Aanbiedingen begrotingen van de gemeente en van de bedrijven voor 1964 Jaarverslag Nederlandsche Handei-Maatschappij N.V. gemeenteraad Waalwik BANK Begroting kon sluitend gemaakt worden door aanvullende uitkering van f 141.300 uit gemeentefonds Subsidies Ogen vragen brillen van STASSAR 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 20 APRIL 1964 2 Salarisverhogingen niet opgenomen Overzicht van voor naamste afwijkingen Woningen buddemeyee Stand der reserves Sparen op een spaarrekening 3V2% of spaardeposito 4% bij de N.H.M. betekent ook: veilig en vertrouwd sparen gemakkelijk sparen (geen geloop met boekjes) volledige bankservice geen kosten Vraag telefonisch toezending van onze spaarfoider. NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ Bij de aanbiedingen der begrotingen 1963 mochten B. en W. reeds uitvoerig ingaan op het sedert het dienstjaar 1960 voor de gemeenten geldende nieuwe statuut met betrekking tot de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten, neergelegd in de „Financiële Verhoudings wet 1960". Dit statuut is hierom zo belangrijk, omdat het kan worden beschouwd als basis, waarop voor een belangrijk deel de financiële positie van de gemeente rust, zulks bij gebreke van een eigen be lastinggebied van enige omvang. Zoals bekend, viel onder de vigueur der vroegere wettelijke regeling in de praktijk het zwaartepunt op zgn. subjectieve uitkeringen, wel ke boven de objectieve aan vaste maatstaven gebonden uit keringen door de minister van binnenlandse zaken konden worden toegekend, indien in het gemeentelijk budget onvoldoende dekking aanwezig was voor de uitgaven van de gewone dienst. Onder de oude wet verkeerde de gemeente Waalwijk voortdurend in deze omstandigheid. Bij de inwerkingtreding der nieu we financiële verhoudingsregeling kon worden bereikt, dat de gemeen te Waalwijk de hiermee ingetreden phase kon ingaan met volledig ge saneerde financiën, hetgeen werd bereikt, doordat als uitgangspunt werd aanvaard een zodanig bedrag aan uitkeringen uit het gemeente fonds, dat een allengs onder de ou de regeling ontstane kloof tussen uitgaven en middelen werd over brugd, die rekening zou houden met de lasten terzake van in 't verleden gedane, ruime investeringen. Hier door werd voorkomen, dat van de aanvang van de inwerkingtreding der nieuwe regeling af een te zware druk op de budgetten van volgende jaren zou rusten, die zeer remmend zou gaan werken en het voorzienin genniveau der gemeente zwaar zou afremmen. Voor 1960 werd nl. het geheel van uitkeringen uit het gemeentefonds verhoogd met een bedrag van 425.058.hetwelk tot en met '65 als „kop" op 't geheel der uitkerin gen uit het gemeentefonds zal wor den ontvangen. Na 31 december '65 zal dan een nieuwe situatie intre den, welke een overbrugging zal vormen naar de datum van 1 janua ri 1970, waarop de nieuwe wettelij ke regeling onverzwakt zal gaan gel den, dus met gelijktijdige afloop der garanties van aanspraken op grond van de oude regeling. Niettemin bestaan ten aanzien van de perspectieven van de finan ciële positie der gemeenten voor de toekomst, en derhalve ook voor die der gemeente Waalwijk, nog enige onzekerheden, daar met name om trent de werking van de nieuwe fi nanciële verhouding tussen rijk en gemeenten te weinig concrete voor spellingen kunnen worden gedaan. De aangeboden begroting kan worden sluitend gemaakt door ra ming van een aanvullende uitke ring uit het gemeentefonds van rond 141.300.(vorig jaar op de primitieve begroting 156.000. B. en W. zijn van oordeel, dat op een totaal budget op de gewone dienst van 6.635.347.dit tekort zeker niet zorgwekkend is te noe men. Overigens tekent zich hier een ontwikkeling af, welke waarneem baar is in tal van andere gemeen ten: reeds een groot aantal gemeen ten heeft voor 1964 een verzoek in gediend om een aanvullende uitke ring uit het gemeentefonds. B. en W. tekenen hierbij aan, dat in de begroting nog niet zijn ver werkt de gevolgen van de per 1 ja nuari 1964 voor het gemeenteperso- neel ingevoerde salarisverhogingen. De hieruit voortvloeiende hogere lasten zullen bij suppletoire begro ting aan de begroting behoren te worden toegevoegd. Het college heeft deze procedure gekozen, om dat 't van oordeel is, dat opneming van de gevolgen van deze salaris verhoging reeds in de primitieve be groting een juist inzicht in de be grotingspositie der gemeente zou bemoeilijken, daar nu nog niet vast staat, welke compensatie in de vorm van hogere uitkeringen uit het ge meentefonds hier tegenover zal staan. Te verwachten valt wèl, dat de totale hogere salarispost, met na me het gedeelte betrekking hebben de op verschillende bedrijven, niet door een hogere uitkering uit het gemeentefonds zal worden gedekt. B. en W. meenden evenwel voor de bepaling van het financiële beleid deze onzekere factor buiten beschou wing te mogen laten, daar het B. en W. voorkomt, dat deze van bui ten af opgetreden omstandigheden niet remmend zullen mogen werken op een redelijk voorzieningenniveau en daarin de centrale overheid zal behoren te worden voorzien. Het college acht het voorts dien stig er de aandacht op te vestigen, dat een integrerend onderdeel in 't financiële patroon der gemeente wordt gevormd door de winstuitke ringen van met name het gas- en 't elektriciteitsbedrijf. De hieruit jaar lijks komende winstuitkeringen vor men als het ware een structureel element in de draagkracht der ge meente en hebben bij de bovenbe doelde sanering volledig meege speeld. Verlaging van deze baten zou dan ook het budget totaal ont wrichten en oorzaak zijn van een volkomen droogleggen van een be langrijk deel der gemeentelijke ac tiviteiten. De gunstige financiële positie van deze bedrijven is boven dien strikt nodig om voldoende arm slag te hebben en te houden voor het doen van investeringen ten be hoeve van deze bedrijven, welke in vesteringen in de naaste toekomst in toenemende mate zullen moeten worden gedaan, zonder dat daar di recte baten tegenover zullen staan. Ten aanzien van de geraamde winst uitkering van het waterbedrijf zij tenslotte nog opgemerkt, dat deze practisch niet van betekenis kan worden geacht en ternauwernood 'n stootkussen vormt bij het optreden van tegenvallers. In 't hierna opgenomen overzicht van de voornaamste afwijkingen van de begroting 1964 ten opzichte van de begroting 1963 zijn meer speci fiek opgenomen de verschillen tus sen de ramingen op genoemde dien sten. Als voornaamste lastenstijgingen vermeldt het college met name de hogere uitgaven voor openbare werken 227.000.waaronder een stijging van 65.000.voor kapitaalslasten nieuwe investerin gen), voor onderwijs (voor bijzon der gewoon lager onderwijs onge veer 60.000.en voor bijzonder buitengewoon lager onderwijs plm. 66.700.hogere kapitaalslasten), alsmede een verhoging met 57.700.- van het subsidie aan de gemeente lijke instelling voor maatschappe lijke zorg, voornamelijk nodig in verband met stijging van verpleeg- kosten, hogere uitgaven voor be jaardenzorg en een toenemend aan tal verzorgden. Tegenover deze lastenstijging staat een meer-opbrengst van de alge mene uitkering uit het gemeente fonds tot een bedrag van 213.900.- (stijging aantal inwoners, verhoging uitkeringspercentage van 112 tot 120 en verhoging grondbedragen). Daarenboven zal de onderwijsuitke- ring uit het gemeentefonds naar schatting 126.000.meer op brengen. Deze hogere uitkering vindt voornamelijk zijn oorzaak in het feit, dat verschillende oude ge bouwen door nieuwe zijn vervan gen en ter zake hogere uitkeringen worden ontvangen. Uiteraard staan hier echter de reeds aangeduide ho gere kapitaalslasten tegenover. Evenals vorig jaar hebben B. en W. ook ditmaal gestreefd om de vele en veelsoortige subsidies zo veel mogelijk te stabiliseren, van mening zijnde dat deze subsidies in het algemeen relatief van voldoen de hoogte zijn en anderzijds abso luut verantwoord zijn, omdat daar door betekenende belangen worden gediend en de subsidies hier dan ook als een middel van bestuur fun geren. De uitkomsten van de nutsbedrij ven (gas, water en elektriciteit) blijven in totaal 61.800.— be neden de raming van 1963. Overi gens verwijzen B. en W. naar het geen hieromtrent hierboven reeds gesteld werd. Het gasbedrijf levert, in vergelij king met 1963, een nadelig saldo op van 16.300.'t waterbedrijf van 10.300.de vleeskeuringsdienst (netto) 200.bad- en zwemin richtingen 2.300.grondbedrijf 2.400.sportpark 12.100.en sociale werkplaats 25.900.Een voordelig saldo boeken het elektri citeitsbedrijf 5.300.en het wo ningbedrijf 3.000.-—. Voor het woningbedrijf geven B. en W. weer het gebruikelijke over zicht van het aantal in exploitatie zijnde woningen per 1 januari 1964. deerde volksconcerten, die zij regel matig geeft. PLAATSELIJKE TONEELVERENIGINGEN Tot nog toe werd aan deze vereni gingen (een 3-tal) een subsidie ver leend voor door de provincie be kroonde uitvoeringen ad 200% van het provinciaal subsidie. Daarnaast hebben de verenigingen een basis subsidie gevraagd ad 300.per vereniging, maar zij willen dan ge noegen nemen met verlaging van 't met de provinciale bijdrage parallel lopende subsidie tot 100%. Het be zoek aan de door haar te geven uit voeringen loopt iets terug, waarom zij het aantal uitvoeringen iets wil len inkrimpen. In totaal is nu voor de subsidie iets meer uit te trekken dan vorig jaar. PLAATSELIJKE SOCIALE JEUGDVERENIGINGEN Door de plaatselijke jeugdraad is gevraagd om verhoging van het voor deze verenigingen vorig jaar toegestane subsidie. Aangezien het aantal verenigingen is toegenomen en omdat de exploitatiekosten steeds hoger worden, is thans een bedrag uitgetrokken van 7.500.(vorig jaar 5.000. Ook voor de plaatselijke jeugd- sportverenigingen is 2.500.uit getrokken. De volgende nieuwe subsidies zijn uitgetrokken voor Stichting voor Prot. Chr. Sociaal-paedagogische nazorg. Tot nog toe werd reeds subsidie verleend aan de „Stichting nazorg buitengewoon onderwijs Oosterhout- Waalwijk", een stichting, die zich bezig houdt met nazorg ten behoeve van oud-b.l.o.-leerlingen. Thans heeft zich ook een dergelijke speci fieke Prot. Christelijke vereniging om subsidie tot de gemeente ge wend. Voorgesteld wordt haar even eens subsidie te verlenen en wel naar het aantal oud-leerlingen uit Waalwijk en naar rato van de kos ten. Te ramen is deswege 290. en voor de andere, reeds vroeger opgerichte, stichting 600.samen 890.—. PROT. CHR. STICHTING VOOR SCHOOL- EN BEROEPSKEUZE Voor deze vereniging stellen B. en W. voor een subsidie beschikbaar te stellen van maximum 15.per uitgevoerd onderzoek en verstrekt advies ten behoeve van inwoners onze gemeente. Gelijke subsidiëring stellen B. en W. voor ten opzichte van het r.k. Openbaar Bureau voor beroepsbeuze, dat tot nog geen sub sidie per inwoner genoot. Er is een aflopend gegarandeerd minimum voor dit Bureau voorgesteld. Dit be drag is inbegrepen in het aldaar uitgetrokken bedrag van 750. KERKVOOGDIJ HERV. GEMEENTE WAALWIJK Bij raadsbesluit van 27 december 1962, goedgekeurd 27 februari 1963, is een geldlening verstrekt ad 26.500.rentende 414% per jaar, af te lossen in 20 jaren, voor de ver bouwing van de oude N.H. pastorie tot jeugdgebouw. Tegelijk werd een subsidie toegekend ad 75% van de rente en aflossing der lening. Voor 1964 is voor het eerst deze subsidie- post uitgetrokken 1.838.44). ST. VINCENTIUSVERENIGING „ST. CLEMENS" Deze vereniging organiseert bij eenkomsten van bejaarden in het Gemeenschapshuis aan de Loeff- straat op één middag per week en vraagt daarvoor een tegemoetko ming in de kosten. B. en W. stellen voor een subsidie uit te trekken, be rekend in verhouding van het aan tal bewoners der wijk 20%) en wel van het totaalbedrag aan sub sidie, dat wordt uitgetrokken voor de bejaarden-sociëteit in het wan delpark 400.plus dat voor het comité „Ouden van Dagen" 250.-) en 20% van f 650.zijnde 130. Naar genoemd bedrag van 650. is óók berekend het subsidie ad 125.voor de Chr. „Contact commissie Bejaardenzorg". STICHTING KATH. GEZINSZORG (BEJAARDENHULP) Bij raadsbesluit van 30 januari '64 is besloten een krediet voor 1964 beschikbaar te stellen ad 6.650. voor bijdrage in de kosten van be jaardenhulp, voor 1964 berekend naar 1.77 per uur. Genoemd be drag is nu weer uitgetrokken. STICHTING „BEDRIJFS- APOSTOLAAT", WAALWIJK Deze stichting beoogt de beharti ging van de geestelijke en sociale belangen van de werknemers in het algemeen. Voor die van de gemeen te vraagt zij, eveneens van de par ticuliere bedrijven, een bijdrage en wel 2.50 per werknemer. Hier is uitgetrokken 750.Een gedeel te wordt verhaald op de gemeente bedrijven. chemisch reinigen. grotestraat 95 waalwijk Woon- gelegenheden Overige ruimten noodwoningen 28 woningwetwoningen, gebouwd vóór 1940: a. woningen 141 b. winkelwoningen 1 woningwetwoningen, gebouwd met toepassing bijdrageregeling 1948 a. woningen 247 b. winkelwoningen 3 c. duplexwoningen 35 d. garage woningwetwoningen, gebouwd met toepassing bijdrageregeling 1950 a. woningen 886 b. winkelwoningen 3 c. duplexwoningen 66 d. winkels e. garages f. bergingen premiewoningen regeling 1950 a. woningen 105 b. winkelwoningen 8 c. garages woningen, gebouwd van gemeentewege a. arbeiderswoningen 5 b. middenstandswoningen 3 c. landhuizen 2 woningen aangekocht door de gemeente 40 4 70 25 22 Totaal 1573 122 De beide woningbouwverenigingen hebben te zamen in exploitatie 140 woningwetwoningen. In de aangeboden begroting zijn verder wederom geraamd rente en aflossing van recente investeringen, welke de totstandkoming in de jong ste tijd van diverse kapitaalswerken hebben bewerkstelligd. Deze last oefent uiteraard ook een financiële druk uit op de gewone dienst, zoals de algehele last van rente en aflos sing van onrendabele investeringen, die in de loop der jaren zijn gedaan en in de komende jaren zullen plaats vinden, een brede zoom van het jaarbudget vormt en zal blijven vormen. Uiteraard zal ook gedurende dit jaar weer voor zover dit al niet voor een deel is geschied -een aantal voorstellen bereiken, die be treffen het totstandbrengen van ka pitaalswerken en waarvan de inves tering nieuwe lasten aan rente en aflossing zal meebrengen. B. en W. stellen zich voor, hierop successie velijk bij gelegenheid der onder scheidenlijke kredietaanvragen te rug te komen. Tot het arsenaal van gegevens, nodig als grondslag en achtergrond voor een beoordeling van het te volgen financieel beleid, dient zeker ook te behoren een overzicht van de stand der reserves en nu dan per 1 januari 1964. Deze stand was op gemelde da tum als volgt: Algemene reserve 786.444.24 Saldi-reserve 992.952,81 Reserve gemeentefonds 162.833,29 Eigen kapitaal 252.225,94 Waterbedrijf (incl. fonds bijz. voorzieningen) 21.217, Slachthuisbedrijf (idem) 5.830, Hypotheekbank 27.192, Risico-reserve woningbedrijf 493.255, Reserve duplex-woningen woningbedrijf 55.955,06 Rente-reserve, gevormd uit winsten woningbedrijf 76.594,23 Reserve buitengewoon onder houd woningbedrijf 47.240,20 Reserve grondbedrijf 65.812,46 Elektriciteitsbedrij f (incl. fonds bijz. voorz.) 116.372,50 Gasbedrijf (idem) 59.500, Totaal 3.163.424,73 In dit overzicht zijn de gewone onderhouds-reserves van het wo ningbedrijf niet opgenomen. Verschillende subsidies en bijdra gen, die berusten op wettelijke voor schriften, voortvloeiende uit alge mene plaatselijke regelingen, zijn dit jaar hoger uitgetrokken moeten worden. De verenigingen die een hogere subsidie hebben gevraagd, zijn Lie dertafel „Oefening en Vermaak", Toneelverenigingen, 60 Plaatselijke sociale jeugdverenigingen en Plaat selijke jeugdsportverenigingen. Het totale subsidie ad 850. voor eertgenoemde vereniging is ei genlijk niet verhoogd. Het werd voorheen in 2 gedeelten beschik baar gesteld, nl. 500.gewoon subsidie en 350.subsidie in ver band met de jaarlijkse uitvoering van het „Requiem" van Mozart bij de jaarlijkse dodenherdenking. Nu dit laatste niet meer plaats vindt, stellen B. en W. voor het totale be drag op 850.te handhaven, ge zien de hoge kosten, welke de ver eniging heeft o.m. door de op hoog peil staande en algemeen gewaar- Door de uitbreiding van haar kre dietverlening en de groei van haar toevertrouwde midelen is het totaal van de geconsolideede balans van de Nederlandse Handel-Maatschap- pij in 1963 gestegen van 2585 mil joen tot 3033 miljoen. Debiteuren stegen van 1123 miljoen tot 1298 miljoen. Deposito's op ter mijn, spaarrekenigen en crediteuren namen toe van 2304 miljoen tot 2700 miljoen. Dit blijkt uit het heden gepubliceerde jaarverslag. Er wordt voor het eerst een gecon solideerde winst- en verliesrekening gepubliceerd. Voornamelijk als ge volg van salarisverhogingen zijn de onkosten toegenomen, nl. van f 55.1 miljoen tot f 58.5 miljoen. De belas tingen daalden daarentegen van f 11.5 miljoen tot f 9-6 miljoen in verband met de tariefsverlaging in Nederland en het grotere aandeel in de totale winst van de buitenlandse kantoren, die in het algemeen aan gunstigere belastingregelingen onder worpen zijn dan in Nederland. De bijdrage aan pensioenfondsen bedra gen f 4.2 miljoen (v.j. f 4.3 milj.) en de afschrijvingen op gebouwen en in ventaris f 3.5 miljoen (v.j. f 3.5 milj.) De baten uit interest en wissels ste gen van f 65.1 miljoen tot f 67.7 miljoen en die uit provisie en effec ten daalden iets, nl. van f 28.8 milj. tot f 28.2 miljoen. Het winstsaldo vóór reserveringen steeg van f 20.5 miljoen tot f 21.6 miljoen. Aan de vergadering van aandeel houders wordt voorgesteld evenals 't vorige jaar een dividend van 14;% uit te keren. Aan de buitengewone reserve wordt f 5 miljoen (v.j. f 4.5 milj.) toegevoegd. In verband met de groei van het bedrijf wordt de buiten gewone reserve bovendien versterkt door overboeking van f 12 miljoen uit de reserve onder crediteuren. Het totale zichtbare eigen vermogen be draagt daardoor nu f 185 miljoen (v. j. f 168 miljoen). De directie juicht het toe dat Ne derland weer in staat wordt gesteld zijn plaats in te nemen onder de han delspartners van Indonesië. De NHM heeft in goede samenwerking met bankinstellingen in Indonesië een be langrijk aandeel gehad in het groei end aantal kortlopende financierings transacties tussen beide landen. De algemene beschouwingen in het verslag zijn voor het grootste deel ge wijd aan nationale en internationale monetaire problemen waarbij het bankwezen en de NHM als grote bank met vele buitenlandse vestigin gen in het bijzonder ten nauwste be trokken zijn. Tevens wordt aandacht gegeven aan o.m. de recente loonex plosie in Nederland. De directie van de NHM schrijft die ten dele toe aan de inflatoire ontwikkeling in Europa die in Italië en Frankrijk haar oor sprong vond. Zij wijst er daarbij op dat de toeneming van de Nederlandse uitvoer in 1963 volkomen eenzijdig was gericht op onze partnerlanden in de E.E.G. en voor een belangrijk deel betrekking had op militaire leveran- vergroting van de afzet van vlees als gevolg van tijdelijke tarief- en libera lisatiemaatregelen in Italië en in Frankrijk. De directie spreekt de verwachting uit dat het uitstel, dat de regering wenst met betrekking tot de verlaging van de zeer hoge druk van de sterk progressieve inkomstenbelasting, bin nen een redelijke termijn kan worden gehouden. Zij acht het tevens van be lang dat voortgang wordt gemaakt met de harmonisatie van de belastin gen in de E.E.G., die in Nederland zal moeten worden gezocht in een verdere verlaging van de inkomsten belasting en een verhoging van de in directe belastingen. De getroffen monetaire maatrege len in Nederland verdienen, naar 't oordeel van de directie van de NHM ten volle de medewerking van het bankwezen. Zij spreekt echter tevens als haar overtuiging uit dat het res trictieve beleid met de nodige voor zichtigheid zal moeten worden ge- voerd en dat de mogelijkheden ervan aan zekere grenzen zijn gebonden. Met name wijst zij daarbij op het ge- vaar van een te sterke beperking van de diepte-investeringen. Overigens spreekt de directie van de NHM als haar overtuiging uit dat de Nederlandse economie als geheel bezien voldoende kracht bezit om zich van de gevolgen der inflatoire loons verhogingen te herstellen, mits op de weg der excessieve loonsverhogingen niet wordt voortgegaan, de expansie van de wereldeconomie zich blijft voortzetten en voldoende aandacht wordt gegeven aan de meer dan ooit bestaande noodzaak tot vergroting van de produktiviteit. Als een posi tieve bijdrage tot de economische groei van Nederland moeten, naar 't oordeel van de directie, met name de aardgasvondsten worden gezien, die tot uitbreiding van de industrialisatie, een efficiënter energieverbruik, ver hoging van overheidsinkomsten en uitbreiding van de uitvoer zullen lei den. De directie acht het tevens ver heugend dat in de afgelopen jaren aanzienlijke goud- en deviezenre serves zijn opgebouwd waardoor nu een ernstige schok kan worden op gevangen. Een belangrijk deel van deze reserves wordt door de banken aangehouden, in de vorm van uit zettingen die van voldoende liquide aard zijn om gerepatrieerd te kun nen worden binen de termijn waar in de invloed van het op 1 miljard geraamde betalingsbalanstekort zich zal doen gevoelen. Er moet bij de bepaling van hun liquiditeisbeleid door de banken tevens worden re- kenig is gehouden met de als gevolg van de lonsverhogingen sterke toeneming van de chartale geldcir culatie. AA -WWM''AWWhAAAAAAAAA^ DE TREINROOF IN ENGELAND Hoogste straf 30 jaar Zeven mannen zijn donderdag te Aylesbury elk tot dertig jaar gevan genisstraf veroordeeld wegens hun aandeel in de grote treinroof. Twee beklaagden kregen 25 jaar, één 24 jaar, één 20 jaar en één drie jaar ge vangenisstraf. ÏÏUUB VAN DOORNE VERLAAT DAF Dr. Huub van Doorne zal op 1 januari 1965 (als hij 65 wordt) als president van de raad van bestuur van de DAF-bedrijven aftreden. Hij wordt opgevolgd door zijn broer de heer Wirn van Doorne. De leiding van de verkoop wordt dan overgegeven aan diens oudste zoon de heer M. P. A. van Doorne. De oudste zoon van de heer Huub van Doorne, de heer M. P. J. H. van Doorne wordt vice-president van de raad van bestuur. De heren Huub en Wim van Doorne vertelden zaterdag dat in 1963 de omzet 250 miljoen heeft be dragen, 7 procent hoger dan in '62. 'noo'; deisiHM biedt méér aan spaarders

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1964 | | pagina 2