3 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 23 DEC. 1966 3 1 januari is het 45 jaar geleden dat de gemeenten Be- soyen en Baardwijk werden geannexeerd bij Waal wijk. Een inlijving die, zoals te begrijpen valt, niet zonder meer door de dorpsbewoners werd geaccep teerd. De bezwaren van de Baardwijkers waren zover wij konden nagaan - vooral van emotionele aard. De Besoyenaren hadden meer bezwaren van praktische aard, waarbij dan vooral gedacht werd aan de schuldenlast die de gemeente Waalwijk in die tijd had. In een gezamenlijk „communiqué", zo lezen we „Echo's" van dit tijd, zien de drie gemeentebesturen niet duidelijk de voordelen die annexatie met zich meebrengt. Eensgezind is men echter van mening dat er toch weinig aan te doen is, wat de „hooge ree- gering" van plan is. Dat achteraf alles is meegevallen is duidelijk. Waalwijk is dankzij de inlijving van Be- soyen en Baardwijk een bloeiende gemeente gewor den. Versnippering had hier nooit aan bijgedragen. Nu, 45 jaar later, is nog wel duidelijk merkbaar dat het verenigingsleven zich nog steeds rond de drie vroe gere dorpskernen afspeelt. Ook spreekt men nog steeds over Besoyen en Baardwijk, als golden het zelfstandige gemeenten. 25 jaar geleden werd er in deze Langstraatse dorpen druk gediscusieerd over de annexatie. Wij vonden het dan ook interessant om in de geschiedenis van de twee ingelijfde dorpen te duiken en de problemen die met deze inlijving ge paard gingen nog eens te belichten. In het Staatsblad no. 1392, van 24 december 1921 staat de wet afge kondigd, tot vereniging van de gemeenten Waalwijk, Baardwijk en Besoyen, met ingang van 1 januari '22. In de wet is ook bepaald dat de nieuwe gemeente de naam Waalwijk draagt. Op de laatste dag van het jaar 1921 komen de gemeenteraden van de drie be trokken gemeenten voor de laatste maal bijeen. Het afscheid valt voor Besoyen en Baardwijk zwaar. In Waalwijk kijkt men de overgang van het oude „Woa- lek" naar het jonge Waalwijk met meer vertrouwen tegemoet. Zowel in Besoyen als in Baardwijk was een commissie gevormd, samengesteld uit leden van de raad, die een oordeel moest uitspreken over de annexatie. Financiën Baardwijk Uit archief Overstromingen Naam Baardwijk Betekenis Peter Gons SA/1 5oyeiy gif lYfifiLwij FlvSctnifnafL. ;r$Taqy:!Hi;5»5iuyspihi:\^ 45 jaar geleden werden Besoyen en Baardwijk bij Waalwijk geannexeerd In Besoijen werd op 29 april 1921 uitvoerig over de inlijving gespro ken. De toenmalige wethouder H. Both was van mening dat, hoewel de drie betrokken gemeenten dicht bij elkaar lagen, de mentaliteit van de bevolking nog al verschilde. Het raadslid L. Verwiel zag het nut van annexatie helemaal niet in. Hij vond het overigens vechten tegen de bier kaai, want het geachte raadslid oor deelde dat er absoluut geen reke ning werd gehouden met de grie ven van de bevolking. Bovendien vond hij 't onverantwoord de inwo ners een zware schuldenlast, van de gemeente Waalwijk, op de schou ders te leggen. Burgemeester J. J. L. M. Verwiel (die later eerste burger van Oister- wijk werd) bekeek de zaken nuch ter: „We moeten een financieel of fer brengen. De economische en so ciale belangen kunnen beter wor den behartigd in een grote, dan in Burgemeester Th. L. D. Surmont de Bas Smeele 1907-1923 Waalwijks eerste burger, tijdens de annexatie. kleine gemeente. De kosten, ver bonden aan de uitvoering van de warenwet, de vleeskeuringswet en de lager onderwijswet, zijn voor 'n kleine gemeente te hoog om te dra gen. Ook de verhouding tussen de bevolking van Besoijen en Waal wijk is goed", zo lezen we in de raadsstukken over de rede van bur gemeester Verwiel. Uit zijn betoog blijkt wel dat de heer Verwiel niet afwijzend tegenover annexatie staat. Het voorstel werd met vijf tegen twee stemmen aangenomen. Tegen stemden de heren D. Baan en L. J. M. Verwiel. De financiële situatie van de ge meente Waalwijk zat Besoijen niet erg lekker. Temeer niet, daar - zo blijkt uit de raadsverslagen van die tijd - een financiële commissie uit Waalwijk kritiek had op het finan ciële beleid van Besoijen. De Waal wij kse commissie was hier, volgens de Besoijense raad, haar boekje te buiten gegaan. Trouwens, men moest de hand maar in eigen boezem ste ken, want Waalwijk „smeet" meer met geld dan Besoijen. Een uit spraak die burgemeester Verwiel graag nader verklaarde. Hij toonde in een uitvoerig rap port aan, dat b.v. voor de uitvoe ring van de distributie gerekend per inwoner, Waalwijk 5,70 nodig had, tegen Besoijen 1,90, het al gemeen bestuur kostte Waalwijk ge middeld per inwoner 3,69, Be soijen een gulden minder; zo ook met de kosten, verbonden aan po litie en openbare werken. Met de schuldenlast was het nog erger ge stemd. Trots toonde de eerste bur ger van Besoijen aan, dat zijn ge meente per hoofd van de bevolking een schuldenlast van 17,had, tegen Waalwijk 176,en dan te weten dat Besoijen juist nog 60.000 gulden had geleend. Juist deze lening wekte wrevel op bij de financiële commissie van Waalwijk. Besoijen had de lening aangevraagd om o.m. riolering en trottoirs aan te leggen. Men was namelijk bevreesd dat, als men straks ingelijfd was, deze voorzie ningen nog lang op zich zouden la ten wachten. „Men kende de Waal wij kers wel", zo vertelde ons een oud-inwoner van het toenmalige Besoijen. Slim was het wel van de dorpelingen, die op deze manier nog vruchten trachtten te plukken van de annexatie. De gemeenteraad van Baardwijk, met aan het hoofd burgemeester De Goey, repte in zijn vergadering van 31 december met geen woord over de overgang naar Waalwijk. Daar over had men reeds maanden te voren heftig gedebatteerd, want de Baardwijkers waren helemaal niet geporteerd voor een samengaan met streekgenoot Waalwijk. Daarvoor verschilde de mentaliteit van de in woners te veel. Dat Baardwijk tot op de laatste dag van haar zelfstan digheid wilde blijven regeren, blijkt wel uit het feit dat op 16 december 1921 nog een wethouder werd ge kozen. Hier kwam op 29 maart van het veel besproken jaar 1921 het rap port van de ingestelde commissie ter sprake. In dit rapport lezen we ondermeer, dat men tegen wil en wens bij een andere gemeente werd ingelijfd. De zinsneden in het wets ontwerp: „aard en opvattingen van de bevolking zijn zo goed als ge lijk", kon niet de goedkeuring van de rapporteurs dragen. Zij oordelen de wetgever vreemd in de streek, dat hij zoiets heeft kunnen schrij ven. „De bevolking van Baardwijk is immers anders van aard dan die in de naburige gemeenten. Ons ge meente-wapen getuigt er van - zo lezen we in het rapport - dat wij tot de vrije heerlijkheid onder het Land van Heusden en Altena ho ren". De commissieleden vinden het on verklaarbaar hoe „eene regeering een vergankelijk monument uit steenen opgetrokken, voor het na geslacht wil bewaard zien, terwijl diezelfde regeering uit koele be rekening een levend monument ver nietigt, door opneming in een an dere naburige gemeente". Men wijst er verder op dat de bewoners van Baardwijk stammen uit geslachten, waaraan roemrijke namen verbon den zijn. Namen die de geschiede nis met recht noemt zoals oud-mi nister Loeff; Men kan zich ook niet verenigen met het in de wet gestel de, dat het algemeen belang door vereniging gediend is. Onder ande re kan de administratie vereenvou digen. De vroede vaderen van Baardwijk vinden dat door een voortdurend aanwassen van 't amb- tenarengetal de gemeenschap niet gediend wordt. Trouwens, Baard wijk heeft ook geen behoefte aan stadsvertoon, dat zou de goede ze den niet ten beste komen. De commissie legt zich ongaarne bij het voorstel neer. Als enig voordeel ziet men een betere be hartiging van de sociale problemen. Men pleit verder voor een gunstige regeling voor de vrijgekomen amb tenaren en de burgemeester, die na eerst op wachtgeld te hebben ge staan, burgemeester van Udenhout werd. Hoewel niet van harte, men legde zich bij de wil van hogerhand neer. Blijkbaar zagen de volksver tegenwoordigers wel in, dat protes teren weinig baat zou hebben. Een maal ingelijfd, kwamen de voorde len van een krachtige gemeente pas naar voren. Daarvoor zorgde ook burgemeester E. C. J. Moonen, die in 1923 burgemeester Th. L. D- Surmont de Bas Smeele was opge volgd. Met de inlijving van Baard wijk en Besoijen kwam er ook een einde aan de roemrijke geschiede nis van deze twee dorpen. Een ge schiedenis waarvan wij u in dit kerstnummer de hoogtepunten niet willen onthouden. In het gemeentearchief en in de ar chieven van „De Echo van het Zui den" vonden wij een groot aantal his torische dokumenten. Het gemeente archief herbergt nog gemeentestuk ken uit 1659. Zowel Besoyen als Baardwijk maken sinds 1815 als af zonderlijke gemeenten deel uit van de provincie Noord Brabant. Besoyen was tevoren een heerlijkheid. Als zo danig werd het in 1295 door de graaf van Holland verleend aan Willem van Besoyen. Tot 1815 behoorde Be soyen dus tot Holland. In de verhou ding tot de Staten van Holland en tot het baljuwschap van Dordrecht, werd Besoyen veelal niet als een eenheid aangemerkt, doch als behorende tot „Zes Zuid-Hollandsche dorpen", na- De heerlijkheid Baardwijk behoorde vóór 1915 tot Holland en werd ge rekend tot het Land van Heusden. Uit de geschiedenis van Loon op Zand en Baardwijk blijkt, dat er in de 15e eeuw tussen deze 2 dorpen nog al geschillen waren. Het twistpunt was de in 1396 gegraven turfvaart door Paulus van Haestrecht (de heer Van Loon). De heren van Baardwijk en de machtige heren van Van Loon konden het hierover niet eens worden. Deze turfvaart, die tot 1896 ingebruik is geweest vormde 'n belangrijke inkomstenbron voor Loon. Een markant punt aan de Winterdijk in Baardwijk is de oude toren, die behoorde bij de in 1923 afgebroken kerk, daterend uit de 14e eeuw. De ze kerk werd ook zwaar getroffen door de St. Elisabethsvloed. De kerk ging in 1610 over aan de hervorm den, die ruim 40 jaar geleden een Een afbeelding van het gilde St. Cris- pinus en St. Crispiniaan uit Besoyen melijk Besoyen, Capelle, 's-Graven- moer, Sprang, Waspik en Raams- donk. De trots van Besoyen in vroeger jaren was het kasteel van de heren van Be soyen. Dit in het begin van de veer tiende eeuw gestichte kasteel werd tijdens de 80-jarige oorlog verwoest. Tot 1906 was de ruïne van dit bol werk nog in Besoyen te vinden. Toen moesten de laatste resten plaatsma ken voor een voetbalveld. Op de plaats waar in de Middeleeuwen veld slagen werden geleverd, kan men nu een voetbalslag bijwonen. Van het kasteel bestaan nog enkele tekenin gen. Overstromingen hebben Besoyen tal van malen geteisterd. De grootste ver woesting is aangericht in 1421 door de Elisabethsvloed. Na deze ver schrikkelijke ramp wilde men verder onheil voorkomen en werden er dij ken aangeleegd, waarbinnen zich de herbouw voltrok. Reeds in 1500 ken de men in Besoyen de Langstraat, een zandweg die Besoyen met Waalwijk en Sprang verbond. Deze straat werd in latere jaren door de heer Van Be soyen van keien voorzien. Dat Be soyen ook in de Middeleeuwen nauw met Waalwijk was verbonden blijkt wel uit het feit dat dorpelingen ker kelijk bij Waalwijk behoorden. Hierin kwam pas in 1610 verande- ringtoen veel inwoners overgingen tot de Hervormde Kerk. De hervorm den stichtten een eigen kerk, waarvan de consistoriekamer nog lang dienst heeft gedaan als gemeentehuis. De katholieken kregen in 1852 een eigen kerkgebouw. De huidige Besoyense kerk dateert uit 1827. Het gilde St. Crispijn en Crispinianus herinnert nog aan de glorierijke tijd toen Be soyen een zelfstandige gemeente was. De juiste betekenis van de naam Baardwijk is nog steeds niet achter haald. Sommigen denken dat de naam is afgeleid van „barden" (minnezan gers uit de Germaanse tijd) of van „lombarden" (middeleeuwse geld schieters). De heer G. Couwenberg, gemeente-archivaris Waalwijk, die ons aan de nodige gegevens voor dit artikel hielp, vindt dat de betekenis van de plaatsnaam Baardwijk gezocht moet worden in de bodemgesteldheid. De juiste betekenis komt echter pas aan het licht als er stukken van om streeks 1200 - 1400 gevonden wor den. nieuw gebouw betrokken in Baard wijk. De huidige katholieke kerk da teert uit 1899. In Baardwijk praat men nog steeds vol trots over het ge slacht Loeff, dat jarenlang in deze gemeente woonde. Een vertegenwoor diger van dit geslacht was jaren mi nister van Justitie. Als men een vergelijking maakt tus sen Besoyen, Baardwijk en Waalwijk dan valt op dat Besoyen ook reeds voor 1922 samenwerkte met Waal wijk. Baardwijk heeft echter nooit van enige samenwerking willen we ten. De Baardwijkers vormden een volstrekt eigen gemeenschap. Het valt dan ook te begrijpen dat het samen gaan met Waalwijk niet van harte ging. Deze tegenstellingen zijn ech ter in de loop der jaren weggewist. Dat ook Baardwijk zijn plaats in het moderne Waalwijk weet is bekend. Besoyen en Baardwijk gaan de ge schiedenis in als twee roemrijke stads kernen die er reeds toe hebben bijge dragen - en dit ongetwijfeld nog zullen doen - dat Waalwijk uitgroeit tot een stad van méér dan regionale betekenis in Midden-Brabant. Het slot Gansoyen aan het Oude Maasje, dat in de geschiedenis van Waalwijk meermalen een rol speelde. Gezicht vanuit Stationsstraat op het café ,,De Korenbeurs"dat stond waar thans 't Raad huisplein is.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1966 | | pagina 3