wAAlwijkse en UnqstRAAtse cour Ant
BUITENGEWONE LASTEN
caballero
volgens de nieuwe wetgeving
Opdat zij mei eere mogen rusien
van Mierlo
ALS HET WERKELIJK
iets moois moet zijn
DE CENTR. BEGRAAFPLAATS
DER OGS TE LOENEN (Veluwe)
OVERIGE LANDEN IN EUROPA
anders
andere
*r"n MFPumuw-i i
GEDENKBOEKEN
GARAGE VAN MOSSEL
VERHUUR VAN
VRIJDAG 26 MAART 1965
86e JAARGANG NoJM
De tcho vAn het Zuióen
Uitgever
Waal wij kse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur JAN TIELfN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2x per week
Opgericht 1878
Bureaux Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160-2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8, tel. 04167 - 2002
Abonnement
p. week (0.24 1 ct. inc.k.) 0.25
p. mnd. (100 4- 5 ct. inc.k.) 1.05
p. kwrt. (3.00 10 ct. inc.k.) 3.10
P- kwrt. p. post 3.35 bij girobetaling
(bij incasso p. postkwit. 30 ct. extra)
Advertentieprijs: 11 cent per mm.
Contractadvertenties: speciaal tarief
Telegram-adres „ECHO'
In de nieuwe wetten inkomstenbe
lasting en loonbelasting zijn de be
palingen over de buitengewone las
ten afwijkend van wat gold onder
de oude besluiten I.B. en L.B. Wij
geven U daarom een geheel nieuw
overzicht.
De wet noemt thans drie groepen
van uitgaven, die eigenlijk buiten
de grootte van het inkomen staan
doch die wel de draagkracht di
rect beïnvloeden en daarom toch
aftrekbaar zijn ingesteld. Groep B
splitsen wij hieronder duidelijk
heidshalve.
GROEP A
Buitengewone lasten zijn b.v. de
op de belastingplichtige drukkende:
uitgave ter voorziening in het le
vensonderhoud van eigen en aan
gehuwde kinderen en pleegkinde
ren, voor wie geen kinderaftrek
wordt genoten, en van andere
bloed- of aanverwanten in de rech
te linie (ouders, grootouders, enz.,
en kinderen, kleinkinderen, enz.)
of in de tweede graad der zijlinie
(broers en zusters). Heeft men
recht op kinderaftrek, dan mag
men niet kiezen doch dan gaat deze
vóór.
De ondersteuning moet wel nood
zakelijk zijn, met andere woorden
de ondersteunde moet niet redelij
kerwijze zelf in zijn onderhoud
kunnen voorzien. Studeert een kind,
dan is dat als regel een geldige
reden waarom het niet in zijn ei
gen levensonderhoud kan voorzien
en onder deze groep vallen dus ook
de uitgaven voor studerende kin
deren, die in de loop van het jaar
hun studie beëindigen en waarom
dus geen kinderaftrek wordt geno
ten omdat daarvoor de toestand
op het eind van het belastingjaar
beslissend is.
Het verstrekken van luxe is niet
aftrekbaar, doch het begrip levens
onderhoud gaat zover, zegt de Ho
ge Raad, dat de ondersteunde (met
zijn gezin) een redelijk bestaan
kan voeren, overeenkomstig zijn
plaats in de samenleving. Wordt
tegenover de ondersteuning een
tegenprestatie verricht, bijvoor
beeld in de vorm van huishoude
lijke hulp door een behoeftige zus
ter die men in huis neemt, dan
verdient zij tot het bedrag van de
waarde van die huishoudelijke
hulp haar levensonderhoud zelf en
is dus alleen het meerdere als bui
tengewone last te zien.
Opgemerkt zij nog (en dit is
nieuw!), dat naast de buitengewo
ne lasten thans een extra aftrek
mogelijk is van de lijfrentepremie,
betaald ten behoeve van invalide
kinderen.
GROEP B 1
Uitgaven t.a.v. ziekte, invaliditeit
en bevalling van de belastingplich
tige, diens echtgenote, diens eigen
en aangehuwde kideren en pleeg
kinderen en van diens bloed- en
aanverwanten in de rechte linie of
in de 2e graad der zijlinie. En nu
dus ook al wordt voor hen kinder
aftrek genoten.
Deze uitgaven wordt thans echter
slechts als buitengewone lasten
aangemerkt nadat ze zijn verlaagd
met wat gewoon wordt geacht, en
wat gesteld is op 2%% van het
overige inkomen, doch op maximaal
f 500.-. Alleen het meerdere geldt
dus als buitengewone last. Onder
„overig inkomen" is hier te ver
staan het z.g. onzuiver inkomen
minus de z.g. persoonlijke verplich
tingen. Zie daarvoor het voorbeeld
hieronder.
Deze kosten van ziekte enz. mag
men zien: kosten van dokter, me
dicijnen, ziekenhuis e.d., en ook
de ziektekostenverzekeringspremie,
ziekenfondspremie ook het werk
geversaandeel), huishoudelijke hulp
boven het normale, reiskosten voor
dokters- en ziekenhuisbezoek (ook
't bloemetje), enz. Doch alles in het
redelijke, natuurlijk.
Onder kosten van bevalling val
len niet de kinderwagen, babyuit-
zet e.d.; dit zijn kosten van levens
onderhoud van het kind, waar men
kinderaftrek voor geniet. Op duur
zame; waardevolle goederen moet
men afschrijven. Bijvoorbeeld op
een invalidewagentje of een auto
voorzover die op ziekte of invali
diteit betrekking heeft. De Hoge
Raad zegt: daarvan wordt de af
schrijving als uitgave gevoeld.
Onder deze groep vallen thans
niet meer de van de oude besliuten
bekende „andere dergelijke uitga
ven", zodat kosten van echtschei
ding, van strafprocedures e.d. thans
niet meer in aanmerking komen.
GROEP B 2
Uitgaven t.a.v. overlijden van de
onder B 1 reeds genoemde perso
nen. Let wel: er is telkens nauw
keurig bepaald voor welke perso
nen de aftrek alleen maar geldt.
In tegenstelling tot bij groep B 1
gelden deze uitgaven volledig, dus
zonder verlaging met een „gewoon"
geacht bedrag. De toelichting bij
de aangiftebiljetten over 1964 (in
verband met de schatting van het
inkomen over 1965) is op dit punt
in strijd met de tekst van de nieu
we wetten I.B. en L.B.!
GROEP C
Uitgaven voor de opleiding of
studie van de belastingplichtige
zelf en/of van zijn echtgenote voor
een beroep.
Studie uit liefhebberij komt dus
niet in aanmerking; wel de kosten
van een proefschrift en van een
promotie, die iemand zelf draagt.
Ook de reis- en verblijfkosten, no
dig voor die opleiding en studie,
vallen hieronder, doch geen kosten
van levensonderhoud.
Let wel: kosten van studie van
kinderen vallen niet onder deze
groep, doch behoren tot het levens
onderhoud van groep A, waar ech
ter de voorwaarde is gesteld dat
geen kinderaftrek wordt genoten.
WANNEER AFTREKBAAR
De kosten moeten op de belas
tingplichtigen drukken. Dat houdt
in, dat wat vergoed wordt (ook al
gebeurt dat in een later jaar) niet
tot de buitengewone lasten behoort.
Kosten van opname in een zieken
huis tellen bijvoorbeeld slechts
mee voor zover ze niet door ver
zekering zijn gedekt.
De buitengewone iasten worden
toegerekend aan het jaar van be
taling, ook al hebben ze betrekking
op een voorafgaand jaar. Wordt er
voor geleend, dan geldt het jaar
van aflossing.
Is eenmaal het totaal (van be
trokken jaar) van alle uitgaven der
groepen A t/m C bepaald, dan kan
men aftrek krijgen indien (en niet:
voor zover!) ze gezamenlijk meer
bedragen dan het vereiste mini
mum. En dit bedraagt 4% van het
onzuiver inkomen minus de per
soonlijke verplichtingen.
Dit percentage wordt verlaagd
met Vz voor het derde en elk
volgende kind doch bedraagt niet
minder dan 1%. Voor de kinderaf
trek dubbel of drievoudig tellende
kinderen tellen hierbij ieder voor
één kind.
Is het vereiste minimum bereikt,
dan wordt voor het volle totaal der
buitengewone lasten aftrek ver
leend.
KONINGIN EN PRINS BIJ
WAPENSCHOUW
Koningin Juliana en Prins Bern-
hard zijn van plan om op 5 mei,
ter gelegenheid van de herdenking
van de bevrijding, een wapen
schouw bij te wonen, die gegeven
zal worden door de drie krijgs
machtdelen. Op het tankoefenter
rein „De Vlasakkers" achter de
Bernhard-kazerne in Amersfoort,
zal de wapenschouw omstreeks het
middaguur beginnen.
De parade wordt geopend met 'n
défilé van troepen te voet van de
Marine, de Landmacht en de Lucht
macht. Vervolgens defileren gemo
toriseerde en gemechaniseerde on
derdelen. De Landmacht is er met
gepantserde rups- en wielvoertui
gen voor de infanterie, cavalerie en
artillerie.
Het werk van Oorlogsgravenstichting
99
De opzet van de Oorlogsgravenstichting kan niet duidelijker blijken
dan uit bovenstaand devies hetwelk nader als volgt in de statuten is
omschreven: De aanleg, inrichting, instandhouding, verfraaiing en
verzorging van het Nederlandse Oorlogsgraf, waar ter wereld dit zich
ook moge bevinden, alsmede het onderhoud der in Nederland ver
spreid liggende graven van leden der geallieerde strijdkrachten, voor
zover daarvoor niet door het betrokken land wordt zorggedragen
Sedert de oprichting op 13 september 1946, is getracht de woorden in
daden om te zetten. Zo werd een uitgebreid necrologisch kaartsy
steem opgebouwd, waarin 250.000 namen voorkomen, werden duizen
den grafstenen geplaatst en werden vele contacten met de nabestaan
den gelegd.
Er zijn 47.000 Nederlandse oorlogsgraven waarover de zorgen der
Stichting zich uitstrekken.
NEDERLAND
Twee oorlogsbegraafplaatsen staan
rechtstreeks onder het beheer der
Stichting: De Militaire Begraaf
plaats Grebbeberg te Rhenen, de
laatste rustplaats van de in de strijd
om de Grebbebergstelling in mei
1940 gesneuvelde militairen.
Direct na de beëindiging van de
strijd werd ter plaatse een begraaf
plaats ingericht, waar de Neder
landse - en aanvankelijk ook de
Duitse - gesneuvelden werden be
graven.
Na 1945 kwam de Grebbeberg
Kleren maken
de man
Mannen kopen
bij
COSTUUMS
COLBERTS
REGENJASSEN
PANTALONS
OVERHEMDEN
EXCLUSIEVE
HERENKLEDING
WAALWIJK Grotestraat 192 Tel. 2507
onder beheer van het departement
van Oorlog, dat op 1 januari 1952
de begraafplaats van de stichting
overdroeg.
Er bevinden zich thans 435 uit
sluitend Nederlandse graven, voor
namelijk van gesneuvelden van het
8e, 10e en 22e Regiment Infanterie.
Op deze door de stichting aange
legde erebegraafplaats, welke op
18 oktober 1949 door wijlen H. M.
Koningin Wilhelmina officieel werd
geopend, bevinden zich te midden
van een typisch Veluwse begroei
ing de graven van bijna 1900 oor
logslachtoffers, welke voor een
groot deel vanuit Duitsland naar
Nederland zijn overgebracht.
In de eenvoudige van rondhout
opgetrokken kapel bevindt zich het
door Koningin Wilhelmina geschon
ken „Wandbord Engelandvaarders",
dat eens hing in het Londense te
huis „Oranjehaven" in Hyde Park.
Op dit wandbord, dat als op
schrift draagt „Ter Herinnering
aan de Engelandvaarders die hun
leven lieten voor Koningin en Va
derland", zijn de namen gegroe
peerd van hen die zijn omgekomen
te bestemder plaatse en van die
genen die stierven op de weg naar
de vrijheid.
Voorts bevindt zich hier een urn
met asresten uit het concentratie
kamp Buchewald, alsmede een
wandplaat ter nagedachtenis aan
de oprichter van de Oorlogsgraven
stichting, wijlen reserve Luitenant-
Kolonel Dr. A. van Anrooy.
Achter de kapel is een eenvoudig
gedenkteken opgericht ter nage
dachtenis- aan de Nederlandse
slachtoffers, die zijn omgekomen in
het concentratiekamp Natzweiler.
Het stijlvolle monument draagt
een rotsblokje uit de steengroeve
waar de gevangenen gewerkt heb
ben. In een door een bronzen deur
tje afgesloten ruimte bevindt zich
bovendien in de vorm van een of
ferschaal een monument ter nage
dachtenis van de „Onbekende Ver
zetsstrijder", dat symbolisch „on
dergronds" werd geplaatst op de
bodem van een oude leemkuil.
Te Loenen vinden nog regelmatig
herbegravingen plaats, o.a. van
stoffelijke resten die elders voor
ruiming in aanmerking kwamen.
De stichting voorkomt hierdoor
het verloren gaan van stoffelijke
resten van Nederlandse oorlogs
slachtoffers.
In de afgelopen jaren zijn boven
dien vele tientallen Nederlanders
op de Centrale Begraafplaats te
Loenen herbegraven, die waren
omgekomen in Duitse Concentratie
kampen. Dank zij de voorbereiden
de werkzaamheden van een Franse
Missie, die de stoffelijke resten uit
verschillende grote massagraven
o.a. te Sandbostel, Husum en Da
chau, liet opgraven en hiervan uit
gebreide rapporten vervaardigde,
kon met behulp van door de familie
verstrekte gegevens de identiteit
in vele gevallen onomstotelijk wor
den vastgesteld.
Het dagelijks onderhoud op beide
begraafplaatsen geschiedt door ei
gen personeel.
13.000 GRAVEN
De overige oorlogsgraven in Ne
derland bevinden zich op de ge
meentelijke of bijzondere, over het
gehele land verspreide kerkhoven.
Het is een omvangrijke taak deze
ruim 13.000 graven, waaronder zich
vele graven van in 1940 gesneuvel
den bevinden, te controleren en -
waar nodig - onderhouds- of her
stelwerkzaamheden te verrichten.
Als men weet dat deze graven over
meer dan 1600 begraafplaatsen ver
deeld zijn is het niet verwonderlijk
dat de inspecteur jaarlijks duizen
den kilometers moet afleggen om
alle graven te bezoeken.
Sedert 1956 zijn in deze controle
eveneens de ruim 7000 verspreid
gelegen geallieerde oorlogsbegraaf
plaatsen opgenomen. Hieronder val
len dus niet de graven op de grote
geallieerde oorlogsbegraafplaatsen
(zoals Oosterbeek, Holten, Margra
ten), welke door de betrokken lan
den zelf worden verzorgd.
De laatste jaren werden op ver
zoek van enige gemeenten door sa-
menlegging van oorlogsgraven op
bestaande begraafplaatsen kleine
erehoven aangelegd, waardoor het
onderhoud doeltreffender kan ge
schieden. Bovendien zijn een aan
tal verspreid gelegen geallieerde
graven door de zorgen der stichting
op enige kleine erevelden tesamen-
gelegd.
DUITSLAND
Nadat in 1951 de onder het De
partement van Oorlog ressorteren
de Dienst voor Identificatie en Ber
ging gereed was gekomen met de
op verzoek van de familie uitge
voerde overbrengingen naar Neder
land, werden in West-Duitsland
door de Oorlogsgravenstichting nog
enige duizenden graven van Neder
landers aangetroffen.
Het onderhoud en de inrichting
was in de meeste gevallen zeer
slecht, zodat plannen werden ont
worpen hierin verbetering te bren
gen. Allereerst moest echter een
administratief onderzoek ingesteld
worden naar de oorzaak van het
verblijf in Duitsland en naar de
Nederlandse gezindheid van deze
overledenen.
Nadat gebleken was dat bij de
grote verspreidheid der graven de
onderhoudstaak niet naar behoren
kon worden uitgevoerd, werd in
1953 een aanvang gemaakt met de
concentratie van deze slachtoffers
op 7 Nederlandse erevelden:
het Friedhof Osterholz te Bremen,
het Hauptfriedhof Ohlsdorf te Ham
burg, het Vorwerker Friedhof te
Lübeck, het Friedhof an der Seel-
horst te Hannover, het Hegerfried-
hof te Osnabrück, het Stoffeler
Friedhof te Düsseldorf en het Wald-
friedhof te Frankfurd am Main.
De inrichting der graven ge
schiedde in nauwe samenwerking
met de plaatselijke instanties door
de Technische Dienst der Stichting.
De identificaties en overbrengin
gen werden in eigen beheer uitge
voerd.
Alle graven werden ingericht
met uniforme staande grafstenen
welke in Nederland werden ge
maakt.
De slachtoffers die in het gebied
waren omgekomen waarvoor het
ereveld als middelpunt was geko
zen, doch wier stoffelijk overschot
onvindbaar bleek te zijn, werden
op grote gedenkstenen herdacht.
Ter nagedachtenis van de vele
duizenden concentratiekampslacht
offers zijn op enige erevelden mo
numenten opgericht. Deze zullen
op een later tijdstip worden aan
gevuld met gedenkboeken waarin
deze overledenen naam voor naam
vermeld zijn.
Op overeenkomstige wijze zijn
ook Nederlandse erevelden tot stand
gekomen in de volgende landen:
Oostenrijk/Tsjecho-SIowakije
144 slachtoffers op het Kommu-
nalfriedhof te Salzburg.
Hier zijn onder andere 52 Neder
landse krijgsgevangenen herbegra
ven die waren overleden in een
krijgsgevangenkamp in Tsjecho-
Slowakije, alsmede een aantal Ne
derlanders die waren omgekomen
in de concentratiekampen Mauthau
sen en Ebensee.
Ter nagedachtenis aan de vele
honderden landgenoten die in Maut
hausen zijn omgekomen en gecre
meerd is op dit ereveld een monu
ment opgericht, waarin te zijner
tijd ook een gedenkboek met alle
namen zal worden gedeponeerd.
Noorwegen, Zweden, Finland
37 slachtoffers op het Vestre Gra-
vlund te Oslo.
De stoffelijke resten moesten
deels uit zeer afgelegen en onher
bergzame streken worden overge
bracht.
Frankrijk
204 slachtoffers op een erebe
graafplaats aan de route nationale
Nr. 17 te Orry-la Ville nabij Parijs.
Het terrein alsmede het daarop
gebouwde ereportaal zijn geschon
ken door de Franse Republiek.
In dit ereportaal zijn drie gedenk
platen aangebracht met de namen
van militairen en burgers, wier gra
ven niet konden worden gevonden.
In de vierde gedenkplaat, aange
boden door de voormalige Neder
landse Verzetsbeweging in Frank
rijk, zijn de namen gebeiteld van de
Nederlandse Verzetstrijders, die in
Frankrijk zijn omgekomen.
Groot Brittannië en Ierland
De 500 Nederlandse graven be
vonden zich voor het merendeel op
sterk verspreid liggende kerkhoven,
waardoor het moeilijk was een be
vredigende onderhoudstoestand te
verkrijgen. Om hierin verbetering
te brengen zijn in de loop van 1964
de stoffelijke resten van een groot
aantal slachtoffers - jnet uitzonde
ring van een aantal waarbij opgra
ving niet gewenst of niet uitvoer
baar was - overgebracht naar de
begraafplaats Mil-Hill te Londen-
Paddington en aldaar herbegraven
op een door de zorgen der Stichting
aangelegde erebegraafplaats.
Het onderhoud en de controle
over een klein aantal oorlogsgraven
in landen als Griekenland, Rusland,
Polen, Roemenië en Italië enz. ge
schiedt merendeels door tussen
komst van de Nederlandse diplo
matieke vertegenwoordigers.
Indonesië
Op 1 juni 1946 werd op last van
de Legercommandant in Indonesië
het Centraal Bureau Gravendienst
opgericht, dat werkzaam was on
der leiding van de Adjudant-Gene
raal van het KNIL, de huidige vi
ce-president der Oorlogsgraven
stichting, Luitenant-Generaal b. d.
P. Alons.
Ook hier moest een apparaat
vanaf de grond opgebouwd worden,
hetwelk bovendien te kampen had
met grote moeilijkheden op het ge
bied van opsporing, identificatie
en transport.
Toch werden in de jaren 1946-
1952 vele ere-velden aangelegd
waarop ruim 20.000 burgers en mi
litairen van het KNIL, KL en Ko
ninklijke Marine een waardige
rustplaats kregen.
In de loop van de laatste jaren
CONSTANTE KWALITEIT - 25 STUKS f 1.25
is het aantal erevelden door sa
menvoeging teruggebracht tot 16.
Na de overdracht van de souve-
reiniteit aan Indonesië zijn de ere
velden op 1 januari 1952 onder het
beheer van de Oorlogsgravenstich
ting gekomen.
Hoewel de moeilijkheden van de
laatste jaren niet ongemerkt aan
de stichting zijn voorbijgegaan,
bleef de OGS door middel van zijn
te Djakarta gevestigde Kantoor In
donesië, in staat het onderhoud van
al deze erevelden te verzekeren.
De stichting hoopt dat de ver
beterde verhouding tussen Neder
land en Indonesië ook aan haar ar
beid ten goede zal komen.
OVERIGE LANDEN
Bijna 3000 Nederlandse krijgsge
vangen lieten het leven bij de aan
leg van de beruchte Birmaspoor-
weg.
Zij werden na de oorlog herbegra
ven op door de zorgen van de
Commonwealth War Graves Com
mission aangelegde erevelden Kan-
chanaburi en Chungkai in Birma.
Vele grotere en kleinere concen
traties liggen over de gehele we
reld verspreid, o.a. te Singapore,
Hong-Kong, Sydney, Jackson, New
York etc.
Van 115.000 Nederlandse oorlogs
slachtoffers, die bij de Stichting ge
registreerd staan, zijn de graven
niet aanwijsbaar. Hun stoffelijke
resten zijn nooit gevonden. Die
werden opgenomen door de zee,
verbrand in crematoria of naam
loos in omvangrijke massagraven
begraven. Te hunner nagedachtenis
zijn gedenkboeken vervaardigd,
waarin alle namen werden vastge
legd. Op het kantoor der Stichting
te 's-Gravenhage is gelegenheid de
38 delen (voorlopig nog in con
ceptvorm) met de namen van con
centratiekampslachtoffers, Joden,
zeelieden en overige vermisten in
te zien.
Ontroering, beklemming, woede en
afschuw zijn de gevoelens die men
beurtelings in zich voelt opstijgen
bij het aanschouwen van deze hon
derden lijsten met namen.
Eén voorbeeld moge worden ver
meld. Het is een op 11 juni 1941
te Rotterdam geboren Joodse baby,
wier ouders de moed hadden hun
kind deze voornamen te geven:
Irene, Beatrix, Juliana, Bernardina.
Een jaar later is de gehele familie
ondergegaan in de hel van het ver
nietigingskamp Auschwitz in Polen.
Na het gereedkomen in gedrukte
vorm zullen de gedenkboeken wor
den geplaatst in de kapel op de
Centrale Begraafplaats te Loenen
en bij de onderscheiden monumen
ten op de erevelden in Duitsland.
Aan het Instituut voor Oorlogsdo
cumentatie in Israël is een comple
te serie met de namen van de
Joodse slachtoffers ter beschikking
gesteld. Dit instituut, Yad Vashem
genaamd, zal zodra mogelijk ook 'n
serie gedrukte delen ontvangen,
ten behoeve van de vele naar Is
raël geëmigreerde Nederlanders.
WAALWIJK TEL. 04160 3678
PERSONENWAGENS
KAMPEERWAGENS
8 PERSONEN BUSJES