ZDoaaertó
@333^
Zij deden mijn was
waar ik bij stond...
Laat Uw Ssrii
van tijd tot tijd eens bijstellen
HET KOST U NIETS
Meubelindustrie
2
2
Brilienspecialist
Optica
Houdt Bogaerts voor ogen
Lederindustrie
Lederwaren-
industrie
Chemische industrie
Metaalindustrie
VOOR BABY'S HUIDJE
Textielindustrie
Levensmiddelen
industrie
Zuivelindustrie
Veevoederfabrieken
Bouwnijverheid
Griend- en Riet-
bedrijven
- Soekarno dreigt de Uno te ver
laten als Maleisië in de Veiligheids
raad komt; en Engeland heeft vloot-
en troepenversterkingen naar Malei
sië verzonden.
- De Rotterdamse haven telde
in 1964 een record aantal schepen,
nl. 27775.
- De staatshoofden hebben nieuw
jaarsboodschappen uitgezonden; de
Paus pleitte voor vrede onder de vol
ken.
Onlangs deed een Sunil was-team de
was voor mevrouw C. J. Keizer,
Eerste Eeldepad 18, Den Haag.
"Mijn was is absoluut witter ge
worden", zei mevrouw Keizer. "Nu
begrijp ik wat ze bedoelen als ze
zeggen: Sunil geeft het hoogste
wit
Grotestraat 220, Waalwijk
Telefoon 3560 b.g.g. 4140
bestellingen,voor het najaar en de winter
van 1965- 1966 zal verminderen. De enige
uitweg voor de industrie is dan exporteren.
Het is de vraag of de schoenindustrie deze
verandering van de afzet zal kunnen reali
seren, omdat de export niet een zaak is, die
van vandaag op morgen geëffectueerd kan
worden.
Tot slot van deze paragraaf over de
schoenindustrie willen wij nog wijzen op de
markante prijsontwikkeling, die zich in het
schoenen-verkeer voordoet. Sinds een aantal
jaren zien we nl. de invoerprijs dalen en de
uitvoerprijs stijgen. Het is thans zelfs zo,
dat de gemiddelde prijs van het uitvoerpak-
ket van dames- en herenschoenen boven de
invoerprijs ligt. Het zou zeer nuttig zijn te
onderzoeken of deze prijsmutaties veroor
zaakt worden door kwaliteitsmutaties of door
'n verandering in de productiviteit in de be
drijven, waardoor met name de buitenlandse
ondernemingen voor hetzelfde product een
lagere prijs kunnen vragen. De huidige
C.B.S.-Statistieken kunnen op dit punt geen
opheldering verschaffen.
In de bedrijfstak lederindustrie spelen de
beperkte toepassingsmogelijkheden voor le
der en de nog steeds voortdurende grote
concurrentie een belangrijke rol. De produc
tie is in 1964 over het algemeen op een
gelijk niveau gebleven als in 1963. De toe
nemende concurrentie van vervangingsstof-
fen speelt in deze sector oen steeds grotere
rol.
Het is verheugend dat de gehele leder
industrie thans met een aktie is begonnen
om het gebruik van leder te stimuleren. Het
is jammer dat een verzoek van de Federatie
van Verenigingen van Nederlandsche Leder
fabrikanten om te komen tot een materiaal
aanduiding voor leder op de lange baan is
geschoven.
Bij veel bedrijven zijn de reserves niet
aanwezig om te komen tot vervangingsinves
teringen, die nodig zijn voor de vernieuwing
van het produktieapparaat.
De productie van zoolleder nam in 1961
weer verder af. De oorzaak moet hier voora'
worden gezocht in de vermindering van
schoenen met leren zolen. Slechts enkele be
drijven in deze sector waren in staat om de
gevolgen van de loonsverhoging op te van
gen. De meeste bedrijven melden, dat de
loonexplosie geheel is gekomen ten laste van
de winst. De prijzen van zoolleder waren
zeer laag door de uitermate scherpe con
currentie.
In het afgelopen jaar zijn de prijzen van
de huiden geleidelijk gestegen. De prijzen
van de looistoffen waren ongeveer 30 ho
ger dan in 1963. De verwachting bestaat dat
deze prijsverhoging zich pas goed zal doen
gevoelen in 1965, omdat thans veel bedrij
ven nog kunnen werken met oude voorra
den. Ook de kosten van de diensten zijn
sterk gestegen. Zo zijn bv. de behandelings-
kosten in de havens opgelopen van f 2 Vz
naar f 5 Vè per 100 kg.
De verwachtingen voor het jaar 1965 zijn
in deze sector dan ook weinig gunstig.
De overlederfabrieken konden in het af
gelopen jaar de productie uitbreiden. Hoe
wel enkele bedrijven door het doen van
grote investeringen in staat waren de loon
kostenstijging voor een deel op te vangen,
meldden de meeste bedrijven toch dat de
loonsverhoging voor het grootste deel uit de
winst moest worden gefinancierd.
De inkoopprijzen van ruwe huiden, die
sinds eind 1963 sterk omhoog waren gelo
pen, zijn nu weer gedaald tot een peil van
20 25 cent per kg boven het peil van 1
januari 1964.
De invoer van runderleder met natuur
lijke nerf nam met bijna 50 toe over de
eerste 10 maanden van het afgelopen jaar.
De uitvoer van dit product geeft slechts
een zeer geringe stijging te zien.
De uitvoer van het overige runderleer is
vrij aanzienlijk gedaald. Hetzelfde geldt voor
de uitvoer van schapenleder. De prijzen van
de grondstoffen, vooral die van split en nai-
lineverf, zijn in behoorlijke mate gestegen.
De binnenlandse verkoopprijzen zijn iets op
gelopen, maar de buitenlandse verkoopprij
zen zijn practisch hetzelfde gebleven.
De verwachtingen voor het komende jaar
lopen uiteen van somber tot redelijk.
De productie van drijfriem- en technisch
leder bleef in 1964 ongeveer op hetzelfde
niveau als het jaar daarvoor.
Door de verhoging der lonen en de stij
ging der huidenprijzen is de concurrentie
positie verder bemoeilijkt. De uitvoer van
de meeste artikelen liep terug en de export
van drijfriemenleder daalde practisch tot
nihil. Vooral in de tweede helft van 1964
heeft dit beeld zich duidelijk verscherpt door
de hoge invoer van leder.
De verwachtingen voor 1965 zijn niet erg
hoog gespannen.
In de zeemledcrsector was de productie
vooral in het begin van het jaar beneden
normaal, hetgeen zijn oorzaak vond in het
feit, dat er een grote schaarste bestond en
overigens nog bestaat aan ruwe vellen. Het
geringe aanbod van deze vellen had een stij
ging van de inkoopprijzen tengevolge. De
export van zeemleder ken met bijna 24
worden uitgebreid.
In het komende jaar verwacht men, dat
de #bedrijfsgang gunstiger zal zijn dan in
het afgelopen jaar.
In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn
de berichten uit deze sector niet onverdeeld
gunstig. Dit geldt met name voor de hand-
schoenenindustrie. In het voorjaar waren nog
grote voorraden bij de handel als gevolg van
de belangrijke aankopen, die eind 1963 wa
ren gedaan. De lange zomer en het goede
najaarsweer hebben de verkoop nog onvol
doende op gang kunnen brengen. De prijzen
van de grondstoffen zijn op enkele punten
gestegen.
Genoemd kunnen hier worden de prijzen
van garens, linnen en van enkele duurdere
Iedersoorten.
De buitenlandse concurrentie in deze
sector is enorm toegenomen inet name door
de zeer goedkope aanbiedingen uit de lan
den achter het ijzeren gordijn, China, Japan
en Hongkong. In de eerste 10 maanden nam
de invoerwaarde van handschoenen uit deze
landen toe met bijna 50 De prijzen van
deze ingevoerde handschoenen liggen in veel
gevallen niet hoger dan de helft van de
kostprijs van het Nederlandse product.
Door de invoer van werkhandschoenen
tegen lage prijzen en de manipulaties met de
prijzen door de Nederlandse ondernemers
speelt de concurrentie bij dit product nog
steeds een grote rol. Alleen bij grote om
zetten is de fabricage nog interessant.
De vraag naar lederen kleding is bevre
digend te noemen. Door de verhoging van
de prijzen in het begin van het jaar toen-
gevolge van de forse loonstijging bleven de
afnemers enigszins gereserveerd. Deze hou
ding werd mede bepaald, doordat kort daar
op enkele fabrikanten, zowel uit binnen- en
buitenland, suèdekleding tegen zeer lage
prijzen aanboden. In het najaar trok de
vraag iets op, doch de indruk bestaat dat
de positie van de suèdekleding vrij stabiel
zal blijven.
Daarnaast zien we een opkomende vraag
naar kleding van nappa en nerfleder en in
de herensector naar geprent schapenleder.
De nappakleding moet echter van een heel
goede kwaliteit zijn, hetgeen tot gevolg
heeft, dat de prijs van een dergelijk kle
dingstuk nogal hoog is. Verwacht wordt,
dat een stijgende omzet zal leiden tot meer
aantrekkelijke prijzen. De grondstoffenvoor-
ziening voor modieuze kleding was goed en
de prijzen zijn vrij stabiel gebleven.
In de sector leren dienstkleding loopt de
vraag van jaar tot jaar terug. Ook in 1964
was de vraag weer lager dan in het voor
gaande jaar. De verbruiker gaat de zware
leren kleding steeds meer vervangen door
artikelen van een lichtere en sportiever gen
re, die worden betrokken uit de textielnij
verheid. Door deze ontwikkeling loopt de
keuze in grondstoffen ook verder terug.
Bijna alle lederwarenbedrijven maken
melding van hun moeilijkheden op het ge
bied van de personeelsvoorziening. In een
aantal gevallen wordt gebruik gemaakt van
thuiswerksters, die ver huiten de vestigings
plaats van het bedrijf wonen. De verwach
tingen t.a.v. 1965 zijn niet onverdeeld gun
stig.
De berichten, die uit deze bedrijfstak
werden ontvangen over de gang van zaken
in het afgelopen jaar zijn over het algemeen
gunstig. Door een toenemende vraag en om-
zetvergroting konden de loonkostenstijgingen
in deze kapitaalintensieve bedrijven worden
opgevangen.
Van een schaarste aan arbeiders kon niet
worden gesproken, hoewel een behoefte aan
goed personeel bleef bestaan.
De grondstoffenprijzen stegen niet in die
mate, als in het begin van 1964 werd ver
wacht. Wel zijn de vrachtprijzen sterker op
de prijs van het product gaan drukken.
De prijzen van de producten zijn met en
kele procenten gestegen.
Door de houding van de Braziliaanse re
gering werd ricinusolie op de markt ge
bracht, die in prijs lager lag dan die van
de grondstoffen. De productie van dit arti
kel moest daarom worden stopgezet. Thans
wort alleen de ruwe olie nog veredeld.
Enkele bedrijven maken melding van het
wegvallen van de uitvoer naar Engeland op
't einde van het jaar door de import'heffing
van 15 Ook in deze bedrijfstak wordt
melding gemaakt van het steeds langer
worden van de betalingstennijn, hetgeen
wijst op liquiditeitsverkrapping bij de af
nemers.
Het tekort aan arbeidskrachten in de me
taalindustrie blijft onverminderd van kracht.
De bedrijven in het westelijk gedeelte van
het gebied van de Kamer ondervinden nog
onverminderd de aantrekkingskracht van de
randstad Holland.
Niet alleen aan ongeschoold, doch vooral
ook aan lager geschoold personeel blijft gro
te behoefte bestaan.
Na de opleiding op de L.T.S. gaan veel
leerlingen nog verder studeren op een U.T.S
of ze vervoegen zich bij de grote bedrijven
waar ze een plaats kunnen krijgen op de
bedrijfsschool.
De kleine bedrijven, die behoefte hebben
aan een allround vakman ondervinden hin
der van deze ontwikkeling.
Veel werknemers uit de metaalindustrie
zijn het afgelopen jaar overgegaan naar de
bouwvaksector, alwaar een soepeler loon-
bcleid wordt gehanteerd.
Over de economische ontwikkeling in de
bedrijfstak kan geen eensluidend oordeel
worden gegeven. Daarom is het nodig dat
de verschillende onderdelen van de metaal
sector nader worden belicht. Wel kan wor
den gesteld, dat de grondstofprijzen, met
name van de non-ferro groep, belangrijke
stijgingen hebben ondergaan. Zo steeg de
notering voor koper op de Londense beurs
van 236 pond per ton op 1 januari tot 525
pond per ton eind november. Voor zink was
dit een stijging van 98 pond tot 125 pond
per ton over dezelfde periode. Ook messing
steeg belangrijk in prijs. De grondstoffen-
prijzen voor ijzer en staal bleven in 1964
vrijwel op hetzelfde niveau.
Bij de scheepswerven was men over het
algemeen vrij redelijk van orders voorzien,
waarbij iets meer de nadruk kwam te lig
gen op de reparatie. Ook in de productie
sector viel een verschuiving te constateren.
De bouw van schepen liep terug en hiervoor
in de plaats ging men zich meer toeleggen
op de constructie van baggermateriaal.
De loonexplosie van dit jaar heeft dp
concurrentie-positic van de Nederlandse
scheepswerven ten opzichte van de buiten
landse (in het bijzonder Japanse)) ongun
stig beïnvloed, waardoor het aantrekken van
schecpsbouwopdrachten uit het buitenland
ernstig werd bemoeilijkt.
De prijzen voor nieuwbouw en voor re
paratie zijn in het zeer loonintensieve
scheepsbouwbedrijf gestegen. Enkele klei
nere werven wijzen er nog op, dat de schip
pers de reparatie zo lang mogelijk uitstel
len in verband met de hoge rente op de
kapitaalmarkt.
Het aantal werven dat pleziervaartuigen
bouwt neemt langs de Noordrand van N.
Brabant toe. De omzet in deze bedrijven is
het afgelopen jaar weer aanzienlijk geste
gen en de orderportefeuille voor het jaar
1965 is reeds goed gevuld. Het valt op, dat
er in deze sector steeds meer gekocht wordt
op afbetaling.
Bij de scheepsbouw- en reparatiebedrij
ven verwacht men, ondanks de toenemende
concurrentie, dat de productie in 1965 op
een redelijk niveau zal liggen.
De machinefabrieken waren het gehele
jaar goed van opdrachten voorzien. De
meeste orders hadden echter een korte le
vertijd. zodat in het algemeen niet gespro
ken kan worden van een goed gevulde order
portefeuille voor de lange termijn.
De afzetmogelijkheden van machines naar
de schoen- en lederindustrie nam iets af. In
deze sector kwamen belangrijke prijsstij
gingen voor bij de eindproducten. Een aan
tal bedrijven konden bij gelijke personeels
sterkte de productie opvoeren door mecha
nisatie en automatisatiq.
In de sector van de scheepsschroeven
ging de ontwikkeling van de productie ge
stadig voort. Wel heeft de loonexplosie een
verslechtering van het rendement tengevol
ge gehad, omdat de prijzen voor export niet
konden worden aangepast en voor het bin
nenland onvoldoende.
De werving van personeel blijft ook hier
moeilijk, vooral die van ongeschoolden en
hooggekwalificeerden. Het tekort aan onge
schoolden is ondervangen door een contin
gent Turkse arbeiders te contracteren.
De gang van zaken voor 1965 wordt met
vertrouwen tegemoet gezien.
De productie in de apparatenindust'rie lag
in 1964 op een hoog niveau. Veel bedrijven
maken er gewag van, dat zij de grote loons
verhoging geheel konden opvangen door ver
groting van de productie en door productivi
teitsverbetering. In die bedrijven waar tot
prijsverhoging werd overgegaan had dit geen
enkel gevolg voor het aantal geboekte or
ders.
Wel wordt er op gewezen, dat de export
van enkele grote buitenlandse bedrijven op
de Nederlandse markt steeds verder toe
neemt, waardoor het noodzakelijk zal zijn,
dat in deze bedrijfstak op een meer ratio
nele wijze zal moeten worden gewerkt.
Een aantal bedrijven wordt in de verdere
groei op dit ogenblik belemmerd door het
uitblijven van bouwvergunning voor het
eigen bedrijf. De meeste bedrijven ver
wachten voor 1965 een belangrijke uitbrei
ding van de productie.
In de metaalfabrieken was de ontwikke
ling niet onverdeeld gunstig. Sommige be
drijven noemden de loonexplosie catastrofaal
en anderen konden de productie met moeite
op hetzelfde plan houden. Voor sommige
bedrijven is de export geheel verloren ge
gaan.
In het afgelopen jaar is het aantal confec
tiebedrijven in onze provincie weer uitge
breid. Noordbrabant is thans de 2e confec-
tieprovincie van ons land.
Ook in deze sector baart de personeels
voorziening zorgen. Een uitzondering hier
op vormt de kledingindustrie. In deze be
drijfstak wordt een lagere confectieschool
ten zeerste gemist. De grootste bottle-neck
in de personeelssfeer is het ontbreken van
voldoende geschoold personeel.
Een aantal bedrijven ging er in het afge
lopen jaar toe over een gedeelte van de pro
ductie onder te brengen bij loonconfectie-
bedrijven. Ook werden ateliers opgericht in
gebieden met weinig industrie, waar ver
wacht mocht worden dat de werving van
personeel minder moeilijkheden zou ople
veren. De prijzen van de grondstoffen ste
gen van 5 tot 10 en incidenteel zelfs met
bijna 15 dit laatste mede als gevolg van
de situatie op de wereldmarkt.
De omzet, uitgedrukt in prijzen 1963 gaf
een lichte stijging te zien en ook voor 1965
wordt een omzetstijging verwacht. Na een
aarzeling in het begin van het jaar stegen
na de uitverkopen ook de verkoopprijzen
enigszins en wel tussen de 5 en de 10
Merkbaar was een druk op de bedrijven
om meer crediet te verlenen.
De omzet in de textielscheurdcrij was be
vredigend, dit ondanks en stijging van de
productieprijs die veroorzaakt werd door 'n
hoge rente, stijgende vervoerskosten, doch
vooral door de zeer sterke stijging van de
grondstofprijzen van Pakistanjute door de
overstromingen in dat land.
Voor 1965 wordt verwacht, dat de om
zet weer op een hoger plan zal liggen.
Over het algemeen heeft de meubelindu
strie een goed jaar achter de rug. Zowel de
verhoging van de lonen alsook de stijging
van de grondstoffenprijzen zijn voor een
belangrijk deel door de opvoering van de
productiviteit en door een vergroting van de
productie binnen redelijke grenzen gehou
den. De prijzen van de eindproducten ver
tonen een zekere stabiliteit. Hierbij moet
worden aangetekend, dat de meubelen in 't
algemeen een sterkere modieuze inslag gaan
vertonen, hetgeen snellere modewisselingen
met zich meebrengt. Het gevolg hiervan is,
dat de prijzen vervagen, zodat men moeilij
ker vergelijkingen kan treffen.
In deze bedrijfstak werd hinder onder
vonden van de extra invoerbelasting van
15 die door de Engelse regering sinds
kort wordt geheven.
De ontwikkeling in 1965 wordt met ver
trouwen tegemoet gezien.
De productie van de groentenconservcn-
fabrieken toont dit jaar weer een behoor
lijke stijging. Mede dank zij de gunstige
weersomstandigheden waren de prijzen der
grondstoffen iets lager. De prijs van het
eindproduct lag echter iets hoger.
De fabrikanten in deze sector zijn van me
ning, dat de Nederlandse regering te wei
nig aandacht besteedt aan de uitvoer van
groentenconserven. Dit in tegenstelling tot
de Amerikaanse en franse regeringen, die
de export op alle mogelijke wijzen stimule
ren en subsidiëren. Het is dan ook niet ver
wonderlijk, dat de Nederlandse groenten-
conservenfabrieken met enorme voorraden
blijven zitten, welke onmogelijk door de
binnenlandse markten kunnen worden ver
werkt Met name is dit het geval met de
producten doperwten en sperciebonen. Het
voor deze bedrijfstak bij uitstek aangewezen
land voor de export (West-Duitsland) voert
slechts zeer beperkte hoeveelheden in, zodat
ook hier de afzetmogelijkheden geen reden
tot optimisme geven.
Voor 1965 zijn de verwachtingen ten
aanzien van de bedrijfstak groentenconser
ven niet hoog gespannen.
De productiecapaciteit van de limonade-
fabrieken is in 1964 aanmerkelijk verhoogd
om de gestegen vraag te kunnen opvangen.
In deze bedrijfstak werken nog vele mar
ginale bedrijven.
De sanering gaat hier nog steeds verder
doordat alleen die bedrijven, die een grote
kwantitatieve omzet hebben en een modern
productieapparaat, nog in staat zijn op een
rendabele basis te blijven werken. De ver
hoging van de suikerprijs was een zeer na
delige factor in de grondstoffenaankoop. De
verkoopprijs is in 1964 bijna niet gestegen.
In deze bedrijfstak wordt zeer veel waarde
gehecht aan het handhaven van de investe
ringsaftrek voor het emballagepark. Voor
1965 zijn de verwachtingen goed te noe
men.
BUDDEMEYER
chemisch reinigen
grotestraat 95 waalwijk
In de Ievensmiddelenbedrijven bracht de
loonexplosie zeer grote zorgen met zich
mee, omdat de winstmarge in deze bedrijfs
takken gering zijn en de concurrentie zwaar.
Alleen door een regelmatige stijging van de
omzetten kunnen in het levensmiddelenbe-
drijf de hogere kosten worden opgevangen.
Het personeelsprobleem, dat over de ge
hele sector zwaar drukt komt met name tot
uiting in het aantrekken van mensen voor
de productie in de bakkerij.
In een snel tempo werden de afgelopen
jaren winkels omgezet tot zelfbedieningsza
ken of supermarkets.
Het lang uitblijven van een bouwvergun
ning betekende vaak een grote handicap.
De omzetontwikkeling is in stijgende lijn
en ook voor 1965 zijn de verwachtingen re
delijk te noemen.
Door de verontreiniging van onze rivie
ren en binnenwateren is de visconservenin-
dustrie steeds meer aangewezen op de in
voer van haar grondstoffen. Hierdoor is de
concurrentiepositie van deze bedrijfstak aan
zienlijk verminderd. Ook werd de viscon-
servenindustrie in het afgelopen jaar ge
troffen door de verhoging van de minimum
prijs voor de aangevoerde haring en ma
kreel door het produktschap voor vis en
visproducten.
Het is verheugend, dat de visconserven-
industrie de aandacht heeft van de Minister
van landbouw en visserij, die niet alleen
voor 1965 een bedrag van f 100.000.-
ter beschikking heeft gesteld voor de struc
tuurverbetering van deze industrie, maar
die tevens opdracht heeft gegeven tot uit
werking van plannen voor een betere ver
zorging van de conserveninduslrie met
grondstoffen.
De uitvoer van vis en visproducten naar
Frankrijk ondervond herhaaldelijk moeilijk
heden,,omdat de Franse douane voor de toe
passing van het zgn. binnentarief geen ge
noegen nam met het D.D.l certificaat maar
bovendien een zgn. C.E.E. vergunning eist,
die moet worden afgegeven door het Office
des Changes te Parijs.
Door deze gang van zaken, die in strijd
is met de bepalingen van het Verdrag van
Rome, worden de Nederlandse bedrijven in
hun exportpositie ernstig aangetast. De ver
wachtingen ten aanzien van de verdere ont
wikkelingen van deze bedrijfstak is nog on
zeker.
1964 is voor de zuivelindustrie een gun
stig jaar geweest. De producten werden voor
redelijke prijzen afgezet. Door een verdere
automatisering werden de personeelsproble
men voor een belangrijk deel opgevangen.
De kosten, die ten grondslag liggen aan de
verdere investeringen in deze sector zijn wel
de voornaamste oorzaak voor de fusies, die
in het afgelopen jaar hebben plaats gevon
den.
Ook het komende jaar wordt verwacht,
dat deze fusies verder zullen doorwerken
en dat steeds meer zuivelfabrieken overbo
dig worden.
Een gunstig gevolg van deze concentra
ties is, dat de marktordenende productie
beter mogelijk wordt, hetgeen leidt tot eco
nomisch betere resultaten. In het kader van
de E.E.G. is dit een gunstig teken. De ver
wachtingen voor 1965 zijn niet ongunstig,
voorop gesteld, dat de verdere ontwikkeling
van de Europese markt op een redelijke ma
niet voortgang vindt.
Bij de meel- en veevoederfabrieken is de
gang van zaken in het afgelopen jaar zeer
gunstig geweest. Door de droge zomer was
de graanoogst dit jaar buitengewoon goed.
Practisch de gehele oogst werd droog bin
nengehaald, zodat weinig partijen behoef
den te worden gedroogd.
In verband met een maatregel, genomen
op E.E.G.-niveau stijgen de graanprijzen de
laatste tijd aanzienlijk. Bij genoemde veror
dening werd besloten om de graanprijzen in
Nederland maandelijks te verhogen door
middel van heffingen, zodat in 2 jaar tijd
onze prijzen gelijk zouden zijn met het bui
tenland. De veevoederfabrieken hebben deze
prijsverhogingen kunnen doorberekenen in
hun eigen producten.
Reeds in ons vorig jaarverslag meldden
wij de toenemende behoefte aan financie
ringsmiddelen voor de veredelingsindustrie.
De grote veevoederindustrieën treden voor
deze bedrijven op als financiers. De kleine
veevoederbereiders komen door een gebrek
aan financicële mogelijkheden buiten deze
nieuwe ontwikkeling te staan.
Binnen het productieassortiment vond een
verschuiving plaats van voeders in meel-
vorm naar geperste voeders, welke laatste
door meerdere bewerkingskosten relatief
duurder zijn in prijs.
Voor 1965 wordt een toenemende con
currentie verwacht niet alleen op het gebied
van de productie van mengvoeders, doch
ook op het gebied van landbouwproducten.
De export van de Nederlandse veredelings
producten zal steeds moeilijker worden,
doordat de graanprijzen blijven stijgen.
Bovendien hebben verschillende export
landen hun productie uitgebreid, waardoor
de vraag naar Nederlandse producten op de
buitenlandse markt daalt.
In de bouwnijverheid doet zich thans de
bijzondere situatie voor, dat veel middelgro
te en kleine bedrijven personeel moeten ont
slaan, in verband met het ontbreken van een
rijksgoedkeuring.
De grote ondernemingen melden een pro
ductietoename in 1964. In de woningbouw
sector concentreert de productie zich steeds
meer bij een klein aantal bedrijven, die
bouwen volgens zgn. arbeidsbesparende
bouwmethodes. Ook de toename van fa
briekmatige woningbouw is het afgelopen
jaar zeer sterk gestegen.
De hoge rente op de kapitaalmarkt blijkt
voor de bouwbedrijven in het district van
onze Kamer nog niet te hebben geleid tot
aen vermindering van opdrachten. De prij
zen van de grondstoffen zijn vooral in het
laatste halve jaar sterk gestegen.
In het betonbedrijf gaat men steeds meer
over tot het machinale en standaardwerk,
waardoor met eenzelfde aantal personeels
leden een hogere productie kan worden be
reikt. De prijzen van de eindproducten zijn
in deze sector niet noemenswaardig ver
hoogd.
In de montageindustrie neemt de pro
ductie gestadig toe In deze sector bestaat
een tekort aan vaklieden voor de opbouw
van de woningen.
De wegenbouwbedrijven hebben de lonos-
verhoging van januari 1964 voor een groot
deel gebruikt om de zwarte lonen wit te
maken. Het blijkt echter thans zeer moeilijk
te zijn om de lonen volgens de C.A.O. te
handhaven. De eisen voor prestatiebeloning,
welke de Stichting Centraal Orgaan voor de
Bouwnijverheid stelt zijn in een aannemings
bedrijf van grond- en waterbouwkundige
werken bijna onuitvoerbaar. Een eenvoudige
regeling voor prestatiebeloning zou veel
moeilijkheden voorkomen. Ook in deze be
drijfstak is de werving van personeel zeer
moeilijk. De prijzen van grondstoffen en ma
terieel zijn in het afgelopen jaar met min
stens 10 gestegen.
In deze sector ontstaan vaak spanningen
doordat de overheid, bewust of onbewust,
de werken in een betrekkelijk kort tijdsbe
stek aanbesteedt. Indien de aanbesteding
van openbare werken over een geheel jaar
zou worden uitgesmeerd, zou de bedrijfs-
drukte minder pieken vertonen.
De indruk bestaat, dat bij een versnelling
van de wegenbouw de uitvoering der wer
ken sterker ikan worden gemechaniseerd, zo
dat het tekort aan personeel niet meer zo
wordt gevoeld.
Werd in voorgaande jaren melding ge
maakt van slechter wordende vooruitzichten
met betrekking tot de personeelsvoorziening
in de sector griend- en rietbedrijven, thans
blijkt uit recente publicaties van de Com
missie Personeelsvoorziening voor.de Bui
tendijkse Griend- en Rietbedrijven, dat er
gedurende de laatste 4 jaren géén achter
uitgang valt te bespeuren in de totale per
soneelsbezetting. Dit houdt evenwel niet in,
dat er bij enkele ondernemers - - uitslui
tend gedurende de wintermaanden - nog
wel gebrek aan griendhakkers en rietsnijders
is, doch deze tekorten zijn niet van dien
aard, dat er - voor wat dit punt betreft -
sprake is van het "luiden der noodklok".
Het bovenstaande neemt niet weg, dat de
gang van zaken in deze bedrijfstak rooskleu
rig is te noemen. Stijging van lonen en in
verhouding te lage verkoopprijzen voor eind
producten maken de exploitatie van grien
den en rietgorzen nauwelijks lonend.
Door de overheid zijn in de afgelopen
jaren gelukkig een aantal maatregelen ge
nomen tot de instandhouding van de
griend- en rietcultuur, waarvan ik U moge
noemen Instelling Rijshoutbeurs (met me
dewerking van Rijkswaterstaat), Subsidiere
geling Buitendijkse Hakgrienden, Subsidie
vervoer en reisuren griendhakkers en riet
snijders en niet te vergeten het in het- leven
roepen van de Stichting Overname Rijsma-
terialen (S.T.O.R.).
Sedert 1964 kunnen telers en/of produ
centen van rijsmaterialen hun overschotten
- als aan een aantal voorwaarden wordt
voldaan - aan voornoemde Stichting opge
ven. Als blijkt, dat een aangeboden partij
voor contractering met de S.T.O.R. in aan
merking komt, zal hiervan een overeenkomst
worden gemaakt. De bewaring van deze
overschotten geschiedt door en voor risico
van de aanbieder tot het tijdstip van leve
ring. De aanbieder heeft te allen tijde het
recht in de contractperiode de rijsmateria
len te verkopen aan derden tegen aen ho
gere prijs dan was overeengekomen met de
S.T.O.R. Bij niet beëindiging van het con
tract geschiedt levering op eerste afroep
door de S.T.O.R. Deze afroep zal voor rijs
materialen van de hak 1963/'64 uiterlijk
geschieden vóór 1 oktober 1965.
De gunstige weersgesteldheid van de win
ter 1963/1964 heeft ertoe bijgedragen, dat
er vrij constant kon worden gewerkt.
Door de grotere vraag naar fijner rijs
hout wordt het in de hand gewerkt, dat
steeds jonger griendhout wordt gekapt. Het
zwaardere rijshout van 5-jarige en oudere
grienden was moeilijk te plaatsen en de prijs
was laag.
De vraag naar schoppenstelen bleef vrij
wel gelijk en die van bonenstokken en hoe
pelhout was maar klein. Geschilde hoepels
voor botervaten werden nog in geringe mate
naar de Scandinavische landen geëxpor
teerd.
Beschadiging aangebracht door spreeuwen
alsmede de gevolgen van de strenge winter
1962/1963 zijn er mede oorzaak van ge
weest, dat niet alle riet kon worden ge
oogst. Voor matriet - die van niet al te
beste kwaliteit was - bestond zowel in het
binnenland als in België en West-Duitsland
vraag. De vraag naar dakriet was groter dan
in 1963, terwijl de prijzen redelijk waren te
noemen. Het ongesorteerde gorsriet kon
worden afgezet deels aan de rietplaten-in
dustrie en voor een ander deel aan de aan
nemers van waterbouwkundige werken. De
prijs hiervan bewoog zich op hetzelfde ni
veau als het vorig jaar.