korting
DOORZETTER
w d@IA iieianzélf gaat
SUPERVOORDEEL
Koteletten
RUNDER
RIBSTUK
RIBLAPPEN
LIMONADE
CiAZEUZE
Smidje Verholen en de veedieven van Texas
10%
PERFECT
VAN HAREN
SCHOENFABRIEKEN N.V.
VERMEER
DE ECHO VAN HET ZUIDEN
rustig
wonen met
aluminium
jaloezieën
van
de leeuw
7
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 24 JULI 1967
7
verwarmingsinstaBlatïebureau
op stoomgoed
bij
Firma
A. A. FARO
HEROPENING
Firma
J. H. Scholt&Zn
gram
gram
wam
FLESJES
GROTESTRAAT 122
Het laatste nieuws
advertentie-pagina's
Secretaresse
gevraagd
COPYRIGHT STUDIO AVA'J
VOOR CENTRALE VERWARMING
EN GASVERWARMING
Nieuwkuyksestraat 104, Tel. 04108-2323, Nieuwkuyk
dat door U
zelf gebracht en gehaald
wordt
te WAALWIJK
Grotestraat 361
tel. 4589
Grotestraat 95
Bloemenoordplein 42
vraagt met spoed een
voor onze fabriek te Waalwijk.
Goede salariëring en sociale voorwaarden.
Sollicitaties aan Ivo van Haren's Schoenfabrieken N.V.,
Afd. Personeelszaken, Hoogeinde 35, Waalwijk, tel. 2041
Ude nieuwste van Kaptein
Kom de Cady bekijken b|j:
Grotestr. 15, Waalwijk
Welkom bij:
Tot ons groot genoegen kun
nen wij u mededelen, dat wij
op donderdag 27 juli a.s. onze
geheel gemoderniseerde zaak
heropenen.
Thans voldoet onze zaak aan
de strenge eisen, welke aan
een EDELSLAGERIJ gesteld
worden.
Winterdijk 8, Waalwijk
Telefoon 2191
Aanbiedingen geldig tot 30 juli.
3%i3WgMB8PS%888Sa
Met de verkoop beginnen wij
op vrijdag 28 juli en zijn wij
weer geheel en al tot uw
dienst.
Loeffstraat 36 - Tel. 2467 - Waalwijk
vindt U óók op de
van
66.
„Wel verdraaid!" riep Andy Malone
boos uit. „Kunnen jullie misschien
een vuurtje aanmaken of niet!"
„Natuurlijk kenne we dg.t"! brieste
Platvink-Jantje nijdig, het zwarte
smeer van zijn gelaat verwijderend.
„Alleen die knecht van me ken het
niet. Maar ik as vakbekwame smid
zal jou nou wel ereis effe late zien
hoe je zo'n blaasbalgie mot behan-
dele! Ik met niet voor niets gedie-
pelmeerde vuuraanmakert!" Hij
legde weer wat kolen op het vuur
goot er een flinke scheut petroleum
overheen en gaf een stevige ruk
aan de blaasgalg. Een mooie, gezon
de vlam schoot nu omhoog. „Wat
heb ik je gezegd?" grijnsde hij.
„En nou het vakwerk!" Hij spuwde
in zijn handen en gaf zo'n ver
schrikkelijke ruk aan de ketting
van de blaasgalg, dat er een loei
ende steekvlam uit het vuur om
hoog schoot en de blaasgalg in stuk
ken gereten werd en in losse on
derdelen naar beneden kwam val
len, precies boven de kop van Jan
tje zelf. „Idioot! Suk os!" brulde
Andy. „Weet je niks beters te doen
dan mijn blaasgalg te vernielen?
En maak nou als de gesmeerde
weerlicht die hoefijzers klaar, hè!
Als het niet lukt, dan zwaait er
wat!" Onthutst kroop Jantje onder
de resten van de blaasgalg uit en
samen met Sjarl begon hij wat ge
reedschap en een strook ijzer uit
te zoeken. „Dit lijkt me wel ge
schikt voor een hoefijzert maat zes-
seveertig. mompelde hij onzeker.
„Dat neem ik nou in me tang en
ik maak het heet in het vuur
ja. en dan ga jij, beste maat, er
met een voorhamert een hoefijzer
van smeeje. Da's dan weer een van
de lesse, die je van me krijgt. Maar
denk er om, hè. Het mot een ijzert
voor een linker achterpoot worde.."
„Ma. maar 'oe moet iek dat dan
doen?" griende Franse Sjarl ner
veus. „Met je hamert netuurlijk,"
gromde Jantje. „Ik leg het hete
ijzert op het aambeeld, en as ik dan
met me hoofd knik, geef jij d'r een
forse klap op." „Begreepen," steun
de Sjarl. „IJzer op aambeeld, jij
kniek met je kop, en ik geef forse
klap op!"
Met veel genoegen delen wij U mede dat onze ouders,
de Heer en Mevrouw
J. DINGEMANS-DONDERS
op 3 augustus a.s. hun zilveren huwelijksfeest hopen
te vieren.
Tot hun intentie zal om 10.00 uur in de parochiekerk
van St. Clemens te Waalwijk een H. Mis-uit dank
baarheid worden opgedragen.
martin
ine
annette
rie-constance
coot
frans
Van Overschiestraat 11, Waalwijk.
joep
FEUILLETON
door: Han van Hulzen
36.
Natuurlijk kon Sandra dit niet ont
gaan en hoewel het haar bevreemdde,
schreef ze vooreerst toe aan een
slechte luim. Misschien, dacht ze, zat
het hem dwars dat hij zich had inge
laten met die onzalige geschiedenis
tussen Boxel en Lies de Waal. Of
misschien ook was hij nog onder de
indruk van de slag die Viander had
getroffen. Toen hij echter in zijn ge
reserveerde houding bleef volharden,
begon ze toch te geloven dat hij om
de een of andere, voor haar duistere
reden het land aan haar had gekre
gen. Ze was te trots om er hem naar
te vragen, maar ook te trots om het
zonder meer over haar kant te laten
gaan. Ze betaalde hem terug met ge
lijke munt, gaf op al zijn vragen kor
te en zakelijke antwoorden en sloot
de tussendeur zorgvuldig achter zich
als ze zich van zijn kantoor naar het
hare begaf. Ze bekommerde zich niet
meer om Zitha, al kon ze niet verhin
deren dat de hond zich met haar be
moeide.
Niet vermoedend dat hij zelf debet
was aan haar koele bejeging, vroeg
Halmar zich op zijn beurt af wat er
met haar kon zijn. Hij vond haar ge
drag krenkend en hij gaf blijk van
zijn ontstemming door zich nog meer
terug te trekken. Op deze wijze trad
er in hun persoonlijke verhouding 'n
verkoeling in, die zij beiden betreur
den, maar die desalniettemin als een
muur tussen hen stond.
Sandra was diep begaan met het
lot van Viander en meer nog dan
voorheen wijdde ze zich aan zijn ge
zin. Ze redderde de boel in huis en
moederde over de kinderen. Ze las
verhaaltjes voor aan aan de kleintjes
maakte tekeningen voor ze en moe
digde ze aan bij de krabbeltjes, die ze
zelf produceerde. Elsje liet ze be
hulpzaam zijn bij licht huishoudelijk
werk, babbelde onderwijl met haar
over de school, haar vriendinnetjes en
over alles waar een kind van twaalf
jaar belang in kon stellen. Pijnlijk
werd het voor haar als het kind over
haar moeder sprak, als het bijzonder
heden wilde weten over het auto-on
geluk en als het viste naar de reden
waarom moeder met meneer Vander-
weg en niet met vader op reis was.
Als het kind hierover sprak werd
Sandra er steeds weer verlegen on
der. De waarheid kon ze niet zeggen,
die zou te schokkend zijn en het kind
een knak geven, waar het haar leven
lang misschien niet meer overheen
kwam. Met minachting zou ze zich
haar moeder blijven herinneren en de
kans was niet uitgesloten dat ze
nooit meer een mens volledig zou
vertrouwen. Bovendien was de waar
heid slechts een halve waarheid,
want wie kende de achtergrond, de
strijd van het menselijk hart, dat was
blootgesteld aan invloeden en verlei
dingen? Zou het jonge kind kunnen
begrijpen hoe zwaar een hart kon
worden geteisterd en welke eisen er
werden gesteld aan het menselijk
weerstandsvermogen? Soms, als het
kind haar met betraande ogen aan
keek, moest ze op haar tanden bijten
om zelf niet te gaan grienen.
Sandra had er geen idee van hoe
zeer ze erin slaagde Vianders ver
driet te lenigen, er de scherpte van
te ontnemen - ja, het om te vormen
tot een leed dat een diepe tederheid
in zich verborgen hield. Daar was zij
zelf als persoon de oorzaak van, niet
haar toenemende en uit medelijden
voortkomende zorg voor zijn gezin.
Niet dat dat het niet waardeerde en
er haar niet dankbaar voor was; in
tegendeel, het versterkte hem zelfs in
zijn geloof dat zij voor hem, evenals
hij voor haar, een diepe genegenheid
had opgevat, in welke mening hij nog
werd versterkt doordat zij soms na
gedane arbeid meer dan voorheen met
hem bleef praten. Aan deze gelegen
heid, die hij meende te ontdekken
ontleende hij de kracht om zijn kruis
te dragen, want ondanks zijn rouw
om Elly hield hij van Sandra met een
voor zijn gevoel onvergelijkbare lief
de.
Voor Sandra waren het vermoeiende
en slopende dagen, waarvan ze zich
ook 's nachts niet kon herstellen om
dat de nachten vervuld waren van
Halmar en diens zonderling gedrag,
waarvoor ze tevergeefs zocht naar 'n
verklaring. Wat Viander niet kon
weten was, dat zij de avonden rekte
om aan de vertwijfelde slapeloze
nachten te ontkomen. Die nachten,
waarin de tijd slepend en enerverend
voortkroop, waren niet om door te
komen. Verlamd lag de slaap onder
de monstrueuze vraag wat ze toch
misdreven kon hebben dat Halmar
zich zo bruusk van haar had afge
keerd.
Sinds ze hem kende, sinds ze ver
trouwelijke gesprekken met hem had
gevoerd en sinds hij haar had mee
genomen in zijn wagen naar Pompei
mans, had haar leven aan inhoud ge
wonnen en meer diepte gekregen.
Maar sedert haar teleurstellende er
varing met hem leek al het vooraf
gaande onwezenlijk, alsof het nooit
was geweest. Ze voelde zich verlaten,
prijsgegeven aan een eenzaamheid die
ondraaglijk was - ze voelde zich be
roofd van iets, waarvoor ze geen
naam wist, maar dat een wezensbe
standdeel was geweest van haar in
nerlijk leven.
En naarmate de dagen vervlogen
verminderde de hoop dat elk ogen
blik het verlossende woord kon wor
den gesproken. Het woord dat haar
van een kwellende vraag, van een
duldeloze onzekerheid zou verlossen,
dat haar weer zou terugvoeren naar
de intieme sfeer van weleer. Want
hoe absurd 't ook mocht zijn, ze had
zich aan hem gehecht, meer dan ooit
aan enig ander mens. Toch kon het
zo niet doorgaan - zou ze erin moe
ten berusten, hield ze zich voor, want
het leven was geen legkaart, die je
in stukken kon laten vallen en weer
in elkaar passen zonder dat er iets
aan was veranderd. De legkaart van
het leven gaf telkens een andere uit
komst, iedere keer opnieuw een on
voorzien en dikwijls ongewenst resul
taat.
Dat het zo niet door kon gaan,
daarvan was ook Marcel Halmar
overtuigd. Zo langzamerhand was hij
tot het inzicht gekomen dat hij haar
van zich had vervreemd doordat hij
haar zijn vertrouwen had opgezegd,
doordat hij er zich van onthield haar
te raadplegen in zakelijke kwesties.
Hij vroeg zich af wat hij moest doen
om het weer goed te maken zonder
dat hij zijn prestige verloor. Hij wist
dat het onredelijk was, desondanks
kon het hem kwaad maken als hij be
dacht dat zij, die over het algemeen
toch nogal vindingrijk was, geen mid
del wist te bedenken om de goede
verstandhouding te herstellen. Hij
kon zich haar stoïcijnse houding niet
voorstellen, tenzij haar de breuk wei
nig kon schelen.
Marion Wentink, in beslag geno
men door de administratie die haar
werk meebracht en opgeist door be
sprekingen, vergaderingen en niet 't
minst door haar legertje gezinsver
zorgsters, wist desondanks een uur
tje vrij te maken om te gaan praten
met de moeder van het door Boxel
in de steek gelaten meisje Lies. De
eenvoudige vrouw met haar zorgen-
gezicht, was er niet weinig van on
dersteboven toen zij vernam hoe het
met haar dochter gesteld was. Ze
toonde zich bovendien gegriefd dat
ze van een vreemde moest horen wat
haar dochter haar had behoren toe te
vertrouwen. „Och, och", jammerde
ze, „dat onze Lies dat moet gebeuren.
En de schande die ze ons aandoet".
(wordt vervolgd)