Tussen
Pickelhaube
en Poilu
leve^225.
éGé
Smidje Verholen en de rare alchimist
een medisch analyste
verpleegsters
Balans - Opruiming
10 tot 50% KORTING
VAN LEENT-VERMEER
modern
BANKSTEL
Super T.V.
TELEFONISTE
een bevoegde leraar
üif
225.-
LENTJES
Nasi goreng 17q -
TOMATENPUREE
DROSSAERTS
wb
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 13 JANUARI 1964
huishoudelijke
werkzaamheden
Gevraagd
T+lj
Machinefabriek
Joh. Verhulst en Zonen N.V.
Weinigen herinneren zich nog die Duitse en Franse
namen uit de lé wereldoorlog.
Nederland bleef er buiten. Maar velen vreesden na
die oorlog een geldontwaarding. Solide russische ef
fecten werden in 24 uur tot scheurpapier. Een tram
ritje in Duitsland kostte 1 biljoen Mark1 V2 cent
in Nederlands geld. Maar ook in die economisch
zo ongewisse jaren stond Lentjes Drossaerts pal.
Sinds 100 jaar, vanaf 1864 bezit de Bank het ver
trouwen van generatie op generatie. Tijden verande
ren. Lentjes Drossaerts blijft zichzelf: betrouwbaar!
/o
uw geld
meer waard
BLOEDWajft OQC
®UK VêGê
/o
in 01 JANHAGEL 99d
PENSEES 59d
3ESTMELAI
in 0/ HOESTMELANGE 49 ct
Waf brengt
1964
WINANDO
Dankbetuiging
Jan van Dongen
HET LIJK
IN DE MAND
ST. NICOLAAS-ZIEKENHUIS te Waalwijk
vraagt per 1 maart a.s.
en per 1 april a.s.
voor opleiding kraamaantekening.
Sollicitaties met volledige inlichtingen en
referenties aan de Directie.
WINTERJASSEN
24.95 - 29.50 - 35.45.— enz.
KAMGAREN KOSTUUMS
vanaf 69.
SPORT-KOLBERTS
25.30.35.45—
REGENJASSEN
vanaf 25.
WOLLEN GABARDINE
vanaf 50
WOLLEN PULLOVERS en VESTEN
voor halve prijs
WOLLEN SJAALS
3.50
RESTANTEN PRIMA OVERHEMDEN
nu 4.90 - 5.90 - 6.90
JONGENSBLOUSES
2.50 - 3.50
PLASTIC HEREN- en JONGENSJASSEN
nu voor 2.50
LEDER HANDSCHOENEN
van 17.50 nu 12.50
Niet afgeprijsde goederen
10 TOT 15% KORTING
Loeffstraat 5, Waalwijk Telefoon 2236
JONGE VROUW
zoekt lichte
Brieven onder nr. 4321 aan 't
bureau van dit blad.
TE KOOP:
Boekelaarstraat 20
Waalwijk
TE KOOP
53 cm. beeld
Teisterbantlaan 21, Waalwijk
1914
voor spoedige indiensttreding
Wed.
ELZENWEG 1, WAALWIJK
Telefoon 04160 - 2721
STICHTING L.T.S.
„NIJVERHEIDSSCHOOL VOOR
WAALWIJK EN OMSTREKEN".
Gevraagd per 1 maart 1964
voor 6 lessen aan de avondschool
voor de tekenvakken en vaktheorie
aan bouwkundigen.
i i
Sollicitaties vóór 20 januari e.k. te richten aan het
bestuur der Stichting, p/a. Loeffstraat 55.
Inlichtingen bij de Directeur der school, Vredesplein
11 te Waalwijk.
/O
0/
/O
0/
i
io*
FLES
eskimo
ELES VITALIS
36orat,soela I/Jfcf
BLIK ITALIAANSE
1+6 gratis
0/
/O
0/
bankiers
assurantie -
makelaars
WATERSTRAAT 1. 'S-HERTOGENBOSCH TELEFOON 04100-22435 (7 LIJNEN)
°4
O/
/o
KOEKJE
400 gram
IU lO 20 gratis geldzegels
ZAK GEVULDE
12 gratis geldzegels
tandenschakelaa
'doch «O' u slechlS ge|dze3elb0Bkie*
SNOEPJE zak -VéGè
10 gratis geldzegels
p'
200 gratis geldzegels I contante gulden
SNOEPJE zak
IU 10 10 gratis geldzegels
Bezoek daarom de meest
bekwame paragnost
Alleen te spreken te
Tilburg
Heile Schoorstraat 14
Telefoon 23527
Het personeel van de firma
Radio en Electro,
dankt langs deze weg hartelijk de
directie voor het prachtige kerst
pakket.
Het Personeel.
COPYRIGHT STUDIO AVAN j
65. Zo kreeg smidje Verholen dus
een baantje in het goede dorp Aar-
pelo en hij was natuurlijk heel ver
heugd over deze gang van zaken.
Zijn naam lag plotseling op ieders
lippen en niemand had meer aan
dacht voor de aanplakbiljetten met
de portretten van de ontvluchte
boef Ook Sterke Stef was'
zéér tevreden over zijn nieuwe
knecht en had al gauw in de gaten,
dat deze een prima vakman was,
die allerlei dingetjes kon opknap
pen, waar Stef zelf geen raad mee
wist. Zo gebeurde het op diezelfde
dag nog, dat er een grote glanzen
de auto voor de smidse stilhield,
waar een heerschap uitstapte, die
een donkere bril droeg, een zware
jas en een breedgerande hoed.
„Benzine, meneer?" vroeg smidje
Verholen, die ijverig toesnelde. Men
moet namelijk weten, dat de enige
benzinepomp in Aarpelo bij de
smidse van Stef te vinden was.
Een tank vol zei de norse heer,
die op een Havanna sigaar knauw
de. „En maak dan meteen de mo
torkap even open en kijk de zaak
na. Er pingelt iets en dat moet op
houden."„Ja eh ik verkoop
wel benzine, maar ik ben geen
monteur," stamelde Stef, die er ook
bij was komen staan. „Wat blik
sem!" snauwde de man. „Wat is
dat voor een zootje hier in dit
dorp?" „Kalm maar aan, meneer,"
zei smidje Verholen nu. „Ik ben
gediplomeerd monteur. Ik zal het
wel even in orde maken. Hebt U
bij geval zelf wat autogereedschap
in de wagen?" „Achter in de kof
ferruimte," antwoordde de man.
„Haal het er zelf maar even uit."
Peinzend liep de smid om de wa
gen heen en hij dacht: „Waar heb
ik die auto toch eerder gezien?"
Doch toen hij de kofferruimte open
de, werd alles het in één klap dui
delijk. Want daar, temidden van
allerlei gereedschap, lag de grote
flitspuit uit het kasteel van Bal-
derik de Woeste.Dezelfde spuit,
waarmee die ochtend nog dat heer
lijk brood en die kostelijke groentes
bespoten waren.
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
door George Bagby
20.
Dat hoefde ik niet te vertalen.
Zijn superieuren moesten maar al
te vaak ongeduldig geworden zijn
met die arme sukkel van een sme
ris, dan dat hij de klank van kwa
de, ongeduldige eenlettergrepige
woorden niet zou kennen.
„Had u 't over lijken?" vroeg de
arme kerel met hese, van schrik
overslaande stem. Hij kuchte en
probeerde 't nog eens.„Lijken zei
u toch?" fluisterde hij. „Wat voor
lijken?"
Een politieman die meer bij de
pinken was geweest zou zich heb
ben afgevraagd waarom ik dat niet
zelf had beantwoord, maar het was
maar al te duidelijk dat de kerel te
veel onder de indruk was en te
verschrikt om zich nog wel iets af
te vragen.
„Hij vraagt wat voor lijken," zei
ik tegen Schmitty.
„Zeg hem," zei Schmitty onver
stoorbaar, „dat ons het lijk van een
man op ons dak geschoven is. Zeg
hem nog maar eens dat ik geschokt
ben over de wijze waarop men
blijkbaar met doden omgaat, maar
leg hem uit dat het ons eigenlijk
niet aangaat wat ze gewoonlijk met
lijken doen. Al wat we vragen is
dat dit lijk uit onze omgeving weg
komt."
Dat zei ik hem. Ik vond het be
roerd de arme man zo te plagen,
maar ik bedacht wat voor een lijk
er in de mand zat en dus dééd ik
het. Opeens kwam hij in actie. Hij
holde naar de telefoon.
„Ik zal het direct rapporteren,"
zei hij vastberaden. „Ik zal 't direct
telefonisch aan mijn superieuren
rapporteren."
Wat hij eigenlijk volgens zijn
boekje had moeten doen weet ik
niet, maar wel weet ik dat de in
specteur de kerel zo bang had ge
maakt dat hij alle gevoel voor orde
en regelmaat had verloren. Het was
duidelijk dat de agent zou hebben
moeten vragen het lijk te zien. Dit
gedachte kwam dan ook "bij me op,
maar desondanks verwonderde het
me dat Schmitty afdaalde van zijn
verheven troon om weer even men
selijk te worden zoals altijd.
„We hoeven hem nu ook weer
niet helemaal voor gek te laten
staan," mompelde hij. „Zeg hem
maar dat ik voorstel dat hij eerst
het lijk ziet voordat hij rapporteert.
Zeg hem dat hij dan beter rapport
kan uitbrengen."
Toen ik dat aan de ongelukkige
kerel had overgebracht was hij he
lemaal in de war gebracht. Hij liet
de hoorn weer vallen en stond daar
als door de bliksem getroffen. Hij
dwong zich tot een buiging voor
„zijne Excellentie", en vroeg „zijne
Ecellentie" toestemming het lijk te
zien dat „zijne Excellentie" had
lastig gevallen.
Schmitty lichtte de deksel van
de mand en wij allen keken erin.
Het leek wel of we de krankzinnige
hoop koesterden dat er een of an
dere goocheltoer zou zijn verricht,
waardoor de mand een minder ont
stellende inhoud had verkregen.
Maar die goocheltoer was er niet.
Het lijk was er nog steeds en het
aanzicht ervan leek me niets aan
genamer. Voor de politieman was
het dat blijkbaar evenmin.
„Guardia Civil," kreunde hij.
Ik zou graag 's mans gedachten
weergeven, maar dat is niet een
voudig. In Amerika zou het anders
zijn. Daar kennen we niet die veel
heid van politieapparatuur. Daar
kennen we niet zoiets als de Guar-
dia Civil, niets dat even grote angst
zou zaaien in de ziel van zelfs de
eenvoudigste smeris.
„Zeg hem," zei Schmitty en
hij bekleedde zich weer met het
gewaad van de „zeer belangrijke
politiefunctionaris", zeg hem dat
het des te erger is dat er zo zorge
loos wordt omgesprongen met het
lijk van een dergelijk persoon."
Ik hoefde het hem al niet meer
te vertellen en ik denk ook niet
(lat hij nog hoorde of begreep wat
ik tegen hem zei. Hij rende naar de
telefoon. Hij wauwelde wat tegen
de telefonist en hij bleef wauwelen
terwijl hij stond te wachten op de
doorverbinding. Toen die er einde
lijk was wauwelde hij nog veel
meer. Hij probeerde alles tegelijk
te vertellen van de belangrijke
functionaris van de Amerikaanse
politie, van de hoge-omes-brief die
om hulp en bijstand verzocht, en
van de ontstellende dienst die hem
nu gevraagd werd.
„Hij is lastig gevallen met een
ding dat in zijn bagage terecht ge
komen is," blaatte hij. „Hij verlangt
onmiddellijke verwijdering uit zijn
„equipajes". Het is het lijk van een
vermoorde Guardia Civil".
Ik luisterde aandachtig naar elk
woord dat de man zei en sommige
bevielen me niet. Dat hij het deed
voorkomen alsof het lijk aan in
specteur Schmidt was gestuurd en
niet naar mij vond ik al beroerd,
maar de man kón niet anders dan
die indruk gekregen hebben. Maar
wat ik wél ogenblikkelijk rechtge
zet wilde hebben was de veronder
stelling dat het lijk in een of an
dere bagage terecht was gekomen.
Die mand immers maakte zeker
geen deel uit van de bagage van de
inspecteur, evenmin als van de
mijne. Ik trachtte tussenbeide te
komen om dat tenminste duidelijk
te maken.
Schmitty hield me tegen. „Wat
is er aan de hand?" fluisterde hij.
„Wat zegt hij?"
Ik vertaalde zijn woorden snel.
„We moeten voorkomen dat hij
iemand het idee geeft dat die mand
van ons is," voegde ik eraan toe.
Schmitty grinnikte. „Laat maar
gaan," zei hij. „Hoe meer onbe
langrijke dingen er rechtgezet moe
ten worden des te minder kans lo
pen we dat die lieverdjes tot daden
overgaan voor ze tijd hebben ge
had er over na te denken. Ik zou
niet graag hebben dat ze je eerst te
grazen namen en dan later excuses
gingen maken. De manier waarop
hij het nu vertelt moet waanzinnig
klinken. Dat geeft jouw ambassade
vriend weer meer tijd om hier te
komen voordat ze gelegenheid heb
ben je voor het vuurpeloton te zet
ten.'
Zijn manier van spreken was
luchtig genoeg. Die was bijna ple
zierig, maar dat leidde me niet om
de tuin. Inspecteur Schmidt nam
deze zaak allesbehalve licht op. De
vrees dat de Guardia Civil me
eerst dood zou schieten en het pas
later zou betreuren was ongeveinsd.
Voor de inspecteur was die echt ge
noeg, zodat hij alle ambtsprinciepen
ervoor overboord wilde gooien. Ik
had nooit verwacht de inspecteur
te zien doen wat hij nu deed. Al
zijn handigheid nam hij te baat om
de wettige autoriteiten tegen te
werken. Ik trachtte me voor te
stellen wat hijzelf zou doen met
iemand die probeerde schuilevinkje
te spelen met een van zijn eigen
mannen. Ik gaf het op en hoopte
maar dat de Madrileense tegenpar
tij er milder tegenover zou staan,
of dat ze door een of ander wonder
niet in de gaten zou hebben waar
om Scmitty zijn spel zo speelde.
(wordt vervolgd)