wAAlwijkse en UnqstRAAtse couraiu
Herstel koperen koepel gaat veel geld kosten
Nieuwjaarsrede van Kamer van Koophandel
II» MEÏIM
Problemen voor kerkbestuur St. Jan
Tanden blank-Adem fris
Onbetwist de beste tandpasta
KLEDING-VERHUUR
Bossche kleding-service
Behoefte aan ruimte
Voelt UzSch moe?
Futloos, dag in dag uit?
Laat Sanatogen U helpen.
Neem het dagelijks en
merk hoe Uw oude energie
enjevenslust terugkeert.
Sanatogen
Scheepswerven
Spoorweg
VRIJDAG 14 JANUARI 1966
87e JAARGANG No. 4
De tcho yam het Zuióen
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2x per week
Opgericht 1878
Bureaux Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160-2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8, tel. 04167-
Abonnement
p. week (0,26 2 ct. inc.k.) 0,28
p. mnd. (1,10 10 ct. inc.k.) 1,20
p. kwrt. (3,25 10 ct. inc.k.) 3,35
p. kwrt. p.post 3,70 bij girobetaling
(bij incasso p. postkwit. 60ct extra)
Losse nummers 20 cent.
Advertentieprijs: 13 cent per mm.
Contractadvertenties: speciaal tarief
2002
Telegram-adres „ECHO"
Tijdens de kerkdiensten op nieuw
jaarsdag heeft pastoor-deken Maes-
sen zijn parochianen verrast met de
mededeling, dat de koepel van de St.
Janskerk mankementen vertoont, die
eigenlijk een geheel nieuwe koperen
bekleding noodzakelijk maken.
Op zioh is dat natuurlijk niet zo'n
ramp, maar de door afschrijving ge
vormde fondsen zijn reeds danig aan
getast door de grote onkosten, die en
kele jaren geleden werden gemaakt
voor het schoonmaken van de koepels
en muren van de kerk. Dat was een
activiteit die veel belangstelling trok,
zelfs van de t.v. Kortgeleden werd 'n
nieuwe geluidsinstallatie ingébruik
genomen, die was aangelegd door
Philips. Deze installatie kostte niet
minder dan f 10.000. - Grote pro
blemen levert ook de verwarmings
ketel op, die een te geringe capaciteit
heeft, terwijl een viertal dienstruim
ten in restauratie zijn.
Het koepeldak, dat vele lekken ver
toont, wordt voorlopig nog niet ver
nieuwd, De kosten van een dergelijke
vernieuwing zouden onwaarschijnlijk
hoog zijn.
Er ging tijdens de bouw in de jaren
1923-'25 20.000 kg. rood koper op
de daken. Voorlopig beperkt men zich
tot het dichten van de lekken.
Ook in 1941 heeft zich het euvel van
lekkages voorgedaan, dat toen be
trekkelijk gauw was verholpen.
2 MILJOEN STUKS BAKSTEEN
De St. Janskerk is ontworpen door
architect H. W. Valk uit 's-Hertogen-
bosch. Het is 'n juweeltje van bouw
kunst, geïnspireerd op de Byzantijnse
bouwstijl en wordt wel neo-'byzantijns
genoemd. De kerk werd naar huidige
begrippen in snel tempo gerealiseerd.
Einde juli 1923 werd het terrein af
gepaald. Op 7 februari 1925 kon
men beginnen aan de koepel, de twee
de maart was de ijzeren koepelcon
structie gereed, waarna met de hou
ten bedekking kon worden begonnen.
Daarna welfde men de grote koepel
in 3M> week. Intussen kwam de toren
op een hoogte van 50 meter en kon
de spits worden aangebracht, die 13
mei gereed kwam. Aan de koperbe
dekking van de kerk werd een half
jaar gewerkt. Aan de imposante Sint
Janskerk werden 2 miljoen stuks bak
stenen verwerkt, 20 ton koper voor
de dakbedekking, voor de ijzeren koe-
pelkapconstructie ongeveer 40 ton
ijze.r en aan natuursteen, banden en
dorpels meer dan 100 kubieke meter.
HONDENBELASTING
De nieuwe tarieven voor honden
belasting, aangenomen tijdens de
zitting van de gemeenteraad van
30 december 1965, zijn gebaseerd op
het onderscheid „Luxe" en „Waak
honden".
Door enige leden werd tijdens de
ze vergadering reeds opgemerkt dat
het praktisch gesproken niet moge
lijk is een juist onderscheid te ma
ken tussen „Luxe" en „Waakhon
den.
De volgende oplossing lijkt ons
daarom veel juister;
a 't onderscheid „luxe" en „waak"-
hond verdwijnt,
b. men gaat uit van de huurwaar
de van het perceel waarin of
waarbij de hond wordt gehouden
en neemt deze huurwaarde als
basis voor de tarief berekening.
Het is duidelijk dat door deze
methode de hondenbelasting over
het algemeen naar draagkracht
zal worden betaald.
Naar wij ménen, wordt deze ge
meentelijke verordening reeds ge
ruime tijd met succes in Amster
dam toegepast.
In de overtuiging dat deze (meer
sociale) regeling ook in Waalwijk
aanbeveling'1 verdient, zouden wij u
willen verz'óëken hiervoor enige
ruimte in uw plaatselijk blad te
willen reserveren.
U -'bij voorbaat denkend, tekenen
wij met de meeste hoogachting,
P.v.d.A. afd. Waalwijk.
r /m
De leden van de P.v.d.A. die op
de publieke tribune zaten tijdens
de laatste raadsvergadering, hebben
kennelijk niet erg goed geluisterd:
het onderscheid tussen de beide ca
tegorieën honden wordt door de
gemeentewet vereist, zoals burge
meester Teijssen herhaaldelijk heeft
verklaard.
Redactie.
Geachte Redactie,
Met verbazing las ik in één van
Uw vorige nummers onder Kerke
lijk Jaar, dat U geen cijfers over
onze parochie kon geven, omdat
deze, in tegenstelling tot andere pa
rochies, niet werden verstrekt.
Het kan waar zijn dat deze be
richten niet van zo groot belang
zijn voor de parochie als zodanig,
maar zeker is het, dat Uw abonné's
in de Antonius-parochie er wel be
lang in stellen eens te weten hoe
het verloop is geweest van 't ker
kelijk leven in onze parochie, hoe
veel er zijn gedoopt, getrouwd,
overleden enz. enz. Ik hoop dat U
dit bericht in de toekomst wél zult
kunnen geven. U zult met deze tra
ditie velen een groot genoegen doen.
Ik dank U bij voorbaat.
Een abonné uit de
St. Antoniusparochie.
Wij zullen dit gaarne doen, als we
er toe in staat worden gesteld, en
dit was thans niet het geval.
Redactie.
AANWINSTENLIJST
OPENBARE BIBLIOTHEEK
Bacher, I. Schone vogel Quetzal.
Wanneer een Duits mijnbouwkun-
dige een romance beleeft met een
Indiaans meisje, ontglipt zijn ge
liefde hem vrijwel onmiddellijk
weer, evenals de legendarische vo
gel Quetzal, die sterft nadat men
hem heeft gevangen.
Benzoni, J. Het hunkerend hart.
Catherine en de gebr. de Montsal-
vy. Een Parijs meisje van eenvou-
rige afkomst leeft midden in de
grote strijd die er heerste tussen de
koningsgezinden en de aanhangers
van Filips van Bourgondië in de le
helft van de 15e eeuw.
Braine, J. De jaloerse God.
Een jonge rooms-katholieke le
raar komt door zijn liefde voor een
getrouwde vrouw in ernstig gewe
tensnood.
Havank. „Schaduw waarom?"
Of, De stalen bruiloft.; detective.
Collem, S. van. Sterren kijken.
In kleine schetsjes vertelt schrijver
over zijn ontmoetingen met beken
de filmsterren.
Cornelissen, I. De taaie rooie
rakkers;
Een documentaire over het socia
lisme tussen de wereldoorlogen.
Deinse, A. M. J. van. Etiquette
Geboorte, verloving, huwelijk,
rouw, omgang, aan tafel, correspon
dentie.
Laqueur, R. Dagboek uit Bergen-
Belsen; maart 1944 - april 1945
Het authentieke dagboek van een
Amsterdamse jonge vrouw, aange
vuld met later uitgewerkte notities,
waarin ook de weken durende
spookachtige treinreis wordt be
schreven, die voorafging aan de be
vrijding door de Russen.
BRUID SJAPONNEN, BRUID SMEISJESJAPONNEN,
enz. en een ruime sortering gelegenheidskleding /oor
heren naar de laatste mode.
Vughterstraat 205 - Tel. 34580 (na 19 uur 37491)
's-HERTOGENBOSCH
(vervolg van blad 1)
net oog moet worden gehoudei
Een eerste vereiste hiervoor is, dat
de statistische gegevens over deze
sector, die een agglomeraat vormt
van vele dienstverlenende branches
sterk wordt uitgebreid zowel in de
diepte, alsook in de tijd.
Ik ben van mening, dat ook in
de sector van de dienstverlening 'n
hechtere organisatie, ook waar het
betreft de presentatie van goederen
en diensten, tot grotere efficiëncy
en in veel gevallen tot meer servi
ce aan de klanten kan leiden.
De Micro-show te Kaatsheuvel,
die de laatste jaren tot een belang
rijk evenement voor de schoen- en
leder industrie is uitgegroeid, is
hiervan een markant voorbeeld.
Kort na deze manifestatie vinden
nl. de zgn. leder-shows plaats in de
afzonderlijke bedrijven, die voor 'n
groot deel reeds hebben deelgeno
men aan de Micro-show. Ik dacht,
dat het een verstandige daad en
van een begrip voor de nieuwe
verhoudingen zou getuigen indien
alle betrokkenen hun krachten zou
den bundelen in een grootse show,
die dan tevens de gelegenheid zou
bieden om aan de Langstraat, als
centrum van de Nederlandse
Schoen- en Lederindustrie blijven
de bekendheid te geven.
Voor een onderdeel van de dienst
verlenende sector, het midden- en
kleinbedrijf, zou ik hier gaarne nog
nsder Uw aandacht willen vragen.
Uit enige publicaties is het afgelo
pen jaar is gebleken, dat de wel
vaartsstijging voor vele onderne
mers in deze sector niet parellel is
verlopen met de gemiddelde stij
ging van het inkomen per hoofd
van de bevolking; In het rapport
van de commissie ontwikkelings
fonds voor het midden- en klein
bedrijf, dat onlangs is gepubliceerd,
wordt dit nog eens duidelijk naar
voren gebracht. De commissie tax
eert, op basis van het in de Stich
ting van de Arbeid overeengeko
men minimumloon voor werkne
mers, een minimum inkomen voor
zelfstandigen van 6.000,- per jaar
in 1962. Uit een statisch onderzoek
in datzlfde jaar blijkt, dat 31 pro
cent van de ondernemers in het
midden- en kleinbedrijf een inko
men had dat beneden deze mini
mumgrens lag en dat dit percenta
ge voor de onderscheiden sectoren
was: ambacht 30, horeca 46 en ver
voer 26 procent. Uit dit onderzoek
kwam nog vast te staan, dat in som
mige branches in ambacht en de de
tailhandel het percentage van de
ondernemers, die een inkomen had
den beneden de minimumgrens van
6.000,zelfs de 60 procent ruim
overschreed. Tot deze branches be
horen o.a. de herenkleermakerij, de
herenkappers, de rijwielherstel-
plaatsen en de viswinkels. In en
kele andere delen van ambacht en
detailhandel, waaronder de aanne
mersbedrijven, de garages, de lood
gieter sbedrij ven en de drogisterij-
zaken, werd een relatief bevredi
gende inkomensverdeling aange
troffen en lag het genoemde per
centage van ondernemers met een
inkomen beneden de 6.000,on
der de 20 procent. De commissie
komt na een gedegen studie tot het
advies, dat zowel ontwikkeling als
sanering nodig is om te komen tot
een gezonde structuur van het mid
den- en kleinbedrijf.
Ook in het district van onze Ka
mer zijn vele middenstandsbedrij-
ven, die door interne en/of exter
ne oorzaken in een situatie zijn ge
raakt, dat het bedrijf een onvol
doend loon- en winstinkomen op
levert om het ten behoeve van de
eigen broodwinning en in het ka
der van een goede dienstverlening,
op dezelfde weijze te kunnen voort
zetten. Natuurlijk zijn er veel oor
zaken van buitenaf die de slechte
positie van grote groepen midden
standers in de hand hebben ge
werkt, doch ik kan mij niet aan de
indruk onttrekken, dat interne oor
zaken en ik noem hier het niet
aangepaste ontwikkelingspeil van
de ondernemers en de in vele ge
vallen niet aanwezige wil tot sa
menwerking er toe hebben bij
gedragen, dat deze sector onvol
doende aansluiting heeft gevonden
bij de welvaartsstijgingen in de ja
ren na 1950.
Een facet, dat kan worden aan
gemerkt als een externe factor, zou
ik nog onder Uw aandacht willen
brengen. Het betreft hier het door
de plaatselijke overheid stimuleren
en aanleggen van winkelcentra,
zonder dat een deugdelijk onder
zoek heeft plaats gehad naar de
economische wenselijkheid van een
dergelijk project. Indien de koop
kracht van het gebied, waartoe het
winkelcentrum behoort, te klein is
om de aanvulling van het winkel
bestand op te vangen, dan moet
realisering van dit project leiden
tot vermindering van het inkomen
bij de reeds gevestigde bedrijven
en/of teleurstelling brengen bij de
ondernemers, die zich hebben laten
verleiden om het bedrijf te begin
nen of over te plaatsen naar het
nieuwe winkelcentrum. Een gede
gen vóór-onderzoek en overleg met
de direct belanghebbenden kan het
passende antwoord geven op dit
probleem.
De aanwas van de bevolking en
de economische groei zijn in ons
land gepaard gegaan met een zo
sterk toenemende behoefte aan
ruimte, dat op nationaal en ook op
provinciaal niveau studies ter hand
zijn genomen, die een verdeling van
de ruimte zodanig trachten te ont
wikkelen, dat daarin wonen, wer
ken en recreatie op een verant
woorde wijze mogelijk blijft.
Het Provinciaal Bestuur van
Noord-Brabant heeft onlangs een
uitgebreid rapport in twee delen
gepubliceerd, waarin een ontwik
kelingsplan betreffende de toekom
stige Brabantse ruimte is opgeno
men. Deze studie is reeds door de
Provinciale Staten voor kennisge
ving aangenomen en de gezamen
lijke Kamers van Koophandel in
onze provincie hebben in een uit
voerige brief aan het college van
Gedeputeerde Staten aandacht be
steed aan deze belangrijke studie.
Er zou dus weinig aanleiding be
staan om hierover onpieuw te spre
ken, doch er zijn drie ookzaken,
die hiertoe nopen.
De eerste hiervan is gelegen in
mededelingen van één van de des
kundigen, die in de commissie die
het rapport heeft opgesteld, zitting
had. Hij stelde vast dat het ontwik
kelingsplan 1965 niet gezien mag
worden als een economisch plan en
dat ook geen economische studies
hieraan ten grondslag hebben gele
gen.
Juist hiertegen richt zich het be
langrijkste bezwaar van de Kamers
van Koophandel, die dit in genoem
de brief ook duidelijk naar voren
hebben gebracht. In het eerste deel
van de studie getiteld Welvaarts
balans worden slechte economi
sche relaties behandeld in zover zij
zijn af te lezen uit demografische
ontwikkelingen. In het tweede deel
wordt een schets van de ruimtelij
ke ontwikkeling gegeven zonder
dat een voldoende en diepgaand
onderzoek heeft plaats gevonden
naar de optimale vestigingsplaat
sen. De geplande ruimtelijke ont
wikkeling sluit geheel aan bij de
regio's, die in de na-oorlogse jaren
zijn gegroeid. Voor gebieden, die
thans pas aan hun feitelijke ont-
wiakkeling beginnen en ik noem
hier het land van Heusden en Al-
tena zou een soort status quo
moeten intreden, die een verdere
i economische groei en daarmede 'n
i welvaartstoeneming van de bevol
king afremt. Ook ik ben van me
ning, dat een zekere indeling in de
toekomst onmisbaar is, doch in het
ruimtelijk plan van de provincie
wordt te weinig rekening gehouden
friet een economische ontwikkeling
in die delen van Noord-Brabant, die
daartoe tot op heden, vaak als ge
volg van slechte infrastructurele
omstandigheden, niet aan toe zijn
gewkomen. Het tegenhouden van
de economische ontwikkeling louter
op ruimtelijke gronden kunnen
leiden tot een economische ver
zwakking van de gehele provincie
en van een anti-welvaartsbeleid
voor de betrokken gebieden.
Ik zou er daarom voor willen
pleiten, dat een versneld en diep
gaand onderzoek naar de economi
sche structuur en de economische
potenties van Noord-Brabant wordt
ingesteld op basis van het reeds
door het Economisch-Technologiseh
Instituut aangevangen werk, dat
beoogt een rekeningenstelsel op te
bouwen voor dit gewest en dat op
het resultaat van dit economich on
derzoek de ruimtelijke planning
wordt afgesteld. De tweede reden
van deze korte bespreking van het
ontwikkelingsplan-1965 is gelegen
in de omstandigheid, dat ook in de
ze provinciale studie weer wordt
aangetoond, dat Midden-Brabant in
de na-oorlogse" jaren achter is ge
bleven in groei, zonder dat hieruit
consequenties zijn getrokken voor
een aangepast beleid ten aanzien
van dit gebied in de komende ja
ren. Ik geloof, dat ruimere aan
dacht voor het Waalwijkse haven
gebied, wellicht uitgebreid in de
Het versterkend middel
voor jong en oud
komende jaren in de richting van
Capelle met terreinen gelegen tus
sen Bergsche Maas en de Lang-
straatweg, kan bijdragen tot een
versterking van de economische
structuur van dit gehele gebied.
Tot slot zou ik de aandacht wil
len vestigen op de geringe onder
wijsvormen in het land van Heus
den en Altena en het als gevolg
daarvan zeer lage percentage van
deelname aan het voortgezet on
derwijs. Uit de welvaartsbalans kan
worden afgeleid, dat in 1962 per
100C' mannelijke leerlingen er 221
na de lagere school niet verder stu
deerden. Het provinciale percenta
ge bedroeg toen 96. Van de 1000
leerlingen, die de lagere school
verlieten, gingen er in 1962 in het
land van Heusden en Altena 345
naar het nijverheidsonderwijs en 55
naar het VHMO. Voor de provin
cie werden deze getallen vastge
steld op 420 en 171.
In de welvaartsbalans staat te le
zen, dat het onderwijs voor de eco
nomische en culturele ontwikkeling
van een gebied een belangrijke fac
tor is. Ik wil deze stelling gaarne
en ten volle onderschrijven. Het is
daarom zeer gewenst, dat de onder
wijsvormen in dit gebied worden
uitgebreid. De spoedige realisering
van de L.T.S. te Wijk en Aalburg,
waarvoor reeds enkele jaren ach
tereen subsidie is aangevraagd en
waarvan de oprichting onze Kamer
zeer wenselijk voorkomt, zou het
begin moeten zijn van een grotere
differentiatie van schoolsoorten in
dit gebied.
In mijn vorige nieuwjaarsrede
heb ik reeds Uw aandacht gevraagd
voor de onzekerheden waarmede
de directies van de scheeps- en re-
paratiewerven worden geconfron
teerd met betrekking tot de hoogte
van de nieuwe waterstanden na af
sluiting van het Haringvliet en de
schadeloosstelling, indien de wer
ven moeten worden aangepast.
Hoewel de actie van de betrok
ken samenwerking met onze Ka
mer zich ook in het afgelopen jaar
heeft voortgezet, is er nog weinig
inzicht in de gehele materie geko
men. Sinds enkele maanden heb
ben alle werven een opgave van de
te verwachten waterstanden. Deze
lijn is echter zodanig aan 'n aantal
voorwaarden gebonden, dat een
volledige zekerheid omtrent de toe
komstige hoogte van het water nog
niet kon worden verkregen. Enke
le weken geleden kregen de wer
ven aan de Dongemond bericht, dat
met een maatgevende hoge laag-
waterstand van N.A.P. -(- 0,85 m
rekening dient te worden gehouden.
Het voor aanpassing maatgevende
la agwaterstandsverschil, met het
oog op het verrichten van werk
zaamheden op de hellingen bij laag-
water, bedraagt zodoende niet 0,90
m. zoals uit eerdere berichten kon
worden afgeleid, doch 1,43 m. Dit
betekent dus een verschil in ver
wachtingswaarden van bijna 60%.
Het zal U duidelijk zijn dat 't voor
de betrokkenen op deze wijze moei
lijk is om definitieve maatregelen
voor te bereiden. Ik heb echter ook
begrip voor de problemen waar
mee de deltadienst te kampen heeft
om de prognoses betreffende de
nieuwe waterstanden zo nauwkeu
rig mogelijk te bepalen. Het ma
ken van een prognose blijft altijd
een hachelijke zaak. De onzeker
heden rond deze zaak moeten naar
mijn mening worden opgeheven
door de regering middels wettelijke
maatregelen op grond van artikel
8 van de deltawet. In mijn vorige
jaarrede sprak ik reeds mijn be
zorgdheid uit over het uitblijven
van deze regeling en ook thans is
deze nog niet in ontwerp bij de
Tweede Kamer der Staten Gene
raal ingediend. Bij de laatste be
handeling van de regering van de
begroting van Verkeer en Water
staat heeft de nieuwe bewindsman
medegedeeld, dat de concept-rege
ling nog op enkele punten moet
worden gewijzigd conform zijn in
zichten. Ik blijf herhalen, dat de
tijd dringt en dat slechts een voor
schotregeling het voor de bedrij
ven mogelijk maakt om tijdig de
nodige aanpassingen te kunnen
doen, die nodig zijn om ook na het
gereedkomen van de deltawerken
de onderneming voort te kunnen
zetten.
Onze Kamer heeft kortgeleden,
middels haar vertegenwoordiger bij
de Spoorwegraad, een tweetal vra
gen voorgelegd aan de Nederland
se Spoorwegen, die betrekking
hadden op een mogelijke nieuwe
Noord-Zuid-verbinding en het weer
openstellen van de Langstraat
spoorlijn voor het personenvervoer.
Ten aanzien van de eerste ver
binding, die volgens de Nederland
se Spoorwegen zou moeten lopen
van Utrecht, via Doorslag, Gorin-
chem, Raamsdonk en Oosterhout
naar Breda, werd bericht, dat in
samenwerking met de Rijks- en
Provinciale Planologische diensten
wel de optimale ligging van deze
spoorlijn wordt bepaald, doch dat
over de exacte ligging van het tra
cé, noch over de periode van aan
leg uitspraken kunnen worden ge
daan. Ik ben van mening, dat deze
lijn van uitermate groot belang is
voor de economische ontplooiing
van een belangrijk deel van het
gebied onzer Kamer. Met name
voor de aan- en afvoermogelijkhe-
den van de industrie, die zich zal
vestigen op de ontworpen industrie
terreinen aan de Donge-mond, zou
deze Noord-Zuidverbinding van be
tekenis zijn.
Als antwoord op onze vraag over
de verbinding 's-Hertogenbosch -
Waalwijk - Lage Zwaluwe werd
medegedeeld, dat de Nederlandse
Spoorwegen, gelet op de sterke be
volkingsgroei, de economische ont
wikkeling en de daarmede verband
ruime taak voor het railvervoer
houdende groei van het verkeer, 'n
zien weggelegd, doch dat deze rui
mere taak en dat geldt ook voor
de genoemde verbinding slechts
met steun van het Rijk kan worden
opgenomen.
Ik acht dit antwoord mede ge
let op de regeringspolitiek ten aan
zien van het openbaar vervoer
alleszins verheugend en onze Ka
mer zal ook niet nalaten voor de
wederopenstelling van het perso
nenvervoer op déze lijn te pleiten.
Mijne heren,
Hiermede wil ik mijn beschou
wingen afsluiten in het vertrouwen
dat deze mogelijk kunnen bijdragen
Uw inzicht te verbreden bij de uit
oefening van Uw verantwoordelij
ke en leidinggevende functie. Even
als in het verleden kan op de volle
medewerking van de Kamer wor
den gerekend.
Het afgelopen jaar bood weder
om gelegenheid verschillende pro
jecten te entameren of verder te
ontwikkelen. Voor de steun die
hierbij van vele zijden werd onder
vonden, evenals voor regelmatig
verstrekte inlichtingen en docu
mentatie in het belang van handel
en nijverheid, past een welgemeent
woord van dank.
Dank ook aan het secretariaat
onzer Kamer, dat op prettige en
deskundige wijze veel werk heeft
verzet.
Gebruikelijk doch oprecht ge
meend eindig ik met de wens dat
het nieuwe jaar aan U allen in Uw
gezin en in Uw bedrijf gelukkig en
voorspoedig moge zijn.