60 JAAR NIEUWE
MAASMOND II
(thans Bergsche Maas)
P
a
Gemeenteraad Waalwijk
Een stukje historie
B. en W. vragen extra subsidie
voor Waalwijks
Jachfhoorncorps «Cornu Copiae
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 25 MEI 1964
2
DE MAM MET DE
LUCIFER
GROTESTRAAT 246 - WAALWIJK
Donderdag was de grote dag, de
dag ook voor onze lezers van het
meeste belang, de opening van den
Nieuwe Maasmond en de onthul
ling van de gedenknaald. Na eene
aubade der schoolkinderen vertrok
H.M. naar Heusden.
Wij zullen deze reis vanaf Den
Bosch beginnen, en komen zoo res
pectievelijk door de bezochte ge
meenten, waar overal zeer mooie
versieringen waren aangebracht,
welke wij natuurlijk niet allen af
zonderlijk zullen bespreken.
Een hele weg door de stad éér
we buiten waren en overal weer
een massa geestdriftig gestemde
Brabanders, door smalle stegen en
breede straten en de Markt langs
de buitensingel den Mayweg
en dan 't spoor over.
Toen lag de keiweg naar Vlij
men en het omringende verre Bra-
bantsche land voor ons, waarover
met grote hevigheid de regenstorm
gierde. Allen in den stoet werden
doornat en telkens woeien hoeden
en steeken af, soms in het water
wat tot gevolg had dat telkens ge
deelten van de stoet stokten om
de hoofddeksels op het droge te la
ten brengen.
Op die wijze is de tocht van dezen
dag naar Heusden en de dorpen
waar de plechtigheden zonder
enige wijziging doorgaan, feestelijk
mislukt, niet door de schuld van
de wachtenden, die druipnat door
het lange wachten in de kletsende
regen toch uiting gaven aan hun
geestdrift.
In weerwil van dit ongunstige
weer bleef de Koningin voortdu
rend in het open rijtuig zitten.
We kwamen toen aan Deuteren,
gemeente Cromvoirt. Over de weg
was een groene eereboog gezet met
het opschrift „Cromvoirts ingezete
nen betuigen liefde en trouw aan
het Vorstelijk Paar.
Een meisje, de dochter van den
burgemeester, in aardige Brabant-
sche kleederdracht, kwam een bou
quet aanbieden; haar vader be
groette de Vorstelijke Gasten op
Cromvoirts grondgebied en de
harmonie van Helvoirt speelde Hun
het volkslied toe.
De mannen en vrouwen van
Cromvoirt stonden er langs Öexi
weg dicht bij den eereboog, op 'n
voor Midden Brabant belangrijke
plaats. Hier was eertijds de boer
derij, waar in 1566 door Cornelis
van Driest de eerste Hervormde
Predikatie werd gehouden. Er was
slechts enkele minuten oponthoud.
Toen reden we verder de ruwe
keiweg en dan plots sterk rechtsaf
een sterk hellende grintlaan naar
Vlijmen op.
Burgemeester Zwaans verwel
komde de Vorstelijke Bezoekers op
de grens zijn gemeente en ging
den stoet vóór, zijn dorp binpen.
Daar stonden eerepoorten en zui
len als feestversiering over den
geheele straatweg verdeeld. Voor
het gmeentehuis hield het Konink
lijk rijtuig stil. Daar waren, tegen
het bordes, de leden van den raad
bijeen, met de notabelen en daar
stonden 450 schoolkinderen.
Op het bordes, bij kleedjes van
wit met oranje als een levende ver
siering langs de trap, een vijftigtal
bruidjes.
En naar achteren de harmonie
van het dorp en de schuts.
De koningin ontving een bouquet
van een dochtertje van de gemeen
te ontvanger en zij hoorde den bur
gemeester in volle oprechtheid ge
tuigen hoe gelukkig Vlijmen was
met de groote onderscheiding van
den Koninklijke doortocht. Toen
was 't even een aardig tafereel van
geestdrift. De kinderen en de au
toriteiten en heel de menigte van
onze stoere Brabantse mannen en
vrouwen. De meesten uren ver uit
de omtrek aangelopen om de Ko
ningin en den Prins te zien, hieven
opeens een geweldig hoezee aan,
de harmonie schetterde er haar
Wilhelmus doorheen en 't was daar
een vervaarlijke massa-hulde,
Maar we reden weer verder, het
gejuich achter ons nog onvermin
derd klanstevig. Langs de lage
huisjes waar over de onderdeuren
oude vrouwtjes uitkeken - groot
moeders moesten op de kinderen
passen, vader en moeder waren
naar het dorp gegaan! - en de kerk
voorbij waar de eerwaarde geeste
lijken buiten stonden en wuifden
gingen we in tamelijke draf het
dorp uit en de vrije wegen op.
Na Vlijmen scheen het weer wat
te willen gaan beteren. De lucht
brak, de wind ging liggen en een
koesterend zonnetje kwam zelfs
even door. Maar het duurde slechts
een paar minuten want weldra
kletste de regen weer neer en vaag
de de storm langs steken, pluimen
hooge hoeden en doorweekte de re
gen galarokken en de lichte zomer-
sche toiletten van de dames in den
stoet. Maar voort trok de stoet nu
tot de grens van Nieuwkuijk, waar
burgemeester P. J. van den Broek
zijn ambtgenoot [van Vlijmen af
kwam lossen. Aan 't landgoed On-
zenoord bouqetten. En verder weer
de burgerij vóór 't landelijk ge
meentehuis saamgestroornd. Daar
werd een korte welkomsgroet ge
bracht. Henriette Mostermans en
Christiana van den Besselaar bo
den bloemen aan.
De schoolkinderen stonden er
met vlaggen te wuiven, de lieder
tafel zong er het Salve Reginam
Nostram, en met banieren en me
dailles stonden er de boelen opge
steld, de schotsen en schutterijen
van St. Joris en St. Chrispijn, die
hier in de Langstraat alle schoen
makers beschermt, kaartgezelschap-
pen enzovoorts, en zij droegen de
oude ganzeveeren, de hand- en
kruisbogen bij zich; daar, in 't ver
schiet verrees de paal van 't vogel
schieten.
't Eigenlijke dorp Drunen werd
niet bereikt, maar toch bracht
burgemeester van Huiten er met
zijn burgerij aan 't Vorstenpaar
hun groet, juist waar de stoet rechts
zou zwenken, 't land van Heusden
en Altana in, en bood een nichtje
van den minister van Justitie een
bouquet aan.
Een eind verder bij den molen,
kwam den burgemeester van Els-
hout en Oudheusden, de heer van
Breugel, de Koningin en den Prins
complimenteeren om voor te rij
den, door zijn gemeente, waar
overal de vlaggen wapperden in 't
groen; en 't daverde er van 't jui
chen. Aan het kleine plein, bij de
hooge versierde zuil werd halt ge
houden. De raadsleden stonden er
met de geestelijkheid van de pa
rochie en de schoolkinderen wuif
den met hun vaantjes boven de
oranjepetten en hoeden uit, en
vooraan hielden de allerkleinsten
oranjewimpels uit waar op ieder
een woord stond: „Ik-bemin-U-."
De jongelingen-congregatie blies
er schallende fanfares.
En alweer verder ging het, door
het vlakke land van haast louter
vetweiderij en, met 'n enkele kamp
vruchtbomen er tusschen langs het
doode fort van de hystorische ves
ting Heusden, waar nu vredige wa
ter lelekes drijven op het singelwa-
ter. En in de verte zag Hare Maje
steit, hoog op de groene wallen het
oude stadje liggen met de lichte
grijze huizen onder breedroode da
ken, en de kleine ruitjesvensters.
Het volk had zich in grooten ge
tale opgesteld aan den Oud-Heus-
densche poort waar de Burgemees
ter H. M. zou complimenteeren,
maar wegens het vreeselijke we
der werd doorgereden en had zulks
op het stadhuis plaats.
Het traphuis in dit gebouw is de
hoogere kunst van metselwerk; die
lenige bogen met hier en daar een
gebroken lijn zijn daar in Vlaamsch
verband zoo neergelegd en geschift
door een eenvoudig Heusdens met
selaar, een meester in zijn vak,
waar dan ook door een der eerste
Amsterdamsche architecten de hand
is opgelegd.
Hare Majesteit en de Prins, ge
volgd door den hofstoet, schreden
er door de antichambre de raadzaal
binnen, zoo'n innig voornaam ver
trek, dat elke groote stad het Heus
den zou benijden. Mejuffrouw H.
Honcoop bood er H.M. eene prach
tige bouquet. Vervolgens had de
presentatie plaats van raadsleden,
den kantonrechter en den griffier,
en toen sprak de burgemeester de
hooge gasten toe:
Mevrouw,
Groot is de dag, verheven het
oogenblik, waarop de ingezetenen
dezer gemeente het onuitsprekelijke
voorrecht mogen genieten, Uwe Ma
jesteit, vergezeld van Hoogst derzel-
ver Gemaal, Z.K.H. den Prins der
Nederlanden, in hun midden te zien.
Mogen de grootere gemeenten van
ons vaderland met meer grond ver
wachten, het zij vroeg of laat met
een bezoek van Uwe Majesteit en
Uwe Kon. Hoogheid te worden ver
eerd, eene kleine plaats als de on
ze had nimmer op zoo hooge gunst
kunnen rekenen.
De omstandigheden zijn ons even
wel in bijzondere mate gunstig ge
weest.
Het groote en grootsche werk der
verlegging van den Maasmond, dat
heden door uw Majesteit plechtig
zal worden geopend, is immers de
onmiddellijke aanleiding tot dit Vor
stelijk bezoek. En met de geschiede
nis van dat zoo hoogst belangrijke
werk, een werk, dat de van ouds
bekende glorie van den Nederland-
schen waterstaat in nog helderde
licht plaatst, met deze geschiedenis
is het stedeke Heusden op eigenaar
dige wijze verbonden.
Ik ga hier in mijn gedachten te
rug tot den bangen winter van de
jaren 1860 op 1861, toen onze erf
vijand, het water, in machtige gol
ven de Waaldijken deed bezwijken
en een noodlottige doorbraak jam
mer en ellende bracht over den
Bommelerwaard. Heusden was in
die dagen het toevluchtsoord voor
vele ongelukkigen, die have en goed
hadden verloren en in onze plaats
onderkomen, hulp en steun zochten
en die vonden in hun droevig, nij
pend gebrek; Heusden genoot ook
toen de eer van een koninklijk be
zoek, zij het onder gansch andere
omstandigheden.
De traditie der Oranje's getrouw,
stak Uwer Majesteits Koninklijke
Vader, Z.M. Willem de Derde, aan
stonds de reddende hand toe aan den
door den ramp getroffen even-
mensch en wist door Hoogstdeszelfs
persoonlijke verschijning te midden
der watersnoodlijdenden alhier op
26 Januari 1861, moed en troost in
te boezemen.
De herinnering aan dit treurig
feit van vóór 40 jaar geleden, knoopt
zich onwillekeurig vast aan de heu
gelijke gebeurtenis van den dag van
heden.
Dank zij de wet van 23 Januari
1883, tot verlegging van den Maas
mond, eene wet onder het zegenrijk
bestuur van Uwer Majesteits Ko
ninklijken Vader tot stand gekomen
en onder Uwer Majesteits tegen
woordige regering tot volledige uit
voering gebracht, zijn waterrampen
als vroeger telken jare te duchten
waren, niet meer te verwachten.
Aan dit gelukkig vooruitzicht dan
ken de ingezetenen dezer gemeente
het onschatbare voorrecht Uwe Ma
jesteit en Hoogstderzelver Gemaal,
Z.K.H. den Prins der Nederlanden,
alhier te mogen begroeten. Ik maak
mij dan ook ongetwijfeld den tolk
van alle inwoners, als ik Uwe Maje
steit en Uwe Kon. Hoogheid mijn
diepgevoelde erkentelijkheid betuig
voor de hooge eer aan onze gemeen
te bewezen, eene onderscheiding, die
met gulden letteren zal worden ge
boekstaafd in de historierijke anna
len onzer oude veste.
De spontane uitingen van het volk
in onze straten, de wel bescheiden
maar met opgewektheid aangebrach
te versieringen, dit alles moge ge
tuigen van de innige gehechtheid, de
groote toewijding, de trouwe liefde
van ons allen voor het ons dierbaar
Vorstenhuis, dat tot in lengte van
dagen den scepter moge voeren over
het eveneens ons zoo dierbaar Va
derland.
Lang leve Hare Majesteit de Ko
ningin!
Lang leve Z.K. Hoogheid de Prins
der Nederlanden!
Geestdriftig stemden allen in met
dit gejuich.
(wordt vervolgd)
Het college van B. en W. heeft
de gemeenteraad van Waalwijk
voorgesteld om aan het Waalwijks
Jachthoorncorps „Cornu Copiae",
naast de reeds voor 1964 toegeken-
de subsidie van 757.een extra j
subsidie toe te kennen. Op deze 1
wijze wil het gemeentebestuur de
dank en erkentelijkheid tot uit
drukking brengen voor dit corps,
dat zondag 10 mei op het te Tilburg
gehouden concours een eerste prijs
met lof van de jury in de afdeling
uitmuntendheid wist te behalen.
Bovendien werd aan „Cornu Co
piae" een extra prijs toegekend voor
het hoogst aantal punten op het
concours. Verder behaalde de tam-
bour-maitre van het corps de tam-
bour-maitre-prijs van de tweede
concoursdag en tevens de prijs voor
het hoogst aantal punten voor beide
concoursdagen.
Tijdens de raadsvergadering van
donderdagavond zal de gemeente
raad tevens te beslissen krijgen
over het voorstel van het college,
de woning Winterdijk 23 onbewoon
baar te verklaren. Gebleken is dat
de ligging, inrichting en afmetin
gen en tevens de toestand van de
verschillende onderdelen van deze
woning zodanig zijn, dat de woning
niet meer verder bewoond kan wor
den. De ontruimingstermijn is door
de hoofdingenieur-directeur van de
volkshuisvesting en bouwnijverheid,
tevens waarnemend inspecteur van
gezondheid, gesteld op 3 maanden.
B. en W. stellen echter voor deze
termijn te stellen op 6 maanden.
Bij raadsbesluit van 30 december
1959 werd aan het gedeelte van de
toenmalige Eerste Zeine, gelegen
tussen de Akkerlaan en de Linie-
dijk, tot de oostelijke gemeentegrens
de naam gegeven van Drunenseweg.
In overleg met de gemeente Drunen
is het college van B. en W. tot de
overweging gekomen dat de naam
„Overlaatweg" beter gekozen is,
omdat het van belang is dat deze
weg, voorzover gelegen buiten de
bebouwde kom van de beide ge
meenten, dezelfde naam krijgt, ter
wijl de naam „Drunenseweg" voor
het weggedeelte dat in de gemeente
Drunen valt, ongeschikt is.
De gemeenteraad zal donderdag
avond vervolgens overgaan tot de
aankoop van een perceel grond, ge
legen ten oosten van de Mr. van
Coothstraat, met een oppervlakte
van ongeveer 550 m2. De gemeente
heeft deze grond, die tot het terrein
van de Middelbare Vakschool be
hoort, nodig voor de aanleg van de
Margrietstraat (geprojecteerd tus
sen de Mr. v. Coothstraat en Sta
tionsstraat). Door deze aankoop is
de mogelijkheid aanwezig om dat
gedeelte van de Margrietstraat aan
te leggen, waaraan de nieuwe hoofd
ingang van het T.N.O. zal komen
te liggen.
Tot slot zal aan de heer P. Brok
de woningwetwoning Putstraat 22
worden verkocht.
FEUILLETON
VAN
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
door Ids. van der Ploeg
6)
„Ik geloof niet, dat het veel om
het lijf heeft", zei hij tenslotte.
„Stuur die neef eens een recher
cheur op z'n dak; voorkomen is be
ter dan genezenStraks heb ik
een bespreking met de brandweer
commandant. Je hebt, geloof ik, een
brandenregister
De Brave, die vaak genoeg te ho
ren kreeg dat hij monnikenwerk
deed met al zijn overzichten, ging
naar een ladenkast en vond zonder
moeite de tabellen, die zijn superieur
nodig had.
„Alstublieft, mijnheer Reydel",
zei hij met enige trots. „Tot van
daag toe bij".
Een half uur later zat de inspec
teur tegenover De Braauw.
„We kunnen onze gegevens eens
vergelijken", zei de commandant,
die zag, dat Reydel goed beslagen
ten ijs kwam. „U hebt waarschijn
lijk dezelfde gevolgtrekkingen ge
maakt als ik".
„Welke?" vroeg de inspecteur.
„Wel, er heeft een verschuiving
plaats gehad in de objecten. Het
aantal branden in woonhuizen neemt
in de laatste jaren gestadig af, maar
daartegenover staat, dat er meer
bedrijfsruimten in vlammen op
gaan".
„Door de slechte tijdsomstandig
heden mischien", verondrestelde
Reydel. „Bij een vroegere economi
sche crisis, nu tien jaar geleden,
heeft zich hetzelfde verschijnsel
voorgedaanhoewel
„Nu?"
„Er zijn enkele verschijnselen,
waarvoor ik geen verklaring vin
den kan."
„U veronderstelt wel opzet?"
„Het kan niet anders - brand
stichting heeft dit op andere mis
drijven voor - of liever tegen - dat
alle sporen verdwijnen. Bekijkt U
dit eens, mijnheer De Braauw".
Hij schoof een grafiekje over
tafel.
„Pakhuisbranden zijn en vogue
tegenwoordig dit is het onverklaar
bare."
„Frappant", oordeelde de com-"
mandant, de tekening aandachtig
bekijkend, „opvallend is ook het
uur, waarop de branden uitbreken,
meestal nadat het personeel naar
huis is
„Ja, en dan is er nog een omstan
digheid, die mijn aandacht trok.
In de regel zijn het pakhuizen
met erg brandbare goederen. Eer
gisteren waren het Chinese watten,
vorige week een opslagruimte van
kapok en enige tijd geleden brand
de de hele papiervoorraad van de
firma Horchnet en Swiep op. Mijn
secretaris heeft verder uitgevon
den, dat magazijnen, waar in ma-
chineriën of andere metalen zijn
geborgen tot nu toe geen beurt
hebben gehad."
Zij spraken nog enige tijd over
het onderwerp, totdat de brand,
op de Kloveniersburgwal ter sprake
kwam.
„Wij waren er vlug genoeg bij",
zei de commandant, „zeven minu- j
ten na de eerste melding stond Har-
tog met zijn wagen van de Achter
gracht al voor de brandende perce
len. De haard zat in Groenland, het
linker pakhuis, maar al gauw begon
het in Nova Zembla. Eerst later
sloeg het vuur ook door naar de
Noordkaap, het middelste pakhuis.
Gisteren heb ik de ruines nog eens
bekeken, maar veel wijzer ben ik
er niet uit geworden. Die panden
zijn al jaren in gebruik bij de Yo
kohama Handel-Maatschappij, een
importfirma. Op verschillende
plaatsen zijn er in de scheidingsmu
ren openingen gemaakt om gemak-
De gemeenteraad van Waalwijk
komt donderdag 28 mei in openba
re vergadering bijeen ter behande
ling van onderstaande agenda.
AGENDA
1. Vaststelling van de notulen der
openbare vergadering, gehouden
1 mei 1964.
2. Ingekomen stukken.
3. Voorstel tot onbewoonbaarver-
klaring van de woning Winterdijk
23.
4. Voorstel tot verlenging van het
krediet in rekeningcourant aan de
Deken van Riel-Stichting.
5. Voorstel tot vaststelling van 'n
wegnaam.
6. Voorstel tot beschikbaarstelling
van een krediet van f 15.000.- ter
voorbereiding van de uitvoering
van buitengewone werken.
7. Voorstel tot toekenning van
een extra subsidie aan het Jacht
hoornkorps „Cornu Copiae".
8. Voorstel tot beschikbaarstelling
van een krediet voor het aanbren
gen van voorzieningen aan de cen
trale radio- en televisie-antenne
masten op gemeentelijke woning
complexen ten behoeve van de
ontvangst van het tweede program
ma der Nederlandse televisie-stich
ting.
9. Voorstel tot onteigening van
gronden ten oosten van de haven.
10. Voorstel tot aankoop van grond
gelegen ten oosten van de Mr. van
Coothstraat, van de Staat de Ne
derlanden.
11. Voorstel tot verkoop der wo
ning Putstraat 22, aan P. Brok.
12. Voorstel tot verkoop der wo
ning Burgemeester Verwielstraat 7
aan Drs. K. J. E. M. Schretlen.
13. Voorstel tot verkoop van indu
strieterrein ten oosten van de ha
ven, aan de firma Appels' In
ternationaal Transportbedrijf en
Br andstoffenhandel, met wijziging
van het raadsbesluit d.d. 30 juni
1960 tot uitgifte van grond in erf
pacht aan genoemde firma.
14. Voorlopige vaststelling gemeen
te- en bedrijfsrekening over 1961.
15. Wijziging begroting.
n
TRICOTAGE MET FRANSE CHARME
DRIE PARIJSE KIDNAPPERS
NA KLOPJACHT GEVANGEN
Een snelle reactie van het Franse
politie-apparaat, dat in het holst van
de nacht in zijn totaliteit werd ge
mobiliseerd, heeft in 34 uur tijd een
spectaculaire ontvoering tot 'n suc
cesvolle ontknoping gebracht.
In de nacht van vrijdag op zater
dag, kort na 12 uur, werd Madelei
ne Dassault (65), echtgenote van het
gaullistische paarlementslid en bou-
werd van de straalvliegtuigen „Mys-
tère" en „Mirage", Marcel Dassault
(72), door drie gemaskerde kidnap
pers in Parijs ontvoerd. Gistermor
gen om 10 uur inspecteerden twee
patrouillerende gendarmes in een
bos, 60 kilometer benoorden Parijs,
een oude, bouwvallige en verlaten
boerderij. Het toeval had hen ge
leid naar de plaats, waar de ont
voerde verborgen was. Eén der kid
nappers, die haar bewaakte, werd
aangehouden. Later daagden de
twee andere ontvoerders op. Zij lie
pen eveneens in de val. Een vierde
ontvoerder ontkwam.
BUDDEMEYEB
chemisch reinigen
grotestraac 95 waalwijk
kelijk van het ene pakhuis naar 't
andere te kunnen. Dat verklaart
waarom na Groenland het eerst
Nova Zembla in brand vloog - er
moeten twéé vuurhaarden zijn ge
weest."
„Dus opzet!"
„Ja, voor mij staat het vast. U
zult er goed aan doen al uw re
chercheurs te mobiliseren."
Buiten het vertrek klonken op
eens opgewonden stemmen - de
deur werd opgeworpen en een kort
dik heertje drong door tot vlak bij
de lessenaar van de commandant,
gevolgd door een bediende die te
vergeefs trachtte de man tegen te
houden.
„Wat betekent dit?" vroeg del
Braauw geërgerd.
„Die man van U zei, dat U niet
te spreken was, maar ik laat mij
zo niet afschepen!" ruziede de in
dringer.
„Wie is U?"
„Visdrager natuurlijk.U hebt
toch mijn kaartje? O, dat is mis
schien in de wacthkamer blijven
liggen. hier hebt U een ander.
Hij zocht naar zijn portefeuille,
maar vond alleen een krant, waar
mee hij, alsof het een vlag was, be
gon te zwaaien.
„Hier hebt U het.leest U dit
'ns: Opzet mag nooit en zeker niet
nu, waar de magazijnen propvol
lagen met waardevolle goederen,
uitgesloten worden geacht. Een ho
ge verzekering dekt de schade, dat
staat zomaar in de krant en ik
vraag U of dit geoorloofd is, mijn
heer de commandant."
„U is iets van de Yokohama-Han-
del-Maatschappij, vermoed ik?"
„Iets? Ik ben de directeur.dat
artikel is infaam. Wat een stijl!
Het lijkt wel een beschrijving van
een film, die ene zinswending is
nog idioter dan de andere, maar 't
ergste is die slotzin."
„Dit is mijnheer Reydel, inspec
teur van de Rijks-Opsporings-
Dienst", zei de Braauw. „En mis
schien is het voor uw gezondheid
beter als U gaat zitten, daar, tegen
over mijn bureau als U wilt".
Visdrager nam op een puntje van
de stoel plaats, legde de krant open
op tafel:
„Inspecteur van de Rijks-Opspo-
rings-Dieiist? Beter kan het niet,
ik zou wel eens willen weten of dat
allemaal maar mag in Amsterdam.
U is ambtenaar, U is geroepen'om
te beschermen."
„U 'schijnt bezwaar te hebben te
gen een bepaald gedeelte van het
zondagochtendblad?" vroeg Reydel
langzaam.
„Een bepaald gedeelte?" ant
woordde Visdrager agressief, „die
krant ergert mij van het begin tot
het eind."
„Als ik u goed begrijp, bevallen
de literaire opvattingen van de re
dactie u niet?" teemde Reydel ver
der.
„Literaire opvattingen? Daar heb
ik geen woord over gezegd 't
Gaat om feiten, om verdachtmakin
gen, waarvoor ik genoegdoening
verlang. Hier leest u zelf maar
De directeur liet zijn lorgnet, die
onder het driftige praten toch al
een onzeker bestaan had geleid,
nog verder langs de helling van z'n
neus glijden, totdat zij op een punt
kwam, waar ze vanwege een plaat
selijke verdikking niet verder kon,
en las weer een hoge verzeke
ring dekt de schade."
„Is dat even een laffe aantijging
of niet? Iedereen in de stad weet,
dat wij die pakhuizen in huur heb
ben. 't Staat trouwens ook aan het
begin van deze film-recensie."
„Waar zijn uw goederen verze
kerd, mijnheer Visdrager?" vroeg
De Braauw.
Visdrager haalde een dikke en
velop uit zijn binnenzak en depo
neerde deze op de lessenaar.
(wordt vervolgd)