Restauratie van de zes
oude kerktoren te Loon
eeuwen
op Zand II
Kaatsheuvel
Smidje Verholen/ten de rare alchimist
Sé
-
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 7 SEPTEMBER 1964
HET PORTRET VAN DE TOREN.
DE MAN MET DE
LUCIFER
gemeen
I
Streek
Open
burg
(Slot)
In het jaar 1769 moesten het dak en de
toren van de kerk danig worden hersteld.
De architect F. de Wijer uit Boxtel, heeft
het toen gedaan. Voor een handjevol nieuw
gezindten werd de kerk hersteld, doch zij
hebben er heel weinig aandacht aan be
steed.
De toren heeft men voor vele doeleinden
in de loop der tijd gebruikt. Na 1700
diende hij voor gevangenis. In 1760 werd
de bestemming aan hem gegeven om de
plaatselijke band weer te herbergen. Tevens
diende hij als opslagruimte. De telegraaf
legde beslag op de toren in 1830. Ook toen
had hij veel geleden in verband met de
plaatsing van de telegraaf. Daarom deed de
gemeente een beroep op het Rijk om in de
kosten te voorzien op 17 juli 1839. De toren
was toen eigendom van de gemeente. De
kosten van herstel door de gemeente in
1841 bedroegen f 533,23th.
Een andere ramp trof de toren rond 1820.
Toen brandde hij uit en het was door toe
doen van Martinus van Leeuwen, die de
brand wist te blussen en de toren en de kerk
voor ondergang behoedde. Voor deze daad
is de kloeke redder geridderd. Op het Zil
ver van het St. Ambrosiusgilde, toen van
Leeuwen koning schoot, is dit vereeuwigd
(1825).
Van 1795 tot 1817 was het kerkgebouw
in een Zeer vervallen staat. Daarbij kwam
nog de stormramp van 9 november 1800.
Het dak was zeer slecht, het glas der ra
men was eruit, 't hout vergaan en doordat
de kerk veel open was hadden weer en wind
vrij spel. De toren was aan een diep ver
val toe.
Nadat irt 1823 de toren en de kerk aan
de rechtmatige katholieke bezitters waren
teruggegeven, had weer een verbouwing en
restauratie plaats. Nu was het architect
Nic. v. d. Waals uit Tilburg die de leiding
had. Van het bijhouden van het gebouw
door de weinige protestanten kwam heel
weinig terecht.
Op 30 september 1823 was het gebouw
klaargekomen en konden de katholieken
weer hun erediensten uitoefenen. Het was
een feest voor heel de parochie. Als na 100
jaar de dankbaarheid nog van kracht is,
laat de parochie een gedenkplaat aanbren
gen voor het feit van de teruggave.
Aan architect Weber uit Roermond is
rond het jaar 1880 weer een restauratie op
gedragen. Zo is er steeds getimmerd aan de
kerk en toren en het is heel kostbaar een
oud bouwwerk te bewaren voor de onder
gang. Koste wat het kost, alles is er aan
gedaan wat maar nodig bleek om kerk en
toren te behouden. De ene restauratie kwam
na de andere. Het bleef maar geld kosten,
wat uiteindelijk ook de parochianen aan
ging. Er was echter niet altijd een Prins
Van Salm-Salm die weldoener van kerk en
armen bleef.. Bij deze verbouwing in 1880
is het ronde tongewelf aangebracht. Ook
werden de oorspronkelijke ronde pilaren
gerestaureerd en zeskantig gemaakt. Een be
pleistering werd toen aangebracht met een
z.g. baksteenbeschildering.
NA HET EEUWFEEST.
Al was de kerk al in handen van de ka
tholieken teruggegeven, de toren met de be
roemde klokken bleef nog eigendom van
het Rijk, sedert 1648, na de vrede van
Munster.
In het jaar 1902 was het burgemeester
j. van Bespuw, die de toren met klokken
plus een bedrag van f 3.400. -dat door
Napoleon was geschonken tot onderhoud en
restauratie van de toren, terug kocht van
het Rijk voor de symbolische som van
f 2.50.
Hoe de toren toen was, Iaat zich wel den
ken, want in 1907 moest hij weer grondig
worden nagezien. De spits was destijds door
een hevige storm van de toren gewaaid.
Opnieuw kwam er een spits op, maar niet
zoals de oude welke binnen de ommuring
stond. Er was eertijds een trans tussen spits
en muur. Nu werd er een achtkantige spits
opgeplaatst met een schuin glooiend dak,
dat over de muren heen stak. Tegelijkertijd
werd het kleine torenspitsje op de trap-
toren, welke aan de zuidoosthoek naast de
steuncontrefort is gebouwd, geplaatst; ook
dat is een achthoekige spits. Dat het laatste
een bijzonderheid was bleek uit de onparle
mentaire uitdrukking welke de Loonse bu
ren veelal bezigden "De Tore van Loon
heei gejongd". Zo is deze toren, met zijn
grote en kleine spits ernaast, een vertrouwd
baken in het Brabantse landschap. Het is
zeer typisch voor deze mooie gothische kerk.
De Loonse mensen zijn er beslist trots op!
We noemden reeds de jubileumviering
van het 100-jarig bezit van de kerk. Ook
dit ging met de nodige aankleding gepaard.
Toen werd de kerk van een marmer-beschil
dering voorzien en het te veel aan muur
schilderingen maakte haar tot een platen-
bijbel. De gebrandschilderde ramen hielpen
daaraan mee. Er waren echter hele mooie
bij. Aan deze beschildering werkte Van
Boekhoven uit Den Bosch. Zijn portret stond
bij dat van Albrecht Dürer geschilderd op
de grote wandschildering van de "Lijdende-
Strijdende en Zegenpralende Kerk". De
kerk was erg druk beschilderd, maar hier
uit sprak toch de vroomheid van de gelo
vigen. Men sprak toen van "het heilig
Loontje". Pastoor Muré wilde een zeer
fraaie kerk.
Intussen zocht men naar uitbreiding van
het aantal plaatsen in de kerk en de enige
oplossing was, dat pastoor Muré twee nieu
we zijbeuken zou laten aanbrengen. Dit ge
schiedde in 1928. De ruimte werd inder
daad vergroot, maar de architectonische
waarde van het historische bouwwerk ging
er mee verloren. Het priesterkoor, sacristie
en oude zijbeuken werden geweld aange
daan.
Bij de bevrijding van 't dorp in 1944 wer
den kerk en toren zwaar beschadigd. In
1945 kon al met de herstelwerkzaamheden
worden begonnen. De zuider-zijbeuk werd
toen opnieuw opgebouwd en bij het naar
voor brengen van het koor kwam het mooie
kruisgewelf in de toren vrij.
Pastoor Schoenmakers bestemde het jaar
1949 ook voor torenrestauratie en heeft ook
het interieur laten nazien en aanpassen. Bij
de herstelwerkzaamheden in 1950 zijn vele
historische wetenswaardigheden aan het
licht gekomen, omtrent de inrichting en
bouw van de kerk en toren. Op grond hier
van zal men nu de nieuwe restauratie gaan
toepassen. Monumentenzorg wil in elk ge
val een mooie toren met kerk herstellen om
die voor het nageslacht te bewaren. De fa.
De Bont te Nieuwkuijk weet echter van
wanten en zal het kerkgebouw beslist goed
uit de verf doen komen, om te kunnen blij
ven evenaren met de kerken van Sprang,
Oosterhout, Oirschot e.d.
De huidige pastoor Mommers en zijn
voorganger Pastoor Schoenmakers hebben
beiden heel veel gedaan om het gebouw de
historische waarde terug te geven en bij
elke herstelwerkzaamheid is dit bewaarheid
geworden.
Zeer eenvoudig van vorm is de toren en
diende eerder als versterking dan tot pronk
stuk. Hij is in vier geledingen gebouwd op
een vierkant grondplan. De muren meten
onderaan bijna twee meter; boven bij de
galmgaten hebben ze een dikte van nog 1.25
meter. Op de hoeken zijn steuncontreforten
gebouwd en vormen een simpele versiering.
De profilering van de vier wanden van de
toren is niet overal gelijk.
In de onderste geleding is boven de zwa
re ingangspartij een groot gotisch raam,
waarop de beeltenis van St. Jan's Onthoof
ding - de patroon van de kerk - is weer-
FEUILLETON
VAN
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
door Ids. van der Ploeg
46
Versluis, de nachtportier, die al
eerder was gekomen, toonde niet de
minste verlegenheid en keek met 'n
zekere verwachting naar de serre
deuren, alsof daar het doek zou
opgaan voor de laatste acte van een
drama, waarvan hij de eerste be
drijven met belangstelling gevolgd
had. Hij schoof wat opzij om plaats
te maken voor De Wal, die bedrem
meld de kamer binnentrad.
De Brave keek de kamer eens
rond - in korte tijd was het hem
gelukt de personen, waarnaar de in
specteur gevraagd had, bijeen te
brengen. Alleen de stoelen van Ver
nimmen en Nonhebei waren nog
onbezet en Jan de schoenmaker zou
zijn eigen bankje wel meebrengen.
Het werd nu tijd om de architect te
laten komen. In een aangrenzend
vertrek belde hij het ziekenhuis op
een deelde mee, dat Nonhebei op 't
kantoor van de R.O.D. werd ver
wacht. Al eerder had hij met de ge
neesheer-directeur de afspraak ge-
gegeven. Daarboven en er naast zijn resp.
een rozet en langgerekte terugspringende
vlakken aangebracht; de laatste hebben bo
venaan een zandsteen versiering. Ook de
hoeksteunen zijn van terugspringende vlak
ken voorzien. De zuid- en noordwanden van
deze geleding hebben eveneens terugsprin
gende vlakken, welke ook te zien zijn in de
Maria- en Doopkapel.
De tweede geleding is rondom hetzelfde,
dus weer met lange vlakken, telkens twee
aan twee aan elke kant; ook met boven
zandsteen motieven.
Aan de oostzijde van deze geleding is
het dak van de kenk aangebracht door de
vlakkenverdeling heen. Kennelijk is dit ge
beurd nadat de toren klaar was. Tevens is
in die zijde nog zichtbaar, dat een lager -
dus eerder - dak was aangezet.
De derde geleding heeft aam de noord-
west- en oostkant vier hoge terugspringende
gotische boogvlakken met in de top prach
tige bladmotieven van zandsteen. Op de
zuidzijde zijn nog mooiere gotische venster-
vlakken, welke nog dieper zijn dan de an
dere, met zes zandsteen banden. Het geheel
is gedekt en afgesloten in de punt met een
prachtig kantmotief in zandsteen. Dit mo
tief hangt af en sluit de panelen als nissen
af. Boven deze grote raamvlakken zijn
rondom op de vier zijden zes kleinere go
tische nisvlakken naast elkaar aangebracht
op gelijke diepte als de eerste, ook weer met
friesbogen van zandsteen. De vierde gele
ding, welke de klokken herbergt, bestaat
rondom telkens uit twee grote galmgaten.
Zij lijken op prachtige gotische ramen met
zandsteenlagen en bogen.
Met restauraties zijn de galmgaten waar
schijnlijk veranderd. Men vermoedt, dat er
eertijds vier galmgaten in elke wand zijn
geweest. De galmgaten waren toen twee aan
twee gekoppeld, dus met een pilaster in het
midden, die weer twee spitsboogjes droeg,
samen onder één grotere gotische boog.
Vlak hierboven ziet men een rij van terug
springende boognissen. Dit lijkt op het Ro
maanse systeem van lisenen. Het zijn acht
gotische nissen, twee aan twee in één vlak,
waarvan de boogjes rusten op een steun-
pilaartje, dat tot halverwege rijkt. Aan elke
zijde zijn dus vier van deze vlakken; hun
boogjes zijn tamelijk plat, doch doen nog
gotisch aan. Het geheel vormt een soort
blinde afrastering. Hierop rust het overste
kende dak met spits. Op het traptorentje
zijn dezelfde vlakken en nissen. De vierde
geleding er van is op haar beurt in drieën
gedeeld en steekt boven het dak uit om de
spits te dragen. Ook de hoeksteunen hebben
deze vlakken en op elke geledingovergang
staan overhoekse pinokels, welke op hun
beurt weer met zandsteen zijn gedekt. Over
de gehele lengte heeft de toren horizontale
zandsteenlagen, z.g. speklagen, die voor
een mooie onderbreking in de bouwtrant
zorgen. In de grote- en traptoren zijn regel
matig lange smalle kijk- en sohietvensters
aangebracht.
De bovenbouw van de toren is van an
dere baksteen dan het onderste deel. We
zouden kunnen aannemen, dat de afbouw
dus niet geleidelijk heeft plaats gehad.
De mooiste zijde van de toren is die van
de straatkant, de zuidzijde. Kennelijk om
dat hier de eigenlijke kern van de woon
gemeenschap lag. Wat de gotiek, vlakken,
nissen, zandsteenlagen en afdekking be
treft voor de toren geldt ook voor het hele
oude deel van de kerk. Zij is in dezelfde
stijl gebouwd. De oude zijbeuken, het pries
terkoortorentje en de steunberen laten dit
heel duidelijk zien.
EEN RIJKDOM.
De toren is al heel rijk op zichzelf, maar
wat hij bewaart is nog veel schoner. Het
zijn de klokken! Alleen' om hun ouderdom
al, maar niet minder om hun welluidendheid
zijn ze beroemd.
De grootste klok, de Maria-klok, is ver
vaardigd in 1500 door de gebroeders Wil
lem en Jasper Moer in hun klokkengiete
rij, welke ze in de nabijheid van de toren
hebben gehad. Ze weegt 2900 pond.
De tweede klok, de St. Jan Baptistklok,
is de oudste en stamt van het jaar 1460.
Eveneens van dezelfde gieters en weegt
1750 pond.
De derde klok, de St. Petrusklok, is van
1559.
1559, weegt 196 pond en dient tegenwoor
dig voor angelusklok.
De vierde is een nieuwe. Ze draagt de
naam van Hubertus, naar Pastoor Schoen
makers genoemd. Ze weegt 800 pond. Deze
vervangt de door de bezetters gestolen St.
Willibrordusklok van 1774.
We noemden reeds de klokkengieterij.
Deze lag in de tegenwoordige Klokken-
laan. Het perceel 'heet nog "Klokkenwei"
en "Klokkenberg".
Velen kennen nog het bekende spreek
woord dat voor Loonopzand geldt. Het
heeft betrekking op deze mooie klokken en
kenmerken juist de woongemeenschap. Het
luidt
„Loonopzand zo hoog verhev,
in de stapel van de Meierij;
Heeft een kasteel met mooie dreven
en... een schoon gelui daarbij".
We hebben getracht een en ander te ge
ven omtrent de kerk en haar directe histo
rie, die een stempel op de bevolking van
Loonopzand heeft gedrukt. Rond de toren
speelt een hele geschiedenis zich af. Dat is
overal zo. Waarom zou het anders zijn
Onder de beschermende leiding van het
ministerie van O. K. en W. met Monu
mentenzorg, zal nu de restauratie van de
Loonse toren geschieden. De uitvoering is
opgedragen aan de aannemersfirma De Bont
en van Huiten te Nieuwkuijk, die reeds
vele historische herstelwerkzaamheden op
haar naam heeft. Het werk is nog steeds
niet begonnen, want het heeft heel veel voe
ten in aarde eer er gekapt en gemetseld
zal worden. Het voornaamste is echter, dat
allereerst alles helemaal in tekening is ge
bracht. Alle voorkomende bijzonderheden
zullen aan een grondig onderzoek worden
onderworpen, terwijl veel vergelijk wordt
toegepast met andere gebouwen, opdat de
restauratie zal kunnen verlopen naar de
wens van de architect.
Het kleine spitsje, dat de grote "zo kin
derlijk" vergezelt, zal bewaard blijven. We
kunnen het eigenlijk niet meer missen; de
gemeenschap niet, maar de hele omgeving
niet, want die is er mee vertrouwd geraakt!
Zo zal iedereen met trots opzien naar dit
machtige bouwwerk, dat geschiedenis heeft
gemaakt in een arm, maar toch lieflijk dorp.
Zo hebben ook onze voorouders hier iets
groot verricht; niet alleen door de bouw,
doch vooral door het kunnen behouden van
deze kerk en toren in de loop der tijden.
Moge het zingende geluid van de klokken
vanuit de hoogte op de Loonse gemeenschap
zegenend neerdalen.
JAN TOORIANS.
Loonopzand, aug. 1964.
KANKERBESTRIJDING-
ZELFBESCHERMING.
Over de zo zeer gevreesde ziekte
die kanker heet, behoeven wij geen
uitleg te geven. Pers, radio en T.V.
besteden er veel aandacht aan. Denk
maar aan de anti-rook-campagne.
Maar werkelijke kankerbestrijding
omvat veel meer en heeft nog lang
niet ieders (belangstelling, vooral ac
tieve belangstelling, waarbij men be
reid is te helpen, een geldelijk offer
te brengen. En toch is dat dringend
nodig, wil de medische wetenschap
doeltreffend tegenweer kunnen bie
den aan deze ziekte, die steeds ver
der om zich heen grijpt.
Kaatsheuvel ist bij de tot dusver
gehouden acties zéér, zeer matig voor
de dag gekomen. Daar moet men ge
zamenlijk verandering in brengen.
Kaatsheuvel is beslist wel in staat
om een waardige bijdrage te leveren.
,'Dat is bij andere acties zo vaak ge
bleken en waarom zou dat dan juist
in dit zo sprekende geval niet moge
lijk zijn?
Het plaatselijk comité van het Ko
ningin Wilhelminafonds voor de
kankerbestrijding doet een ernstig
beroep op iedereen. Werk spontaan
en gul mee aan de acties, waarover
het comité binnenkort meer zal laten
horen. Help mee de grootste vijand
van onze gezondheid te bestrijden.
Ook uw kinderen zullen U daar
dankbaar voor zijn.
DUIVENSPORT.
Zondag hield de
Postduivenvereniging wedvlucht-
vanuit Vilvoorde met oude duiven en
Duffel met late jonge duiven.
Uitslag Vilvoorde L v d Veti 1
61W Molenschot 2, 34, 4 1 68' U
v Riel 3, 13, 44, 60; F Damen 4
25, 39, 50; F Dingemans 5,8, 3s'
65; W Hamers 6; J Damen 7,18,45'
Gvd Lee 9; J Kemmeren 10,56- jj
Ververs 12, 27; Lensvelt-14,24/54,
L de Bondt 15; Th Netten 16;]/
Wanrooij 17; A v d Hoven 19;(V
v Heeswijk 20, 23, 48, 49M Snoe-
ren 21, 32, 57; J v Beers 22 42-
Wellens-Krol 26; H de Man 28;]
v d Berg 29G Ligtvoet 30; J vBe®
31; H v Hdvoirt 35; P Beijnen 37
A v Mierlo 38, 53; J Damen 40,45'
58, 62; H v d Pas 43; W Hamers
47; W v d Ven 51; H Klis 52 63;
B v Heesch 55; M v Corstanje59;C
Ligtvoet 64; J Jansen 66; G Groot-
swagers 67; J v Riel 69; J Ligtvoet
70.
Uitslag Duffel L v d Ven 1,14;
Chr v Heeswijk 2, 17; A v Mierlo3;
Jac Vloemans 4; M v Boxtel 5,7,
31, 32; W Jansen 6; M Ververs
20, 25, 33; J Snoeren 9, 11, 23; 11
Zeebregts 10, 21; L v Geel 12; 1
Lensvelt 13, 27, 34; G Schrauwers
i, spoeuu"-
,10i acc0°
W. on
aiidse gemer
gaan van
iptijd is
i5% proc
Burgeme
inidige situi
rnstig- De
lossing vai
1260.000
450.0 00, -
,as derhalvi
ito, die vri
Jf acht in
out, is als
1, Vastst
lering var
2, Ingekc
Meded
„wethoudf
4, Voorst
15; H vd Pas 16, 22; F vdLinden 18: it4°u(^ers
werking a
de Stic
ake aansch
var
lioastraat;
het ;be
rhool inzal
Brokx 7, 9, 10, 11; P vd Velden8,
12; eerste duif zondag 14,33
laatste maandag 10.30 uur.
RADIO WAARSCHUWT
BIJ SLECHT WEER
Na overleg tussen de Nederland»
Radio Unie, de radionieuwsdienst
en het K.N.M.I., is een definitieve
regeling getroffen om, wanneer naar
de mening van het K.N.M.I. op
korte termijn bijzonder slechte
weersomstandigheden te verwach
ten zijn, een extra-uitzending van
de radio-nieuwsdienst in te lassen,
De omroepverenigingen hebben zié
met deze regeling akkoord ver
klaard.
3-1.281
Smidje Verholen goot nogmaals
een bekertje van dat hartverster
kende vocht tussen de lippen van
Frans Bulle en nu kwam de dappe
re kerel weer snel tot zijn positie
ven. Dat bleek wel duidelijk uit de
snelheid, waarmee hij smidje Ver
holen het ganse flesje uit de hand
rukte om dit in één bekwame teug
leeg te drinken. „Hèhèzuchtte
hij. „Daar knapt een mens van op.
Vooral als hij juist zo'n geweldig
pak slaag heeft gekregen.
„Wat!?" riep de smid uit. „Een
pak slaag? Van wie?"
„O, ben jij daar....", zei Frans
Bulle dromerig. „Dat pak slaag heb
ik van ons aller vriend de Kludde
gekregen. Maar ja, wat geeft het.
Voor een goed stuk kopij riskeert
een journalist graag een pak slaag.
En vertel jij nou ook maar 'es. Is
het gelukt? Heb je Nosco gevangen?
Moest je je pistool nog gebruiken?"
Maar smidje Verholen stond he
lemaal perplex. „Dat kan niet!"
riep hij uit.
„Dat denk je maar", zei Frans
Bulle bitter. „Het kan best. En het
is gebeurd ook. Of denk jij soms dat
ik dat blauwe oog en die gescheur
de kleren van sinterklaas heb?"
Volkomen ontredderd keek smid
je Verholen zijn makker Bulle aan
en zei steunend: „Maar Frans. Er
moet een afschuwelijk misverstand
hebben plaatsgevonden. Ik dacht,
dat Nosco de Kludde was, maar
maar Nosco is de hele avond ge
woon thuis geweest en heeft zitten
studeren! Dus kan hij jou niet zo
mishandeld hebben!"
„Jij jij mislukte frambozen-
pudding!" brulde Frans Bulle. „Dus
terwijl jij sukkelachtig op wacht
P Ligtvoet 19, 37; Th Witteveen24:
J v Dongen 26, 28; Jos v Wanrooi]
29J v Riel 35; A vd Hoven36.
De resultaten van leden der C. C,
Kaatsheuvel in de Orleans-vlucht Kt
ren: J Hamers 1, 2; Cv Wezel 3,5,
13, 15;_L v d Velden^, 6, 8, M;ll ^teriaa:
5. Afrek
mderwijs 0
Voors
ing-co
jegaan met
de Sti-
lèoolvoor
k de Sti
diool.
7, Voors
j aanslui
ogmaatscl
ehoeve vai
igsplan
8, Voors
tiigwetwor
9, Voors
nadsbeslui
Voors
11, Voors
a extra-s
■anfare te
12. Voor
instelling
van ee
13, Voor;
de spo
erenigi
14. Voor
rechtsgedir
Zondag
iets-oriën
voor een g
De
welke deze
veel voldö
ffl)V(
EMI1
In het
gehouden
RKDVC
eerste wee
listen de
staat bij het huis van een
leerde, krijg ik .van een of
schurk een pak ransel van belang!
Je moest je schamen dat je die arme
professor Nosco uitschold voor Klul-
de. Ik ga weg. Ik wil je niet me»
zien. En je belachelijke 1
komt ook niet in de krant".
Met deze veelbetekenende woor
den nam Frans Bulle afscheid vai
smidje Verholen. En deze stond lift
huilen nu werkelijk nader dan tó
lachen. Wat had hij een figuur
slagen: professor Nosco was
Kludde niet
maakt dat de architect met een au
to zou worden gebracht, zodra de
tijd daarvoor gekomen was.
Hij hoorde gerucht op de stoep en
zag tot zijn genoegen, dat Jan de
schoenmaker, onder hoede van een
rechercheur was gearriveerd. De
man haastte zich niet in het minst,
hij zette zijn bankje met een uit
nodigend gebaar midden in het pad
en keek plichtmatig naar de schoe
nen om hem heen. Verwijtend bleef
zijn blik rusten op de laarzen van
Gramshof, die blijkbaar het meest
een goede beurt nodig hadden.
Nijdig trok de bankier zijn been
terug.'t werd hoog tijd dat er
een eind kwam aan die malle verto
ning. Reydel is een poseur, dacht
hij, iemand die het alleen te doen is
om een dramatisch effect. Straks,
als de spanning op 't hoogst was,
zóu hij zijn requisitoir beginnen.
nu, 't zou hem niet verwonderen
als er deze middag aan de rij van
gerechtelijke dwalingen wederom 'n
nieuw hoofdstuk werd toegevoegd.
Alles wees daarop, vooral het feit
dat Reydel het nodig had geoor
deeld Dora Höck te laten komen, de
enige van wie kon worden aangeno
men dat zij een afdoende reden had
om Kiljan uit de weg te ruimen. Hij
keek naar buiten en zag zijn neef
Nonhebei, geholpen door een ver
pleger, uit een auto stappen.
Natuurlijk, dacht Gramshof, Rey
del verzuimt niets, die brandenhis-
torie komt ook op het tapijt.nu,
mijnentwege mogen hier vanmiddag
alle misdaden van het laatste jaar
worden berecht, hoe méér al die
mensen elkaar tegenspreken, hoe
meer kans er is op een algehele Ba
bylonische spraakverwarring.
Nonhebei, de arm van zijn bege
leider negerend, trad met een zeker
zelfbewustzijn de kamer binnen.
Toen hij Loes zag zitten, ontsluierd
en zo geheel zonder enige waardig
heid, steeg hem een diepe blos naar
het gelaat. Even maakte zijn hand
een aarzelende beweging naar zijn
zak, maar dan scheen een invallen
de gedachte zijn hand te remmen
en hij volstond er mee zijn das weg
te stoppen. Gelaten nam hij plaats
op de stoel, die De Brave voor hem
aanschoof. Alleen Vernimmen ont
brak nog. De Brave wist, dat het
Fakkeldij enige moeite had gekost
hem te vinden, maar nu waren zij
toch op weg naar het districtskan
toor. Hij hoorde 't openen en dicht
slaan van de voordeur en dan een
heftige woordenwisseling in de ves
tibule.
„Ik vraag „opheldering!" riep de
toneelspeler, „die man van u heeft
mij gedwongen hier te komen, maar
ik heb niets te maken met die hele
moordgeschiedenis".
„Orders zijn orders", repliceerde
Fakkeldij vóór Reydel nog iets kon
zeggen.
„Ik ben ,schandelijk behandeld,
dat is vrijheidsberoving", riep Ver
nimmen weer.
Reydel gaf de toneelspeler een
vriendschappelijk klapje op de
schouder. „Het zal niet lang duren,
mijnheer Vernimmen", zei hij sus
send, „ik ben blij dat u aan mijn
uitnodiging om te komen gehoor
hebt gegeven".
„Uitnodiging!" riep Vernimmen.
„Zo heb ik het bedoeld. Het spijt
me dat mijnheer Fakkeldij blijkbaar
wat buiten zijn boekje is gegaan. Ik
heb uw getuigenis nodig in verband
met een arrestatie, die ik misschien
straks moet verrichten. Straks breng
ik u met mijn eigen wagen in „De
La" terug".
Nog wat nabrommend, hing de to
neelspeler zijn hoed aan de kapstok
en ging naar binnen.
„Ik hoop dat mijnheer Reydel een
borrel presenteert", zei hij, het ge
zelschap met een brede armzwaai
groetend: „de meesten zien er uit
alsof ze die hard nodig hebben, mijn
vriend daar vooral. Kop op, Non
hebei, nog is Polen niet verloren".
Hij trad op de architect toe, maar
botste tegen Jan de schoenmaker op,
die met zijn bankje nog midden in
de looppad zat. „Ben jij er ook?"
snauwde hij. „Mijn schoenen zijn
pas gepoetst".
Nonhebei keek de toneelspeler
eens goed aan; hij zag duidelijk spo
ren van dronkenschap. Nauwelijks
had Vernimmen plaats genomen of
Reydel verscheen in gezelschap van
Berkevoort.
„Het spel gaat beginnen", dacht
Versluis, die de Paljas had gezien,
bijna hardop. Maar een spel werd
het niet. Zonder enige pose, recht
op de man af, verklaarde Reydel
dat er drie misdaden moesten wor
den opgelost: de moord op Kiljan,
de diefstal van de juwelen en de
brandstichtingen. Hij ging van de
veronderstelling uit, dat de daders
zich hier in de kamer bevonden.
Een vrijwillige bekentenis zou mis
schien de straf gunstig kunnen be-
invloeden. Hij gaf hen daartoe de
gelegenheid.
Berkevoort verzon al adjectieven:
de laatste kans, drukkende stilte,
ondraaglijke spanning, dit toneeltje
moest hij uitbuiten. In wiens ogen
lag schuldbewustzijn? Maar tijd om
daarover na te denken had hij niet,
want de inspecteur vervolgde:
„Zoudt u het een gerechtelijke
dwaling vinden, als ik mej. Höck
voor moord op uw compagnon
resteerde, mijnheer Gramshof?"
De bankier schokte overeind. ,11
hebt mij gearresteerd voor die jw
welen", gromde hij, „de rest
mij niet aan".
„Goed - ik mag dan aannem®
dat u, wat die juwelen betreft, «tl
schuld bekent?"
„Schuld? Nee, ik heb niets
rechtmatigs gedaan. Kiljan
zijn bezittingen aan mij gecedeerd,
„Hij wilde dit doen en dan a
contanten en banksaldi".
„Ik erken alleen dat ik die ju
welen. onder mijn hoede heb g®8,
men. In hoeverre deze geste straf
baar is, zullen de heren rechters we!
uitmaken. Ik heb het volste
trouwen in hun onpartijdig^
mijnheer Reydel".
De inspecteur stond op het
de bankier, wiens zelfverzekerd^
hem in hoge mate ergerde,
scherpe terechtwijzing te g
doch hij hield zich bijtijds in.
(wordt vervolg
De veil
tont zuil
t-k. in h
boerenjeii
straat.
Een va
leze stre
ïeidswed
wedstrijd
ons land
OTe oos
wedstrijd
gestredei
Een am
strijd in
wicht va
teken va
Een ai
steken, d
kouden:
Wrwach
■naar op
Portfiets
w moet
De of:
°P vrijd
De oper
H- Stief
wen. E
Plaatsvi
M.R.Y.
eindkeu
de reed