JAARLIJKS RUIM ACHT TON
en
OUDERS TE ZACHTZINNIG
Mijlpaal
GemeentesecretarisErg verguld
tee
f
waalwijk gezien
door zijn
bestuurders
^aalwijks sociaal beleid kost
sit
SI
i JN lIl
#11
DE ECHO VAN HET ZUIDEN EXTRA EDITIE
I
mmm
-
fe'V-—
Plflffl
Recht op menswaardig bestaan
Hoezeer het werk van de afdeling Sociale Zaken van de gemeente is
toegenomen blijkt wel uit het totale cijfer van de uitgekeerde bedra
den. in 1952 werd een totaal van 284.000 gulden uitbetaald en in 1963
ffas dat 835.000 gulden. Dat komt neer op bijna 200 gulden per inwo-
neer in 1952 en op meer dan het dubbele per inwoner in 1963. Er heeft
óch, zo vertelde wethouder Van Laack ons, een weldadige ontwikke
ling voorgedaan in het geheel van steunverlening aan mensen, die dat
nodig hebben. Lange tijd, aldus de wethouder van Sociale Zaken, is
steunverlening als een gunst beschouwd, maar enige jaren geleden
heeft zich een ontwikkeling ingezet, die het als een recht beschouwt,
dat mensen, die niet in hun kosten van levensonderhoud kunnen voor
zien, een beroep kunnen doen op de overheid. Deze nieuwe gedachten-
gang cumuleerde zich in de Algemene Bijstandswet.
moment 50 bezet zijn.
Sinds kort bestaat er de moge
lijkheid tot plaatsing van jeugdige
werknemers en dames. Dat is een
enorm succes gebleken. De sociale
Werkplaats kost de gemeente jaar
lijks 130.000 gulden.. Wethouder van
Laack vindt dat dit geld goed be
steed is: „Het is uitermate belang
rijk deze gehandicapte mensen een
werkkring te geven, waarin zij hun
functie in de samenleving kunnen
demonstreren."
De 130.000 gulden voor de Sociale
Werkplaats is lang niet de enige
post aan de uitgavenkant van de
afdeling Sociale Zaken.
In onderstaand overzicht geven we
de cijfers voor 1952 en 1963 van de
belangrijkste posten:
1952 1963
Gem. Inst. v.
Maatschap. Zorg 97.500.- 382.000.-
Verpleging
Zwakzinnigen 45.600.- 161.000.-
Gem. Soc. Werkpl. 3.500.- 130.000.-
Rijksregelingen 120.600.- 85.000.-
Maatsch. werk 16.800.- 77.000.-
284.000.- 835.000.-
De heren K. J. van Laack, wethouder van Sociale Zaken (rechts) en
de heer Joh. J. M. de Broek, hoofd van de afdeling, tijdens een werk
bespreking.
Van deze wet verwachten Wet
houder Van Laack en de heer Joh.
G. M. de Broek, hoofd van de afde
ling Sociale Zaken wel het een en
ander. Zij vinden, dat het een gun
stige ontwikkeling is, dat de men
sen, die geholpen moeten worden,
niet meer het gevoel zullen hebben,
dat zij hun hand open moeten hou
den.
„Je moet er maar van uitgaan",
zegt de heer De Broek, „dat de men-
sen liever hun eigen boontjes dop
pen. Wanneer ze dat niet kunnen,
is dat veelal buiten hun schuld. De
overheid moet dan het recht op een
menswaardig bestaan erkennen."
En hiermee is wel de goede men
taliteit getekend van de beide men
sen die de leiding hebben van de
f gemeentelijke afdeling van Sociale
Zaken.
Onder deze dienst resorteren drie
afdelingen: de afdeling die belast
l is met de uitvoering van de Rijks-
I voorzieningen voor Werklozen en
Zelfstandigen, de Gemeentelijke In
stelling voor Maatschappelijke Zorg,
die materiële hulp verleent krach
tens de Armenwet en, sinds 1961, de
Directie en Administratie van de
Gemeentelijke Sociale Werkplaats.
Tot 1958 telde de afdelingen drie
personeelsleden. Thans bedraagt dit
aantal 9, terwijl voor het rapporte
ren over bepaalde situaties meestal
een beroep wordt gedaan op de
maatschappelijke werksters van de
parochieële centra.
We vermeldden reeds, dat de lei
ding van de sociale dienst berust bij
de heer De Brock, die zijn werk
verricht onder supervisie van de
wethouder van Sociale Zaken, de
heer K.J. van Laack, die in 1962 als
zodanig de heer Fr. Smolders op
gevolgd is.
De trots van wethouder van Laack
is de Gemeentelijke Sociale Werk
plaats, die op 1 september 1963 in
gebruik is genomen aan de Prof.
Minckelersweg.
Deze modern geoutilleerde nieuw
bouw biedt een capaciteit van 75
arbeidsplaatsen, waarvan er op het
j
'V' - /'y- c.: :y:y'y'\. c'
c.C.M
i«5
I
i
""ir
De trots van wethouder Van Laack: de Gemeentelijke Sociale Werkplaats
Dit astronomisch bedrag van ruim
acht ton wordt uiteraard voor een
groot deel gedekt uit rijkssubsidies
en uitkeringen krachtens sociale
verzekeringswetten. Bovendien wor
den deze kosten bestreden met de
bijdragen van de mensen zelf.
In totaal kwamen in 1963 450 per
sonen of gezinnen voor een periodie
ke uitkering in aanmerking. Hier
onder vielen alleen al 95 verpleeg
de bejaarden en kinderen.
De burgerij heeft een belangrijke
invloed op het sociale beleid van de
gemeente, omdat een viertal com
missies van advies en het bestuur
van de Gemeentelijke Instelling
voor Maatschappelijke Zorg uit de
burgerij is samengesteld.
Als voorzitter van deze commis
sies fungeert de wethouder van So
ciale Zaken, de heer K. J. v. Laack.
Hij vertegenwoordigt het gemeente
bestuur.
De afdeling Sociale Zaken heeft
nog relaties met andere instanties
op het terrein van sociaal, medisch-
sociaal of maatschappelijk werk. Zo
is het hoofd van de afdeling, de heer
De Broek secretaris van het di-
strictsrevalidatiebureau en adviseur
van de Katholieke gezinszorg in de
Langstraat.
Wethouder van Laack is sinds
kort lid van het bestuur van de Fe
deratie van de Sociale Werkplaat
sen in Noord Brabant.
Ten behoeve van de ingezetene
geeft de afdeling vele adviezen op
velerlei gebied.
De inspecteur, Korpschef van de Waalwijkse politie, de heer J. H. P.
Hoog Antink, ziet geen overdreven moeilijkheden met de Waalwijkse
jeugd. Zoals in iedere stad ondervindt men in Waalwijk nog al eens last
en hinder van de bromnozems, die met hun brommers veel lawaai en
rumoer veroorzaken. Maar daarbij blijft het. Van grove misdragingen
kan tot heden gelukkig niet gesproken worden. Naar de mening van
de inspecteur zijn de oorzaken gelegen in de welvaart, waardoor de
jeugd over veel meer geld en mogelijkheden beschikt dan vroeger.
„Naar mijn mening zijn de ouders veel te zachtzinnig om de kinderen
tot ordelijkheid en zachtmoedigheid te dwingen."
VERKEER
De jeugd is niet de enige zorg van 't Waalwijkse politiekorps. In 1947
behandelde de politie 33 aanrijdingen, in 1952 88; in 1957 150 en weer 5
jaar later, in 1962, niet minder dan 211. In 1963 waren het er 283 en in
1964 verwacht inspecteur Hoog Antink er 350. Hieruit blijkt wel dui
delijk, dat de werkzaamheden van de politie op het gebied van het
verkeer enorm zijn toegenomen.
De redactie van „De Echo van het
Zuiden" ons plaatselijk blad, ver
zocht mij een bijdrage te willen le
veren voor het nummer van ge
noemd blad, dat speciaal aan de ge
boorte van de 20.000ste inwoner zou
worden besteed. Gaarne wil ik aan
dit verzoek voldoen.
Nog te meer omdat ik destijds van
nabij de spannende periode heb
meegemaakt bij het bereiken van
de 10.000ste en de 15.000ste inwo
ner in onze gemeente.
Na de vereniging van de gemeen
ten Waalwijk, Baardwijk en Be-
soijen in 1921, waardoor het zielen
tal van de drie samengevoegde ge
meenten op 9046 kwam, duurde het
nog tien jaren eer de 10.000ste was
bereikt. Een gemiddelde stijging
van 96 zielen per jaar.
Van 12 mei 1931 tot 15 februari
1954 heeft het geduurd eer de
15.000ste Waalwijker het levenslicht
aanschouwde. Dat is 23 jaren. De
stijging bedroeg nu rond 217 zielen
per jaar.
GESCHIEDENIS
Waalwijk heeft al lang een eigen
politie. Vóór 1916 waren dat ge
meente-veldwachters, na 1 augus
tus van dat jaar agenten van politie
met aan het hoofd een inspecteur.
Waalwijk telde toen ruim 5000 in
woners. Het korps was toen negen
man sterk. Vobr iedere 575 inwo
ners één agent dus. Verhoudingsge
wijs is de sterkte in 1964 veel klei
ner. Op de 20.000 inwoners heeft
Waalwijk nu 24 politie-ambtenaren.
Dat is één op iedere 800 inwoners
Bij de vereniging van Waalwijk,
Baardwijk en Besoijen was de sterk
te van het korps 13 man. Tot 1943
heeft Besoijen bovendien een bri
gade van Koninklijke Marechaussee
gehad van 6 a 7 man. In Baardwijk
was een veldwachter gestationeerd.
Drie soorten politie dus in één ge
meente. In die dagen trouwens een
beeld, dat meerdere plaatsen ver
toonden.
De radicale reorganisatie van de
Nederlandse politie na de bevrijding
bedreigde even de eigen gemeente
politie van Waalwijk. Omdat Waal
wijk aan kon tonen dat het lange
tijd eigen politie had gehad en bo
vendien werd aangemerkt als een
plaats met „stedelijk karakter" be
hield het zijn eigen korps. Op 27
april 1947 werd het formele besluit
daartoe genomen door de rijksover
heid. Voor de 12.700 inwoners wees
de minister een korpssterkte van
17 man aan.
Met de gemeente groeide ook het
korps: van 20 in 1953 tot 22 in 1957.
In 1960 kwam het korps op 'n sterk
te van 25 man, waaronder twee ad
ministratieve krachten. In verband
met de arbeidstijdverkorting werd
in 1961 nog één man aan het korps
toegevoegd. Sinds die tijd kwam in
de samenstelling geen verandering
meer.
MOTORMATERIAAL
In 1948 kreeg het gemeentelijke
politiekorps voor het eerst de be
schikking over motormaterieel. Dat
was een gereviseerde oorlogsjeep.
Daarin is sindsdien wel de nodige
verandering in gekomen. Thans be
schikt de politie over twee volks
wagens, voor de surveillance, een
stationcar en een motor met zijspan.
Drie van deze voertuigen zijn uit
gerust met mobilofoons.
Een belangrijk feit in de historie
van het korps was de ingebruikna
me van het huidige politiebureau.
(zie foto boven)
Dat was op 8 maart 1958. Voor die
tijd huisde men in het sousterrain
van het raadhuis, dat echter veel te
klein was.
In de nieuwe behuizing werd ook
begonnen met de opbouw van een
goed geoutilleerde recherche-afde
ling: de inrichting van een tech
nische opsporingsdienst, zoals dac
tyloscopie en fotografie.
Inspecteur Hoog Antink, die sinds
1 februari 1948 in dienst van de ge
meente Waalwijk is, acht het een
gelukkig feit, dat de criminaliteit in
Waalwijk op een laag peil staat. Het
aantal misdrijven in onze gemeen
te is niet verontrustend.
En thans 10 jaar later, mogen wij
de 20.000 inwoner in onze nu snel
groeiende gemeente begroeten. De
ze laatste periode heeft de aanwas
van het inwonertal een gemiddel
de van 500 zielen per jaar bereikt.
Om het volgende 500tal vol te
maken, dus om de 25.000ste te kun
nen begroeten, is een voorspelling
te wagen van vijf jaren, of gemid
deld 100 inwoners per jaar meer.
In 1970 verwelkomen wij dan de
jongste spruit als 25.000ste.
Onze 20.000ste baby begroeten
wij heden zeer hartelijk. Dit boor-
lingske slaat een mijlpaal in Waal
wij ks bevolkingsloop waar we trots
op zijn.
Vlaggengewapper en trompetge
schal zal zeker dit heugelijk feit
omlijsten. Dat de jongste Waalwij
ker voorspoedig moge opgroeien
tot vreugde van zijn ouders en als
een bijzondere persoonlijkheid in
onze mooie gemeente, is de harte-
wens van oud-wethouder,
FRANS SMOLDERS
Ere-burger van Waalwijk.
U begrijpt wel dat ik, met al mijn
medewerkers, erg "verguld" ben, nu
bet zo ver is, dat Waalwijk 20.000
inwoners telt. Dit is duidelijk een
mijlpaal en het is voor ons natuurlijk
een grote voldoening, dat Waalwijk
in "de vaart der gemeenten" zo sterk
sdhiet.
Op de eerste plaats zijn wij trots
als inwoners van onze goede stad.
Maar daar komt nog iets bij waar
wij dagelijks beroepshalve extra nauw
betrokken zijn bij het wel en wee van
Waalwijks gemeenschap, begrijpt U
wel, dat wij ons bij deze verheugende
ontwikkeling ook bijzonder nauw be
trokken voelen.
Ik geloof, dat het een gedachte-
fout zou zijn indien men zou stellen,
bat de gemeentelijke overheid alleen
°f op de eerste plaats debet zou zijn
aan deze snelle groei. Zeker, en ik
mag dit gerust stellen daar ik nog
maar nauwelijks een jaar op deze
s'oel zit en dus nog maar zeer wei-
ai? aan deze ontwikkeling heb mo-
i!
Gemeentesecretaris
mr. F. Th. M. Hagemans
gen bijdragen, indien het gemeente
bestuur minder actief was geweest in
het scheppen van verschillende voor
waarden voor deze spectaculaire op
gang, dan zouden we zeker thans nog
niet op dit punt zijn aangeland. Maar
het spreekwoord zegt dat het met
onwillige honden slecht hazen vangen
is (ik hoop dat dit niet oneerbiedig
klinkt) - indien de burgerij in al
haar geledingen de unieke kansen,
welke ook structureel gegeven waren,
niet had gegrepen, dan waren wij
thans zeker nog niet zo ver.
Het is uitermate boeiend in een ge
meente als Waalwijk, zeker ook als
secretaris, te mogen werken. In deze
functie zie ik, als naaste medewerker
van raad, burgemeester en wethou
ders en burgemeester, alle draden
van de "gemeentelijke handel en wan
del" bij elkaar komen en ik kan U
verzekeren, dat het geheel van deze
draden een vrij complexe, doch inte
ressante zaak is.
Men zegt wij Nederlanders zijn
perfectionistisch en als gevolg daar
van is het overheidsbedrijf hier te
lande dienovereenkomstig: Misschien
zit hier een kern van juistheid in. Ik
ben dan ook wel eens jaloers op onze
Benelux-partners, die met een benij
denswaardige blijmoedigheid hun za
ken plegen te regelen en er óók uit
blijken te komen. Niettemin past ook
op deze redenering een correctie. De
verdiehting der Nederlandse bevol
king en de steeds voortschrijdende on
derlinge afhankelijkheid mede door
de steeds toenemende communicatie
mogelijkheden maken het openbaar
bestuur nu eenmaal zeer gecompli
ceerd, daar met tal van belangen moet
worden rekening gehouden.
Deze ontwikkeling werkt ook door
in de eisen, waaraan het gemeentelijk
apparaat moet voldoen. Vooral na de
oorlog zijn de gemeentelijke bemoei
ingen sterk toegenomen, terwijl aan
het bestuursapparaat oök qualitatief
steeds hogere eisen worden gesteld.
Dit is ook vanzelfsprekend de wel
vaartsverhoging zette zich ook in de
overheidssfeer door. Wat tot voor
een tiental jaren op allerlei terrein
stedelijke voorzieningen werden ge
noemd, wordt hoe langer hoe meer
gemeengoed ook in de middelgrote
gemeenten, zodat de daaruit voort
spruitende problematiek ook en met
name in de middelgrote gemeenten
als Waalwijk zich practisch even sterk
aandient als in de grotere gemeenten.
Dit houdt echter in hoge eisen in
qualitatief opzicht, met name aan de
top van het apparaat. Gelukkig kan
worden gesteld, dat het gemeentelijk
apparaat zijn partij in dit opzicht be
hoorlijk weet mee te blazen. Dat heb
ik tijdens mijn nog betrekkelijk korte
werkzaamheid hier al wel ervaren.
Wat de omvang der werkzaamhe
den betreft is misschien wel instruc
tief, dat in 1922, toen de gemeente
Waalwijk "nieuwe stijl" tot stand
kwam door de vereniging der ge
meente Waalwijk "oude stijl" met de
voormalige gemeenten Baardwijk en
Besoijen, de secretaris beschikte over
6 medewerkers (bij een aantal inwo
ners van 9015).
In 1931, toen Waalwijk 10.000 in
woners bereikte, was er intussen één
ambtenaar bijgekomen.
In 1954, toen wij aan 15.000 in
woners kwamen waren er, buiten de
secretaris 15 ambtenaren, terwijl wij
nu op de secretarie boven de 30 zit
ten!
Er blijft echter altijd een spanning
tussen hoeveelheid en complexiteit
van het werk dat moet worden ver
richt en de bezetting van het appa
raat. De gemeente Waalwijk is in een
stormachtige ontwikkeling. De pro
blemen, welke zich aandienen zijn
groot en van velerlei aard. De om
standigheid, dat wij in snel tempo
naar een gemeente van wellicht 30
35 duizend inwoners groeien werpt
haar "schaduwen" reeds vooruit en
is er oorzaak van, dat thans reeds
problemen moeten worden verwerkt,
welke bij een zich rustig ontwikke
lende gemeente van rond 20.000 in
woners nog lang niet aan de orde zou
den zijn. Om financiële en allerlei
andere redenen kun je echter omvang
en kwaliteit van je apparaat nu een
maal niet volledig op deze ontwikke
ling instellen.
Maar toch ben ik niet zo bang, dat
we er niet zouden komen. Wij zijn
paraat om in een goed tempo de da
dendrang van ons ijverige gemeente
bestuur bij te houden! De uitstekende
verhoudingen tussen gemeentebestuur
en ambtenaren zullen daartoe zeker
mede bijdragen.
mr. F. TH. M. HAGEMANS.