tflo-mantica
Malse
Bieflappen 21
Gekookte
Appelmoes CQ
Soepvlees 1 CQ
Savoyekool 25
Moesappelen AQ
Verse worst fiQ
Gelderse
Rookworst Q C
SUPER VOORDEEL
DENK ERAAN!!
11/11 BAL
tegen Mars
Smidje Verholen en de strijd
Grotestraat
X cadeautjes
v; - sa
6
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 12 NOV. 1965
6
EN TOCH DE
ALLERHOOGSTE KWALITEIT
Meisje gevraagd
of werkster
meisje
of werkster
kinderwagen
kat zoekgeraakt
X parfumerie X
J HENS
GROOT GECOSTUMEERD
THE ALL STARS
DOKTER JANE
BAR-DANCING
Olympiaweg 8, Waalwijk, Tel. 2608
COPYRIGHT STUDtO AVAN
9
h™ 54
literblik 1&W
250 gramn
250 gramH M
panklaar gesneden, per zak
Vers vlees en bovenstaande aanbiedingen geldig
tot 14 november.
kilo m
250 gramJm
Ook op alle bekende landelijke merkartike
len gratis spaarzegels.
Op iedere bestede gulden gratis een spaar-
zegel. Dus U koopt nog voordeliger.
ICIndré van flitst I
voor halve dagen; half dec.
voor 2% dag.
Mevr. Dinslage
Grotestraat 237 B, Waalwijk
telefoon 3108
GEVRAAGD
voor hele of halve dagen.
Verhoeven
Kerkstraat 87, Waalwijk
telefoon 04160 - 3440
GEVRAAGD
in goede staat zijnde
laag model.
Brieven onder nr. 5451 aan
het bureau van dit blad.
Zondag 7 november j.l. is
ter hoogte van de kanaal-
brug over de Julianalaan in
Sprang-Capelle (Hogevaart)
„onze"
Haar kleur is wit met grijs
zwarte vlekken. Ze was ta
melijk „mak". Tegen goede
beloning terug te bezorgen
bij: Dekker
Winterdijk 25
Sprang-Capelle
X Voor leuke
4 vindt U zeker iets bij
ons.
J Voor de dames:
4711
Maja
Boldoot
4 Max Factor, enz. X
Luxe dozen zeep
Eau de Cologne
X Voor de heren: X
X Old-Spice 4
Vinolia-lotion
4 Gilette-apparaten enz. X
4 Zie onze etalages 4
X Grotestr. 355, Waalwijk X
4 Telef. 2974 4
zaterdagavond 13 november
aanvang half acht
Orkest
met Ton Kalberg zullen er
nodige stemming inbrengen.
61
Vervolgens hield smidje Verholen
de radioring uitgestrekt in de rich
ting van de angstig toekijkende dik
zak en jawel hoor. daar klon
ken uit de ring de volgende woor
den: „Wij hebben U begrepen smid-
je Verholen! Wij hebben U begre
pen! Wij hebben reeds enkele ma
len gestracht U op te roepen met
de woorden: vrinas Marsak raglog,
doch het was niet Uw stem, die ons
antwoordde. Wij weten nu hoe dat
gekomen is, wij hebben alles be-
grepen en sluiten!"
Toen zweeg de ring weer. De
dikke soldaat keek met ontzag in
zijn bolle en domme ogen naar zijn
vermeende confrater Knekelbleker,
die blijkbaar zó goed kon buikspre
ken, dat het net leek of het geluid
uit een ring kwam. „Sjongejonge,
Kneek wat kun jij een boel!"
zei hij bewonderend.
„Als je dat maar goed begrijpt,"
merkte de smid wijsneuzig op.
„Blijf dus in het vervolg met je
vingers van mijn spullen af en
maak nou maar dat je wegkomt!
Ingerrrr ukt marrrs!"
De dikke soldaat trachtte nog op
heldhaftige wijze zijn hand aan zijn
helm te brengen, zoals dat goede
soldaten betaamt. Maar helaas, dat
lukte niet zo best, want hij had zó
veel onbegrijpelijks doorstaan, dat
hij alles half verkeerd deed. En zo
maakte hij van wat misschien wel
een goede soldaat had kunnen zijn,
slechts een belachelijke en karika
turale figuur. Wij hoeven daaraan
evenwel niet veel aandacht te ver
spillen, want het plaatje spreekt
voor zichzelf.
In het radiostation van Marsak
was op dit ogenblik trouwens ge
noeg te beleven en daarom ver
plaatsen we onze aandacht maar
eens eventjes daarheen. We zien
hier hoe de dienstdoende marconist
met een ernstig gezicht bezig is zijn
schone taak te vervullen. De brave
man had allerlei notities gemaakt
van alles wat hij had gehoord en
die las hij nu voor, terwijl hij een
telefoon aan zijn oor hield en ter
wijl een ernstige uitdrukking zijn
vredelievend gezichtje sierde.
„Luistert goed, o wijze Gruran-
tiog," zei de marconist. „De onver-
FEUILLETON
van
„De Echo van het Zuiden"
door Adeline McElfresh
19
Vrij langzaam liep ze verder de
Grotestraat uit op weg naar haar
grote hoekkamer bij de Batesen.
Om vijf uur, na haar werk, was ze
met de auto naar huis gegaan en
had toen bedacht dat ze de post nog
moest halen. Een loopje zou haar
goed doen, had ze besloten.
Bij de pastorie kwam het regel
matig getik van Bills schrijfmachi
ne haar tegemoet. Zijn preek voor
zondag vermoedelijk, dacht ze, en
ze vroeg zich af of ze die te horen
zou krijgen. De laatste twee weken
had ze hem misgelopen; de eerste
zofïdag had ze de kerk niet eens
bereikt, een kleine jongen had in
een spijker getrapt, en op de twee
de had een stem „Psst! Dok!" van
de vistibule naar midden onder de
dienst weggehaald, de bevalling van
juffrouw Smith, twee weken te
vroeg, gerekend naar de verwach
ting van de oude dokter.
Even later kreeg ze de heerlijke
geur van kip die langzaam in veel
vet gebraden werd, in haar neus;
de plaats van herkomst zou de keu
ken van de pastorie wel zijn, ver
moedde ze. Dat was nu het onbe
twist domein van oma Mason die
ervoor zorgde dat Bill eens iets
anders te eten kreeg dan worste
broodjes of spek met eieren, zoals
hij onlangs had toegegeven. Dat
was goed voor hem en zeker was
de verandering goed voor oma ge
weest; haar krachten waren snel
aan het terugkomen en ze genoot
van alle drukte die de „Vereniging
van Hulp en Huishouding" over
haar had gemaakt; reeds eenmaal
had die op de pastorie een verga
dering belegd. Alles was prachtig
verlopen voor oma. De onlangs uit
Korea teruggekeerde zoon van juf
frouw Burton had haar boerderij
tje gehuurd en was nog juist op tijd
geweest voor wat laat zaaigoed. Nu
was hij bezig het huis opnieuw te
schilderen, de schuur en het kip
penhok te herstellen en schuchter
vertelde juffrouw Burton overal
rond dat 't haar niets zou verwon
deren als er al gauw bruiloft ge
vierd moest worden. Het was Jane
niet bekend wie de bruid zou moe
ten zijn. Ze had Larry Burton een
keer of drie zien lopen en iedere
keer had er een aardig meisje aan
z'n arm gehangen.
Die gedachte stemde haar wat
saagde smidje Verholen is erin ge
slaagd ongemerkt door te dringen
tot de burcht van Mars. Daar heeft
echter iets verschrikkelijks plaats
gevonden. Ten gevolge van een on
gelukkige samenloop van omstan
digheden is de radioring tijdelijk in
handen gevallen van onze schurk
achtige vijanden. De heer Verholen
is er met zijn bekende slimheid
echter alweer in geslaagd de ring
op de vijand te heroveren. Voor zo
ver wij tot nu toe hebben kunnen
nagaan, hebben de soldaten van
Mars nog geen argwaan opgevat te
gen hun vermeende collega Verho
len
triest. Ze had zoveel gemist. Toen
zij zo oud was als Larry, twee- of
drieëntwintig, had ze vier jaar lang
nergens anders tijd voor gehad dan
voor haar werk. Aan de kalver
liefde van het jongemeisje was ze
niet toegekomenZou het daar
door gekomen zijn dat ze zo hals
over kop voor Lance was gevallen,
en er zich zo ongelukkig door had
gevoeld.
„He, juffrouw dok!" Het meisje
stond hevig naar haar te zwaaien
om haar aandacht te trekken.
„Wilt u mijn nieuwe pop zien?"
„Natuurlijk, Nancy, graag". Jane
wou de straat oversteken naar het
kind, dat vlak in de buurt van de
Batesen woonde. „Wacht maar, Nan
cy, ik kom".
Maar Nancy wachtte niet. Ze snel
de de straatweg op en Jane riep
haastig „Wacht even, Nancy! Stop!"
toen ze het ronken van een nade
rende auto hoorde. Toen kwam de
lichte, ellendige, zachte bons en het
gieren van remmen en stilte.
Jane viel naast het stille lichaam
pje op haar knieën.
Lang duurde de stilte niet. Uit al
le huizen en van alle kanten scho
ten onmiddellijk mensen te voor
schijn.
Een stem in paniek riep telkens
en telkens weer „Ik heb geprobeerd
haar niet te raken. Ik heb gepro
beerd haar niet te raken, ik heb ge
probeerd haar niet te raken". De
moeder van Nancy, Emma Andrews,
kwam aanrennen; zwijgend maak
ten de mensen plaats om haar door
te laten. Ze keek, gilde, en zou het
kind impulsief hebben opgetild en
aan haar door smart getroffen boe
zem gedrukt, als iemand haar had
tegengehouden. Daarna een Babel -
iedereen begon tegelijk te praten.
Wat was er gebeurd? Wie
„Ik heb geprobeerd haar niet te
raken. Ik heb...." Jane keek op,
echt in een doodsbleejc gelaat, vin-
nig-rode lippen en te veel mascara.
Met nog een blik op het kind stond
ze op en grabbelde in haar tasje.
„Wilt u de draagbaar even uit het
doktershuis halen?" Zonder acht te
slaan op de vrouw gaf ze haar sleu
tels aan een van de omstanders.
„Gauw alstublieft". Tegen een an
der zei ze: „En haalt u even m'n
zwarte tas. Hij ligt op het hal-ta
feltje naast de telefoon bij de Bate
sen".
„Ik heb geprobeerd haar niet te
raken", begon de gebarsten gram
mofoonplaat-stem opnieuw. „U móet
me geloven!" ging ze ditmaal ver
der.
Jane gaf haar een lange blik. „U
bent geen millimeter opzij gegaan.
U reed trouwens veel te hard, me
vrouw Morton".
De donkerblauwe ogen omsluier
den zich en de vrees werd verbor
gen. „Wil iemand mijn man even
opbellen?" Ze keek de kring van ge
spannen gezichten rond.
Niemand bewoog zich. Niemand
sprak. Een ogenblik was er geen
ander geluid te horen dan de ge
smoorde snikken van de moeder.
„Ik ben mevrouw Clay Morton",
sprak de vrouw, die zich nu geheel
hersteld had. „Als u 't niet doet.."
„We weten wel wie u bent, me
vrouw", klonk traag de koude stem
van een der omstanders.
„Bel meneer Morton even op", zei
Jane nu tegen hem. Zelf knielde ze
weer neer bij het kind. „En bel dan
tegelijk de politie en een zieken
wagen".
Er kwam een hard licht in de ogen
van de man. „Goed mevrouw!"
Met de uiterste behoedzaamheid,
en op haar aanwijzingen geholpen
door vele gewillige handen tilde
Jane het meisje op de draagbaar,
toen die even later gebracht werd.
Er was iemand die zijn stationcar
aanbood om het kind dat kleine
eindje naar het doktershuis te bren
gen. Met de middelste bank eruit
kon de draagbaar juist tussen de
andere twee banken gehangen wor
den. In afwachting van de zieken
auto onderzocht Jane toen voorlo
pig hoe 't kind er af was gekomen.
Eén armpje was gebroken; verder
kon ze er niets definitiefs over zeg
gen, misschien 'n hersenschudding,
mogelijk ook inwendige kwetsuren.
Mevrouw Andrews kreunde, „oh,
nee", toen Jane haar dit vertelde,
en haar man vloekte binnensmonds.
Buiten stonden de mensen, in
groepjes van drie of vier, zwijgend
of fluisterend bij elkaar. Die sjieke,
nieuwe vrouw van Clay Morton had
't gedaan. Ze was nog erger dan de
vorige, die mooie madam die Clay
had afgestroggeld van het meisje
uit Halesville, waar hij nog tijdens
z'n studententijd mee was getrouwd,
dat werd tenminste gezegd
Hier zouden de Mortons toch voor
moeten boeten anders zouden ze
eens zien wat er op hun fabriek
ging gebeurenZe moest maar
eens aan de politie vertellen dat
ze geprobeerd had het kleine meis
je te ontwijken! en dat nadat
iedereen gehoord had hoe die jonge
doktores haar openlijk gezegd had
dat ze geen millimeter op zij was
gegaan! Wat sommige mensen toch
al niet durfden! Wie dacht ze ei
genlijk dat ze was, alleen omdat
ze met een Morton getrouwd was?
(wordt vervolgd.)