wAaLwijkse en LanqstRaatse coucant
BURGEMEESTER J. TEIJSSEN VAN WAALWIJK
TIJDENS NIEUWJAARSREDE
van
WAALWIJK - Aan het begin van de raadsvergade
ring van donderdagavond sprak burgemeester J.
Teijssen zijn nieuwjaarsrede uit. Zijn rede laten we
hier volgen. „De afsluiting van een jaar brengt me
de, dat activiteiten en resultaten van de voorbije jaar-
periode in grote trekken worden geschetst om een
beeld te verkrijgen van de ontwikkelingen in ge
meentelijk verband. Elk jaarbeeld heeft slechts een
betrekkelijke betekenis, het is niet méér dan een mo
ment-opname, want in de beleidsvoering schuiven de
jaren over elkander heen en zij doordringen elkander.
De maat en de proportie van handelen worden door
voortdurend wisselende mogelijkheden beïnvloed en
bepaald. De werkelijkheid van elke dag wordt ge-
let enig optimisme
naar 1967
Inwoners
boren uit de kans van gisteren en volgroeit in de ver
worvenheid van morgen. De basis en de expansie
van de werkzaamheid van de gemeenten zijn in '66
in toenemende mate beperkt en begrensd. De ge
volgen hiervan tekenen zich geleidelijk aan duide
lijker af in een begin van verschraling van het be
leid in alle sectoren, waar financiën nodig zijn om
doeleinden te verwezenlijken. In het kader van de
financieel-economische positie van ons land zijn de
gemeenten gedirigeerd naar een andere route. Dat
is de meest kenmerkende trek in het jaarbeeld van
1966. Tóch werd in 1966 in onze gemeente nog veel
tot stand gebracht; ik zal U nog op een aantal mar
kante punten van vooruitgang wijzen.
Toekomstvisie
Werkgelegenheid
xcluóieve
cJ-lerenkledinc)
WAALWIJK
WAALWIJK
STATIONSSTRAAT 34
TEL. 04160-4087
VRIJDAG 3 FEBRUARI 1967
88e JAARGANG No. 10
De tcho vAn
Zuióen
Uitgever
Waalwijksche Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2x per week
Losse nummers 20 cent
Abonnement
p. week (0,28+ 2 ct. inc.k.) 0,30
p. mnd. (1,20+10 ct. inc.k.) ƒ1,30
p. kwrt. (3,40+10 ct. inc.k.) ƒ3,50
p. kwrt. p. post 4,bij girobetaling
(bij incasso p. postkwit. 75 ct. extra)
Advertentieprijs: 14 cent per mm.
Contractadvertenties: speciaal tarief
Opgericht 1878
Bureaus Grotestraat 205, Waalwijk
Tel. 04160-2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8, tel. 04167-2002
Telegram-adses „ECHO"
Zonder plannen, geen grondslag voor beleid
Met deze ervaring als achtergrond,
mag het jaar 1967 zeker met enig
optimisme worden bestreden, zij 't
dan ook dat de weg naar het doel
oneffen zal zijn en een zware in
spanning zal vragen. De financiële
aspecten van vele en veelsoortige
plannen overheersen in zodanige
mate, dat zij een dominant vormen,
die in deze tijd van beperkte bud
gettaire ruimte en gedistribueerde
investeringscapaciteit een niet ge
ringe barricade betekent. Besturen
bestaat primair evenwel niet in het
beoefenen van de cijferkunst, doch
dient zich te manifesteren in een
onafgebroken streven om de afstand
tussen de plannen van heden en de
verwezenlijking daarvan in de toe
komst zo klein mogelijk te doen
zijn.
Daartoe zullen door eigen kracht
en met de medewerking van hogere
overheid, baricaden verwijderd moe
ten worden. In de allernaaste toe
komst zal de weg zeker nog niet
open liggen om plannen met vaart
naar de verwezenlijking te voeren.
Plannen worden niet gemaakt om
te bemonsteren en te betoveren,
doch zij zijn vertrekpunt voor een
reëel beleid in een bepaalde perio
de. Besturen vraagt vooruitzien en
doorzetten. Maar dan moeten geva
rieerde plannen beschikbaar zijn en
voortgestuwd worden ook als in
de tijdsduur de cirkel van de haal
baarheid zich wat later sluit en
dit brengt dus mede, dat zonder on
derbreking moet worden voortge-
werkt aan ontwerp en opzet van al
le plannen, die een belichaming zijn
van beleidsinzichten en bestuurs-
voornemens. Ik zeg dit met nadruk,
omdat nu de cijfers tijdelijk een
allesoverstemmende taal spreken en
dikwijls geen perspectief te zien is
voor een ogenblik misschien wel
eens het gevoelen kan gaan leven,
dat wij over al die plannen denken
en spreken als een blinde over
kleuren of dat wij bezig zijn een
beeldraadsel van de toekomst te
projecteren. Kort gezegd: zonder
plannen, geen grondslag voor be
leid. Anders gezegd: niet geschoten,
is altijd mis.
Het jaar 1966 was voor Waalwijk
zeker geen hoorn van overvloed,
waaruit alles wat verlangd werd te
voorschijn rolde; dat zal trouwens
wel nimmer het geval zijn. Vermoe
delijk zal de oogst van 1967 wel
achterblijven bij die van 1966; wij
zullen wel zien. Het verstreken jaar
zou ik voor wat het leven op 't
gemeentelijk erf betreft willen
typeren als een jaar van voortgezet
te voorspoed en van blijvende was
dom.
Als ik spreek van wasdom, dan denk
ik meteen aan de groei van 't aan
tal inwoners. Deze groei toont aan,
dat Waalwijk volop meegroeit in de
totale groei van Noord-Brabant en
procentueel zelfs mee voorop loopt.
Het jaar 1966 bracht per 31 decem
ber 1966 het aantal inwoners op
21.682; een vermeerdering van 673.
Deze vermeerdering spruit voort uit
een geboorte-overschot van 375
(501 geboorten tegenover 126 over-
lijdens) en een vestigings-overschot
van 298. Van jaar tot jaar valt een
betekenend vestigingsoverschot te
registreren. Het is typerend dat de
groei van het aantal inwoners nu al
méér dan 12 jaren in ongeveer ge
lijke mate wordt bepaald door een
geboorte-overschot en door een ves
tigingsoverschot. De gemiddelde
groei van het aantal inwoners en
dit gemiddelde is vrijwel gelijk aan
de jaarlijkse groei in b.v. een
decennium is zeker een aanwijzing
ten aanzien van de graad van het
woonklimaat en de potentie van de
werkgelegenheid. In dit opzicht is
Burgemeester J. Teijssen
aan deze groei een relatieve beteke
nis toe te kennen, hoe zeer elke
groei van het aantal inwoners ove
rigens ook het gevolg is van een
complex van factoren. Het is onge
twijfeld een verantwoorde conclu
sie, als ik zeg, dat de natuurlijke
groeikracht van de gemeente met
deze ervaringscijfers niet te betwis
ten, maar wel te bewijzen is. En dan
leg ik de nadruk op het natuurlij
ke dus eigene van de groei
kracht, zonder geïnjecteerde beïn
vloeding door financiële faciliteiten
in het vlak van de industrialisatie
of andere daarmede gelijk te stel
len maatregelen, die een stimu
lerend effect hebben. Een snelle
groei van het aantal inwoners
zoals de gemeente Waalwijk ver
toont is ongetwijfeld bevorderlijk
voor de verdere ontwikkelingen op
versohillende gebieden.
Ik noem slechts onderwijs, win
kelbestand, ziekenzorg, cultureel
leven. Het zijn sprekende voorbeel
den van verzorgingsgebieden, die 'n
zekere schaal vragen, waarvan ge
zegd mag worden dat deze schaal
slechts zelden te groot is, doch wel
vaak te klein om een volwaardige
verzorging te kunnen creëren. Een
aanwas van de bevolking door ves
tiging draagt ook in belangrijke
mate bij tot een evenwichtige be-
volkinsopbouw in de leeftijdscate
gorieën. Een gemeente met vertrek-
overschotten wordt op de duur ge
confronteerd met een „vergrijzing"
van de bevolking.
Boven dien is het nu zelfs
grenzen tussen volken en landen
wegvallen een gezond verschijn
sel dat de autochtone de uit de
gemeente afkomstige bevolking
en de allochtone de van elders
afkomstige bevolking in een ge
meente, zonder een te sterk accent
te leggen op de ene of de andere
groepering, samen wonen om we
derzijds de inspiratie te leveren en
de extraverte houding aan te ne
men, nodig voor een gezonde en
vooral levende samenleving.
De gestage stijging van het aantal
inwoners, welke stijging zich nu al
gedurende verscheidene jaren be
weegt tussen 550 tot 750 per jaar
en elk jaar voor een deel voort
spruit uit een vestigingsoverschot,
bevestigt de gerichtheid op Waal
wijk bij de keuze van een woonge-
meente. De bevolkingsgroei van on
ze gemeente is tot heden zonder
meer te beschouwen als een auto
some, dus zelfstandige en onafhan
kelijke groei, zonder dirigerende,
dus beïnvloede overheidsbemoeiing.
De laatste tijd is de spreiding van
de bevolking over ons land object
van indringende studie van de Re
gering geweest en als gevolg daar-
van zijn richtlijnen getrokken voor
een overheidsbeleid inzake de ruim
telijke ordening met een bepaalde
tendens ten aanzien van de bevol
kingsspreiding, waardoor een nieuw
en bijzonder belangrijk element is j
ingevoegd.
Ik heb het oog op de einde septem
ber 1966 verschenen Regeringsnota
over de ruimtelijke ordening in Ne
derland, welke nota een uitbeelding
bevat van de richtinggevende toe
komstvisie, die de Regering zich
heeft gevormd met betrekking tot
de ruimtelijke structuur van Neder
land omstreeks het jaar 2000 en in
welk licht uiteraard ook de
toekomstige ontwikkeling van Waal
wijk moet worden geplaatst. Deze
locale ontwikkeling kan niet langer
geïsoleerd beschouwd worden en
zal zich niet autonoom blijven vol-
trekken, omdat de Regeringsvisie
méér en méér zal doordringen en j
doorwerken in het gehele openbaar
bestuur.
Met het oog op het plaatselijk te
voeren beleid, meen ik U ten aan
zien van deze ruimtelijke structuur
schets voor Nederland enig inzicht
te moeten geven, vooral ook omdat
de gemeente Waalwijk in deze
schets een benadrukking heeft ge
kregen, waaruit een veelomvatten
de opgave met vele facetten voort
vloeit. De Regering heeft haar rich
tinggevende toekomstvisie ontwik
keld op grond van een aantal basis
gegevens, waaruit een planmatige
indeling van de nationale ruimte is
afgeleid.
Een voorloper op deze Regerings
nota over de ruimtelijke ordening
in Nederland, is het in de tweede
helft van 1965 door het provinciaal
bestuur gepubliceerde ruimtelijk
ontwikkelingsplan voor de gehele
provincie Noord-Brabant, welk plan
is gebaseerd op het principe van de
geleding van de provinciale ruimte
in urbane dat zijn verstedelijkte
en rurale dat zijn landelijke
gebieden. Over dit ruimtelijk ont
wikkelingsplan voor Noord-Brabant
dat een veel beperktere grondslag
en daardoor een geheel andere
draagwijdte heeft dan de nu' ver
sohenen Regeringsnota, heb ik in
mijn vorige jaarrede uitvoerig ge
sproken. Het provinciale ontwikke
lingsplan had evenals de thans
voorhanden Regeringsnota geen
andere pretentie dan een ideeën-
schets te zijn, welke schets voor el
ke streek in de totstandkoming van
een structuurplan de voltooiing zal
moeten vinden. Het is u bekend,
dat intussen in 1966 door besluiten
van de raden van de gemeenten
Drunen, 's-Gravenmoer, Loon op
Zand, Sprang-Cape!le, Waalwijk en
Waspik die door hun onderlinge
relatie één functioneel -geheel vor
men het Stadsgewest Waalwijk
als intergemeentelijk lichaam in 't
leven is geroepen met als eerste
taak de voorbereiding, vaststelling
en begeleiding van een interge
meentelijk structuurplan. De ge
westelijke raad is geformeerd en
daarna op 19 december 1966 door
de Commissaris der Koningin offi
cieel geïnstalleerd. Deze geweste
lijke raad zal, evenals elke gemeen
teraad, de genoemde Regeringsnota
als een achtergrond en ondergrond
hebben te beschouwen met het pro
vinciaal ontwikkelingsplan op de
voorgrond. In dat kader is de ruim
telijke ordening thans onderwerp
van bespreking en bestudering.
De Regeringsnota houdt zich in
wezen bezig met de allesbeheersen
de vraag hoe omstreeks de eeuw
wisseling de in Nederland beschik
bare ruimte moet zijn ingericht en
worden gebruikt, wil het voor de
twintig miljoen mensen, die vol
gens verwachting dan ons land
zullen bewonen, mogelijk zijn om
menswaardig te leven. Het is niet
alleen een allesbeheersende, maar
ook een beklemmende vraag, omdat
de nota tracht ons land te schetsen
als er 600 inwoners per vierkante
kilometer zullen wonen. De stede
lijke bebouwing zal dan over
ruim 30 jaren dus verdrievou
digd zijn. Het verkeer zal enorm
zijn toegenomen. De recreatie-be
hoeften zullen verveelvoudigd zijn.
De nota geeft in grote lijnen aan
in welke landsdelen en stedengroe-
pen de bevolking zal moeten wor
den opgevangen en waar dus zwaar
tepunten van woon- en werkgele
genheid zullen ontstaan. Deze nota
is vooral ook inspirerend, omdat zij
op elk gebied taken stelt, waaraan
deze generatie de handen vol zal
hebben. De Regering wil streven
naar de vorming van stedelijke ge
bieden, die zullen bestaan uit een
aaneengeschakelde rij van gemeen
ten en die zich zullen kenmerken
door een hoge bevolkingsdichtheid
en door een grote verscheidenheid
aan woonmilieus. Alleen op die wij
ze kan voor een zo groot mogelijk
aantal mensen een behoorlijk voor
zieningsniveau binnen redelijke af
stand worden gebracht en kunnen
de stedelijke gebieden onderling ge
scheiden blijven door grote open
groene ruimten. Een dergelijk ste
delijk gebied zal o.a. gevormd wor
den door wat in de nota wordt
genoemd de Brabantse stedenrij
en dat zijn dan de gemeenten Ber
gen op Zoom, Roosendaal, Breda,
Tilburg, Waalwijk, 's-Hertogenbosch
Oss, Eindhoven en Helmond. U kimt
zich deze gemeenten in deze volg
orde van ligging op de kaart wel
voor uw geest halen en weet dan
ook welke ruimten open en overblij
ven. Hier kan de typering van ur
bane en rurale gebieden gebezigd
worden, waarvan het provinciale
ontwikkelingsplan uitgaat.
In deze Brabantse stedenrij is
Waalwijk in de nota bestemd om in
't jaar 2000 een bevolkingsconcen
tratie van 65.000 inwoners te heb
ben. Hierbij is uitgegaan van demo
grafische en economische verwach
tingen, gebaseerd op en gecombi
neerd met een doelgericht over
heidsbeleid. Het verloop van de
verstedelijking zal dan zéér versnel
len; de groei van het aantal inwo
ners zal als gevolg van het sprei-
dingsbeleid van de centrale over
heid met hantering van de mid
delen, welke daartoe dienen ver
uitschieten boven de groei van b.v.
de laatste tien jaren. Daarmede
komt ook de geografische situatie
als factor in de ontwikkeling aan de
orde, want het grondgebied van
Waalwijk dat immers een onver
anderlijke grootheid is kan geen
65.000 inwoners huisvesten.
Het is zeker niet vóórtijdig om
nu reeds te denken aan en te spre
ken over een ideeënschets inzake
deze geactiveerde bevolkingscon
centratie. Het stadsgewest Waalwijk
biedt het hiervoor geëigende ni
veau. Het structuurtableau van de
streek, dat straks door de geweste
lijke raad van het Stadsgewest aan
de raden van de zes gemeenten zal
worden gepresenteerd, zal naast
andere hoofdstukken letterlijk en
figuurlijk een globale indruk moe
ten geven van de doorwerking van
de ideeën van de Regeringsnota.
In hoeverre en in welk tempo de
in de Regeringsnota geschetste idee-
en zowel binnen als buiten het ter
ritorium van Waalwijk verwezen
lijkt zullen worden, zal niet alleen
afhangen van krachtsinspanning,
doch ook en vooral van beschikbare
financiële en materiële middelen.
Essentieel is evenwel, dat de veel
omvattende opgave met vele facet
ten zoals ik de uit de Regerings
nota voor de gemeente Waalwijk
voortkomende taak omschreef
bewust wordt aanvaard door 't pa
troon van verstedelijking in de
kwantiteitsverhoudingen daarop af
te stemmen, echter met behoud van
voldoende flexibiliteit.
Als er sprake is van geactiveer
de versnelling van de groei van het
aantal inwoners, omdat Waalwijk in
het nieuwe structuurbeeld van Ne
derland een geaccentueerde plaats
inneemt, dan wordt daarmede een
sterke nadruk gelegd op de nood
zakelijkheid van de verwerving van
nieuwe bronnen van werkgelegen
heid. Het bestaan van een groeien
de en zeker van een snel groeiende
bevolking kan slechts worden ver
zekerd door een even snel voort
gaande industrialisatie en een ver
dere toeneming van 't aantal dienst
verlenende bedrijven. De naam van
Waalwijk als vestigingsplaats van
industrie klinkt in verschillende
delen van de wereld. De eenvoudi
ge, maar uiterst vakbekwame
schoenmakers en lederbewerkers
hebben door het kwalitatief-hoog-
waardige product aan Waalwijk in
deze eeuw een faam gegeven.
In 1953 werd de Waalwijkse
schoen- en lederindustrie in een
machtige expositie aan binnen- en
buitenland getoond. De Taxandria-
hal, die niet alleen bedoeld is als
sporthal, doch daarnaast ook als
expositiehal kan fungeren, is be
schikbaar om via periodieke ten
toonstellingen de aandacht op Waal
wijk en zijn industrie te vestigen.
Het verheugt mij, dat vanuit indus
triële- en andere kringen is ver
zocht om deze spectaculaire hal nu
en dan voor exposities te kunnen
gebruiken. Daarmede zal de naam
van Waalwijk worden uitgedragen.
Gerekend naar het aantal arbeids
plaatsen en gelet op de betekenis
van bedrijfstakken en bedrijven, is
Waalwijk en dit al sedert decen
nia een van de voornaamste in
dustriecentra van Noord-Brabant.
De aarzeling in de economie, waar
door hier en daar in het land zwak
ke plekken in bedrijfstakken zicht
baar werden, heeft in de industrië
le bedrijven van Waalwijk tot he
den niet verstorend gewerkt. De
situatie op de arbeidsmarkt is vrij
wel stabiel. Het werkloosheidsper
centage is het laagst van Noord-
Brabant en wordt hoofdzakelijk be
paald door enige werkloosheid in
de bouwvakken. Er is zeker geen
sprake van structuurwerklooiheid in
de Waalwijkse industriële bedrij
ven. Toch en ik heb daarom een
bijzonder respect voor de onderne-
mersdurf is de strijd om het af
zetgebied voortdurend feller ge
worden; de binnenlandse markt
wordt gekenmerkt door méér con
currentie (met name door invoer
van buitenlandse producten); de
buitenlandse markt is slechts moei
zaam en moeilijk te bereiken en te
behouden. Het gemeentebestuur
volgt de ontwikkelingen als 't ware
op de voet. De industriële werkge
legenheid is de voornaamste wel
vaartsbron en daardoor de hoofd
slagader in het leven van de plaat
selijke gemeenschap.
De verdere industrialisatie
meebrengende een verruiming van
de werkgelegenheid stagneert op
dit ogenblik ook hier, evenals over
al in Nederland. De resultaten van
het beleid inzake industrievestigin
gen zijn in hoge mate afhankelijk
van de algemene economische pers
pectieven. Deze perspectieven heb
ben zeker aan duidelijkheid verlo-
ren, terwijl de hoogte van de rente
voet en de kapitaalsehaarste de in
vesteringen rigoureus afremmen.
Het valt te verwachten, dat, zodra
het evenwicht in de Nederlandse
economie weer is hersteld, de vast
gelopen industrialisatie van ons land
weer op gang zal komen.
Het zal dan de vraag zijn door
welke factoren de nieuwe indus
trieën zich bij het kiezen van een
vestigingsplaats zullen laten leiden.
Het kan zijn, dat ook al is het
vestigingsklimaat van Waalwijk nog
zo gunstig de van Regeringswege
in de jongste tijd in het vooruitzicht
gestelde gedifferentieerde facilitei
ten in geval van vestigingen in eni
ge met werkloosheid worstelende
delen van het land, financieel en
psychologisch zó attractief zullen
zijn, dat wij daarvan de ernstige na
delige gevolgen zullen ondervinden.
Dit complex van faciliteiten zal
zeker niet bevorderlijk zijn voor 'n
evenwichtige en doelgerichte sprei
ding van de nieuwe werkgelegen
heid over ons land. Daarmede wordt
een der sterkste grondslagen ont
nomen aan de in de Regeringsnota
over de ruimtelijke ordening in Ne
derland geschetste gedachten. Het
beleid inzake industrievestigingen
JUWELIER
B0TH
vraagt een voortdurende marktver
kenning. Zoals op elke markt het
geval is, moet men voor het wel
slagen wat te bieden hebben en ik
denk aan het vestigingsklimaat. De
ondernemers baseren hun beslissin
gen omtrent de te kiezen vestigings
plaats op een combinatie van ves
tigingsfactoren, die tesamen 't ves
tigingsklimaat uitmaken. Uiteraard
zullen de onderscheiden factoren
voor de verschillende ondernemers,
al naar gelang de aard en de om
vang van hun industriële bedrijven,
een verschillende betekenis hebben.
Waalwijk heeft naast een ver
zorgd woon- en leefklimaat van
oudsher een industrieel klimaat.
Het gemeentebestuur blijft ik
zeg het zeker ten overvloede de
verdere industrialisatie als een cen
traal beleidspunt stellen. Het indus
trieterrein „Zanddonk" bevat nog
20 ha. onuitgegeven terrein, ter
wijl van de in aanleg zijnde indus
trieterreinen (eerste fase) aan de
Haven nog 50 ha. beschikbaar
zijn. De concrete behoefte aan in
dustrieterreinen voor een bepaalde
periode is niet te voorspellen. Deze
behoefte kan immers niet uitslui
tend worden afgestemd op de toe
neming van de beroepsbevolking
dit is slechts één factor van de prog
nose doch wordt mede bepaald
door wisselende en imporderabele
factoren. Nu de voorgenomen ves
tiging van de N.V. Philips op het
industrieterrein „Zanddonk" niet
doorgaat, is daarmede een voor deze
vestiging gereserveerd terrein van
14 ha. beschikbaar gekomen. Deze
oppervlakte van 14 ha. is be
grepen in het zo juist genoemde
aantal van 20 ha. onuitgegeven
terrein van „Zanddonk". Voor de
naaste toekomst zijn zowel voor
de vestiging van aan vaarwater ge
bonden industrieën als voor de ves
tiging van overige industrieën
voldoende terrein voorradig. Deze
terreinen zijn bouwrijp of weldra
bouwrijp en hebben een zéér gun
stige ligging. Sedert de voor de ves
tiging van de N.V. Philips gereser
veerde terreinoppervlakte weer tot
de terreinvoorraad kan gerekend
worden, is een geforceerde uitbrei
ding van industrieterrein niet meer
nodig. Deze overweging zal mede
van invloed zijn op de nadere voor
bereiding van het bestemmingsplan
„De Hoef".
De eerste vestigingen aan de Ha
ven hebben reeds plaats gevonden,
waaronder een expanderend inter
nationaal transportbedrijf, dat voor
de ontwikkeling van het havenver-
keer van niet te onderschatten be
tekenis is en een zekere stuwende
functie vervult. De terreinen aan
Vervolg pag. 3