waaLwij kse en UnqstRAAtse couRAnt Leer: Mode-artikel bij uitstek potste exportgebied schoenindustrie EUROMARKT: Het gilde St. Crispijn en Crispinianus van Besoyen Hoülandia medewerker vierde 25-jarig dienstjubdeum vlol-kledende demi's en winterjassen 89.- tof 198.- SÜSSSSaaam naar E.E.G. Brillenspecialist Optica Houdit Bogaerts voor ogen VRIJDAG 23 OKTOBER 1964 85e JAARGANG No. 83 )e tcho vAn het Zuióen Joofdredacteur JAN TIELEN "''fad herschijnt 2x per week Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdensstraat 3 Tel. 04167 - 2002 Abonnement p. mnd. (1.00 8 ct. inc.k.) f 1.08 p. kwrt. (3.00 10 ct. inc.k.) f 3.10 p. v/eek (0.24 1 ct. inc.k.) f 0.25 p. kwrt. p. post 3.35 bij girobetaling (bij incasso p. postkwit. 30 ct. extra) Advertentieprijs: 11 cent per mm. Contractadvertenties: speciaal tariei op de voet Niet in "Op de voet", maar elders in ons 'blad 'heeft U vorige week kun- 0 lezen, dat er een stichting Leder- tentrum Nederland in het leven is ge- die de propaganda voor leer als mode-artikel gaat verzorgen. De voorzitter van het Ledercentrum leeft de reclame-stichting aan de pers voorgesteld en daarbij heeft hij een uiteenzetting gegeven, die wij U niet willen onthouden. De heer N, D. van Goethem zei 't ilgende Wij rebelleren tegen het school kiekje, dat al generaties lang de le erindustrie en de schoenindustrie obligaat in de Langstraat plaatst met tennelding van de eikenschors en het water. De traditionele, uit het am- ontwikkelde industrieën staan {eregeld achter in de belangstelling nieuwe takken van nijverheid met spectaculaire, in het laboratorium ontwikkelde prodükten. Leder in zijn vorm is echter eveneens een spectaculair produkt, ontwikkeld door inmiddels sterk chemisch gewor- Jen industrie. De leveranciers van lit produkt in Nederland d.w.z. de leerindustrie en de leerimporteurs, vragen thans aandacht voor dit pro- lukt met behulp van een grote koliek - tieve aktie. Voor deze aktie is gevormd het Le der-Centrum Nederland, een Stich ting waarin tot dusver zijn opgeno men de leerindustrie, de leerimport- handel, de huidenimporthandel, de Nederlandse huidenhandel en vele toeleverende bedrijven aan de leer industrie (looistoffen, verfstoffen, machines etc.). De aktie van het L.C.N. is opgezet voor drie jaar en omvat drieërlei ak- tiviteit, t.w.: a) op de consument gerichte re- klame, b) edukatieve aktiviteit bij detail handel, vakscholen, huishoudscholen, vrouwenverenigingen etc., c) public relations in de vorm van persdocumentatie etc. Voor het opzetten van de reklame heeft het L.C.N. zich enerzijds geba seerd op de ervaringen in andere lan den, in het 'bijzonder in Amerika en Duitsland en anderzijds op de uit komsten van een psychologisch on derzoek. Gebleken is, dat het leer- image fundamenteel wel goed is, maar slijtage vertoont leer wordt gewaar deerd als kwaliteitsprodukt, maar heeft een beetje de saaiheid van de deftigheid. Het moet gemoderniseerd en gedynamiseerd worden. Vage aan prijzingen over de goede eigenschap pen bij leder helpen daarbij niet; de PROCENTUELE VERDELING VAN DE EXPORT NAAR LANDENGROEPEN consument moet zijn waardering voor leer in zijn dagelijks leven kunnen in corporeren. Daarom concentreert L. C. N. zich voorshands op de vrouw en wordt gestart met een aktie in da mesbladen waarin de vrouw exakte adviezen krijgt over gebruik niet van leer maar van lederen voorwerpen. Het modieuze karakter van leer staat daarbij op de voorgrond, want de schoen wordt steeds meer van be scherming tegen beschadiging, vocht en koude tot mode-artikel. De Neder landse vrouw wil haar modebewust- zijn gaarne ontwikkelen en meer va riatie 'brengen in 'haar schoenen en ac cessoires; het L.C.N. wil haar hierbij helpen. De damesbladen-aktie wordt onder steund door een mailing aan de detail handel in schoenen en lederwaren en aan schoenherstellers. Dit is het eerste deel van de edukatieve aktiviteit. De aktie in de damesbladen zal wor den gevolgd door plaatselijke leerwe- ken, waarbij op alle mogelijke wijzen de aandacht op leren prodükten en op de toenemende rol, die deze in het menselijk leven spelen, zal worden gevestigd. Deze aktiviteit is uiteraard niet alleen op de vrouw gericht, maar op alle consumenten-categorieën. De belangrijkste benaderingswegen van de consument zullen derhalve zijn enerzijds de detailhandel en ander- zijdse de dagbladpers, zowel redaktio- neel als qua advertenties. De lederpropaganda is opgezet door bovengenoemde groepen. De responsie van de vervaardigers en 'handelaren in 'lederen prodükten is gunstig, zodat thans besprekingen gaande zijn met de schoenindustrie, de lederwarenindustrie en de handel in schoenen en lederwaren om tot sa menwerking te geraken. De aktiviteiten op het gebied van leerpropaganda in de verschillende landen worden internationaal gecoör dineerd. Tot dat doel heeft in septem ber ter gelegenheid van de Semaine du Cuir een internationale studiebij eenkomst plaats gehad, georgani seerd door de International Council of Tanners. Het is niet toevallig dat het najaar en de wintertijd een tijd is van feesten of van jaardagen vieren. Neen, de meeste gilde vieren dan juist hun feest, omdat verreweg de meeste „schutspatronen" dan op de kerkelijke kalender voorkomen. Welnu, zo is het ook met het gilde St. Crispijn en Crispinianus, dat op 25 oktober de dag herdenkt van de beide „beschermers." Het gilde echter viert deze dag later en wel elk jaar op maandag vóór Aller heiligen, dus nu op maandag 26 oktober. naar overig West-Europa SÏWSWSÏWSS naar buiten-Europese gebieden h'bovenstaande grafiek ds duidelijk aangetoond, dat de Euromarkt het be langrijkste export-gebied voor de schoenindustrie is, zoals vorige week in de rubriek "Op de Voet" was te lezen. De niet bij de Euromarkt aangesloten West-Europese landen zorden er- v°oi, dat de totale export van 13 miljoen paar (waarde 47 miljoen gulden), voor 80op Europese landen was gericht. Den steeds kleiner wordend percentage van de uitvoer gaat naar landen Duiten Europa. De waarde daarvan is verhoudingsgewijs nog kleiner, om dat daarheen vooral het goedkoper rubberschoeisel gaat. Reeds lang zijn de schoenmakers en leerlooiers de dag van 25 okto ber gaan vieren totdat op een zeke re dag in het jaar 1838 in Besoijen - op de aangehaalde dag - zij weer bijeen waren en de koppen bij el kaar staken om een gilde op te richten, gelijk dat ook op andere plaatsen was en zoals dat ook in Waalwijk was gedaan. Zij sloten zich aan als vaklieden uit Besoijen. Door de goede verstandhouding onderling en door de hulp van de ingezetenen van Besoijen kon men in 1841 al overgaan tot aankoop van attributen, in dit geval een vaandel. Zo geleidelijk aan kwam ook de uniformering en zo zien we dat deze is aangepast aan de destijds bestaande legers naar Frans voorbeeld. Dit was echter alleen de buiten kant, De innerlijke verbroedering, de onderlinge hulp aan vakgenoten, de bijstand van zieken en werklo ze broeders, het begraven van overleden medeleden, het bevorde ren van vakkennis en handel, met daarnaast het schieten als vermaak en vriendschap waren de inhoud van dit gilde. Parallel aan de econo mische en maatschappelijke zijde ging de kerkelijke, godsdienstige en christelijke kant. Kortom de eigenschappen van de broeder schappen, waren het eigenlijke reg lement waaraan de gildebroeders zich te houden hadden. Dit was niet iets van 1838, maar dit alles grijpt terug in de geschiedenis. We denken in het geval van St. Cris pijn en Crispinianus van Besoijen allicht aan de ambachtsgilden uit de middeleeuwen en daarna, hoewel we een groot onderscheid moeten maken tussen de kerkelijke St. Sebastiaansgilden, de schuttersgil den, welke als broederschappen zijn ontstaan, de verdedigingsgil den als vendels of weerbaarheids gilden, de Rederijkers, en de sport- schutterij en, of schietverenigingen. Ondanks ongustige perioden, die zich in de loop der tijden voorde den ging de gildegedachte door. Zij kon niet vernietigd worden en ge lukkig leeft zij nog voort, getuige de grote werkkracht der gildebroe ders. Jonge mensen interesseert 't niet veel, maar als zij niet meer tot de „gemotoriseerde" jeugd in de nozemjaren behoren en wat be zadigder worden dan gaat hun ge dachten wel weer in de richting van iets goeds iets beters. Velen zullen dan in de gilden van heden een vredige liefhebberij in het schieten, de vriendschappelijke sfeer van de leden en de trouw aan overheid vinden, welke de grond slagen vormen van het gildebroe- der zijn. Het gilde heeft een geheel eigen sfeer, waarin de gewoonten en ze den van de plaats tot uiting komen. In vele plaatsen van de provincie Brabant en Limburg en in een ge deelte van Gelderland komen de oude gilden nog voor. In de ge noemde delen van ons land is en samengaan van de bevolking over- heersenu, getuige de moeilijke strijd die hier en daar is gestreden om het voortbestaan van de godsdienstige gewoonten en broederschapszin. Vooral in Brabant is dit heel duide lijk, daarom kenmerkt zich de Bra- sfeer zo zuiver de Brabantse gilden. Het St. Crispijn en Crispanusgil- de heeft thans een mooie uniforme ring en is er trots op deze bij het naar buiten treden te dragen. Ven deliers zwaaien hun vendels, de ko ning draagt met grote eer zijn oude koningsplaten waarop de geschie denis van de vereniging is ver eeuwigd, de standaard wordt voor op gereden en het oude vaandel vertegenwoordigt Besoijen. Dit al les onder het patronage van de grote Leerlooier en Schoenmaker. Enige personalia geven we hier na, waaruit eigenlijk blijkt, dat de gemeenschap Besoijen wel degelijk haar eigen rol heeft gespeeld. Als hoofdlieden van deze gilde kunnen we vermelden: In juni 1841 J. de Bakker, op 13 november 1881 E. G. de Bakker, 4 juni 1906 L. van Langen, 4 maart 1907 M. L. Verhagen en vanaf juli 1952 Wim de Louw. Het rijtje van de koningen sedert de stichting is; zo ver is na te gaan: vanaf augustus 1881 - in de maand augustus was het destijds kermis en hiermede was het gilde verwant, want met kermis vierde het gilde zijn teerdag - J. van den Houdt. „Wederom" staat er in het oude boek; dus hij was het ?l voordat het werd opgeschreven. Daarna in augustus 1885 W. Brokken (Burge meester), aug. 1889 J. v. d. Houdt. In augustus 1893 B. Dekkers, doch deze overleed in okt. 1894 en wordt opgevolgd door B. van Delft. In successie komen nu 1898 L. van Langen, 1902 Jac van Osch, 1906 C. van Dongen, 1910 Jos Zeegers, 1911 De reeds grote groep van 25-jarige jubilarissen bij Hollandia, de zoge naamde "Zilverkring" werd op vrij dag 16 oktober met een nieuw lid uitgebreid. Ditmaal was 'het de heer A. J. Kelder, die als 25-jarige jubi laris in het middelpunt der belang stelling stond. Tijdens een huldigingsbijeenkomst noemde de heer D. Stibbe, president- direkteur van 'het bedrijf, hem door zijn harde en goede werken een voor beeld voor de jongeren. De heer Stib be overhandigde de vrouw van de ju bilaris een fleurig boeket bloemen en de heer Kelder zelf mocht uit zijn handen een kadeau onder couvert en een Hollandia-legpenning met oor konde in ontvangst nemen. Direkteur de heer C. Thomas spelde de jubilaris de draagmedailje van de Nederlandse Mij voor Handel en Nij verheid op. Kenmerkend voor deze huldigings bijeenkomst was de spontaniteit waar mee direkteur, bedrijfsleiding en kol lega's de kadeau-'lawine op de jubila ris neer lieten komen. De heer Kelder dankte na afloop alle sprekers voor hun waarderende woorden en de goed gaven. Hij sprak de hoop uit nog lange tijd bij Hollan dia te kunnen werken in dezelfde prettige sfeer als voorheen het geval was. ;cil 1 luiiaiiuru tt Tv/T-.i .11 n w /sv> TTnorro A. van den Hout, 1912 B. van Delft, 1915 G. Verhulst, 1916 L. van den Houdt, 1919 W. de Graaff,, 1923 A. van de Gouw, 1927 M. Bak kers. Hierna vermeldden de notu len geen koningen. Het is schijn baar een rustige periode van weinig activiteit en 't is eerst na de bevrij ding in oktober 1944 Nic. van Don gen die weer van St. Crispijn laat horen. Vervolgens in 1948 Wim de Louw. Onder het koningsschap van de laatste gaat het crescendo; de schutterij gaat vooruit en de oude gildegebruiken worden hernomen. In 1952 als hoofdman Verhagen, die maar liefst 45 jaar hoofdman is geweest, opgevolgd wordt door Wim de Louw komt er een bruisend leven in de gelederen der gilde- broeders. Dan wordt J. van Huiten (1952) als koning opgevolgd door H. Mulders in 1956 en Jan Hoeve naar in 1960. De thans regerende koning, se dert maart van dit jaar is H. de Louw Sr. Hier in deze reeks ziet men de ups en downs van een vereniging. Het zou opvallend zijn als St. Crispijn hieraan was ontkomen. We mogen echter wel vermelden de met groot succes volbrachte gilde- feesten. Zij werden gehouden in 1953 gezamenlijk met St. Ambro- siusgilde uit Baardwijk, in 1957 en in 1963 om het 115, 120 en 125 jarig bestaan te herdenken. Steeds zijn de gilden bij de be langrijke gebeurtenissen in de ge meente aanwezig. Hier zien we een ónde traditie gehandhaafd. Moge dit zo blijven, dan is het voortbestaan gewaarborgd. Grotestraat 220, Waalwijk Telefoon 3560 b.g.g. 4140 Afbeelding van gegraveerd schild op de Hoofdmansstok (1964) PUBLIEKRECHTELIJKE BEDRIJFSORGANISATIE IN DE LEDERINDU STRIE De Sociaal Economische Raad zal in zijn vergadering van 30 oktober a.s. een ontwerp-advies tot instel ling van een Bedrijfsschap voor de Lederindustrie in behandeling ne men. Volgens het ontwerp-advies is over de instelling van dit bedrijfs schap overeenstemming verkregen met voldoende representative orga nisatorische vertegenwoordiging van de ondernemers en van de werknemers. Het verzoek aan de S.E.R. om de instelling van dit schap te advise ren is gegaan door de Federatie van Vereniging van Nederlandse Leder fabrikanten, de Ned. Katholieke Bond van Werkneemsters en werk nemers in Industriële Bedrijven St. Willibrordus, de Christelijke Be drijfsgroepencentrale in Nederland, de Algemene Bedrijfsgroepencen trale, de Ned. Christelijke Beamb- tenbond van Administratief en Commercieel Personeel in de Indu strie, de Katholieke Federatie van Vakbonden van Werkmeesters en van Technici en Chemici, de Ka tholieke Vereniging van Handels vertegenwoordigers St. Chrisstoffel. De Federatie van Vereniging van Nederlandse Lederfabrikanten om vat 98 leden, waarvan 82 zijn aan gesloten bij de R.K. Vereniging van Nederlandse Lederf abrikanten en 15 bij de bond van Nederlandse Le derfabrikanten. Het totale aantal ondernemingen in de lederindustrie bedroeg in 1961 121., de federatie vertegenwoordigt derhalve circa tachtig procent van de onderne mingen. Het totale aantal werknemers in de lederindustrie is ongeveer 4000. Het aantal leden van de organisaties van werknemers die bij het in te stellen bedrijfsschap betrokken zijn bedraagt 2822, van wie 2108 lid zijn van St. Dillibrordus. Het bedrijfsschap is, volgens het ontwerp, voor de ondernemingen waarin het bedrijf van het vervaar digen van leder wordt uitgeoefend. BEJAARD LIEFDESDRAMA IN BELGIë Een 76-jarige man uit Ukkel bij Brussel is maandag gearresteerd op beschuldiging van moord op 'n 81-jarige liefdesrivaal. Het slacht offer werd het afgelopen weekend in zijn woning aangetroffen met in geslagen schedel. Vingerafdrukken bleken afkom stig van een 76-jarige dorpsgenoot, die het de laatste tijd herhaalde lijk aan de stok heeft gehad met het slachtoffer om de vriendschap van een 50-jarige francaise. Deze werd kortgeleden door de Belgi sche politie over de grens gezet om dat zij haar papieren niet in orde had.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1964 | | pagina 5