Smidje Verholen en de rare alchimist 1 DE SPIN 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 14 DECEMBER 1964 2 XV. 23) Succesvolle viering jubilea Vakschool en TNO Toen de besturen van de "Vak school" en 't Leder-instituut T.N.O. besloten een wat ongewone vorm te kiezen voor de viering van de 50-ja- rige jubilea van beide instituten, hebben zij waarschijnlijk niet durven dromen, dat daardoor deze herden king zo'n massale trek naar Waalwijk zou veroorzaken van oud-leerlingen en vakmensen uit de Leder- en Schoenindustrie. De grote zaal het het "Lido" was vele keren te klein om de feestvier ders te herbergen. Deze wilden ken nelijk niet alleen naar het "feest" van 's avonds komen (dines met dans), maar ook hun serieuze be langstelling tonen voor de meer ern stige herdenking van 't 50-jarig be staan van de Middelbare Vakschool voor Schoenen en Leder en 'het Le derinstituut T.N.O. Deze ernstige plechtigheid vond 's middags plaats. Burgemeester Teijssen, voorzitter van het Schoolbestuur, opende de bij eenkomst met een welkomstwoord aan het adres van de oud-leerlingen en overige belangstellenden. Een bijzonder woord van welkom richtte de heer Teijssen tot de heren J. L. van Heesbeen, N. van Loon, oud-leden van het bestuur van Vak school en T.N.O., drs. Schouten, rector van het Willem van Oranje College en de heer van Steenderen, directeur van de L.T.S. Ook het ge meentebestuur van Waalwijk, verte genwoordigd door loco-burgemeester J. J. M. van Heeswijk, deelde in het welkomstwoord van de heer Teijssen. De bijeenkomst werd vervolgd door een uitvoerig historisch overzicht door ir. Roelofs Heyermans, direc teur van de Vakschool en het proef station. Deze historie werd door de heer Roelofs Heyermans gedegen behan deld van de eerste wensen van 1899 via de spannende uren in de, Tweede Kamer in december 1909 tot de in gebruikname van de gebouwen in het najaar van 1914. PRAKTIJKJAAR Spreker schetste vervolgens de werkzaamheid van beide instituten. Wat de school betreft kwam hij tot de conclusie, dat een tweejarige cursus niet meer voldoet. Er moet een drie jarige cursus komen, waarbij het vraagstuk van het praktijkjaar weer aan de orde komt. 'Ook de aanpassing aan de Mam moetwet doet problemen rond 't leer plan ontstaan. Veel steun zei ir. Roelofs Heyer mans te ondervinden van de V.A.S.- commissie, die dit vraagstuk bestu deert. Deze aanpassingen nemen ech ter volgens spreker de waardering voor de dagcursussen niet weg. Oud- leerlingen van de Vakschool treft men overal in de schoen- èn lederindustrie aan, tot in de hoogste functies. Ook het buitenland toont veel waardering voor de opleiding. De leerlingen kwamen uit 15 verschil lende landen. ZORGEN Het aantal leerlingen op de dag cursussen is snel teruggelopen en dat brengt zorgen met zich mee. Wellicht zal een nieuw leerplan ook nieuwe aantrekkingskracht uitoefenen op de jeugd. De school heeft niet alleen voor leidende functies opgeleid. Vakken nis voor alle werkers in de bedrijven, was het parool. De afdeling Machi nale Schoenfabricage heeft deze ge dachte het best gerealiseerd in de zg. winteravondcursussen De teruggang van deelname aan deze laatste cursussen is een kwestie van gemakzucht ook met een mi nimum aan vakkennis is er toch wel een loon te verdienen. Voor de afdeling Lederbereiding zijn deze bijzondere cursussen nooit erg goed geslaagd. Deze verzorgt wel het aanvullend onderwijs voor het Leerlingenstelsel in de Lederindustrie. Al met al meende ir Roelofs-Hey- ermans te mogen concluderen, dat Leder- en Schoenindustrie erg veel profijt hebben gehad van de oplei dingen aan de Vakschool. TE WEINIG DESKUNDIGEN De combinatie van de school met het Lederinstituut (vroeger proef station) had volgens spreker onmis kenbare voordelen. Hij signaleerde echter een duidelijk nadeel er zijn veel minder deskundigen bij de werk zaamheden betrokken dan wanneer School en Lederinstituut gescheiden waren. "De tegenwoordige bezetting is eigenlijk te klein om het totale uit gebreide terrein van leder en schoe nen te kunnen (bestrijken", aldus de heer Roelofs Heyermans. CAESUUR In de geschiedenis van het Leder instituut T.N.O. maakte de directeur een caecuur in 1942, toen het insti tuut onder de Centrale Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschap pelijk-onderzoek werd geordend. In de lederindustrie is de bereid heid tot samenwerking op het terrein van Research zeer groot, blijkens de activiteiten in de "Research-vereni ging Lederindustrie". De schoenindustrie is pas veel la ter dan de lederindustrie tot de con clusie gekomen, dat speurwerk be langrijk moet worden geacht, zodat ook de samenwerking tussen die in dustrie en het instituut zich nog veel meer in een aanvangsstadium bevindt. Misschien waren daardoor de ver wachtingen bij sommige bedrijven wat te 'hoog gespannen en werd daar het speurwerk teveel als panacee voor alle problemen beschouwd, in plaats van als, wat het in werkelijkheid is, een moeizaam zwoegen om temidden van de snelle technische ontwikkeling bij te blijven met de kans op hier en daar een meer of minder belangrijke uitschieter in gunstige zin. In alle geval heeft een groep van schoenbe- drijven, welke tezamen de Research- vereniging voor de Schoenindustrie vormen, enige tijd geleden de samen werking met een veel groter Engels instituut verkozen boven die met het Waalwijkse instituut, vooral omdat zij van die samenwerking de toestroming van een veel groter aantal rapporten konden verwachten. Voor de indu strie blijft daarnaast ook het werk van het Nederlandse instituut van be lang, hetgeen zich uit in de groeien de verbinding met het Bedrijfschap Schoenindustrie en vooral door de verbinding met vele schoenbedrijven afzonderlijk. Het onderzoek en het advieswerk, dat het instituut voor de bedrijven uit de schoenindustrie ver richt, is in de laatste jaren voortdu rend toegenomen en belooft in de komende tijd nog veel sterker toe te nemen door de maatregelen, welke 't instituut heeft getroffen, om de ver binding met de bedrijven afzonderlijk gemakkelijker te doen zijn en veel- vuldiger te doen plaatsvinden. Ir. Roelofs Heyermans meende ook hier met recht te kunnen zeggen, dat het instituut veel nuttig werk voor deze industrie, de schoenindustrie dus, ge daan heeft en doet. SLOTWOORD Tot slot zei ir Roelofs Heyermans het volgende „Dames en Heren, hiermede ben ik vrijwel aan het einde van mijn over zicht gekomen, Ik heb dat misschien in een beetje andere vorm gegoten als normaal bij dergelijke gelegenhe den gebruikelijk is, d.w.z. dat ook in verband met de mij toegemeten tijd vrijwel alleen over de inhoud van de verschillende werkzaamheden van school en instituut in het verleden en nu heb gesproken en daarbij de ge bruikelijke cijfers en aantallen ach terwege heb gelaten. Ik heb dus bijvoorbeeld niet ge sproken over het aantal leerlingen, dat de school bezoekt, en daar zou ik ook niet over kunnen juichen, want ik heb U immers verteld, dat er op het ogenblik door de school ver schillende vormen van onderwijs wor den gegeven, waarbij wij de kursus- sen gaarne wat zwaarder bezet zou den zien. Wanneer men zich echter afvraagt of er in die 50 jaar nogal wat men sen door dat onderwijs zijn geholpen, dan kan ik U toch wel één getal ge ven, n.l. dat het totaal aantal perso nen, dat in die tijd door deze school in de een of andere vorm georgani seerd onderwijs volgde, de 17.000 voorbij gaat. Ik heb ook de ontwikkeling van 't Lederinstituut T.N.O. nergens in cij fers uitgedrukt en laat ik U daarom nog gauw even zeggen, dat er in 1940 10 personen aan het instituut waren verbonden en in dit jaar 38. Verder heb ik ook geen enkele naam uit het verleden of het heden naar voren ge bracht van personen, die zich bijzon der voor school en/of instituut heb ben ingespannen of door him kun digheid hebben uitgeblonken. Dan zou ik er velen hébben moeten noe men, want school en instituut hebben steeds voor véle van hen, die daar werkzaam waren, een aantrekkelijke werkkring gevormd, waarvoor men zich gaarne inspande en waardoor men ook steeds over kundige krach ten kon beschikken. Op het ogenblik is dat eigenlijk nog zo; nog steeds zijn ook nu vele van de medewerkers enthousiast voor hun werk. Daardoor is het mogelijk met weinigen veel werk te verzetten. Zij vormen werke lijk een groep van kundige mensen, die van hun vak houden, en daardoor zijn alle faktoren aanwezig, waardoor goed werk kan worden geleverd. Van harte hoop ik, dat dit in de komende jaren zo zal blijven en dan zeker niet alleen in het belang van de beide instellingen zelf, maar voor al in het belang van de Nederlandse leder- en schoenindustrie, welke door deze instellingen worden gediend." Na de enthousiast begroete rede van ir Roelofs Heyermans werd de bijeenkomst even onderbroken. De tweede helft van de middag - ingeleid door Prof. N. L. Troost - werd besteed aan problemen in Le der- en Schoenindustrie. Deze werden ingeleid door ir. A. E. Hueber en de heer E. v. d. Pol. BANDRECORDER AANGEBODEN Tijdens de herdenkingsbijeenkomst in het „Lido" heeft de heer J. Gom- pen namens een zestal organisaties aan ir. Roelofs Heyermans, direc teur van beide jubilerende instellin gen Vakschool en Lederinstituut - een bandrecorder aangeboden. De heer Gompen deed dit in een geestige speech, waarvoor hij van Prof. Troost 5 minuten spreektijd had gekregen. De organisaties namens welke hij sprak waren Research-vereniging voor de Le derindustrie, Research-vereniging voor de Schoenindustrie, Bedrijfsschap Schoenindustrie, Federatie v. Nederlandse Schoen fabrikanten, Federatie van Nederlandse Leder fabrikanten en de V.E.R.I.S. DRUKBEZOCHTE RECEPTIE Was het Lido overvol, in de ge bouwen van de Vakschool en het Le derinstituut T.N.O. waren tijdens de receptie zoveel mensen aanwezig, dat men nauwelijks kon onderscheiden wie er zoal waren. De Wethouders Van Heeswijk, Van Laack, Van den Hoven en gemeente secretaris mr. F. Hagemans, verte genwoordigden het gemeentebestuur waren op deze deceptie. Loco-burgemeester Van Heeswijk zei in zijn korte toespraak aan het adres van de beide besturen, dat het College van Burgemeester en Wet houders "bijna voltallig" was, omdat de Burgemeester "andere bezighe den" had. Die andere bezigheden bestonden voor Burgemeester Teijssen (voorzit ter van het Schoolbestuur van de M. V. L. S.) o.m. uit het aanhoren van de toespraak van de heer Van Hees wijk, die de, betekenis van beide ju bilerende instituten schetste voor de voor Waalwijk zo belangrijke indu strieën. Prof. ir. L. Troost dankte loco burgemeester Van Heeswijk voor de uitgesproken goede wensen. Op de receptie verschenen o.m. tal van prominenten uit de Schoen- en Lederindustrieën en vertegenwoordi gers van andere instellingen in Waal wijk. BUDDEMEYER chemisch reinigen grotestraat 95 waajwijk GROOT DEEL VAN DE GEROOF DE JUWELEN UIT AMSTERDAM TERECHT Bijna de hele buit van de roof overval op de juwelierszaak van de firma Schipper aan de Heiligeweg in Amsterdam is terecht. Ruim elf weken na deze spectaculaire, gewa pende actie, hebben Duitse politie mannen onder een boom langs het Rijn-Hernekanaal bij Bottrop in 't Duitse Roergebied 39 in dameszak doeken, zeemleren lappen, nyloni kousen en kranten gewikkelde ju" welen opgegraven. De gevonden edelstenen vertegenwoordigen vol gens de raming van een Duitse ju.' weiier een gezamenlijke waarde' 360.000 gulden. De kostbaarste steen juwelier Schipper had die in consignatie van een relatie weegt 5,11 karaat en is 112.500 gulden waard. TWEE-EN VEERTIG BLANKEN IN KONGO GERED Blanke huurlingen hebben weer 42 blanken uit handen van Kongo, lese rebellen gered, voornamelijk geestelijken, en hebben ontdekt dat er nog twee nonnen zijn vermoord aldus gezaghebbende zegslieden ui Leopoldstad. Van de slachtoffers is tot dusver alleen bekend dat zij zuster Marie Antoinette, een Amerikaanse, en zuster Marie Frangoise, een Belgi- sche, werden genoemd. SPAAK VERDEDIGT MET KLEM BELGISCH OPTREDEN Een minister Spaak op-z'n-felst heeft in de Veiligheidsraad harde woorden gesproken aan het adres van diegenen onder de Afrikaanse afgevaardigden, die „gedurende 2 kwade dagen een stortvloed van be ledigingen en onjuistheden" in het Kongo-debat hebben gespuid. „In hun verklaringen klonken", aldus de Belgische minister van Buiten landse Zaken, „sterke elementen van rassenhaat door. En wat mij 't meest schokte en beangstigde, was dat uit sommige redevoeringen een gevoel sprak van argwaan, ik zou haast zeggen: van haat, dat pijnlijk veel lijkt op dat soort racisme, dat wij zo fel hebben afgekeurd en waartegen wij zo krachtig hebben gestreden". Spaak wees uiteraard de beschuldigingen van de Afri kaanse landen, dat België zich aan agressie had schuldig gemaakt, van de hand en verdedigde de actie der para's. Onder meer met deze op merking tegelijk een wijze les voor de sprekers die hem voorgin gen: „Er zijn nimmer schuldige ras sen of volken geweest; alléén ver achtelijke mensen, die van hun zin. nen waren beroofd. Hitler was zo iemand en het spijt me dat ik 't moet zeggen óók opstandelingen leider Gbenye behoort tot hen". In Afrika gaat men de niet-blan- ken tegenover de blanken opzetten: ERNSTIGE AUTO-ONGELUKKEN Bij Hattum kwam een personen auto in botsing met een vrachtwa gen met aanhanger. Twee personen in de auto werden gedood en drie ernstig gewond. De chauffeur van de vrachtauto kwam met de schrik vrij. Elders in het land kwamen auto ongelukken voor, waarbij 2 doden waren te betreuren. 151. „Nou? Werkte het systeem?" vroeg Frans Bulle, toen hij van z'n ritje was teruggekeerd. - „Fantas tisch," antwoordde smidje Verho len. „Precies de twee lampjes, die jij had aangewezen, begonnen te branden." - „Knap werk, mannen," prees Harry Hommeles. „We heb ben nu de zaak bijna rond. Ik wil nu alleen nog wel eens zien waar zich al dat gestolen goed bevindt." - Ik zal het U wijzen," zei smidje Verholen. „Maar laten we dan hier eerst nog even in de garage gaan kijken, waar Nosco zijn wagen heeft staan. Als de boel tenminste niet op slot is." --„Nog niet zo erg," zei Harry Hommeles. „Mijn dienstrevol ver is er goed voor. Ik schiet zo het slot van de deur." - En dat deed hij ook. Het was toen een kleine moeite voor de smid om de resten van de deur aan de kant te wringen. Hij werd daarbij natuurlijk goed ge holpen door Harry en Frans en weldra schoven de stalen garage deuren dreunend open. „Nou! Wat heb ik gezegd?" riep de smid uit. „Daar staan ze hoor! Die ene is een snelle personenauto en die andere is de vrachtauto, waarmee de schurk de kostbaarheden uit de mu sea naar huis reed. Dat spul zal daar wel allemaal in die kist zitten. Nou, nou, hij heeft het netjes inge pakt hoor. Er staat „voorzichtig" en „niet kantelen" op." - „En is dat alles wat hij gestolen heeft?" wilde de inspecteur weten. - „Welnee, lang niet," antwoordde de smid. „Ginds in het kasteel staat nog veel meer. We moesten er maar naartoe gaan, vind ik." - Inspecteur Hommeles had intussen alwéér een ontdekking gedaan. „Moet je nou 'es kijken!" riep hij uit. „Een lift! Zullen we eens kijken waar hij uit komt?" - Dat hoefde hij geen twee keer te vragen en even later zoef de de drie mannen al naar beneden. FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" door JOHNSTON McCULLEY Vertaling Herman Antonsen TOGO HEEFT ZORGEN. Warwik was nog geen drie straten van zijn huis vèrwijderd, toen drie mannen elkaar daar ontmoeten en langzaam naar de volgende straathoek wandelden, als drie vrienden, die sa men gingen dineren. „En?" vroeg een hunner. „Er moet daarboven iets misgelo pen zijn. We hebben het signaal van Brown niet gekregen en daar gaat die Warwik in zijn auto er van door." „En Brown is er nog niet met die andere uitgekomen. Wat moeten we in dat geval doen?" „Bij Warwik naar binnendringen en zien, wat er gebeurd is. Er is al leen een Japanse bediende in huis. Misschien zitten onze twee kamera den gevangen. Het zal niet lastig zijn, want we kennen dat huis door door." en „Ja, zijn kamers liggen op de der de verdieping," zei de eerste man. „Een van ons moet gewoon naar bo ven gaan en daar aankloppen. Als die Japanner zich vertoont, zegt hij een boodschap te hebben voor Brown, die naar hij weet bij Warwik op bezoek is. Twee anderen begeven zich naar het balcon op de derde verdieping. Langs dat balcon kunnen we de gla zen deuren van Warwik bereiken. Het is zo donker dat niemand ons zal zien en mochten we iemand ontmoe ten, dan zullen ze ons nog niet ver denken. De bewoners gebruiken dat balcon vaak genoeg om van de ene naar de andere kamer te gaan." De drie mannen keerden terug en gingen brutaalweg met de lift naar de derde verdieping. Een hunner ging naar de deur van Warwik en twee anderen begaven zich door de gang naar het langs het huis lopende bal con. Togo hoorde iemand aankloppen, maar lette daar niet op. Na het ver trek van Warwik had hij beide ge vangenen een prop in de mond ge duwd, omdat hij vreesde, dat er ge klopt zou worden en dat zij dan om hulp zouden schreeuwen. Toen het kloppen herhaald werd, keek hij de beide woedende mannen grijnzend aan. En wel voor de tiende maal kwam hij naar de divan toe om te kijken, of hun boeien nog wel goed vast zaten. Er brandde slechts één lamp in een hoek van de kamer. Het was dan ook half duister in het vertrek en zo kwam het, dat Togo de schaduw der beide mannen niet op het balcon voorbij zag glijden. Ze gluurden tus sen de gordijnen door en zagen de twee mannen gebonden op de divan liggen en Togo kaarsrecht op een stoel zitten. Hij zat ©en sigaret te roken met de ogen dicht, maar hij sliep niet. Geruisloos wisten de twee mannen de deur open te krijgen met eén daartoe geschikt instrumentje. Intus sen had de derde man, toen zijn klop pen onbeantwoord blééf, zich bij hen gevoegd. „Ga jij terug naar de, gang en be waak de deur", werd hem bevolen. „Die Jap kon wel eens tradhten te ontsnappen, als we binnenkomen. Dan kun jij hem daar opvangen. Hij mag niet bij de telefoon kunnen komen. Pak hem niet ruw aan, maar houd hem beleefd met smoesjes tegen. Iemand mocht je eens zien. Als wij maar eenmaal binnen zijn, is het met een paar minuten voor elkaar." De man haastte zich naar de gang terug en de 'beide anderen 'bleven aan het werk. Eindelijk waren de dubbele deuren open en stonden de mannen op het punt naar binnen te sluipen, net als Togo kort te voren gedaan had. Zachtjes gleden ze naar 'binnen. Togo bemerkte blijkbaar hun aan wezigheid niet. Ze slopen omzichtig naar de rechtopzittende Togo toe, in de hoop, hem te 'kunnen overrompe len, voordat hij alarm kon maken. Een der gevangenen op de divan zag hen aankomen en verried door de uitdrukking van zijn gezicht hun aanwezigheid. Togo keek op dat mo ment juist naar hem. En ogenblikke lijk scheen hij te voelen, dat er iets niet in de haak was. Maar hij sprong niet op om zijn mogelijke vijanden tegemoet te treden. Hij keek in een grote spiegel boven de divan en zag de beide donkere schaduwen naar zich toekomen. Togo kneep zijn ogen tot spleetjes dicht en bleef zijn sigaret roken. Maar zijn ene hand zakte als onwillekeurig naar zijn zak omlaag en greep het pistool beet, dat hij 'bij zich had. In de spiegel bleef hij de gedaan ten bespieden. Ze slopen steeds na der en een van de twee schoof in de richting van de deur, om Togo het ontsnappen te beletten. Toen maakte de voorste aanstalten om zioh op Togo te werpen. Togo rookte rustig door, maar omklemde zijn pistool vaster. Toen deed de man 'n sprong vooruit. Togo kwam tege lijkertijd in actie. De man greep in de lucht en in plaats van de Japanner bij zijn keel te pakken, struikelde hij tegen de stoel aan en viel er mee on dersteboven. Togo was opzij gesprongen en wendde zich nu onmiddellijk om, zo dat hij hen beiden met zijn' pistool in bedwang kon houden. „Erg, erg onhandig!" merkte To go op. „Ik heb in spiegel gekeken. Ik u moet verzoeken tegen muur te gaan staan". De man bij de deur vloekte met de handen in de lucht. De andere krab belde overeind, maar deed geen aan val op de Japanner. „Erg onhandig", 'herhaalde Togo. „Wat willen de heren?" „Ik geloof, dat je jezelf als heel handig beschouwt", zei de man bij de deur. Waarom bemoei jij je hier mee?" „Een van deze twee heren binnen gekomen en heeft revolver op mijn vereerde meester gericht. De andere mij trachtte neer te slaan. Ik hem ge bonden 'en mijn meester geholpen. En mijn meester bevolen, ik deze twee bewaken moet tot hij terugkomt. Ik dat doe. Dat is alles." „Misschien kunnen we zaken doen", zei de man bij de deur. „Zaken?" „Hoeveel betaalt je meester je?" „Een heel behoorlijk loon elke maand." „Als je ons laat weggaan, zullen we hier niet meer terugkomen en je er veel geld voor geven. We geven je honderd dollar, als je ons dadelijk laat gaan". „En wat dan zeggen tegen mijn vereerde meester?" vroeg Togo. „Zeg, dat die twee ontsnapt zijn en verder niets." „Maar hoe zij moeten wegkomen? Zij gebonden en Togo op wacht. Mijn vereerde meester zeker zou zeg gen, Togo kan wel twee gebonden mannen bewaken. En wat ik dan zeg gen moet?" „Zeg, dat een van de twee zich losgewerkt heeft en je overrompeld heeft, toen je de andere kant uit keek." „Dan mijnheer Warwik denken zal ik erg, erg dom. En (bovendien mijn vereerde meester zelf heeft tou wen vastgeknoopt." „Maar wat wil je dan doen? Ons de halve nacht blijven bewaken?" „Ik denk, ik politie telefoneren zal". (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1964 | | pagina 2