Aanbiedingen begrotingen van de gemeente
en van de bedrijven voor 1964
Jaarverslag Nederlandsche
Handei-Maatschappij N.V.
gemeenteraad Waalwik
BANK
Begroting kon sluitend gemaakt worden
door aanvullende uitkering van f 141.300 uit gemeentefonds
Subsidies
Ogen vragen brillen
van STASSAR
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 20 APRIL 1964
2
Salarisverhogingen
niet opgenomen
Overzicht van voor
naamste afwijkingen
Woningen
buddemeyee
Stand der reserves
Sparen op een spaarrekening 3V2%
of spaardeposito 4% bij de N.H.M. betekent ook:
veilig en vertrouwd sparen
gemakkelijk sparen (geen geloop met boekjes)
volledige bankservice
geen kosten
Vraag telefonisch toezending van onze spaarfoider.
NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ
Bij de aanbiedingen der begrotingen 1963 mochten B. en W. reeds
uitvoerig ingaan op het sedert het dienstjaar 1960 voor de gemeenten
geldende nieuwe statuut met betrekking tot de financiële verhouding
tussen rijk en gemeenten, neergelegd in de „Financiële Verhoudings
wet 1960". Dit statuut is hierom zo belangrijk, omdat het kan worden
beschouwd als basis, waarop voor een belangrijk deel de financiële
positie van de gemeente rust, zulks bij gebreke van een eigen be
lastinggebied van enige omvang.
Zoals bekend, viel onder de vigueur der vroegere wettelijke regeling
in de praktijk het zwaartepunt op zgn. subjectieve uitkeringen, wel
ke boven de objectieve aan vaste maatstaven gebonden uit
keringen door de minister van binnenlandse zaken konden worden
toegekend, indien in het gemeentelijk budget onvoldoende dekking
aanwezig was voor de uitgaven van de gewone dienst. Onder de
oude wet verkeerde de gemeente Waalwijk voortdurend in deze
omstandigheid.
Bij de inwerkingtreding der nieu
we financiële verhoudingsregeling
kon worden bereikt, dat de gemeen
te Waalwijk de hiermee ingetreden
phase kon ingaan met volledig ge
saneerde financiën, hetgeen werd
bereikt, doordat als uitgangspunt
werd aanvaard een zodanig bedrag
aan uitkeringen uit het gemeente
fonds, dat een allengs onder de ou
de regeling ontstane kloof tussen
uitgaven en middelen werd over
brugd, die rekening zou houden met
de lasten terzake van in 't verleden
gedane, ruime investeringen. Hier
door werd voorkomen, dat van de
aanvang van de inwerkingtreding
der nieuwe regeling af een te zware
druk op de budgetten van volgende
jaren zou rusten, die zeer remmend
zou gaan werken en het voorzienin
genniveau der gemeente zwaar zou
afremmen.
Voor 1960 werd nl. het geheel van
uitkeringen uit het gemeentefonds
verhoogd met een bedrag van
425.058.hetwelk tot en met '65
als „kop" op 't geheel der uitkerin
gen uit het gemeentefonds zal wor
den ontvangen. Na 31 december '65
zal dan een nieuwe situatie intre
den, welke een overbrugging zal
vormen naar de datum van 1 janua
ri 1970, waarop de nieuwe wettelij
ke regeling onverzwakt zal gaan gel
den, dus met gelijktijdige afloop der
garanties van aanspraken op grond
van de oude regeling.
Niettemin bestaan ten aanzien
van de perspectieven van de finan
ciële positie der gemeenten voor de
toekomst, en derhalve ook voor die
der gemeente Waalwijk, nog enige
onzekerheden, daar met name om
trent de werking van de nieuwe fi
nanciële verhouding tussen rijk en
gemeenten te weinig concrete voor
spellingen kunnen worden gedaan.
De aangeboden begroting kan
worden sluitend gemaakt door ra
ming van een aanvullende uitke
ring uit het gemeentefonds van
rond 141.300.(vorig jaar op de
primitieve begroting 156.000.
B. en W. zijn van oordeel, dat op
een totaal budget op de gewone
dienst van 6.635.347.dit tekort
zeker niet zorgwekkend is te noe
men. Overigens tekent zich hier een
ontwikkeling af, welke waarneem
baar is in tal van andere gemeen
ten: reeds een groot aantal gemeen
ten heeft voor 1964 een verzoek in
gediend om een aanvullende uitke
ring uit het gemeentefonds.
B. en W. tekenen hierbij aan, dat
in de begroting nog niet zijn ver
werkt de gevolgen van de per 1 ja
nuari 1964 voor het gemeenteperso-
neel ingevoerde salarisverhogingen.
De hieruit voortvloeiende hogere
lasten zullen bij suppletoire begro
ting aan de begroting behoren te
worden toegevoegd. Het college
heeft deze procedure gekozen, om
dat 't van oordeel is, dat opneming
van de gevolgen van deze salaris
verhoging reeds in de primitieve be
groting een juist inzicht in de be
grotingspositie der gemeente zou
bemoeilijken, daar nu nog niet vast
staat, welke compensatie in de vorm
van hogere uitkeringen uit het ge
meentefonds hier tegenover zal
staan. Te verwachten valt wèl, dat
de totale hogere salarispost, met na
me het gedeelte betrekking hebben
de op verschillende bedrijven, niet
door een hogere uitkering uit het
gemeentefonds zal worden gedekt.
B. en W. meenden evenwel voor de
bepaling van het financiële beleid
deze onzekere factor buiten beschou
wing te mogen laten, daar het B.
en W. voorkomt, dat deze van bui
ten af opgetreden omstandigheden
niet remmend zullen mogen werken
op een redelijk voorzieningenniveau
en daarin de centrale overheid zal
behoren te worden voorzien.
Het college acht het voorts dien
stig er de aandacht op te vestigen,
dat een integrerend onderdeel in 't
financiële patroon der gemeente
wordt gevormd door de winstuitke
ringen van met name het gas- en 't
elektriciteitsbedrijf. De hieruit jaar
lijks komende winstuitkeringen vor
men als het ware een structureel
element in de draagkracht der ge
meente en hebben bij de bovenbe
doelde sanering volledig meege
speeld. Verlaging van deze baten
zou dan ook het budget totaal ont
wrichten en oorzaak zijn van een
volkomen droogleggen van een be
langrijk deel der gemeentelijke ac
tiviteiten. De gunstige financiële
positie van deze bedrijven is boven
dien strikt nodig om voldoende arm
slag te hebben en te houden voor
het doen van investeringen ten be
hoeve van deze bedrijven, welke in
vesteringen in de naaste toekomst
in toenemende mate zullen moeten
worden gedaan, zonder dat daar di
recte baten tegenover zullen staan.
Ten aanzien van de geraamde winst
uitkering van het waterbedrijf zij
tenslotte nog opgemerkt, dat deze
practisch niet van betekenis kan
worden geacht en ternauwernood 'n
stootkussen vormt bij het optreden
van tegenvallers.
In 't hierna opgenomen overzicht
van de voornaamste afwijkingen van
de begroting 1964 ten opzichte van
de begroting 1963 zijn meer speci
fiek opgenomen de verschillen tus
sen de ramingen op genoemde dien
sten.
Als voornaamste lastenstijgingen
vermeldt het college met name de
hogere uitgaven voor openbare
werken 227.000.waaronder
een stijging van 65.000.voor
kapitaalslasten nieuwe investerin
gen), voor onderwijs (voor bijzon
der gewoon lager onderwijs onge
veer 60.000.en voor bijzonder
buitengewoon lager onderwijs plm.
66.700.hogere kapitaalslasten),
alsmede een verhoging met 57.700.-
van het subsidie aan de gemeente
lijke instelling voor maatschappe
lijke zorg, voornamelijk nodig in
verband met stijging van verpleeg-
kosten, hogere uitgaven voor be
jaardenzorg en een toenemend aan
tal verzorgden.
Tegenover deze lastenstijging staat
een meer-opbrengst van de alge
mene uitkering uit het gemeente
fonds tot een bedrag van 213.900.-
(stijging aantal inwoners, verhoging
uitkeringspercentage van 112 tot
120 en verhoging grondbedragen).
Daarenboven zal de onderwijsuitke-
ring uit het gemeentefonds naar
schatting 126.000.meer op
brengen. Deze hogere uitkering
vindt voornamelijk zijn oorzaak in
het feit, dat verschillende oude ge
bouwen door nieuwe zijn vervan
gen en ter zake hogere uitkeringen
worden ontvangen. Uiteraard staan
hier echter de reeds aangeduide ho
gere kapitaalslasten tegenover.
Evenals vorig jaar hebben B. en
W. ook ditmaal gestreefd om de
vele en veelsoortige subsidies zo
veel mogelijk te stabiliseren, van
mening zijnde dat deze subsidies in
het algemeen relatief van voldoen
de hoogte zijn en anderzijds abso
luut verantwoord zijn, omdat daar
door betekenende belangen worden
gediend en de subsidies hier dan
ook als een middel van bestuur fun
geren.
De uitkomsten van de nutsbedrij
ven (gas, water en elektriciteit)
blijven in totaal 61.800.— be
neden de raming van 1963. Overi
gens verwijzen B. en W. naar het
geen hieromtrent hierboven reeds
gesteld werd.
Het gasbedrijf levert, in vergelij
king met 1963, een nadelig saldo op
van 16.300.'t waterbedrijf van
10.300.de vleeskeuringsdienst
(netto) 200.bad- en zwemin
richtingen 2.300.grondbedrijf
2.400.sportpark 12.100.en
sociale werkplaats 25.900.Een
voordelig saldo boeken het elektri
citeitsbedrijf 5.300.en het wo
ningbedrijf 3.000.-—.
Voor het woningbedrijf geven B.
en W. weer het gebruikelijke over
zicht van het aantal in exploitatie
zijnde woningen per 1 januari 1964.
deerde volksconcerten, die zij regel
matig geeft.
PLAATSELIJKE
TONEELVERENIGINGEN
Tot nog toe werd aan deze vereni
gingen (een 3-tal) een subsidie ver
leend voor door de provincie be
kroonde uitvoeringen ad 200% van
het provinciaal subsidie. Daarnaast
hebben de verenigingen een basis
subsidie gevraagd ad 300.per
vereniging, maar zij willen dan ge
noegen nemen met verlaging van 't
met de provinciale bijdrage parallel
lopende subsidie tot 100%. Het be
zoek aan de door haar te geven uit
voeringen loopt iets terug, waarom
zij het aantal uitvoeringen iets wil
len inkrimpen. In totaal is nu voor
de subsidie iets meer uit te trekken
dan vorig jaar.
PLAATSELIJKE SOCIALE
JEUGDVERENIGINGEN
Door de plaatselijke jeugdraad is
gevraagd om verhoging van het
voor deze verenigingen vorig jaar
toegestane subsidie. Aangezien het
aantal verenigingen is toegenomen
en omdat de exploitatiekosten steeds
hoger worden, is thans een bedrag
uitgetrokken van 7.500.(vorig
jaar 5.000.
Ook voor de plaatselijke jeugd-
sportverenigingen is 2.500.uit
getrokken.
De volgende nieuwe subsidies zijn
uitgetrokken voor Stichting voor
Prot. Chr. Sociaal-paedagogische
nazorg.
Tot nog toe werd reeds subsidie
verleend aan de „Stichting nazorg
buitengewoon onderwijs Oosterhout-
Waalwijk", een stichting, die zich
bezig houdt met nazorg ten behoeve
van oud-b.l.o.-leerlingen. Thans
heeft zich ook een dergelijke speci
fieke Prot. Christelijke vereniging
om subsidie tot de gemeente ge
wend. Voorgesteld wordt haar even
eens subsidie te verlenen en wel
naar het aantal oud-leerlingen uit
Waalwijk en naar rato van de kos
ten. Te ramen is deswege 290.
en voor de andere, reeds vroeger
opgerichte, stichting 600.samen
890.—.
PROT. CHR. STICHTING VOOR
SCHOOL- EN BEROEPSKEUZE
Voor deze vereniging stellen B. en
W. voor een subsidie beschikbaar te
stellen van maximum 15.per
uitgevoerd onderzoek en verstrekt
advies ten behoeve van inwoners
onze gemeente. Gelijke subsidiëring
stellen B. en W. voor ten opzichte
van het r.k. Openbaar Bureau voor
beroepsbeuze, dat tot nog geen sub
sidie per inwoner genoot. Er is een
aflopend gegarandeerd minimum
voor dit Bureau voorgesteld. Dit be
drag is inbegrepen in het aldaar
uitgetrokken bedrag van 750.
KERKVOOGDIJ
HERV. GEMEENTE WAALWIJK
Bij raadsbesluit van 27 december
1962, goedgekeurd 27 februari 1963,
is een geldlening verstrekt ad
26.500.rentende 414% per jaar,
af te lossen in 20 jaren, voor de ver
bouwing van de oude N.H. pastorie
tot jeugdgebouw. Tegelijk werd een
subsidie toegekend ad 75% van de
rente en aflossing der lening. Voor
1964 is voor het eerst deze subsidie-
post uitgetrokken 1.838.44).
ST. VINCENTIUSVERENIGING
„ST. CLEMENS"
Deze vereniging organiseert bij
eenkomsten van bejaarden in het
Gemeenschapshuis aan de Loeff-
straat op één middag per week en
vraagt daarvoor een tegemoetko
ming in de kosten. B. en W. stellen
voor een subsidie uit te trekken, be
rekend in verhouding van het aan
tal bewoners der wijk 20%) en
wel van het totaalbedrag aan sub
sidie, dat wordt uitgetrokken voor
de bejaarden-sociëteit in het wan
delpark 400.plus dat voor het
comité „Ouden van Dagen" 250.-)
en 20% van f 650.zijnde 130.
Naar genoemd bedrag van 650.
is óók berekend het subsidie ad
125.voor de Chr. „Contact
commissie Bejaardenzorg".
STICHTING KATH. GEZINSZORG
(BEJAARDENHULP)
Bij raadsbesluit van 30 januari '64
is besloten een krediet voor 1964
beschikbaar te stellen ad 6.650.
voor bijdrage in de kosten van be
jaardenhulp, voor 1964 berekend
naar 1.77 per uur. Genoemd be
drag is nu weer uitgetrokken.
STICHTING „BEDRIJFS-
APOSTOLAAT", WAALWIJK
Deze stichting beoogt de beharti
ging van de geestelijke en sociale
belangen van de werknemers in het
algemeen. Voor die van de gemeen
te vraagt zij, eveneens van de par
ticuliere bedrijven, een bijdrage en
wel 2.50 per werknemer. Hier is
uitgetrokken 750.Een gedeel
te wordt verhaald op de gemeente
bedrijven.
chemisch reinigen.
grotestraat 95 waalwijk
Woon-
gelegenheden
Overige
ruimten
noodwoningen 28
woningwetwoningen, gebouwd vóór 1940:
a. woningen 141
b. winkelwoningen 1
woningwetwoningen, gebouwd met toepassing
bijdrageregeling 1948
a. woningen 247
b. winkelwoningen 3
c. duplexwoningen 35
d. garage
woningwetwoningen, gebouwd met toepassing
bijdrageregeling 1950
a. woningen 886
b. winkelwoningen 3
c. duplexwoningen 66
d. winkels
e. garages
f. bergingen
premiewoningen regeling 1950
a. woningen 105
b. winkelwoningen 8
c. garages
woningen, gebouwd van gemeentewege
a. arbeiderswoningen 5
b. middenstandswoningen 3
c. landhuizen 2
woningen aangekocht door de gemeente 40
4
70
25
22
Totaal
1573
122
De beide woningbouwverenigingen
hebben te zamen in exploitatie 140
woningwetwoningen.
In de aangeboden begroting zijn
verder wederom geraamd rente en
aflossing van recente investeringen,
welke de totstandkoming in de jong
ste tijd van diverse kapitaalswerken
hebben bewerkstelligd. Deze last
oefent uiteraard ook een financiële
druk uit op de gewone dienst, zoals
de algehele last van rente en aflos
sing van onrendabele investeringen,
die in de loop der jaren zijn gedaan
en in de komende jaren zullen
plaats vinden, een brede zoom van
het jaarbudget vormt en zal blijven
vormen.
Uiteraard zal ook gedurende dit
jaar weer voor zover dit al niet
voor een deel is geschied -een
aantal voorstellen bereiken, die be
treffen het totstandbrengen van ka
pitaalswerken en waarvan de inves
tering nieuwe lasten aan rente en
aflossing zal meebrengen. B. en W.
stellen zich voor, hierop successie
velijk bij gelegenheid der onder
scheidenlijke kredietaanvragen te
rug te komen.
Tot het arsenaal van gegevens,
nodig als grondslag en achtergrond
voor een beoordeling van het te
volgen financieel beleid, dient zeker
ook te behoren een overzicht van de
stand der reserves en nu dan per 1
januari 1964.
Deze stand was op gemelde da
tum als volgt:
Algemene reserve 786.444.24
Saldi-reserve 992.952,81
Reserve gemeentefonds 162.833,29
Eigen kapitaal 252.225,94
Waterbedrijf (incl. fonds bijz.
voorzieningen) 21.217,
Slachthuisbedrijf (idem) 5.830,
Hypotheekbank 27.192,
Risico-reserve
woningbedrijf 493.255,
Reserve duplex-woningen
woningbedrijf 55.955,06
Rente-reserve, gevormd uit
winsten woningbedrijf 76.594,23
Reserve buitengewoon onder
houd woningbedrijf 47.240,20
Reserve grondbedrijf 65.812,46
Elektriciteitsbedrij f
(incl. fonds bijz. voorz.) 116.372,50
Gasbedrijf (idem) 59.500,
Totaal 3.163.424,73
In dit overzicht zijn de gewone
onderhouds-reserves van het wo
ningbedrijf niet opgenomen.
Verschillende subsidies en bijdra
gen, die berusten op wettelijke voor
schriften, voortvloeiende uit alge
mene plaatselijke regelingen, zijn
dit jaar hoger uitgetrokken moeten
worden.
De verenigingen die een hogere
subsidie hebben gevraagd, zijn Lie
dertafel „Oefening en Vermaak",
Toneelverenigingen, 60 Plaatselijke
sociale jeugdverenigingen en Plaat
selijke jeugdsportverenigingen.
Het totale subsidie ad 850.
voor eertgenoemde vereniging is ei
genlijk niet verhoogd. Het werd
voorheen in 2 gedeelten beschik
baar gesteld, nl. 500.gewoon
subsidie en 350.subsidie in ver
band met de jaarlijkse uitvoering
van het „Requiem" van Mozart bij
de jaarlijkse dodenherdenking. Nu
dit laatste niet meer plaats vindt,
stellen B. en W. voor het totale be
drag op 850.te handhaven, ge
zien de hoge kosten, welke de ver
eniging heeft o.m. door de op hoog
peil staande en algemeen gewaar-
Door de uitbreiding van haar kre
dietverlening en de groei van haar
toevertrouwde midelen is het totaal
van de geconsolideede balans van
de Nederlandse Handel-Maatschap-
pij in 1963 gestegen van 2585 mil
joen tot 3033 miljoen. Debiteuren
stegen van 1123 miljoen tot
1298 miljoen. Deposito's op ter
mijn, spaarrekenigen en crediteuren
namen toe van 2304 miljoen tot
2700 miljoen. Dit blijkt uit het
heden gepubliceerde jaarverslag.
Er wordt voor het eerst een gecon
solideerde winst- en verliesrekening
gepubliceerd. Voornamelijk als ge
volg van salarisverhogingen zijn de
onkosten toegenomen, nl. van f 55.1
miljoen tot f 58.5 miljoen. De belas
tingen daalden daarentegen van
f 11.5 miljoen tot f 9-6 miljoen in
verband met de tariefsverlaging in
Nederland en het grotere aandeel in
de totale winst van de buitenlandse
kantoren, die in het algemeen aan
gunstigere belastingregelingen onder
worpen zijn dan in Nederland. De
bijdrage aan pensioenfondsen bedra
gen f 4.2 miljoen (v.j. f 4.3 milj.) en
de afschrijvingen op gebouwen en in
ventaris f 3.5 miljoen (v.j. f 3.5 milj.)
De baten uit interest en wissels ste
gen van f 65.1 miljoen tot f 67.7
miljoen en die uit provisie en effec
ten daalden iets, nl. van f 28.8 milj.
tot f 28.2 miljoen. Het winstsaldo
vóór reserveringen steeg van f 20.5
miljoen tot f 21.6 miljoen.
Aan de vergadering van aandeel
houders wordt voorgesteld evenals 't
vorige jaar een dividend van 14;%
uit te keren. Aan de buitengewone
reserve wordt f 5 miljoen (v.j. f 4.5
milj.) toegevoegd. In verband met de
groei van het bedrijf wordt de buiten
gewone reserve bovendien versterkt
door overboeking van f 12 miljoen
uit de reserve onder crediteuren. Het
totale zichtbare eigen vermogen be
draagt daardoor nu f 185 miljoen (v.
j. f 168 miljoen).
De directie juicht het toe dat Ne
derland weer in staat wordt gesteld
zijn plaats in te nemen onder de han
delspartners van Indonesië. De NHM
heeft in goede samenwerking met
bankinstellingen in Indonesië een be
langrijk aandeel gehad in het groei
end aantal kortlopende financierings
transacties tussen beide landen.
De algemene beschouwingen in het
verslag zijn voor het grootste deel ge
wijd aan nationale en internationale
monetaire problemen waarbij het
bankwezen en de NHM als grote
bank met vele buitenlandse vestigin
gen in het bijzonder ten nauwste be
trokken zijn. Tevens wordt aandacht
gegeven aan o.m. de recente loonex
plosie in Nederland. De directie van
de NHM schrijft die ten dele toe aan
de inflatoire ontwikkeling in Europa
die in Italië en Frankrijk haar oor
sprong vond. Zij wijst er daarbij op
dat de toeneming van de Nederlandse
uitvoer in 1963 volkomen eenzijdig
was gericht op onze partnerlanden in
de E.E.G. en voor een belangrijk deel
betrekking had op militaire leveran-
vergroting van de afzet van vlees als
gevolg van tijdelijke tarief- en libera
lisatiemaatregelen in Italië en in
Frankrijk.
De directie spreekt de verwachting
uit dat het uitstel, dat de regering
wenst met betrekking tot de verlaging
van de zeer hoge druk van de sterk
progressieve inkomstenbelasting, bin
nen een redelijke termijn kan worden
gehouden. Zij acht het tevens van be
lang dat voortgang wordt gemaakt
met de harmonisatie van de belastin
gen in de E.E.G., die in Nederland
zal moeten worden gezocht in een
verdere verlaging van de inkomsten
belasting en een verhoging van de in
directe belastingen.
De getroffen monetaire maatrege
len in Nederland verdienen, naar 't
oordeel van de directie van de NHM
ten volle de medewerking van het
bankwezen. Zij spreekt echter tevens
als haar overtuiging uit dat het res
trictieve beleid met de nodige voor
zichtigheid zal moeten worden ge-
voerd en dat de mogelijkheden ervan
aan zekere grenzen zijn gebonden.
Met name wijst zij daarbij op het ge-
vaar van een te sterke beperking van
de diepte-investeringen.
Overigens spreekt de directie van
de NHM als haar overtuiging uit dat
de Nederlandse economie als geheel
bezien voldoende kracht bezit om zich
van de gevolgen der inflatoire loons
verhogingen te herstellen, mits op de
weg der excessieve loonsverhogingen
niet wordt voortgegaan, de expansie
van de wereldeconomie zich blijft
voortzetten en voldoende aandacht
wordt gegeven aan de meer dan ooit
bestaande noodzaak tot vergroting
van de produktiviteit. Als een posi
tieve bijdrage tot de economische
groei van Nederland moeten, naar 't
oordeel van de directie, met name de
aardgasvondsten worden gezien, die
tot uitbreiding van de industrialisatie,
een efficiënter energieverbruik, ver
hoging van overheidsinkomsten en
uitbreiding van de uitvoer zullen lei
den.
De directie acht het tevens ver
heugend dat in de afgelopen jaren
aanzienlijke goud- en deviezenre
serves zijn opgebouwd waardoor nu
een ernstige schok kan worden op
gevangen. Een belangrijk deel van
deze reserves wordt door de banken
aangehouden, in de vorm van uit
zettingen die van voldoende liquide
aard zijn om gerepatrieerd te kun
nen worden binen de termijn waar
in de invloed van het op 1 miljard
geraamde betalingsbalanstekort zich
zal doen gevoelen. Er moet bij de
bepaling van hun liquiditeisbeleid
door de banken tevens worden re-
kenig is gehouden met de als gevolg
van de lonsverhogingen sterke
toeneming van de chartale geldcir
culatie.
AA -WWM''AWWhAAAAAAAAA^
DE TREINROOF IN ENGELAND
Hoogste straf 30 jaar
Zeven mannen zijn donderdag te
Aylesbury elk tot dertig jaar gevan
genisstraf veroordeeld wegens hun
aandeel in de grote treinroof. Twee
beklaagden kregen 25 jaar, één 24
jaar, één 20 jaar en één drie jaar ge
vangenisstraf.
ÏÏUUB VAN DOORNE
VERLAAT DAF
Dr. Huub van Doorne zal op 1
januari 1965 (als hij 65 wordt) als
president van de raad van bestuur
van de DAF-bedrijven aftreden.
Hij wordt opgevolgd door zijn broer
de heer Wirn van Doorne.
De leiding van de verkoop wordt
dan overgegeven aan diens oudste
zoon de heer M. P. A. van Doorne.
De oudste zoon van de heer Huub
van Doorne, de heer M. P. J. H.
van Doorne wordt vice-president
van de raad van bestuur.
De heren Huub en Wim van
Doorne vertelden zaterdag dat in
1963 de omzet 250 miljoen heeft be
dragen, 7 procent hoger dan in '62.
'noo';
deisiHM
biedt méér
aan
spaarders