Eerëttoenö IVOROL Jampe I Laat Uw bril van tijd tot tijd eens bijstellen HET KOST U NIETS I <J5ocjaertó Smid je Iferhoien en de strijd tegen i¥3ars DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 24 DEC. 1965 Houdt Bogaorts voor ogen DOKTER JANE DE MAN, DIE DE 8 OKTOBER REVOLUTIE ONTWIERP SCHUTTER EN SLACHTOFFER KREGEN BEIDE KOGEL IN HET HOOFD Tanden blank-Adem fris Onbetwist de beste tandpasta Waalwijk Damesmode Tilburg nieuwe op. Nagalm en hoog explo sieve bommen beslisten op dat mo ment de strijd. De Viet Cong leed verschrikkelijke verliezen. De aan val mislukte. Captain Gregg was zich de afloop niet meer bewust. Hij zag nog wel de handgranaat, die in de put rolde, maar voor ie- man hem terug kon gooien, ont plofte hij. Gregg voelde geen pijn. Het was als bij een operatie, alsof de zuster kalm de narcosekap op zijn gezicht zette. Hij had de won derlijke ervaring weg te zakken in een eindeloze val. Het eerste dat de Captain zag toen hij weer bijkwam, was het groezelig groene dak van een leger tent. Daarna pas merkte hij het grijnzende gezicht van Wilkins op. „Captain, U hebt veel geluk gehad. Die Chinese handgranaten zijn heel wat minder krachtig dan die van ons". Tot zÜn verbazing zag Gregg, dst de segeant niets mankeerde. Zelfs geen schram. Op het moment van de explosie had de sergeant nauwelijks een meter van hem van daan gestaan. Hij probeerde zijn armen te bewegen. Het lukte niet. Er was een weerstand, die hij niet direkt kon verklaren. „Maak U niet ongerust, Captain. Uw schouders zijn verbonden. Er zaten wat splin ters in". De sergeant lachte. „U rr.akte volgens de dokter alleen be wusteloos door de schok van de luchtdruk. U had al veel bloed ver loren door Uw been. Dat maakte U zwakker". „We hebben het ge red". Wilkins trok zijn schouders op. Het gebaar ontging Gregg niet. „We hebben veel slachtoffers. Maar we hebben het gered. Na de aan val met de jagers kwamen de pa rachutisten. Een heel bataljon. Ze zijn nu nog bezig met de achtervol ging". „Nu nog? Hoe laat is het dan?" „U bent een aardig tijdje be wusteloos geweest. Het is drie uur in de middag. Eerste Kerstdag". Gregg sloot de ogen. Wilkins keek verbaasd naar zijn captain. Hij zag zijn lippen bewegen, maar hij ver stond geen woord. Gregg deed de Brillenspecialist Optica Grotestraat 220, Waalwijk Telefoon 3560 belofte. Hij bad. „Ik heb U lang vergeten, God. Maar U hebt me toch gehoord. Ik leef nog. Als door een wonder. U hebt Uw eigen Kerstfeest niet vergeten". Wilkins wenkte een Nung, die in de opening van de tent stond. De Vietnamees droeg een schaal. Hij kwam lang zaam naar het veldbed waar de Captain op lag. Gregg keek op. Verbazing tekende zich af op zijn gezicht. Op de schaal pronkte een kalkoen. „Wat hebben we daar? Waar komt dat vandaan?" vroeg hij verwonderd. „U zult het niet ge loven, Captain, zei Wilkins, „maar dat is wat onder die parachutes hing. Een Kerstgeschenk van Da Nang. Ze wisten in dat transport vliegtuig niet, dat wij werden aan gevallen. Hun radioverbinding was uitgevallen". „Overigens," vervolg de de sergeant, „het merendeel van de kalkoenen hebben de Viets mee genomen. Onze Kerstgave aan hen". Geluk, mijn goede mensen, geen droefheid meer of klacht, want Jezus, onze Heiland, werd mens in deze nacht. Om ons te redden van de dood, van Satan's felle klauw, daarom werd Jezus mens vannacht uit Onze Lieve Vrouw. In Bethlehem, de kleine stad, zag Hij het eerste licht, daar werd Hij in een krib gelegd, het stralend, hemels wicht. Zijn moeder zat er wenend bij, niets had zij voor de kou, maar Jezus lachte wonderzacht naar Onze Lieve Vrouw. 1 f Van God, de goede Vader, kwam blank een engel neer, die zong voor arme herders van 't Kindje, zacht en teer, hoe dat in Bethlehem vannacht in armoe en in kou tot aller vreugd geboren werd uit Onze Lieve Vrouw. Vrees niet, zo zong de engel, ken angst noch zorg vannacht, want die daar werd geboren heeft deugd en macht en kracht. Zó sterk is Hij, dat zijn geweld de duivel drijft in 't nauw, zo sterk is Hij, het hulpeloos Kind van Onze Lieve Vrouw. De herders waren na dit woord dankbaar en blij gezind, lieten hun schapen onbewaakt in nacht en sneeuw en wind, en gingen recht naar Bethlehem toe, wat deerde hun de kou? Zij zouden 't Koningskindje zien en Onze Lieve Vrouw. Maar toen zij zochten in Bethlehem naar een kind in een koningstooi, toen vonden zij in een arme stal een hulpeloos wicht in 't hooi. Zijn moeder zat er biddend bij met ogen klaar als dauw, zij knielden voor de kribbe neer en Onze Lieve Vrouw. Nu, goede mensen, zingt en speelt, dankt allen God de Heer, omhelst elkaar in broederschap, kent liefde altijd weer. Want Jezus kwam om ons te slaan uit Satan's felle klauw, hebt Hem en ook elkander lief en Onze Lieve Vrouw. Engels, 16e eeuw FEUILLETON van „De Echo van het Zuiden" door Adeline McElfresh In het grote oude huis, dicht bij de fabriek, waar Pete Wood woonde, was niemand thuis en Jane merkte op dat mevrouw Wood zeker al weer be ter was. Bill knikte in 't donker. Dan bracht hij de auto op gang en reed voorzichtig de straat vol spelende kinderen door. Zo iemand als Lola Morton zou hier een ware verwoes ting aan kunnen richten, schoot Jane door het hoofd, toen er voor de wa gen uit 'n jongetje onnadenkend met een bal naderde. De Murphy's waren thuis. Ze wer den opengedaan door 'n oudere vrouw die hen binnenliet en toen wegslofte om Joe te halen. Joe was haar zoon, zei ze over haar schouder. Hij was achter, de kinderen aan het voorlezen. Joe kwam direct, een argwanende, be zorgde uitdrukking op zijn mager donker gezicht. „Ja?" begroette hij hen. Dit keer wachtte Jane niet tot Bill met vragen begon. Dit was haar strijd; het werd tijd dat ze eens zelf ging vechten. „Ik ben dokter Lang ford", stelde zij zich voor. „Hoe is het met de jongen die mazelen heeft?" „Daar bent u toch niet bij geroe pen?" „Toch wel, ik ben opgebeld - door u of door uw vrouw, neem ik aan. Of door uw moeder - „Ma kan soms de gekste dingen doen." „Zoals een dokter opbellen voor 'n ziek kind?" Ze begon kwaad te worden. Waar om kon die man niet net zo ver standig zijn als Jim Cleves? „We hebben er een dokter by." „Jawel nadat u aangeraden was niet bij mij te komen." Even klonk er schrik in de don kere ogen. „Hoe weet u dat?" „Dat doet er niet toe. Vindt u 't vreemd dat er zo weinig belang stelling voor de gezondheid van uw gezin wordt getoond, dat u de raad krijgt geen dokter bij uw zieke zoontje te halen?" „Dat heeft niemand me gezegd." Maar zijn verdediging klonk niet van harte, en zijn donkere ogen stonden schichtig. Ze maakte gebruik van haar voordeel. „Dus er is alleen gezegd dat u niet bij mij moest komen?" Impulsief raakte ze zijn gespierde, behaarde arm even aan. „Geeft u daar maar liever geen antwoord op, meneer Murphy. En ik dank u wel dat u ons heeft willen ontvangen." Toen ze weer buiten in de auto DS. KATER ZEGENT HUWELIJK VAN PRINSES BEATRIX IN Ds. H. J. Kater, Herv. predikant te Amsterdam, zal het huwelijk in zegenen van prinses Beatrix met de heer Claus von Amsberg. Het ge schiedt op donderdag 10 maart '66 in ce Westerkerk te Amsterdam. De oud-vlootpredikant dr J. H. Sillevis Smitt, gereformeerd pre dikant, zal tijdens deze dienst de predikatie houden. 30 DODEN BIJ TREINRAMP IN SPANJE Bij een botsing tussen de luxe exprestrein ParijsLissabon en 'n andere trein bij Villar de los Ala mos tussen Salamanca en Ciudad Rodrigo in Spanje zijn zaterdag 30 mensen omgekomen en 50 perso nen gewond. In de exprestrein za ten ongeveer 950 mensen, onder wie vele Portugese arbeiders die voor dn feestdagen uit Frankrijk en Duitsland naar huis gingen. De leider van de Indonesische communistische partij, D.N. Aidit is door een executie-peloton van het leger op 22 november in Midden- Java gefusilleerd. Dit meldt een correspondent in Djakarta van het Britse zondagsblad „The Observer." In het Japanse bericht werd ge meld, dat Aidit tijdens de vlucht uit een gevangenis in Solo, op 22 oktober door de wacht was neerge schoten. In het Dijkzigt-ziekenhuis te Rot terdam zijn maandagavond laat 2 mannen geopereerd de monteur E H. (23) en de smeerder H. R. (25) die beiden met een kogel in het hoofd zijn binnengebracht. H. is 't slachtoffer van een moord aanslag door R., die na zijn daad probeerde zelfmoord te plegen. Zo wel bij het slachtoffer als bij de dader bleef de kogel in het hoofd steken, zonder direct dodelijk Iet- se' te veroorzaken. „Ik ben dertig jaar rechercheur, maar hier heb ik nog nooit van gehoord", zei onze zegsman. R. en H. woonden al enige tijd samen op een kamer in de Banier- straat, maar onlangs werd de inni ge vriendschap verstoord door on enigheid. De kamerverhuurster werd de ruzies te bar, zodat ze R. buiten de deur zette. Deze vertrok een paar dagen geleden met de dreiging, dat hij wel een pistool zou kopen. „Ik zal een bloedbad aan richten," beloofde hij. Maandagmiddag kwam hij terug op de kamer, waar de kamerver huurster met H. zat te praten. Er werd stevig gebekvecht, maar toen de vrouw tegen half vijf wegging toch mee. Even later kwam hij om boodschappen te doen, ging R. echter terug en zonder meer schoot hij H. een kogel in het achterhoofd. In plaats van dodelijk gewond neer te vallen, stortte het slacht offer zich op zijn aanvaller en on danks de kogel in zijn hoofd pakte hij R. zo stevig aan, dat ze al vech tend twee trappen afrolden en bui ten op straat tercht kwamen. H. rukte zich daar los en vluchtte een café in; 'n poging van R. zijn vroe gere vriend alsnog neer te knallen mislukte omdat het pistool ketste. Toen het slachtoffer onder de hoede van de kastelein voorlopig in veiligheid was, schoot R. zich door het rechteroor een kogel in het hoofd. Ook bij hem bleef de kogel in het hoofd steken, zodat hij in le ven bleef. Do mislukte moordenaar-zelfmoor denaar wist tenslotte niet beter te doen dan zich bij de politie te mel den. Met zijn vriend en slachtoffer lag hij luttele uren later op de ope ratietafel. AANWINSTENLIJST OPENBARE BIBLIOTHEEK Beauvoir, S. de. Een zachte dood. In een navrant verhaal met auto biografische inslag beschrijft de schrijfster het sterven van haar zeer aan het leven-hechtende moe der en constateert dat voor ieder mens zijn dood een ongeluk en een weldaad is. Christie, Agatha. Miss Marple met vakantie. Tijdens een vakantie op een eiland in de Caribische Zee slaagt Miss Marple erin om de hulp van een oude excentrieke miljonair een moordenaar te ontmaskeren. Rutger van der Loeff-Basenau, A. Als je zou durven. Een beeld van deg edachten- en ge voelswereld van twee zestienjarige jonge mensen die geconfronteerd worden met deze tijd en hun eigen sexuele moeilijkheden Steinbeck, J. Tortille flat. Roy, J. Dien Bien Phoe. Keerpunt in Azië. Het journaal van de strijd om Dien Bien Phoe (19 mei 19537 mei '54) in het oude Frans Indo-China, en de consequenties van de nederlaag der Fransen. Borton de Trevino, E. De Griek van Toledo. Het onstuige leven van El Greco. Bourlière, F. De dierenwereld van Europa en Azië. Rijk geïllustreerd overzicht waarin een arts-bioloog de ontwikkeling schets van de flora en fauna van Eurazië vanaf het ontstaan van 't continent. Camus, A. Carnets. Mai 1935- février 1942. Dagboeknotities. NIEUWE KLAP VOOR DEVENTER Half februari 1966 sluit Noury en Van der Lande haar meelfabriek in Deventer. Daarmee komt abrupt een einde aan de werkgelegenheid voor ongeveer 200 personen. Slechts een deel van hen kan te werk wor den gesteld in andere bedrijven van het Noury-concern, dat sinds kort deel uitmaakt van Zwanen- berg-Organon. Het is de tweede ernstige slag die Deventer in zijn industriële werkgelegenheid moet incasseren. Op 10 december be sloot Texoprint de textielfabriek Ankersmit voor goed te sluiten. Dat kost ongeveer 1200 man hun werkkring. Exclusieve collecties Heuvelstraat H - Telefoon 26SS2 SHAWLS BLOUSES PULLOVERS VESTEN ROKKEN KRAAGJES, COLLS PANTALONS GEBREIDE JAPONNEN Atelier voor PLISSEREN, BORDUREN, STOFKNOPEN maken enz. O^rpiGHT SfuDiO 67. „Heb je begrepen wat deze man zei, Halvag?" vroeg toen een van de kleine Marsakkertjes aan de an dere. Hij gebruikte daarbij natuur lijk de vreemde taal van de Mars- akkers, maar dat hebben we netjes door een kenner laten vertalen, want anders zou er van dit gesprek niets te begrijpen zijn geweest. „En óf ik het begrepen heb, No- haglan," antwoorde Halvag plech tig. Blijkbaar is er iemand in ge slaagd tot deze burcht door te drin gen om ons te bevrijden. Die ie mand moet een tweehandige van de aarde zijn, die na listig en slim overleg de plaats heeft ingenomen van een der soldaten uit deze burcht des doods." „Juist, Halvag," zei Mohaglan, terwijl hij zijn makkertje ernstig aankeek. „En begrijp je nu ook wat dat zeggen wil? Dat betekent, dal deze man, wie hij ook moge zijn, hier is gekomen met medewe ten van onze eigen oude en wijze Grurantrog. Hij heeft immers een vermomming gedragen, die hem deed gelijken op óns, de inwoners van de stad Marsak? En wat heb ben wij nu gedaan? We hebben de hele zaak in de war gestuurd, want zie, daar staat de echte soldaat zich uit te sloven om de aandacht van zijn wapenbroeders te trekken met behulp van een stok. Overmeeste ren kunnen wij hem niet, want wij kunnen niemand kwaad doen. Wij zijn dus wel verplicht de ontwik keling van deze geschiedenis over te laten aan het lot en de mogelijke gevolgen als mannen te dragen. Misschien gaat alles goed en mis schien gaat alles verkeerd. Dat weet ik niet. Maar als alles verkeerd gaat, dan is het ónze schuld." „Je hebt gelijk merk te Halvag ernstig op. „Strekke het ons dan alleen tot troost, dat wij volkomen te goedertrouw waren bij wat wij deden En terwijl de twee Marsakker tjes dit gesprek met elkaar hielden, geviel het dat de valse sleuteldra ger juist door de gang liep, waar d( knekelkelders gelegen waren. „Wel verdikkeme." gromde de sleu teldrager. „Wat heeft dat lawaai te betekenen? Daar zitten me die bru tale apen van een Marsakkers ge woonweg met een stok tegen de deur te rammen! Zijn ze nou hele maal van Lotje getikt! Wacht maar, dat zal ik ze inpeperen!" De sleuteldrager liep op de cel deur af en opende die. Inplaats dat hij de Marsakkers zag, zag hij ech ter een of ander vreemd kereltje staan, dat helemaal geen voelsprie- tjes had op zijn oudemannenkopje. Het kereltje had wel het bekende Marsakkerse bontjasje aan en riep met krakende stem: „Sleuteldrager! Sleuteldrager! Ik ben soldaat Kne. kelbleker! Herken je me niet? Breng me gauw naar Mars, want ik heb iets zéér belangrijks te ver- lellen!" zaten, zei Bill Latham, „Oef, je had 'm daar lelijk te pakken. Ik hoop alleen maar dat ik nooit aan een derdegraads verhoor van jou onderworpen hoef te worden." Hij startte zijn wagen. „Dat heb ik je nog niet verteld, maar Lizzy Ro gers zingt bij ons in het koor. En het verbaast me eigenlijk dat ZÜ zich door iemand laat vertellen wat ze wel moet doen al is 't door haar eigen man." Jane kon zich niet te binnen brengen, wie van de koorzangeres sen Lizzy Robers kon zijn. De als bleke vlekken heen en weer wie gelende gezichten boven de zwar te jurken met hun witte kraagjes vond ze allemaal merkwaardig veel op elkaar lijken. „Welke is 't?" vroeg ze Bill. „De derde van links. Ze zingt sopraan". „Ik bedoel, hoe ziet ze er uit?" „Oh, jullie vrouwen toch," grin nikte Bill. „Wat voor indruk heeft haar stem bij die afspraak door de telefoon op je gemaakt?" „Erg gedecideerd. Ze had weer een erge aanval van haar hoofdpijn gehad, en ik „moest" haar eenvou dig onderzoeken." Jane zuchtte hoorbaar. „In ieder geval heeft ze afgebeld, en dat kan ik lang niet van allemaal zeggen." De rest van de weg bleven ze zwijgen, waar Jane dankbaar voor was. Ze was er helemaal niet ze ker van dat ze hun tijd niet aan het verknoeien waren. Per slot van re kening waren de Mortons invloed rijke, machtige zakenmensen, veel te machtig en te veilig om zich ook maar iets aan te trekken van haar armzalige pogingen om terug te vechten. Het was zoiets als een mug die een olifant zit te steken, door z'n harde, leerachtige huid heen, en de enige die er zich bij' bezeerd is de mug. Ze troffen Lizzy Rogers alleen thuis. Met slecht verborgen ergenis vertelde ze dat Stephen al weer naar kantoor was. Ed had de laat ste tijd voortdurend zo razend veel werk, dat hij maar niet bij kon kernen, en nu waren de vakanties ook weer in zicht waar dat naar toe moest, zij wist het waarachtig niet. „Gelukkig maar dat u geen last van uw hoofdpijn heeft," zei Jane liefjes. „En waarom dacht u dat?" „Oh, maar ik had begrepen Jane aarzelde juist genoeg om een Sara Bernhardt eer aan te doen stelde ze met voldoening vast. Toen u uw afspraak met me af belde, nam ik vanzelfsprekend aan, c!at u zich beter voelde." „Nou, dat lijkt er anders niet op. Pijn, pijn en nog eens pijn. Telkens bij vlagen, dat in, dag uit." Dat klonk niet best, dacht Jane ongerust. „Luister u eens, vrouw Rogers", Billy Lathem had direct gezien hoe Jane zich zorgen over de vrouw be gon te maken, „we willen u niet langer lastig vallen. Kijk, we zijn aan het proberen die lasterlijke praatjes over Jane te onderzoeken". Het leek of vrouw Rogers zich ineens als een slak in haar huisje terugtrok. „Ik doe niet aan rodde len, dominee. Dat weet u wel". Bij wijze van protest perste ze haar lippen stijf op elkaar. „Maar u hóórt 't toch in ieder geval wél," merkte Bill heel rede lijk op. „Over dat soort gevallen waar sommige mensen onder dwang iets doen, omdat een ander dat wil. U zou toch immers niet willen dat dokter Langford daar nadeel van ondervond?" Vrouw Rogers vouwde haar ar men over haar platte borst. „Beter zij dan Stephen." Haar dunne lip pen trokken nog dunner weg en er kwam een witte rand omheen. „Zij is nog jong. Wat zouden wij moe ten beginnen, als Vol schrik hield ze haar woorden in. Haar stem, grenzend aan paniek, was steeds schriller geworden en in haar ogen blonk angst. Jane voelde diep medelijden en ook begrip. De Mortons konden er geen idee van hebben wat ze deze mensen aan deden! En wat doen wij, dacht ze, door hier te komen. Ze glimlachte. „Er gaat niets ge beuren, vrouw Rogers. Maar u moet me één ding beloven. U moet naar dokter Laid in Martinsburg gaan." Langzaam trok de angst weg uit de ogen van de vrouw; ze werden vriendelijk, en er kwam een floers van tranen voor. „Dat zal ik doen, oh. ja, vast." Tegen het eind van de week was Jane er wel zeker van dat Jim Cle ves het mis had gehad. Van tegen sprekende geruchten had ze niets bemerkt. Of misschien was hij wel tot de conclusie gekomen, dat er niets aan te doen viel, en was hij er dus niet eens mee begonnen. (wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1965 | | pagina 2