m
1
i
m
Alpacca flammé
plissé-garnering
die" kloof
i
VROOM DREESMANN
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 20 MEI 1963
Alpacca flammé Kleedt slank, is licht, soepel en sterk kreukherstellend.
Plissé-garnering is hoogst modieus. Samengevoegd een magnifieke
kombinatie! In deze swagger van kamgaren flammé is het plissé ver
werkt in de mouw. De mantel heeft een moderne hoge split en is ver
krijgbaar in grijs, bruin en marine.,In alle damesmaten. 98.-. Eveneens
van kamgaren flammé is de mantel met plissé-kraag en auto-split.
In grijs en marine. 69.75. Een zeer jeugdige en uitgesproken modieuze
zomermantel voorde Nederlandse vrouw is ook het model in kamgaren
flammé met plissé op de zakken. Met hoge auto-split en in diverse
effen modetinten. 89.-.
/i
4e klas E
GSBW—Gudok
BerkdijkOns Vios
NeveioRKSSS
Oisterwij k—Zundert
SVGVelocitas '31
HieronymusRight 'Oh
4e klas F
RaamsdonkMadese Boys
SET—DHV
BavelBoeimeer
ZigoGroen Wit
VirtusBreda
Res. 2e klas A
Best Vooruit 2Woensel 2
RKTVV 2Veerse Boys 2
Valkenswaard 2WSC 2
Brabantia 3Helmondia '55/3
pSV 4DESK 2
Helmond 2Taxandria 2
Veloc 2Schijndel 2
Res. 3e klas B
TOP 2—ODC 2
Sparta '25/2—GW 2
SARTO 2OJC 2
Concordia SVD 2Dongen 2
OSS '20/2—RKC 2
KNVB Afd. Noord-Brabant
le klas
102
NieuwkuykBeek V.
SABDuss. Boys
White BoysPCP
Advendo—TVC '39
JekaWillebrordus
ChaamWaspik
Terheij denV V
2e klas
206
DESK 4Be Ready
Dongen 4Madese Boys 2
Right 'Oh 2—WSC 3
208
Willem II 4SET 3
Sarto 3RKSSS 2
RKTVV 4—DVVC 2
Broekhoven 2Uno Animo 3
213
HedelBossche Boys
RKDVC 4—OJC 3
3e klas
313
Berkdijk 2White Boys 2
Right 'Oh 3Duss. Boys
RWB 3—Waspik 3
314
Waspik 4WSC 5
RWB 4—Duss. Boys 3
315
DESK 5—RWB 6
RKC 5Heusden 3
(vervolg sport zie pag 6)
REPORTAGE ENGELSE CUP
FINALE OP T.V.
Zaterdag 25 mei neemt de NTS
van 14.55 tot 16.45 uur de recht
streekse Eurovisie-reportage over van
de in het Wembley-stadion te Londen
te spelen finale om de Engelse voet
balbeker tussen Leicester City en
Manchester United.
In afwachting van de wedstrijd kan
men reeds vanaf 14.30 uur getuige
zijn van het community-singing door
de toeschouwers in het stadion.
MOEDER SCHOPT ZOONTJE
De politie in Haarlem heeft woens
dagavond de 33-jarige mevr. M. G.
S.- van N.. uit deze gemeente aange
houden, die haar 2-jarig zoontje Je
roen zo hard tegen het onderlichaam
heeft geschopt, dat het is overleden.
De vrouw is ingesloten.
De vrouw heeft zelf verklaard, dat
zij haar zelfbeheersing heeft verloren.
Zij was gauw driftig. Het lichaam
pje is in beslag genomen en er is sec
tie op verricht. De man een kantoor
bediende, is ook door de politie ver
hoord. Nadat is komen vast te staan,
dat hij met de zaak niets te maken
heeft gehad, is hij naar huis gestuurd.
Het gezin had meer kinderen.
V:X4-'.
co
.4
Wat u goed staat Is mode bij
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
ROMAN VAN EEN
KANTOORBEDIENDE
door Jan van Maasdorp
52
Karei de Hoog nam automatisch
een sigaret uit de gouden koker
van meneer Bergsma, die, bij de op
merking van meneer van Drunen:
„Zo, dat is goud, geloof ik", non-
chalant-lachend zei: „Ja, een cade
au van papa, nadat ik mijn docto
raal had gedaan." Daarna haalde hij
een gouden vulpotlood tevoor
schijn en volgde daamee diverse lij
nen op het diagram. „Deze regres
sielij n, mijne heren, die de kosten
vormt, snijdt, duidt volkomen juist
de richtings- of hellingscoëfficiënt
aan. Ziet U wel, meneer de Hoog?"
Karei de Hoog luisterde schijn
baar met volle aandacht en meende
zelfs, dat hij af en toe instemmend
met het hoofd knikte. Hij zag door
een floers de rode en zwarte lijnen
dooreen wriemelen.
Zijn handen waren vochtig en
klam. Waarom keek men,eer Bergs
ma steeds naar hém en niet naar
meneer van Drunen? Maar ook me
neer van Drunen begreep nu op
eens dat dit college over conjunc
tuurleer niet hém, doch zijn as
sistent gold.
Zijn weerzin met grote moeite
onderdrukkend onderging hij de
verbijsterende indruk, dat de doc
torandus, als deze de punt van zijn
gouden potlood op het papier met
de coördinaten plaatste, in zijn dui
velse verbeelding de vlijmscherpe
punt van een lancet midden in het
hart van zijn assistent stak. Maar,
dit weergaloos en karakterloze spel
zou hij beslist niet toestaan, dat zou
hij opnemen met mister Harrison.
Hij maakte een abrupt einde aan
de vertoning met de woorden
„We zullen de grafieken nog wel
eens nader doornemen, meneer
Bergsma, we hebben nog een stapel
werk liggen als een kerktoren." Hij
trapte zijn assistent op de tenen,
waarna ze beide opstonden.
„Alright", zei de doctorandus,
dan zullen we het er vandaag maar
bij laten, er komen nog meer da
gen." Daarna glimlachte hij weer
en verdween.
Meneer van Drunen keek naar
het gezicht van zijn assistent en
voelde opnieuw medelijden met de
ze. Om hem op te beuren zei hij
nonchalant: „Trekt U zich niet te
veel aan van wat die blaaskaak al
lemaal voor gewichtigs uitkraamt,
hoor. Het is beslist niet van belang,
voor de boekhouding en de admini
stratie van de A.T.C., of U weet,
dat ene Leibnitz in de zeventiende
eeuw de differentiaalrekening ont
dekte, evenmin dat Newton be
weerde hetzelfde reeds eerder te
hebben gedaan. Edison en Einstein
hebben er waarschijnlijk op voort
gebouwd, maar heel wat Ameri
kaanse multimiljonairs, leiders
van wereldconcerns, weten niet wat
die geleerdheid betekent die be
gonnen met kranten rond te bren
gen. Ik zou zeggen, dat doctoran
dus Bergsma zelf maar, met zijn
academische kennis, ónze gegevens
in statistieken en diagrammen
moet verwerken. U en ik hebben
waarachtig wel wat anders te doen.'
De dagen na die eerste be
spreking verloor Karei de Hoog
zich in z'n drukke werk; de accoun
tants waren verder gereisd naar
België en Frankrijk. Doctorandus
Bergsma was naar andere rayons
en zou later de accountants narei
zen. Voorlopig had hij dus rust.
Toen, op een dag, stond hij op
eens weer voor hem. Hij schudde
hem hartelijk de hand en infor
meerde naar zijn gezondheid. Me
neer van Drunen gaf zijn assistent
een knipoogje, alof hij wilde zeg
gen: „Je ziet 't, we krijgen hem wel
klein." Als terloops zei meneer
Bergsma: „O, ja heren, we moeten
ook weer eens een bespreking heb
ben, wat denkt U van morgen elf
uur?" Ja, dat schikte wel, zei me
neer van Drunen nonchalant.
Maar toen ze opnieuw rond de
tafel zaten, wisten ze niet, dat deze
bespreking in feite een strijd zou
worden, waarbij de wapens verder
zouden worden beproefd. Apropos,
zei meneer Bergsma, wisten de he
ren al dat mister Harrison naar
Amerika was? Nee, dat wisten ze
niet, maar mister Harrison was al
vaker naar New-York geweest; hij
zou ook wel weer terug komen.
„Mister Harrison komt niet terug,
heren."
„Wat zegt U," vroeg Karei ver
schrikt, mister Harrison
„Komt die niet meer terug."
„Dat begrijp ik niet," zei meneer
van Drunen, „gaat dat dan zó maar
zonder afscheid? Ik begrijp er niets
van."
„Orders van New-York", lichtte
meneer Bergsma toe. „Houdt ver
band met de reorganisatie. Morgen
komt zijn aflosser, mister More-
field, een scherpzinnig manager;
die gaat persoonlijk de zaak ter
hand nemen."
Reorganisatie dat woord ken
de Karei de Hoog maar al te goed,
het gaf hem een lichte schok. En
mister Harrison was voorgoed weg.
„Maar, kom, heren", hoorde hij
uit de verte de stem van meneer
Bergsma, „we zullen beginnen.
Ook deze en volgende besprekin
gen houden verband met de reor
ganisatie."
Terwijl hij een bundel papieren
uit zijn tas haalde, keek hij beurte
lings de beide anderen aan en
vroeg met een beminnelijke glim
lach;
„Ik wil graag weten, heren, wat
uw oordeel is over de takken van
wetenschap psycholtechniek en
technologie."
Verdorie, dacht meneer van Dru
nen wrevelig, daar begint de vent
alweer met zijn college; wat was hij
in 's hemelsnaam nu weer van plan.
Maar meneer van Drunen had de
benijdenswaardige eigenschap, zijn
zenuwen te allen tijde onder con
trole te hebben. Dat was anders bij
zijn assistent, wist hijdaarom
stootte hij die maar weer met
de knie aan. Hij keek meneer
Bergsma recht in diens gezicht en
vroeg: v
„Voor we verder gaan, meneer
Bergsma, zou ik graag willen we
ten, of Uw vraag louter formeel is,
dan wel dat ze" hij lachte fijn
tjes „verband houdt met de
dienst."
Een moment verscheen er een
harde trek op het gezicht van de
ander; Karei de Hoog kreeg een ge
voel van onbehagen. Maar snel wis
selden Bergsma's trekken dan voor
iets, dat op humor leek.
„Wel, meneer van Drunen, nu U
deze vraag zo kort en positief stelt,
zou ik, om in U militaire spreek
trant te blijven, willen zeggen: in
derdaad, alles wat we nu verder be
spreken is dienst."
Op deze verklaring viel even een
stilte; het was voor de beide ander
en nu wel duidelijk, dat de docto
randus met gezag gewapend moest
zijn. Dit was geen academisch ex
periment meer, maar volkomen
ernst. Wat meneer van Drunen be
trof, die was volstrekt niet bevreesd
voor een gesprek op „hoog niveau".
Al was hij dan door omstandighe
den genoodzaakd geweest vlak voor
zijn kandidaats-examen de univer
siteit te verlaten, hij wist toch wel
wat hij waard was. Nog nooit had
hij in een stafvergadering tegen
over de hoogste van de maatschap
pij zijn mening over een of andere
dwars tegen hen dbondigd,tgt-inwe
zaak onderdrukt, ook al ging die
dwars in tegen die van hen.
(wordt vervolgd)