wAAlwokse en lanqstRAAtse couraiu
?tz stiwatit&nsLtit
ASSAR!
Raad van Waalwijk bekritiseerde in ernstige mate beleid van B. en W.
inzake de bouw van etalages voor O.L. school en Nuts Ulo school
Motie tot afbraak met 9 tegen 8 stemmen afgestemd.
Raadslid Meijs achtte belangen van onderwijs niet geschaad.
Grote belangstelling
BRIL-ETUl'S
NICOLAAS
Belangen van onderwijs
in het geding
Nieuwbouw O. L. S.
in het gedrang
Niet in relatie met
de school
Nog veel vager
Tegen zere been
vrol'rik Sinl-Nicolaasverhaal (II)
MAANDAG 2 DECEMBER 1963
85e JAARGANG No. 96
De ïcho van het Zuióen
Uitgever
Waalwijksche Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2 x per week
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contractadvertenties: speciaal tarief
Opgericht 1878
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 -2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdensstraat 8 Tel. 04167 - 2002
Telegram-adres: „ECHO"
Langdurig en uitgebreid heeft de gemeenteraad van Waalwijk donder
dagavond - vaak hevig geëmotioneerd en onder heftige bewoordingen
- gesproken over het beleid van B. en W. inzake de bouw van etala
ges voor de Openbare Lagere School en de Nuts-Uloschool a.d. Sta
tionsstraat.
Eerst tegen elf uur was het laatste woord gezegd over deze voor ver
schillende raadsleden onverkwikkelijke affaire, waarbij enkele leden
het college het bijzonder kwalijk namen, dat van de zijde van B. en
W. meer aandacht was besteed aan het stadsaanziendan aan de be
langen van het onderwijs. In totaal drie moties passeerden deze
avond de revue. De eerste twee moties werden ingediend door de
fractieleider van de Katholieke Unie de heer P. van Engelen, die ech
ter de gewenste meerderheid van de raad niet konden verkrijgen, zodat
deze met 9 tegen 8 stemmen terzijde moesten worden gelegd, terwijl de
derde motie, afkomstig van de heer Dercksen (Prot. Chr. groepering),
waarin, evenals dat het geval was geweest in de moties van de heer
van Engelen, het beleid van het college als ondoelmatig werd bestem
peld, terwijl de belangen, die in het geding zijn, aldus de motie, onvol
doende zijn afgewogen, en er bij het college op werd aangedrongen,
met de meeste spoed die maatregelen te nemen, die in het belang zijn
van het openbaar onderwijs. In totaal 14 raadsleden stemden vóór de
motie-Dercksen, terwijl de drie wethouders hun stemmen tegen uit
brachten.
Ook vanaf de publieke tribune be
stond donderdagavond ongekend gro
te belangstelling voor deze vergade
ring, die eerst tegen één uur vrijdag
morgen 'n einde vond. De discussie
werden aan het begin van de avond
op gang gébracht door de 'heer van
Engelen, die in een uitgébreide be
schouwing als eerste namens de heren
Mosselveld (werknemers) en Kem
perman (P.v.d.A.) en zoals hij zei
"namens de grootst mogelijke meer
derheid van onze Unie" kritiek le
verde op de gehele gang van zaken
rond de bouw van etalages vóór de
Openbare Lagere School en de Nuts
Ulo-school in de Stationsstraat. De
St
WAALWIJK, Stationsstraat 88 p
heer van Engelen zei het opgevallen
te zijn, dat het college zo'n grote
waarde hechtte aan de adviezen die
waren uitgebracht door het bureau
van ruimtelijke ordening en architec
tuur, en aan de adviezen uitgebracht
door de inspecteur van 't Lager On
derwijs. De heer van Engelen betoog
de dat het college toch wel een zware
verantwoordelijkheid op zich had ge
nomen door af te wijken van de uit
lating tijdens een na-bespreking van
de raad op 30 mei, waarin van de
zijde van B. en W. was gesteld, dat
er van de bouw van etalages vóór de
Openbare Lagere School en de Nuts-
Ulo-sChool geen sprake kon zijn. "Uw
antwoord kon niet anders worden ge
in terpreteerd", aldus de fractielei-,
der, "of er was geen enkele sprake
van de bouw van bedoelde etalages,
nu niet, maar ook niet in de toe
komst".
De heer van Engelen bracht naar
voren dat de belangen van het on
derwijs hier toch wel op een frappan
te manier in het geding waren ge
bracht. Hij noemde het vertrouwen
dat het college in de inspecteur had
gesteld ontroerend. "Indien", zo be
nadrukte hij, "het college van B. en
W. inderdaad het schoolbestuur is,
dan heeft het ook zijn eigen bevoegd
heden en behoeft het zich niet te ver
schuilen achter de inspecteur van het
Lager Onderwijs". Hij zei te menen,
dat ook de inspecteur van gezond
heid bij deze bouw betrokken had
moeten worden. De heer van Engelen
bestreed voorts de bewering van het
college van B. en W. als zou het on
derwijs geen last ondervonden heb
ben van de bouw van deze etalages.
"Deze herrie is wel zeer hinderlijk
geweest", zo betoogde hij.
Verder bekritiseerde hij de uitdruk
king van het college in het antwoord
aan de raad, dat het college \%n B. en
W. in de gegeven omstandigheden er
weinig behoefte aan had om op de
brief van de oudercomm. in te gaan.
„Als mensen geen antwoord krijgen
op hun schrijven, dan wordt de
toenadering toch wel erg moei
lijk", zo meende de heer van
Engelen. De heer van Engelen zei
het tevens opmerkelijk te vinden dat
met het uitvoeren van de plannen toch
wel erg veel haast aan de dag was
gelegd, zelfs zo, dat een school die
geregeld gebruik maakt van de gym
nastiekzaal op een gegeven dag voor
een gebaricadeerde deur kwam te
staan. De heer van Engelen betoogde
voorts dat er van enige harmonie tus
sen etalagekast en schoolgebouw
geen sprake was. "Het is als een vlag
op een modderschuit". Hij zei zich af
te vragen of het bureau voor ruim
telijke ordening en architectuur be
halve in de tekeningen van de etala
ges, ook inzicht hadden gekregen in
de situatieschetsen.
"Ik neem het college bijzonder
kwalijk, dat het de belangen van ste-
debouwkundige aard zwaarder heeft
laten wegen dan de belangen van het
onderwijs."
De heer van Engelen zei tevens
niet gelukkig te zijn met het feit dat
de bevoegdheden van de raad op een
zeer duidelijke wijze ter zijde waren
geschoven. "Ik reken dit het college
des te zwaarder aan, omdat het op de
hoogte was van de gevoelens van de
raad"
Burgemeester Teijssen begon met
te stellen, dat het college van B. en
W. begrip 'hebbende voor de vragen
van de raad, er naar gestreefd had
een zo duidelijk en uitvoerig moge
lijk antwoord te geven, waarbij het
van de zijde van het college geenszins
in de bedoeling had gelegen een
hautaine of superieure houding aan
te nemen. Hij bestreed de mening van
de heer van Engelen dat het school
bestuur gevormd zou worden door de
raad. De raad zou in deze, aldus voor
zitter Teijssen, slechts enkele con
crete bevoegdheden hebben gekre
gen. De heer Teijssen betoogde
voorts, dat het college van B. en W.
alle begrip had voor de vele zorgen
die de oudercommissie bezighouden
inzake de huisvesting van de leerlin
gen aan de Openbare Lagere School.
Wel zei hij het bijzonder eigenaardig
te vinden, dat van de zijde van de
oudercommissie allerlei activiteiten
waren ontwikkeld, die ontwikkeld
hadden moeten worden in samenwer
king met het college van B. en W. De
heer Teijssen zei, dat de inspecteur
van het Lager Onderwijs alleen advies
was gevraagd, omdat in het leerlin-
genbesluit aan deze inspecteur be
paalde functies zijn toebedeeld, zodat
er van verschuilen achter de inspec
teur gex sprake kan zijn. Hij betoog
de dat de inspecteur van Volksge
zondheid tot taak heeft te bevorderen
dat er geen onderwijs wordt gegeven
in die lokaliteiten die door de inspec
teur geen sprake kan zijn. Hij betoog
den helemaal niet bedroefd zijn ge
weest wanneer de afkeuring van deze
school door de inspecteur zou wor
den bevorderd"
De heer Teijssen deelde verder
mee, dat zeer binnenkort met het be
stuur van de Nuts-Ulo-school 'n al
gemene bespreking gehouden zal
worden over de huisvesting van deze
school en over de vraag waar één lo
kaal kan worden ondergebracht.
Tot op heden heeft het gemeente
bestuur nog niets mogen vernemen
hoe het er bij het ministerie voor staat
met de plannen om te komen tot de
bouw van een 5-klassige Nuts-Ulo
school. Ten aanzien van de Openba
re Lagere School, meende de heer
Teijssen te moeten stelten, dat de
bouw van een zesklassige school
misschien in het gedrang zou zijn ge
komen door de daling van het aantal
leerlingen. Tijdens de laatst gehou
den raadsvergadering nam de raad
nog het besluit over te gaan tot het
verlenen van eervol ontslag aan een
onderwijskracht aan deze school.
Sprekende over de lichtinval, die
naar de mening van verschillende le
den van de raad door de bouw van
deze etalage ernstig zou zijn belem
merd, zei burgemeester Teijssen, dat
de gegevens van B. en W. ontleend
waren aan de inlichtingen die het
college waren verstrekt door de Tech
nische Dienst. Hij gaf toe, dat het
college inderdaad grote aandacht had
besteed aan de stadsverfraaiing, door
te overwegen welke architectonische
waarde deze etalagekasten zouden
hebben. Hij zei dat de plaatsing zo
danig was geschied, dat duidelijk tot
uitdrukking komt dat de etalages
niet in relatie staan met de school,
maar wel, dat zij een maskering vor
men voor het gebouw. Nadrukkelijk
stelde de heer Teijssen, dat het geens
zins de bedoeling van het college was
geweest in het antwoord, aan de vra
genstellers een enkel verwijt te ma
ken. "B. en W. stellen niets meer op
prijs, dan een vruchtbare gedachten-
wisseling".
Deiheer van Eijl (Kath. Unie), die
in tweede instantie het woord voer
de, zei letterlijk tot de voorzitter:
"Uw antwoorden die U nu gege
ven heeft, zijn nog veel vager, dan de
schriftelijk gegeven antwoorden". De
heer van Eijl zei, graag het advies van
het architectenbureau eens te willen
zien, evenals de brief van de inspec
teur aan het college. Hij stelde, dat
wanneer 'het plan genomen wordt
om aan een school te verbouwen, men
verplicht is de inspecteur van Volks
gezondheid en de hoofdinspecteur er
bij te betrekken. "U handelt evenwel
op advies van een inspecteur die in
deze niet gemachtigd is". De heer
van Eijl wees er tevens op dat door
het college de raad geen toestemming
was gevraagd de school te gaan ver
bouwen.
Hij zei het bovendien wel opmer
kelijk te vinden, dat er in Waalwijk
de laatste tien, twintig jaren een 15-
tal scholen waren gebouwd, terwijl
het college er in al die jaren niet in
geslaagd is een urgentieverklaring
te krijgen voor de slechtste school die
Waalwijk kent.
In een uiterst geëmotioneerde
stemming verklaarde de heer v. Eijl
"Wanneer mijn kind les kreeg in een
dergelijk lokaal, zoals ik die in de
openbare lagere school heb gezien,
haalde ik het er accuut van af, daar
bij alle processen riskerend. Ik vind
het onverantwoord dat wij dit nog
tolereren. Ik vind het bovendien on
verklaarbaar dat U over deze etalage-
kwestie niet gesproken heeft met het
hoofd van de school". De betogingen
van de heer van Eijl werden vanaf de
publieke tribune onderstreept met eën
kort applaus, zodat burgemeester
Teijssen de aanwezigen op de tribune
moest verzoeken zich op geen enkele
wijze met de discussie te bemoeien.
De heer van Eijl zei - de heer v.
Engelen had dit al eerder verklaard,
- van mening te zijn, dat het schrij
ven van de oudercommissie aan het
college toch wel tegen het zere been
van het college was geweest. Hij zei
te moeten toegeven dat de door de
oudercommissie opgestelde brief in-
Dat had de praeses niet moeten
zeggen. Ik wist, dat hij wel
eens bij Bob aan de deur was
geweest om hem lid te maken, maar
Bob had hem afgepoeierd. Niet uit
ivangunst of hekel, maar doodeen
voudig omdat hij zich schaamde voor
de kaalheid en de rommel van zijn
hok. Daar mochten wij gerust gek
heid over maken, maar de rijke Van
Blokland nu juist niet. Want die deed
dat op een andere manier. Toch werd
Bob helemaal niet kwaad. Hij glim
lachte en overhandigde met een weids
gebaar de sleutel. "Waarde Blokland!
U kent mijn verblijf. Wanneer u er in
slaagt de kleren weg te halen en daar
mee terug bent vóór negen uur, dan
ontvangt u van mij de som van vijf en
twintig gulden. Maar wees dan ook
zo sportief en zet er hetzelfde be
drag tegenover voor het geval u niet
binnen de gestelde tijd slaagt!"
Van Blokland hield zich goed. "Uw
omstandigheden kennende zet ik er
het dubbele bedrag tegenover! Aan
genomen?"
Maar nu kwam Lange Fons in ac
tie. "Dit wordt interessant, jongens,
want hoe dit ook afloopt een be
hoorlijk rondje zit er toch aan vast".
"Geen sprake van!" brieste Van
Blokland. "Wat ik win komt in de
kas van de sociëteit!"
"Dan zal het geraden zijn, dat Bob
wint"glimlachte Lange Fons, "want
van zijn winst wordt stellig een beter
gebruik gemaakt. Komaan, veroorlo
ven jullie mij dat ik optreed als se
condant? Prachtig, willen de heren
de overbodige bedragen alvast bij mij
in deposito geven? Klokslag negen
uur betaal ik uit aan de rechtmatige
winnaar!"
Daar er voldoende getuigen bij wa
ren, stemde iedereen toe. Van Blok
land keek op zijn dure vestzakhorlo
ge, alhoewel boven het podium een
grote klok hing. "Het is nu tien voor
half negen. Het is bijna tien minuten
naar de de apartementen van dat
jongmens daar. Ik heb dus 40 minu
ten tijd. Komaan, een kleine verste
viging van de kas van onze sociëteit
lijkt mij de moeite wel waard. Tot
ziens heren!"
Bob nipte van zijn glas en wuifde
hem rustig na. Maar nauwelijks was
de praeses verdwenen, of wij bedol
ven hem onder onze vragen. Bob
zweeg als het graf 'en daar had hij
gelijk in, aangezien zich nu ook soos-
leden met het geval gingen bemoeien
en hij klaarblijkelijk vreesde, dat die
hun al te voortvarende voorzitter zou
den gaan helpen of inlichten.
Pas toen de klok tien voor negen
aanwees (en om negen uur
zou het feest beginnen), be
liefde het Bob tekst en uitleg te ge
ven 'en daarvoor bestond, mede in ver
band met de onrust in de nu bijna ge
vulde zaal, nogal belangstelling.
"Kijk jongelui", begon Bob achte
loos, "ik kan nu wel iets zeggen,
want vermoedelijk bevindt onze
vriend Van Blokland zich thans thuis
en wel in de badkuip of de tobbe, al
naar gelang zijn omstandigheden,
want ik wil niet in huiselijke finesses
treden".
"In de wat?" gaapte iedereen vol
verbazing.
"Zeker, althans in een of andere
badinrichting en hij zal daar nog wel
een klein ogenblikje werk hebben
óók. Kijk, jullie weten, dat het grote
hok, dat ik bewoon, op de tweede
verdieping ligt en dat daar sinds dag
en jaar geen fatsoenlijk rriens meer
over de vloer komt".
"Dank je wel", zeiden wij ge
roerd.
"Nu ja de slechten niet te na
gesproken en zolang de woningnood
ons studenten zó drukt is dat ook
geen schande. Ik wilde alleen maar
dóen uitkomen, dat ik geen werkster
kan bekostigen en dat het de eige
naar van de bouwval geen fluit kan
schelen wat ik in mijn hok uitvoer,
zolang hij maar elke maand zijn 25
gulden ontvangt. Jawel! Vijf en twin
tig gulden voor zo'n afgekeurd kip
penhok". Bob nam een slok en
spoelde even zijn verontwaardiging
weg.
"Voorts bevindt zich recht onder
mijn apartement een montagewerk
plaats van een speelgoed fabriek je. Ik
wist dat zelf niet, maar ik ontdekte
het, toen het Perzische tapijt onlangs
wat dun begon te worden".
"De versleten vloerbedekking"
commtarieerde Fons, maar Bob ging
verder.
"Toen ik het tapijt twee weken ge
leden voor het eerst van mijn leven
eens oplichtte, zag ik ondanks het
aardse stof, dat vlak voor de deur
een luik in de vloer zat. Een luik,
dat ik aan een ring kon optrekken. Ik
dachtdat is nu juist wat ik zoek.
Op de eerste plaats heb ik dan een
nooduitgang in geval van brand en
in de tweede plaats zou ik mijn huis-,
tuin- en keukenvuil op minder ver
moeiende wijze dan voorheen kunnen
afvoeren. Wij stammen tenslotte niet
voor niets van de paalbewoners af,
zégt men. En ik bèn op netheid ge
steld, dat weten jullie.
"Helaas, dit laatste bleek onmoge
lijk, tenzij ik de produktie van het
voormelde speeldgoedfabriekje in de
war wenste te schoppen, hetgeen niet
het geval is. Die kerels uit dat fa
briekje zijn trouwens bijzonder potig.
Want precies onder het luik bevindt
zich een grote, houten kuip met lijm.
Deze lijm wordt 's avonds van te vo
ren klaar gezet en de volgende dag
in grote hoeveelheden gebruikt voor
het aan elkaar lijm envan alle moge
lijke voorwerpen die mij niet interes
seren. Wat mij wèl interesseert is, dat
die lijm uitmunt door een bijzonder
grote mate van taaivloeibaarheid.
Welnu, vrienden, toen onze heer
Van Blokland zo genadig was
om mij uit te nodigen voor dit
feest, onder de voorwaarde dat ik als
Sinterklaas pias zou optreden, was bij
mij de boot aan. Ik verwijderde de
vloerbedekking, zoog met een ge
leende stofzuiger zeer zorgvuldig alle
stof weg en begon vervolgens aan het
eigenlijke karwei het doorzagen van
de balk waarop het luik in dichtge
slagen toestand rust. Vervolgens be
vestigde ik het luik weer met een paar
dunne touwtjes en ik legde een matje
er over heen. Ik had nu een pracht
beveiliging voor eventuele ongewens
te bezoekersaangezien zulke lieden
natuurnoodwendig in de kuip met
lijm zouden duikelen. En dat is nu,
wat naar menselijke berekening de
heer Van Blokland is overkomen, al
heeft hij zich wellicht van hulp voor
zien of al is hij op zijn teentjes de
kamer ingeslopen.
Stel u gerust, heren, de vrije val
bedraagt nog geen tweeen een halve
meter en men komt beslist midden in
de kuip terecht. De lijm is trouwens
zeer zacht.
Zij droogt echter tamelijk snel in
de lucht. Naar berekening zal hij
even na half negen als de spreek
woordelijke lepel in de brijpot terecht
gekomen zijn. Aangenomen dat hij in
één minuut van de schrik bekomen is
en zich er uit gewerkt heeft, dan be
gint voor hem de moeilijkheid pas
goed. Dat fabriekje zit namelijk pot
dicht en er is geen ladder om er weer
uit te klimmen.
Vermoedelijk zal hij er tegen op
hebben gezien door luid geblèr de
derdaad zeer onvriendelijk was ge
weest, "maar", zo benadrukte de heer
van Eijl, "het gaat hier niet over de
toon waarop, maar over de zakeljjke
inhoud en die was juist".
De heer Dercksen, die na de heer
van Eijl het woord voerde, zei het
eens te zijn met de gemaakte opmer
kingen. "Ik had precies dezelfde re-
aktie bij het bezoeken van de Open
bare Lagere School als de heer van
Eijl". De heer Dercksen zei het te be
treuren dat van de zijde van het col
lege geen antwoord was gezonden
aan de oudercommissie. "Geen ant
woord geven is volgens mij absoluut
fout. Dit had niet mogen gebeuren."
De heer Dercksen zei het in het
bijzonder te betreuren, dat de sfeer
van vertrouwen tussen het college en
de raad op zijn zachtst gezegd ver
stoord was. Hij had het meer voor de
hand liggend gevonden, wanneer het
college na de ontkenning van B. en
W. tijdens de nabespreking op 30
mei, de raad op de hoogte was ge
steld van de nieuwe plannen die bij
het. college leefden. "De zaak kan al
leen recht worden gezet, wanneer het
college de toestemming herroept en
de etalages op kosten van de gemeen
te worden afgebroken".
De heer Dercksen zei het college
in overweging te willen geven, de les
sen die in de Dr. van Beurdenschool
worden gegeven, in de nabije toe
komst in de openbare lagere school
te laten geven, omdat het hier avond
lessen betreffen, waarbij lichtinval
(Zie vervolg pagina 2)
aandacht van voorbijgangers te trek
ken. Hij zal dan diverse voorwerpen
boven op de kuip moeien stapelen om
door de opening van het luik weer
mijn apartement te bereiken. Laten
we aannemen, dat dit reeds de eerste
de beste keer is gelukt 'en dat hij niet
opnieuw in de lijmpot is geduikeld.
Dat kan. Maar dan zal het toch aar
dig dicht bij kwart voor negen zijn
geworden en zelfs al zou hij dan nog
de tegenwoordigheid van geest gehad
hebben het sinterklaas pak van de zol-
derhaak af te halen en mee te nemen,
dan nog zal de lijm hem zó in zijn
bewegingen hinderen, dat hij hier
toch nooit om negen uur kan zijn.
Er zal hem dus niets anders resten
dan zich naar zijn hospita te spoe
den teneinde zich van zijn hinderlijke
aanhang te ontdoen en daar is be
slist wel enige tijd mee gemoeid, te
meer daar enig openbaar middel van
vervoer hem in deze toestand wel
licht niet ten dienste staat".
lm en daverend applaus ging op
nadat Bob zijn verhaal had verteld en
klokslag negen uur werd de buit om
gezet in eën vrolijk rondje. Toch
scheelde het maar een haar of hij had
zijn weddenschap nóg verloren. Want
geen twee minuten later stormde een
Sinterklaas naar binnen, waarin over
duidelijk de praeses te herkennen
was.
Van Blokland bleek namelijk vin
dingrijker te zijn geweest dan Bob
had gedacht. Inderdaad was hij door
het luikgat naar boven geklauterd.
Maar daar had hij zich ijlings ontdaan
van zijn totaal bedorven pak en hij
had het verwisseld voor het Sinter-
klaaspak, dat gereed hing. En in dat.
pak was hij de straat opgestormd.
Van Blokland verloor echter de
wedstrijd tegen het horloge. Hij
toonde zich een goed verliezer. Hij
bleef de hele avond in het pak zitten
en aangezien dat sportief was, trad
Bob tóch als conferencier op. Hij
deed het zo voortreffelijk, dat hij
meteen tot erelid werd benoemd.
Toen sloten wij ons ook maar aan.
Het was de gezelligste Sinterklaas
viering die wij ooit gehad hebben,
want er werd vriendschap gesloten
tussen mensen die elkaar tot dusver
met de nek aangekeken hadden. En
dat was een wel onverwacht resultaat
van dit feest.
(Nadruk verboden)
W. GELDOF.