
gia voor de St. Pieter hield, miljoe
nen andere Europeanen volgden de
plechtigheid voor hun televisietoe
stellen. Voor het eerst groette de Paus
de Japanners en Chinezen ook in hun
eigen taal.
Het „Zalig Pasen" waarmee de
glimlachende en schijnbaar onver
moeide Paus zijn korte toespraak be
sloot, sprak hij uit in het Italiaans,
Fraps, Duits, Engels, Spaans, Portu
gees, Nederlands, Pools, Grieks, Rus
sisch, Arabisch, Albanees, Boheems,
Kroatisch, Slovenisch, Slovaaks,
Hongaars, Roemeens, Ethiopisch,
Turks, Japans, Chinees en Latijn.