FILMJOURNAAL
EEN UNIEKE WATERPARTIJ!
Luxor
Smid je Verholen en de rare alchimist
Musis Sacrum
De Nieuwe Wiel te Haarsteeg
OP HET SPOOR
VAN K.K.
mmm
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 21 JUNI 1963
2
THE ALAMO.
The Alamo was een missiepost in
Mexico, dat in die dagen nog onder
het regime stond van een wrede dic
tator uit Texas. Vanzelfsprekend wil
den de Mexicanen zo vlug mogelijk
onder dit regime uit en een leger van
7000 man ging deze missiepost, die
tot een bouwvallig fort was omge
bouwd, bezetten. De 185 man die
zich in het fort bevonden hebben 13
dagen lang, tegen de vijand, maar
vooral tegen honger, dorst en slaap
gevochten om deze ongelijke strijd in
hun voordeel te beslissen. Door de
enorme meerderheid werden zij ten
slotte onder de voet gelopen en in het
fort, werd toen enkel nog met mes
sen of met de blote vuist gevochten
tot de laatste man sneuvelde. Deze
film handelt over een ware gebeur
tenis, n.l. de onafhankelijkheid van
de republiek Texas, de slag waarin
185 mannen 1700 vijanden doodden,
en waarna zij zelf tot de laatste man
werden uitgeroeid.
In de hoofdrollen vonden we John
Wayne, Richard Widmark en Linda
Cristal.
Vrijdag t.m. maandag.
Toegang 14 jaar.
OPDRACHT ZONDER GENADE
Brad Ellison, die leeft van zijn re
volver, neemt het aanbod aan van de
rijke John Forbes, om diens broer te
vinden, die 30 jaar geleden verdween
in Mexico en waarvan hij niets meer
heeft gehoord. Brad gaat op zoek en
komt dan op de ranch van O'Reilly
en komt daar erg onder de indruk van
diens knappe dochter.
De voorman van O'Reilly biedt aan
om met Brad mee te gaan om te hel
pen zoeken.
Als zij in een dorpje komen weet
Miles de voorman 't leven van Brad te
redden, wanneer er een aanslag wordt
gepleegd, hij wordt dan echter zelf
gewond. Padre Jose, die noch pries
ter noch dokter is, maar die allebei
de functies uitoefent, behandelt de
wond en laat Miles en Brad mee naar
zijn berghut komen. Enige tijd later
is Miles plotseling verdwenen, maar
Brad vindt hem later weer terug.
Miles eist dan, dat Brad zijn speur
tocht stop zet, omdat andere perso
nen er belang bij hebben dat de broer
van Forbes niet gevonden wordt.
Brad weet echter niet van opge
ven en daarom gaat hij toch verder
op zoek naar de broer. Die hij ook
vindt, maar na enige dingen aan de
weet te zijn gekomen, toch weer laat
waar hij is.
Voor personen van 14 jaar en ou
der is deze film zeker de moeite
waard om te gaan zien.
Zondagmiddag 3 uur.
haar man. Dat kan echter niet en een
knappe, blonde soldaat, Marge, heeft
haar zinnen op Gordon gezet en de
ega moet dit allemaal aanzien, zonder
dat zij er iets aan kan veranderen. De
commandant van het kamp geeft
Gordon dan een verlof om weer eens
een keer met zijn vrouw te zijn ver
enigd. Deze vereniging gaat echter
niet door, want zijn vrouw Betty
krijgt geen verlof. Zo gaat Gordon
naar huis en niet alleen, want Marge
heeft zich bij hem genesteld. Betty
is het kamp echter ontvlucht en komt
ook in de trein. De avond geeft vele
verrassingen, waarin alle menings
verschillen worden weggewerkt en
alles weer tot een goed einde komt.
In de hoofdrollen van deze lachfilm
vinden we Donald Sinden, Barbara
Murray e.v.a. Toegang 14 jaar.
Vrijdag t.m. zondag.
LATER ZUL JE DANSEN
David woont in een woonkazerne
in een van de armste buurten van Ro
me. Een etage onder hem woont de
moeder van zijn zoontje. Zijn vurig
ste wens is om zo gauw mogelijk te
trouwen en het kind te laten dopen.
Daarvoor ontbreekt het hem echter
aan geld en dat wil hij verdienen door
werk te zoeken. Dat is echter niet zo
maar te krijgen. Hoe hij ook via al
lerlei manieren hieraan ziet te komen,
het lukt hem niet, en ten einde raad
gaat hij het benodigde geld dan maar
stelen. Dan ziet de toekomst voor Da
vid en zijn vrouw en zoontje er wat
beter uit en er rest dan enkel nog de
vraag, of zijn kind, en dit is het on
derwerp van de film, later zal kun
nen dansen. In de hoofdrollen van
deze dramatische film vinden we Jean
Sorel, Jeanne Valérie, Lea Massari
en veel andere beroemde sterren. De
toegang voor deze film is gesteld op
18 jaar.
Maandag en woensdag.
Uw mening
SOLDATEN IN NYLONS
In het begin van de 2e wereld
oorlog is Lt. Gordon Brown in een
kamp vol vrouwelijke soldaten. Alle
meisjes zijn wèg van hem en hij is
niet voor niets de „hartenbreker" in
het kamp der schietende schonen. De
moeilijkheden die hieruit ontstaan,
zijn niet te overzien, want zijn vrouw
is ook in militaire dienst en ziet deze
hele affaire op een afstand aan en
vraagt om moeilijkheden te voorko
men overplaatsing naar het kamp van
JAVA-CHINA-PAKET HERVAT
LIJNDIENST OP WEST-IRIAN.
De Koninklijke Java-China-Paket-
vaart Lijnen zullen nog deze maand
de lijndienst op West-Irian, het
voormalige Nederlands Nieuw-Gui-
nea, hervatten. Dit deelde de direc
tie maandag mee in de jaarvergade
ring van aandeelhouders.
Eind deze maand zal de „Van
Noort", een acht jaar oud schip uit
de vloot van de Koninklijke Paket-
vaart Maatschappij, Kota Baru (Hol-
landia) aandoen om daar goederen
uit Australië te lossen. De scheep
vaartonderneming beschikt over de
invoervergunningen van de te lossen
goederen. De lijndienst van de Ko
ninklijke Java-China-Paketvaart, die
op 1 mei stopgezet is, zal iedere
maand gevaren worden.
Dr. O HOUDT LEVENSLANG
De Berkelse arts dr. O moet le
venslange gevangenisstraf uitzitten
wegens moord op zijn medegevan
gene A. L. Lodder. Het cassatiebe
roep dat hij instelde bij de Hoge
Raad is gistermorgen door dit
hoogste rechtscollege van ons land
verworpen. Zoals bekend is dr. O.
nog eenmaal tot levenslang veroor
deeld voor moord op zijn vrouw
V
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
door Douglas Grey
Vertaling Herman Antonsen
„Het is absoluut namaak, Stone,"
zei hij weer na een poosje, „en dat
verklaart ook waarom het niet op die
lijst staat."
„Maar, als het dan van geen waar
de is, waarom lag het dan in die safe,
terwijl veel waardevoller dingen zo
maar in die vitrines of op de planken
liggen?" vroeg Stone triomfantelijk.
„We weten immers niet of het wel
in de safe gelegen heeft," antwoord
de Flint. „Hij kan het net zo goed van
een plank gegrepen hebben."
Onder het spreken had de detec
tive het wapen aandachtig bekeken.
Als kreeg hij een plotselinge inge
ving hield hij het rechtop tussen zijn
vingers met het dikke eind omlaag.
Daarop liet hij het vallen.
Daar het dikke eind natuurlijk
zwaarder moest zijn dan de punt, was
het te verwachten, dat de dolk op 't
heft tegen de grond terecht zou ko
men. Maar dit bleek het geval niet.
Tijdens de korte val uit zijn hand
naar de grond wentelde het wapen
zich om en kwam trillend met de punt
in de planken vloer terecht, waar het
bijna drie centimeter in doordrong.
Flint en Stone kekeen elkaar aan.
Daarop bukte de detective zich en
trok het wapen uit de vloer.
„Merkwaardig!" zei hij, het wa
pen nogmaals bekijkend.
„Ik geloof te weten wat het is,"
zei Judson. „Die Maleise krissen..."
„Juist Frank, ik geloof dat ik weet
wat je wilt zeggen," viel Flint hem in
de rede, „kijk maar!"
Hij had zijn zakmes te voorschijn
gehaald en tikte daarmee hard tegen
het heft. Het klonk hol, terwijl de
punt een heel ander geluid gaf.
Judson knikte. Hij zag dat Flint
net zo vlug als hijzelf begrepen had,
waarom die dolk zich omgedraaid
had.
„Verdraaid, daar had ik niet op
gelet", riep Stone. „Het is als een
werpspies gemaakt. Ik ben benieuwd
„Ja, waarnaar, Stone?" vroeg Flint
glimlachend.
De inspecteur gaf geen antwoord,
maar stak zijn hand naar de dolk uit.
Hij wikte hem zorgvuldig in zijn hand
en wierp hem met grote kracht naar
de eiken deur. Het wapen kwam plat
tegen de deur terecht en viel klet
terend tegen de vloer.
„Juist", zei Flint, zich bukkend,
„je hebt vermoedelijk nooit aan mes-
senwerpen gedaan Stone. Gewoon
lijk doet men dat zó..."
Flint ging ervoor staan en hield
de dolk horizontaal boven het hoofd.
Daarop bracht hij met een plotselinge
zwaai zijn hand omlaag en de dolk
vloog door de winkel heen als een pijl
uit een boog en boorde zich in het
eikenhout met een venijnig geluidje.
„Verdraaid, als daar iemand ge
staan had, was dat ding dwars door
hem heen gegaan", zei Norton vol
bewondering.
„Zou het niet kunnen dat dit wa
pen geworpen is, Flint?" vroeg Sto
ne, toen de detective hem de dolk
terug gaf. „Je hebt ons zelf laten
zien, hoe het kan... als iemand er
slag van heeft."
„Maar waar vandaan moet 't ding
geworpen zijn?" vroeg Flint. „Denk
je soms dat Mullins zo iets heeft
kunnen doen?"
„Wie weet."
„Maar dan was het toch veel ge
makkelijker voor hem geweest, de
man neer te steken? Voor wat ik zo
even deed is lange oefening nodig.
Ik heb dat kunstje in de Far West
geleerd, al jaren geleden."
„Mullens heeft ook heel wat ge
reisd en is ook in de Far West ge
weest," merkte Stone op. „Er is wel
achter te komen, of hij die handig
heid bezit. „Ik laat Mullins aan jou
over", zei Flint, zijn jas dicht kno
pend. „Maar ik herhaal, dat hij, naar
mijn mening, die moord niet ge
pleegd heeft. Ik zal de zaak verder
onderzoeken."
„Wil je daarmee zeggen, dat je
onze bewijzen niet bruikbaar vindt?"
vroeg Stone. „Enfin, ik geloof trou
wens dat je er eerder achter komt,
als je helemaal op je eigen houtje
aan de gang gaat. Tot ziens dan!
Daar komt de lijkschouwer al."
Dokter Gordon Blackie kwam met
veel drukte binnen en scheen als al
tijd grote haast te hebben. Flint
wenste hem en de inspecteur goeden-
nacht, maar de dokter hield hem te
gen. „Zeg, Flint, wil je niet even
wachten om te zien, wat we in dit ge
val doen kunnen? Waarom ga je zo
gauw weg?"
„Ik hoor het later wel van u, dok
ter", antwoordde Flint, hem goede-
dag wuivend. „Um medisch onder
zoek kan slechts één resultaat heb
ben. Vraag het maar aan Stone. Hij
zal u vertellen dat het overduidelijk
een moordgeval is."
„Dat is zo," zei Judson, toen ze op
straat waren. „De vraag is slechts
Wie is de moordenaar?"
„En die hoop ik te vinden. Maar
vannacht niet meer. We gaan nu alle
drie naar bed. Daar is een bus voor
Madison Avenue. Kom mee, jon-
gens!
HOOFDSTUK V.
DE AMATEUR-DETECTIVE.
„Er is een expresbrief voor u, mijn
heer," zei de huisknecht van Flint,
toen hij voor het drietal opendeed.
„Een uur geleden gebracht. Ik heb
hem op uw schrijftafel gelégd."
„In orde," zei Flint. „En nu naar
bed. Het is al bijna twee uur. Van
nacht doen we niets meer, wat er ook
gebeurt.Een uur geleden gekomen?
Dan moet het wel dringend zijn.
Of misschien verbeeldt de afzender
zich dat maar!"
Terwijl Flint lenig de trap opliep,
fluisterde Norton tegen Judson. „De
baas laat zich toch niet gauw van
streek brengen. Het zou me niet ver
wonderen, als het een nieuw geval
was, waarvoor ze hem dadelijk nodig
hebben. Dat zal hun tegenvallen."
Maar daarin vergiste hij zich toch.
Het briefje was kort, maar scheen
zo overtuigend, dat Flint zijn wenk
brauwen optrok en erbij ging zitten
om het nog eens over te lezen.
„Heb vernomen, dat K.K. de hand
heeft in geval Kitura. Kom dadelijk."
Dat was alles; geen ondertekening;
geen adres. De detective las het nog
maals. Hij hield het papier tegen het
licht om te zoeken naar een water
merk. Het was doodgewoon papier,
waarschijnlijk afgescheurd van een
groter vel, want een der zijden was
ongelijk en vezelig.
„Ik ga er op uit", zei hij plotse
ling.
Hij nam zijn hoed op en vervolg
de: „Jullie hoeft niet op te blijven.
Ik denk dat ik niet meer dan een uur
wegblijf, misschien korter. Het is een
boodschap van Cramp. Als hij zelf
niet op zijn kantoor is, kom ik dade
lijk terug. Ik moet het met hem per
soonlijk afhandelen.
„Dat is het Oosterse Informatie
bureau, is 't niet?" vroeg Judson.
„Dat is het schrift van Cramp zelf.
Dan zult u hem daar wel vinden. Ik
zou graag meegaan."
„Ik ga alleen", antwoordde Flint
kortaf en vertrok.
Het kantoor van het Oosterse In
formatiebureau bevond zich op de 6e
verdieping van een hoog en smal ge
bouw in de buurt van Madison
Square. Eén lift was 's nachts in wer
king, doch Flint moest de liftbedien
de in het sousterrain gaan wekken,
waar hij zat te dutten. Het duurde
bijna drie minuten, voordat de man
goed wakker was en Flint naar boven
bracht.
„Goeie nacht, Flint", zei een klei
ne man met een rattengezicht achter
een bureau gezeten. „Kom binnen,
kerel."
(Wordt vervolgd)
Het gebeurt meermalen dat de natuur drastisch ingrijpt in de gang dér za
ken sluimerende krachten barsten los en zaaien paniek en verderf, waarbij de
mens pijnlijk zijn machteloosheid moet bekennen. Zie bijvoorbeeld de plotse
linge erupties van doodgewaande vulkanen, die voordien als het ware uitno
digden door hun schoonheid en vruchtbaarheid tot een argeloos in bezitnemen
door de mens. Hierbij is uiteraard het einde erger dan het begin. Ook het om
gekeerde komt voor zo lieten ons de grote dijkdoorbraken van vroegere
eeuwen de bekende kolken of wielen na, waarvan wij, vooral de laatste tijd,
door de veranderde inzichten gaarne bezit nemen als een welkome erfenis.
Zij passen wonde'rwel in het nieuwe patroon van natuurschoon, recreatie en
reservaten voor flora en fauna. Het bevreemdt ons slechts, dat voorheen de
mensen, met uitzondering van een enkele „rare" aan deze schoonheid achte
loos voorbij gingen en slechts de bittere herinneringen wisten op te brengen
aan de vérschrikkingen uit het verleden, dat de waterwolf zich over het on
beschermde land uitstortte, dood en verderf zaaiend. Want maar al te vaak
vervulde het onrustbarend wassen van het water de harten met schrik voor
het natuurgeweld, waartegen men bijna machtelos stond. Deze voortdurende
strijd heeft het karakter van onze voorouders getekend met scherpe stift en
heeft zich ook negatief doen gelden op de algemene welvaart. Thans, nu door
normalisatie de Maas is getemd, is die ellende van wateroverlast gelukkig
geschiedenis gewonden
DOORBRAKEN
De laatste doorbraak in deze streken is
geweest die te Nieuwkuijk in 1880 (een
uitvoerige beschrijving hiervan is te vinden
in „Met gansen Trou", uitgave van heem
kundekring Onsenoort, terwijl door onder
getekende ook uitvoerig werd ingegaan op
het ontstaan, grootte, diepte enz. van de
vele wielen en wieltjes in onze polders).
Beperken wij ons thans tot de „Nieuwe
Wiel" in Haarsteeg.
Deze ontstond uit twee doorbraken, die
in elkaar zijn gevloeid, waardoor de on
diepte in het midden te verklaren is.
De eerste doorbraak had plaats in het
zuidelijk gedeelte en wel op 2 febr. 1610.
Er is verder slechts weinig van bekend, we
weten alleen, dat er geen mensenlevens
bij te betreuren waren, maar dat de materi
ele schade en verlies van vee zeer groot was.
De tweede, bekend als de doorbraak bij
Hedikhuizen, had plaats in de Kerstnacht
van 1740 en is zeer groot van omvang ge
weest. Het is een wonder te achten, dat
slechts twee personen het leven verloren,
een oude man en een kind; het laatste als
slachtoffer van de kou en ontbering.
De nu bestaande plas heeft met inbe
grip van de „kwebben" een oppervlakte van
17,9 ha, dus bijna 18 bunder en is daarmee
de grootste uit de verre omtrek.
23 December stond het water al zeer
hoog tegen de dijk en bleef nog drie dagen
stijgen met een duim per uur. De angstige
bevolking wist weldra 't noodlot onafwend
baar en nam zo goed als mogelijk haar
maatregelen. Ook het dijkleger deed z'n
uiterste best, doch stond verder machteloos,
immers het water steeg boven de dijkkruin
en liep in de onzalige Kerstnacht even na
12 met een voet hoogte over, waarna door
inschuring weldra de breuk plaats had.
De bevolking van Haarsteeg heeft met
vee en inboedel vele weken op de dijk door
gebracht en in de primitieve onderkomens
uiteraard veel gebrek geleden.
Het jaar 1840 is de geschiedenis inge
gaan als een uitzonderlijk en internationaal
rampenjaar; allerwege werd de bevolking
geteisterd door pest, hongersnood, zware
regenslag met zelfs onweders in de winter,
aardbevingen en overstromingen, Terwijl na
dit alles in de nawinter nog een strenge
vorst volgde om de lijst van onheilen te
completeren.
Om tot de doorbraak terug te keren: het
grote verval van ca. 6 m sloeg een verbazen
de diepte in het land; bij peiling op 18 jan.
bleek dit 72 voet te bedragen. Enige jaren
geleden vond ik als grootste diepte 19Vi m
onder maaiveld.
In de vestingstad Heusden, die al zo vaak
dienst had gedaan als invalshaven voor men
sen en vee bij inundaties, had men de ha
ven omkist, maar kon men toch niet ver
hinderen, dat het opdringende water door
de stadspoorten binnenkwam en verschil
lende straten blank zette. Door een aantal
kettingmolens wist men zich echter van ver
dere overlast te vrijwaren.
HULPVERLENING
Direct na de doorbraak kwam de hulp
verlening op gang, eerst door de Heusde-
naren, daarna vooral door Dordrecht en
Rotterdam, die met schuiten, gevuld met
levensmiddelen, enz. het overstroomde land
bevoeren en de verspreide bevolking zo no
dig uit de huizen haalden, welke, in het
Land van Altena. tot de zolder in het wa
ter kwamen. Bij deze spontane, doch vrij
primitieve hulpverlening werd uiteraard
nog veel gebrek geleden; de inwoners van
Dussen b.v. moesten zich lange tijd met 4
lepels pap en V4 aardappel vergenoegen.
Hoe sterk de stroming was moge blijken
uit het feit, dat te Heusden van een ophaal
brug de balans en de ijzeren leuning weg
spoelden!
Op 18 januari zou men met de omringing
van de doorbraak beginnen, men had vol
doende gereedschap aangevoerd, doch de
aanvoer van hout en verder materiaal
stagneerde, zodat men moest wachten tot
18 febr., waarna men zok rachtig aan
pakte dat tussen 1 en 2 maart het gespoel
de gat omringd was. Wie thans over deze
boogdijk een wandeling maakt (met de
auto is haast onmogelijk door de diepte van
de kuilen!) kan slechts bewondering hebben
voor de werkkracht en de verbeten taaiheid
van onze voorouders, die op hun beurt het
water wisten te overwinnen. Thans is deze
plas een unicum van schoonheid en voor
name rust. De plompen met de witte en
gele lelies, omzoomd door de groene riet
kragen, met daarachter op de verschillende
plans de kanadabossen, het al vormt in de
zomerdag een lust voor het oog en een on
gekende ontspanning voor de rusteloze geest
van onze jachtige tijd.
De schade, die intussen was aangericht,
was, vooral in de benedendorpen zeer groot.
Zeer veel vee verdronk, daar men te lang
in eigen huis bleef in plaats van uit te wij
ken naar vluchtheuvels, kerken en dijken.
Zo zag een veehouder in een van deze dor
pen al zijn koeien voor z'n ogen verdrinken.
Hij sleepte de cadavers op een hoop
om voor zijn paarden als vluchtheuvel te
dienen. Doch ook deze kwamen in het wa
ter om toen de heuvel bezweek.
Men zou de ooggetuigeverslagen uit die
dagen moeten lezen om 'n indruk te krijgen
van het onvoorstelbare leed, dat de mensen
trof; ook van de hulp die van alle kanten
gul en spontaan werd geboden, waarvan
'n tweetal dankbrieven van de burgemeester
en de dominee van Eethen nog getuigen.
Op 29 april, toen de drooggevallen vel
den weer bezaaid waren, had er nog een
doorbraak plaats aan het hulpgat te Wer
kendam, waardoor de akkers opnieuw wer
den geïnundeerd en er veel schade ont
stond.
Het College van Gecommitteerde Raden
stelde f 20.000 beschikbaar voor veevoer
en f 31.000 voor herstel van de dijken.
De geschiedenis van het dijkwezen en
van de vele dijkdoorbraken is zeer interes
sant. De Hoge Maasdijk vooral is nogal
eens in het nieuws geweest! Wanneer deze
reeds is aangelegd is niet bekend, waar
schijnlijk in de 14e eeuw. Zeer vermoede
lijk ook niet in éénmaal, doch in wijze van
meerdere ophogingen en verzwaringen. Dit
ligt trouwens voor de hand; immers in vroe
gere tijden steeg het Maaswater niet zo hoog
in de nog lage uiterwaarden en werden de
dijken eerst nodig, toen door de onverant
woorde ontbossingen allerwege en door de
belemmeringen in de afvoer, het water
steeds hoger winterpeil aannam, wat in de
17e en 18e eeuw de wanhoop werd van alle
waterschapskundigen. Ook bleek de dijk
tussen Hedikhuizen en Haarsteeg zeer on
voordelig van ligging te zijn. De grote boog,
ontleend aan de loop van de oude Maas,
was in feite een enorme zak, waarin het
water werd opgestuwd, wat ook een sterke
schurende werking op de flanken uitoefen
de. Ook was er nog geen gemeenschappelijk
onderhoud zoals thans. Als iemand
bij de driedaagse schouw door het Dijk
college nalatig werd bevonden, reed dit
college binnen, d.w.z. men verbleef op
diens kosten in de dichtsbijzijnde herberg
tot de schuldige z'n goede wil toonde.
In het kort nog de verdere geschiedenis;
zoals te doen gebruikelijk, werd het uitge
spoelde land met het achtergebleven wa
ter in bezit genomen door de Kroondo
meinen, waartegen geen enkele eigenaar
waarschijnlijk bezwaar had: water had
toentertijd immers geen waarde!
PUBLIEKE VERKOOP
In de 90er jaren werd de wiel publiek
te koop aangeboden en ging over in bezit
van Hendrik de Jong, Heer van Herpt en
Hedikhuizen. Deze liet o.a. enkele zand
heuvels opwerpen, wat tesamen met een
groepje hoogopgaande eikebomen een uit
zonderlijk idyllisch plekje vormde aan de
waterkant.
Daarna kwam hij in bezit van de erfge
naam, Notaris de Jong te Ammerzoden.
Omdat deze eigenaren weinig recht uit
oefenden had bij de plaatselijke bevolking
een soort overtuiging post gevat, dat de
wiel gemeenschapsgoed is, wat echter niet
in gemoede gedeeld werd door de volgende
eigenaar, die de wiel aankocht voor f 4000.
Enige jaren geleden ging de gemeente
over tot aankoop, ten gebruike voor lossing
van het gezuiverde rioleringswater. Daar
I G.S. en Natuurschoon hiertoa geen toe
stemming gaven, ging de koop niet door.
Bij de veranderde inzichten aangaande
zwemsport en andere ontspanning deed een
door dhr. Pieter Prinsen opgerichte zwem-
club alle moeite om dit water en natuur
schoon toegankelijk te maken voor de in
woners van Haarsteeg. Vooral toen de se
cretaris van de club de inrichting in eigen
hand nam, voorzag het zwembad in de be
hoefte, ook van Groot-Vlijmen, daar de in
richtingen te Vlijmen en Nieuwkuijk waren
afgekeurd.
De gezamenlijke jaarlijkse subsidie van
f 350 werd vervangen door een éénmalige,
in de vorm van een tiental stenen cabines,
die een bedrag eisten van ca. f 1500. Om
onbekende redenen werden zij na twee jaar
gesloopt, tesamen met duiktoren, afraste
ring, ingangspoort enz. Geen enkel raadslid
heeft het ooit nodig geoordeeld over de on
rechtmatigheid hiervan te interpelleren.
In 1958 kwam het definitieve zwemver-
bod. Het zwemmen bleek echter niet te
stuiten; dor de gemeente werd toestem
ming hiertoe gegeven, op uitdrukkelijke con
ditie, dat er geen enkele voorziening getrof
fen werd, noch cabines, noch w.c., noch af
rastering, noch reddingsmateriaal.
Intussen blijft de band tussen Haarsteeg
en de Wiel onverbreekbaar; verdwenen is
de verschrikking van vroeger, nu klinkt uit
het water een andere stem omhoog: de lok
stem tot genieting van bijzondere en gratis
ontspanning. Moge het zo blijven in lengte
van dagen. A. van Engelen.
15. Voor de oppervlakkige toe
schouwer was er misschien niet
veel bijzonders aan die boom te
zien. Er zat een gat in, ongeveer op
kniehoogte, dat was alles. Er zijn
zoveel bomen met gaten, dat nie
mand veel acht sloeg op zo iets.
Maar smidje Verholen sloeg er wel
acht op, want hij zag iets glimmen
in dat gat. „Aha!" zei hij verrast.
„Dat is een soort radiolamp! Zo'n
soort lamp, die onzichtbare stralen
uitzendt! En die stralen worden
opgevangen door een soort ontvan-
gertje! En als er dan iemand tussen
dat uitzendende lampje en dat ont-
vangertje doorloopt, wordt de reeks
stralen even onderbroken en gaat
er ergens een rood lampje branden
of een belletje rinkelen! Het is een
waarschuwingssysteem!" - De smid
dacht er nog eens even over na en
zei toen grimmig: „Dat spul is van
de Zwarte Kludde! Als er iemand
het Knekelwoud binnengaat, wordt
hij gesignaleerd en dan trekt die
Kludde onmiddellijk zijn zwarte
pakje aan. Vervolgens gaat hij op
zoek naar zijn slachtoffer om hem
de schrik op het lijf te jagen! Op
die manier ben ik er dus ook inge
lopen, net als boer Krelis. Ik door
kruiste in het donker de stralen-
reeks van de zendlamp en waar
schuwde op die manier zelf de
Kludde. Hij kwam op me af, joeg
me op de vlucht, maar toen ik weer
het woud inliep en op het oude
kasteel afging, sloop hij me na en
sloeg me buiten westen. Vervol
gens hoefde hij me alleen nog maar
weg te dragen. Ja, ja, nu is alles
me duidelijk. De Kludde is geen
spook, maar een heel gewoon mens
van vlees en bloed. Ik zou alleen
wel eens willen weten waarvoor
hij die fratsen uithaalt." Op
nieuw onderwierp smidje Verholen
de in de buurt staande bomen aan
een onderzoek, en jawel, een goede
honderd meter verder stond wéér
een boom met een gat op knie
hoogte. „Ik denk, dat daar het ont-
vangertje zit!" lachte hij.
J
6)
f