wMlwijkse en LanQstRMtse couR&nt TROON REDE HET BEGROTINGSBEELD VAN DE RIJKSBEGROTING 1968 Zonderling Geen einde aan voortdurende inflatie Omzetbelasting Kentering Omgebogen VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1967 88e JAARGANG No. 76 De tcho van het Zuióen Abonnement Uitgever Waalwij ksche Stoomdrukker;] Antoon Tielen HoofdredacteurJAN TIELEN Gironummer 1069687 Dit blad verschijnt 2x per week Losse nummers 20 cent Abonnement p. week (0,28+ 2 ct. inc.k.) 0,80 p. mnd. (1,20+10 ct. inc.k.) ƒ1,80 p. kwrt. (3,40+10 ct. inc.k.) ƒ3,50 p. kwrt. p. post 4,bij girobetaling (bij incasso p. postkwit. 75 ct. extra) Advertentieprijs: 14 cent per mm. Contractadvertenties: speciaal tarief „ECHO" Telegram-adres 04167-2002 van Beurdenstraat 8, Tel. 04160-2621 Kaatsheuvel: Grotestraat 205, Waalwijk B reaus Opgericht 1878 Regering zal in toekomst beleid steeds meer baseren op meerjarenplannen Met dankbaarheid denken mijn familie en ik terug aan de belangstelling en de gelukwensen die wij van velen in het Ko ninkrijk, meer in het bijzonder van U, mochten ontvangen bij de geboorte en de doop van onze Willem-Alexander. De wereld waarin wij leven, wordt door tegenstrijdigheden gekenmerkt. Velen, zo niet allen, verlangen en streven naar vrededesondanks wordt in vele streken bitter gestreden. Ve len zo niet allen, verlangen voor een ieder in deze wereld een volwaardig menselijk bestaan; desondanks moet op vele plaat sen een onophoudelijke strijd tegen honger, ziekte en onder drukking worden geleverd. Het is deze situatie, waarin de idea len van vrede, gezondheid en vrijheid nog lang met voor allen in vervulling zijn gegaan, die ons dwingt niet alleen de ontwik keling van 'onze eigen samenleving te bevorderen, maar ons ook in te spannen op die gebieden waar wij iets voor anderen kunnen betekenen. De Regering ziet haar opdracht dan ook mede bepaald dóór de gedachte, dat slechts een eensgezinde en in financieel-econömisch opzichtht gezonde samenleving een vruchtbare bijdrage kan leveren tot het welzijn van de wereld. De Regering is diep verontrust over de in Vietnam voortdu rende en in hevigheid toenemende strijd, die een ontstellend menselijk leed veroorzaakt. Zij grijpt elke mogelijkheid aan om het tot stand Iwmen van vredesonderhandelingen te bevorderen. De gevechtshandelingen in het Nabije Oosten hebben andei- maal aangetoond, hoezeer het nodig is aldaar te komen tot een blijvende regeling die alle partijen aanvaarden. Daarbij zal het uitgangspunt moeten zijn het bestaansrecht van alle souvereine naties in dat gebied en de mogelijkheid van een menswaardig bestaan voor allen die daar wonen. De Regering acht voortgang inzake wapenbeperking en wa penbeheersing van het grootste belang. Zij blijft dan ook krach tige steun geven aan het spoedig tot stand komen van een vei- drag ter voorkoming van verdere verspreiding van kernwape nen. De Nederlandse defensie vormt een wezenlijk deel van de geïnte greerde verdediging van de NAVO- landen. Een aan de omstandigheden aangepast Atlantisch bondgenoot schap is ook na 1969 noodza kelijk voor de veiligheid en voor waarde voor een verdere ontspan ning tussen Oost en West. Het over leg met de landen van Oost-Europa wordt voortgezet en verdiept. Ons land geeft aan de voltooiing van de gemeenschappelijke markt en aan de opbouw van de Europese economische unie zijn volle mede werking. Van centrale betekenis acht de Regering intussen de be handeling van de verzoeken om aansluiting bij de EEG van Groot- Brittannië, Ierland en de Scandina vische landen. Een wederom belet ten van deze aansluiting, waardoor de splitsing in West-Europa zou worden gehandhaafd, zou de Rege ling zeer verontrusten en ongetwij feld een ongunstige weerslag heb ben op de voortgang van de Euro pese integratie. De Regering verwacht, dat de ko mende Benelux-regeringsconferen- tie zal leiden tot nog nauwere sa menwerking. De positie van de ontwikkelings landen vraagt bij de bepaling van het beleid steeds grotere aandacht van de Regering. Zij stelt voor de bijidrage voor ontwikkelingshulp in 1968 aanzienlijk te verhogen. Bo vendien wil de Regering de in ons volk bestaande krachten meer dan te voren tot werkzaamheid brengen. De hulpverlening zal doeltreffender worden gemaakt door deze te rich ten op een kleiner aantal landen. Ook in internationaal verband, zoals op de aanstaande Tweede We reldconferentie voor Handel en Ont wikkeling, zal de Regering ijveren voor maatregelen ter versnelling van de sociaal-economische groei in de ontwikkelingslanden. De Regering hecht bijzondere waarde aan het handhaven van de hartelijke betrekkingen tussen de landen van het Koninkrijk. Zij zal aan de ontwikkeling van Suriname en de Nederlandse Antillen bijstand blijven verlenen. Ongeveer een jaar geleden begon de conjunctuur een aarzeling te vertonen. De aanvankelijk snelle toeneming van de werkloosheid die vooral regionaal een belangrij ke omvang aannam baarde de Regering grote zorg. Zij voelt zich nauw betrokken bij het leed dat uit deze werkloosheid voor de werk nemer en zijn gezin voortvloeit. In middels zijn verschillende maatre gelen genomen om aan de proble men tegemoet te komen. De vertra ging in de ontwikkeling van pro- duktie en investeringen is beperkt gebleven. Thans wordt in het bui tenland een geleidelijk herstel ver wacht. De Regering beoogt door haar beleid ertoe bij te dragen, dat ook in ons land een verbetering zal optreden. Ten einde dit herstel niet te verstoren door de overgang op het nieuwe Europese systeem voor de omzetbelasting, waartoe zeer binnenkort êen wetsvoorstel zal worden ingediend, wordt de inves teringsaftrek voor gebouwen heden hersteld. Mocht de werkgelegenheid in het bijzonder voor de jeugd zich toch niet bevredigend ontwik kelen, dan zal de Regering verdere maatregelen treffen. Ondanks de ontspanning op de arbeidsmarkt blijft het zorgwek kend, dat de betalingsbalans zich nog onvoldoende heeft hersteld en dat kostenstij gingen hun invloed op de prijzen blijven uitoefenen. Dit houdt een ernstige waarschuwing in. Om in de toekomst een bevredi gende groei van werkgelegenheid en welvaart te bereiken, is in de eerste plaats een toeneming van de nationale besparingen nodig. Ver betering van de financiële positie van de overheid zal daartoe een bijdrage kunnen leveren. Daarnaast is een grote terughoudendheid ge boden bij de loon- en salarisontwik keling. Een verdere kostenstijging moet in het belang van de concur rentiepositie worden vermeden. De ze doelstellingen drukken ook hun stempel op het begrotingsbeleid. In de Regeringsverklaring is reeds dé overtuiging uitgesproken, dat een aanvaardbare begrotings ontwikkeling alleen kan worden bereikt door herziening van 't uit gavenbeleid. Bij het opstellen van de begroting 1968 is duidelijk be vestigd, dat zonder een verdere be langrijke verzwaring van de belas tingdruk slechts dan voldoende ruimte voor essentiële voorzienin gen beschikbaar kan komen, indien op tal van andere onderdelen be perkingen worden aangebracht. Zo zijn er een aantal beslissingen tot herziening van het uitgavenbeleid genomen. Deze vinden hun weer slag in de rijksbegroting die U he- i den wordt aangeboden; voor een deel zullen zij pas in volgende be grotingen doorwerken. Hoewel door de voorgestelde maatregelen de uitgavenstijging die bij ongewijzigd beleid zou zijn ont staan, belangrijk kan worden be perkt, noopt de resterende stijging in 1968 toch tot enkele belasting maatregelen. De Regering stelt voor de verhoging van de benzine-accijns die voor 1967 geldt, te handhaven en de omzetbelasting op enkele ar tikelen van 10 tot 12% te verhagen. De verder benodigde middelen zul len worden verkregen uit maatre gelen die reeds ter verbetering van de belastingistructuur noodzakelijk zijn. Daartegenover zal een lasten verlichting voortvloeien uit een verhoging van de aanslaggrens voor de inkomstenbelasting. Niet alleen de rijksfinanciën, doch ook de positie van het Gemeente fonds en de financiën van een aan tal vooral grote gemeenten, geven aanleiding tot zorg. De Re gering hoopt, dat door een samen stel van maatregelen binnen afzien bare tijd een belangrijke verbete ring kan worden bereikt. Daartoe kan ook worden gerekend een ver ruiming van het gemeentelijke be lastinggebied, waardoor de verant woordelijkheid van de gemeentebe sturen voor het eigen uitgavenbe leid beter tot 'haar recht kan ko men. De snelle ontwikkeling van de techniek, de voortschrijdende eco nomische integratie en de gewijzig de kostenverhoudingen vergen vele veranderingen in de bestaande pro- duktiestructuur van land- en tuin bouw, visserij, handel en industrie. Of de mogelijkheden, die uit de vol tooiing van het gemeenschappelijke Europese bouwbeleid voortvloeien, in voldoende mate zullen worden benut, is vooral afhankelijk van het tempo, waarin de structurele aan passingen in het agrarische bedrijfs leven zich voltrekken. De begroting verzekert de voortzetting van het beleid dat deze aanpassing beoogt te ondersteunen. Ook de verande ringen die zich in het midden- en kleinbedrijf voltrekken, wil de Re gering helpen ten goede te richten. De versterking van de industriële structuur van ons land is zeer be langrijk. De Regering hecht veel betekenis aan het doen van onder zoekingen die een beter inzicht ver schaffen in de ontwikkeling per be drijfstak. Verder zal de Regering de uitvoering aanmoedigen van indus triële projecten die van veel waar de zijn voor ons land en met name voor regionale gebieden met een nog zwakke economische structuur. Grote inspanning van industrie en wetenschap op het gebied van speurwerk en technische ontwikke ling blijft geboden. De uitvoering van belangrijke ontwikkelingspro jecten bij de industrie zal de Re gering bevorderen. Met betrekking tot de woning bouw is het streven erop gericht in 1968 het bereikte niveau der jaar- produktie van 125.000 te handha ven. Ten gevolge van deze hoog op gevoerde produktie is in grote de len van het land een situatie ont staan, die het verantwoord maakt het systeem van strakke regulering van de huren te verlaten. De Rege ring zal de uitwerking daarvan nauwlettend volgen. Voorstellen tot wijziging van de Huurwet en van de desbetreffende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, zullen U in de loop van dit zittingsjaar be reiken. De Regering wil komen tot het vaststellen van een geheel van maatregelen, nodig om de eerste fase van het beleid betreffende de ruimtelijke ordening te kunnen uit voeren. De wegenaanleg zal met kracht worden voortgezet, mede ter ver sterking vein onze economische po sitie. Ook de verbetering van de vaargeul naar de Nieuwe Waterweg zal in dit verband een gunstige in vloed hebben. Bijzondere aandacht vraagt de moeilijke situatie waarin de spoorwegen, de openbare ver voerbedrijven in de grote steden en de binnenscheepvaart zich bevin den. Ten behoeve van de zeescheep vaart zal de Regering de totstand koming bevorderen van een wet die verweer tegen ernstige vormen van vlagdiscriminatie mogelijk maakt. Ter uitbreiding van de sociale ze kerheid hoopt de Regering, dat de Algemene Wet Bijzondere Ziekte kosten, waarvan het ontwerp bij U aanhangig is, spoedig tot stand komt. Voor de welzijnszorg acht zij deze wet, naast hetgeen in de afgelopen jaren is bereikt, van gro te betekenis. De Regering is voor nemens U in de loop van dit par lementaire jaar een ontwerp van wet inzake het minimumloon aan te bieden. Voorts zal U een wetsontwerp be reiken ter bestrijding van de lucht verontreiniging. Ook op andere terreinen ziet de Regering erop toe, dat de rechts ontwikkeling niet ten achter blijft bij de snelle maatschappelijke ver anderingen. Zo zijn voorstellen van wet te verwachten op het gebied van het ondernemingsrecht, en wel betreffende de jaarrekening en de herziening van het enquêterecht bij de onderneming. Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer zal een wet aanhangig worden gemaakt om het afluisteren tegen te gaan. Een voorontwerp van wet tot uit breiding van de verantwoordings plicht jegens de gemeenteraad zo- Wel van de burgemeester als van het College van Burgemeester en Wethouders is gereed. De instelling van de Staatscommissie van Advies inzake de Grondwet en de Kieswet wettigt de verwachting, dat de be zinning op deze staatswetten be langrijke vorderingen zal maken. Naarmate de maatschappij zich sneller wijzigt en wijzigingen die per ingrijpen in het leven van de enkeling, warden aan onderwijs, wetenschapsbeoefening, culturele en maatschappelijke ontwikkeling andere en zwaardere eisen gesteld. De Regering wil de mogelijkheden blijven bieden om de problemen die hieruit voortvloeien, tot een op lossing te brengen. Zij acht hierbij de/ invoering van de Wet op he-t Voortgezet Onderwijs en van de Wet op het Leerlingwezen van veel belang; bijzondere aandacht zal zij schenken aan her- en bijscholing. Zo mogelijk nog in de loop van dit zittingsjaar, zal zij U een nota aan bieden betreffende de herstructu rering van het wetenschappelijk on derwijs en de verkorting van de studieduur. Ons land kent vele waardevolle culturele en maat schappelijke voorzieningen, die ech ter nog niet in voldoende mate ge bruikt worden. De Regering zal na gaan of de oorzaken hiervan liggen in onbekendheid of ongewoonte dan wel in gebrek aan middelen bij hen die zich tot nu toe afzijdig hielden. Het beleid dat de Regering voert ter verbetering van de culturele en maatschappelijke levensomstandig heden van de gehele bevolking, heeft naar haar mening slechts kans van slagen, als ook algemeen de be reidheid leeft om medeverantwoor delijkheid te dragen voor de opzet en de uitvoering van de nodige voorzieningen. Dit geldt in het bij zonder ook voor de jonge generatie. De Regering stelt zich voor deze zoveel mogelijk te betrekken bij de vormgeving van het beleid inzake onderwijs, vorming, ontwikkeling en ontspanning. Zij is bereid deze activiteiten naar vermogen te steu nen. Leden der Staten-Generaal, De Regering zal in de toekomst haar beleid steeds meer baseren op meerjarenplannen. Zij hoopt daar door bij te dragen tot een evenwich tige groei en veelzijdige ontwikke ling van onze samenleving. Zij ver wacht, dat de drang naar vernieu wing die in de laatste jaren alom valt waar te nemen en die gepaard gaat met een groeiende behoefte bij ons volk om mee te denken over de toekomst van ons land, aan deze ontwikkeling ten goede zal komen. Onder deze omstandigheden is 'n nauw overleg tussen overheidsin stanties en vertegenwoordigende li chamen meer dan ooit noodzakelijk. Veel kan tot heil van het Konink rijk en ons volk tot stand worden gebracht bij een vruchtbare samen werking tussen Regering en Staten- Generaal. Met de bede, dat Gods zegen op onze gezamenlijke arbeid moge rus ten, verklaar ik de nieuwe zitting van de Staten-Generaal geopend. Opnieuw eist de belasting een groter deel van het nationaal inkomen op Enkele miljarden tekort, verhoging van belastingen en andere kosten en een voortgaand onderzoek naar wegen tot uitgavenbeperking, zie hier in het kort het begrotingsbeeld van de rijksbegroting 1968. Het viel niet anders te verwachten. In de afgelopen jaren is aan de kostengroei van het staatsapparaat zodanig de vrije teugel gelaten, dat deze groei met één enkele begro ting niet is te stuiten. Minister Witteveen heeft in de jaarlijkse finan ciële belijdenis getracht een compromis te vinden tussen financieel- economisch gezond verstand en politieke mogelijkheden. Hij is daarin maar zeer matig geslaagd, zoals wij hieronder kunnen constateren. De begroting 1968 wijst op papier een tekort aan van ƒ2777 miljoen in totaal. In zijn vermoedelijke uitkomst zal deze cijfertuin wel een tekort opleveren van 3 miljard. Voorts worden de laatste jaren ge kenmerkt door een forse stijging van de staatsschuld. Deze stijging bedroeg van 1965 op 1966 reeds twee miljard. In het nu afgesloten jaar per 1 juli 1967 vinden wij andermaal een stijging van de binnenland schuld met ruim twee miljard. Dit proces is voorlopig nog niet te stuiten. Evenmin komt er in de naaste toekomst een einde aan de voortdurende inflatie. Alleen al in 1967 zal er tenminste f 900 miljoen met monetaire middelen moeten waden gedekt. Gezien de situatie zal dit bedrag nog uitgroeien. Voor 1968 hoopt men de geldschepping tot ca. 750 miljoen te kunnen be perken. Hoewel hij er beroepspijn over heeft, is de minister toch van me ning dat deze inflatie in het beeld van de conjuncturele situatie niet onverantwoord is. Wat moet hij an ders zeggen. De belastingmuur is al hoger opgetrokken dan verantwoord is. De kapitaalmarkt kan niet ver der verkrapt worden door over- heidsleningen. De schaarste aan ka pitaal zal 'immers nog voortduren en aangezien de regering voorziet dat de werkloosheid weinig zal da len, ook niet in 1968, blijft er niets ander® over dan het laten voort- wentelen van de inflatiewieken. Het belastingmonster zal opnieuw een groter deel van het nationaal inkomen opeisen. Spoedig zal de omzetbelasting naar toegevoegde waarde worden geheven inpiaats van naar het bestaande cascade- stelsel. Dit zal bepaalde verschui ving in de concurrentie van Neder landse goederen met buitenlandse veroorzaken. Dit is trouwens de bedoeling van het nieuwe stelsel. De regering gaat er een slaatje uit slaan van 230 miljoen. In het verleden reeds ge uite angst dat hogere indirecte be lastingen niet tot een evenredige verlaging van de directe belastingen zouden leiden, wordt reeds bewaar heid voordat het nieuwe systeem wordt ingevoerd. De verhoogde benzine-accijns 'blijft, zoals 't steeds gaat met „tijdelijk" ingevoerde maatregelen 120 miljoen). Als ex traatje zal de omzetting op choco lade en limonade etc. (het 10% ta rief) met 20 opcenten worden ver hoogd. Dit levert 33 miljoen op, zo dat 'het begrotingsgat met een slor dige half miljard aan extra heffing wordt tegemoetgetreden. Ook in 1968 wordt de begrotings ruimte overschreden, d.w.z. dat de groei van de rijksuitgaven hoger is dan de toeneming van het nationaal inkomen tolereert. Men hoopt dit na 1968 in te halen. We hopen dan maar dat dit kabinet blijft zitten, anders is er weer een reden om deze toezegging niet na te komen. Intussen begint de kenteringsge dachte langzaam door te breken. De régering is hier en daar begonnen met uitgavenbeperking. De depar tementen van onderwijs, defensie, volkshuisvesting en sociale voorzie ningen krijgen het hard te verdu ren. Bij lezing van de stukken vraagt men zich echter af waarom het mes er niet nog fermer in gezet is. Voor de nieuwe wet Algemene Ziekte kosten (zware geneeskundige risi co's) heeft men de rijksbijdrage be perkt. Voor volkshuisvesting is voor zien in de bouw van 10.000 meer particuliere woningen ten laste van de woningwetwoningen. Als se de particuliere woningbouw in gebreke blijft, zal men alsnog volkswoningbouw plegen. De to tale woningbouw moet op peil blijven. Daarnaast moet er vol doende bedrijf sbouw plaatsvin den, willen wij onze bouwvak kers bij de hoge rentestand aan het werk houden. Het is gunstig dat de regering besloten heeft de investeringsaftrek voor gebouw de eigendommen met ingang van 19 september 1967 te herstellen. Intussen wordt er naar gestreefd de huursubsidies in de toekomst daar te verstrekken waar de kostprijshuur uit eigen inkomen niet betaald kan worden. Is er verandering op til in het subsidiebeleid van woningen, in den brede gezien zal de regering ern stig streven om de bij'dragen van gebruikers meer in overeenstem ming te brengen met de kosten. Het beleid van de regering zal er dus op gericht zijn minder met over heidsgeld rond te strooien. Wil men bepaalde voorzieningen? Dan moet de burger er geheel of gedeeltelijk voor betalen. In dit ka der past het voornemen van de re gering om bij het onderwijs de bij drage voor kleuters te verhagen, de inschrijfgelden voor universiteiten te doen stijgen en eveneens een ho gere betaling te vragen voor nijver- heidscursussen. Ook deelnemers aan het leerlingstelsel zullen in hun beurs moeten tasten. De verhoging van luister- en kijkgeld wordt even eens aangekondigd. Hoe in dit verband past de rijks bijdrage voor gemeentelijke tekor ten bij het openbaar vervoersbe drijf, is ons niet duidelijk. Hier gaat het om bepaalde grote steden. Moe ten Wij daar allemaal in mee be talen? Een zeer zonderlinge gedach- itensprong, zoals die alleen in poli tieke overwegingen zijn oorsprong kan vinden. Hetgeen wij reeds betoogden over het voortduren van de inflatie-gol ven, is juist. Wij bespeuren echter in deze begroting vele tekenen die er op wijzen dat men de golven gaat indammen. Dit is trouwens de enige wég om de besparings- en in- vesteringswens voor bedrijfsleven en particulier, die de regering zo vurig koestert, in vervulling te doen gaan. Minister Witteveen zegt dui delijk in zijn slotbeschouwing van de nota, dat nieuwe activiteiten moeten worden ontplooid om onze welvaart verder te ontplooien. Daarbij komt onmiddellijk de vraag aan de orde in welke om vang het mogelijk is bestaande taken te beperken -in absolute zin of in hun groei en nog meer in hoeverre taken beëin digd kunnen worden. In beper king en beëindiging van staats taken is deze nota nog niet sterk. Als de regering tijd van leven heeft, hetgeen wij haar toewen sen, mogen wij het volgend jaar verwachten dat het eerste stuk van cle dam tegen de uitgaven- vloed is geplaatst. En met die hoop gaan wij maar weer een nieuw parlementair jaar tege moet.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1967 | | pagina 1