Het water was eeuwenlang de
grote vijand van Sprang-Capelie
3
3
wondermooi
IMMS
hervormde kerk
afbeeldingen
van apostelen
Peter Gons
Historisch monument
Het interieur van de stijlvolle
historische Hervormde Kerk in
Sprang heeft onze fotograaf op de
foto links vastgelegd. Op de pila
ren rechts en op de voorste pilaar
links zijn de afbeeldingen van de
apostelen nog juist zichtbaar. Op
de achtergrond de middeleeuwse
preekstoel 'en het vroegere pries
terkoor, dat oorspronkelijk het
kapelletje was.
Hiernaast een buiten-opname van
de fraaie kerk. Goed is de bouw
stijl in drie lagen te onderscheiden.
De toren, eigendom van de ge
meente, behoort tot de mooisten
van onze provincie.
de hervormde kerk van Sprang
De bewoners van de Langstraat
kunnen trots gaan op vele histo
rische monumenten die de streek
herbergt. Monumenten die her
inneren aan vroegere eeuwen,
toen ook dit deel van Brabant 'n
belangrijke rol speelde in de ont
wikkeling van de provincie. En
kele monumenten drukken ons
op de geschiedenis, op de ont
wikkelingen van die tijd, toen
sommige dorpen tot Holland gin
gen behoren. De Nederlands
Hervormde Kerk in Sprang is
een van die monumentale gebou
wen met een eeuwenoude his
torie, waar gelukkig nog veel van
bewaard is gebleven.
Vertoevend in deze, 10 jaar gele
den voor ruim anderhalf miljoen gul
den gerestaureerde kerk, is het de
rust die bij de bezoeker de honderden
jaren oude geschiedenis oproept. Een
geschiedenis die in vroegere jaren
reeds enkele malen is belicht en die
in het provinciaal archief in Den
Bosch is terug te vinden. Wij spraken
met leden van de kerkvoogdij en
zochten in het archief van „De Echo
van het Zuiden" naar de geschiedenis
van deze fraaie eens katholieke, nu
hervormde kerk.
ratie weten te behouden. Het zijn Pe
trus, Johannes met de avondmaals-
kelk, Paulus met het zwaard en de
schrijver Mattheüs met de ganzeveer.
De overige schilderingen zijn
vermoedelijk bij de restauratie ver
nield. Ook de afbeeldingen van de
andere apostelen, naar alle waar
schijnlijkheid in het kerkgebouw aan
gebracht, zijn nooit meer naar voren
gekomen.
Aan een van de zijkanten, nabij 'n
uitgang, is in de wand een houten
luik aangebracht. Dit moet het be
faamde „kostersluikje" geweest zijn,
waarop de koster het belangrijkste
dorps- en kerknieuws schreef. De
kerkgangers konden dan na afloop
van de kerkdienst het wel en wee van
de ander vernemen. Bij dit luikje zijn
ook twee grafzerken gelegd, van Ds
Brons en zijn echtgenote Geertruid
de Werok. Evenals op de andere zer
ken in de kerk, is hier een fraai fa
miliewapen te vinden.
De drie koorhekken (voor de zij
beuken en middenschip) zijn evenals
de fraai gebeeldhouwde preekstoel
origineel. Wondermooi zijn de kerk
voogden- en de consistoriekamer (de
vroegere sacristie). Het aangepaste
meubilair, de lambrisering en de bak
stenen maken de kamer tot een lust
voor het oog, waarin het een weldaad
moet zijn om in te mogen werken. De
consistoriekamer is rijk aan geschie
denis. Behalve de priesters en predi
kanten die zich in deze ruimte op de
dienst voorbereidden, hebben ook ge
vangenen hun dagen in dit vertrek
gesleten.
„Deze kamer is te goed voor hem,
die zijn vader en moeder vermoord
de", staat te lezen in een van de ver
geelde boeken die op de zolder van
de consistoriekamer liggen. In de
eerste wereldoorlog moet een gevan
gen genomen soldaat deze tekst (spre
kend voor zijn gevangenneming?) er
in geschreven hebben. De nu stevig
gemetselde muren en vloer hebben t
vaak moeten ontgelden als een van de
gevangenen de vrijheid zocht.
De bouwstijl wijst er duidelijk op
dat de kerk in fasen is gebouwd. Het
huidige priesterkoor moet als kapel
letje en wijkkerk hebben gediend. De
zeskante zuilen in het middengedeelte
van de kerk tonen dat dit deel van de
kerk in de 15e eeuw is gebouwd. De
ronde zuilen wijzen op een twee eeu
wen latere bouw. Ook het orgel da
teert uit de 17e eeuw. Het werd over
genomen van de Grote Kerk in Dor
drecht en door president-kerkvoogd
Van Os in 1728 aan de kerk ge
schonken, nadat het door Thomas
Houben was gerestaureerd. De laat
ste „opknapbeurt" 'heeft het orgel in
1958 gehad toen D. A. Fléntrop, er
zich over ontfermde.
Tot 1610 was het Sprangse - ka
tholieke - kerkgebouw een hulpkerk
van die van Loon op Zand. Het is zo
goed als zeker dat Sprang reeds in
1325 een kerkje bezat. Een zoge
naamde quarta capella, waarin de
pastoor van Loon op Zand de diens
ten verrichtte. Dit kapelletje is er
waarschijnlijk gekomen ten behoeve
van de boeren die Graaf Willem de
111e van Holland naar het moerassige
gebied tussen Waalwijk en Geertrui-
denberg stuurde om deze moeren te
vervenen. Hier ontstond Sprancke of
Spranghe.
De eerstè pastoors van Loon op
Zand worden ook wel „pastoir van
Loen en Spranghe" genoemd. Zo
mocht pastoor Van Stiereken de helft
van de Sprangse tienden innen voor
het onderhoud van de „capelle tot
Spranghe". In 1460 werd de kerk in
haar huidige vorm gebouwd en toe
gewijd aan St Nicolaas. Aan 't hoofd
altaar werd een benefice ter ere van
O.L. Vrouw verbonden. De kerk moet
nog zes altaren geteld hebben.
In 1609 werd Sprang een grens
dorp van de Staten van Holland,
waardoor de toegang van een geeste
lijke uit Loon tot het dorp onmogelijk
werd. In Holland was namelijk sinds
1573 de uitoefening van de katho
lieke godsdienst verboden. Toen in
1610 de Staten van Holland het ge
bouw aan de hervormden overdroeg
kon pastoor Gerard Otten uit Loon
op Zand er geen dienst meer doen.
De predikant uit Besoyen ging het
gebouw gebruiken. In 1913 kreeg
Sprang zijn eerste predikant Com.
Hanecopius.
Sinds dé restauratie van de kerk,
die 10 jaar geleden gereed is geko
men, wordt het gebouw regelmatig
door geschiedkundigen bezocht.
Daarbij wordt vaak een andere uitleg
aan bepaalde onderdelen gegeven.
Koster Jan Groeneveld, die al heel
wat jaartjes de mensen rondleidt,
steekt hier het zijne van op. Met gro
te nauwkeurigheid vertelt hij over de
geschilderde kruisweg in een van de
zijbeuken. Deze bij de restauratie vrij
gekomen schildering is een middel
eeuwse „alles in-een" kruisweg, met
tal van symbolische voorstellingen,
die allemaal te herleiden zijn. De
kruisweg is geheel compleet op 'n
deel van een ladder na. Toen de kerk
door de katholieken gebruikt werd,
moet dit gedeelte plaats gemaakt heb
ben voor een heiligen beeld.
De nissen in de zijbeuken duiden
op de plaats waar eens beelden heb
ben gestaan. Ook in het middenschip
vindt men in muren uitsparingen,
waar een verschillende betekenis aan
wordt gegeven. Sommigen beweren
dat hier beelden gestaan moeten heb
ben, anderen deken - aangezien het
hier om meerdere nissen gaat - aan
biechtstoelen of aan zij-altaren. De
heer Groeneveld is er van overtuigd
dat de uitsparingen dienden als zit
plaats voor ouderen en gebrekkigen.
In de Middeleeuwen kende de kerk
geen zitplaatsen. De uitsparingen
moesten hier vaak voor dienen.
Aan de pilaren in de hoofdbeuk
waren vroeger de afbeeldingen ge
schilderd van de hoofdapostelen.
Vier hiervan heeft men bij de restau-
Sprang-Capelle is wel een der
meest typische gemeenten binnen
de provincie Noord-Brabant. Het is
in zijn huidige vorm ontstaan in
1923 door samenvoeging van de
voormalige gemeenten Sprang, Ca
pelle en Vrijhoeve-Capelle. Het ty
pische karakter van de gemeente,
dat zich vertoont in het landschap,
de vormen van de nederzettingen,
de sociaal-economische en godsdien
stige structuur, vindt zijn grondslag
zowel in natuurlijke als historisch
staatskundige factoren. Beschouw
de eeuwenlange ligging in het Zuid
hollandse waterland en veengebied,
langs de grenzen van het oude her
togdom Brabant en het graafschap
Holland en men zal begrijpen dat
dit alles een krachtige stempel moet
hebben gedrukt op het gebied van
Sprang-Capelle.
Voordat de beruchte St. Elisa-
bethsvloed in het jaar 1421 de Grote
Hollandse Waard volkomen ver
zwolg en daarvoor een grote bin
nenzee in de plaats stelde, waarvan
de huidige Biesbosch de overblijf
selen vormt, maakte het gebied van
Sprang-Capelle deel uit van het
uitgestrekt Hollandse veencomplex.
Bij deze catastrofale watervloed
werd de structuur van de bodem,
met name wat het noordelijk ge
deelte van de gemeente betreft, in
aanzienlijke mate gewijzigd.
Tezamen met een groot aantal
andere dorpen werd Sprang-Capelle
door het opdringende vloedwater
overstroomd, waarbij het veenge
bied ten noorden van de grote oost-
westdijk die door deze streek
liep werd weggeslagen. Hoewel
het merendeel van de dorpen spoe
dig weer op het droge kwam te lig
gen, was het landverlies, ook in het
gebied van Sprang-Capelle zeer
aanzienlijk. Een nieuwe water ke
rende dijk werd ongeveer 1 kilo
meter zuidelijk van de oude dijk
aangelegd, waardoor men weer eni
ger mate tegen het buitenwater be
veiligd was.
Op een oude kaart van omstreeks
1750 treft men op het territorium
van de huidige gemeente Sprang-
Capelle zelfs een drietal uitgestrek
te inundatiegebieden aan, welke be
hoorden tot het Hollandse verdedi
gingsstelsel. Van deze drie gebieden
lag er één tussen Vrijhoeve-Capelle
en 's-Grevelduin-Capelle en twee
zuid-westelijk van Vrijhoeve-Capel
le. Dat een dergelijke wateroverlast
niet bevorderlijk was voor een ge
zonde agrarische ontwikkeling be
hoeft geen betoog.
Reeds in de vroege Middeleeuwen
toen de bodem van het gebied van
Sprang-Capelle, voor wat de boven
laag betreft vrijwel geheel uit dun
nere of dikkere veenlagen bestond,
greep de mens de mogelijkheid Van
turfgraven met beide handen aan
om zich hier op een eenvoudige wijf-
ze een bestaan te verschaffen. Het
transport van de turf bracht onge
twijfeld een beduidende handels
activiteit met zich mee, zodat mag
worden aangenomen dat de turfwin-
ning in deze streek lange tijd het
hoofdmiddel van bestaan is geweest-
voor de bevolking.
De turfgraverij heeft echter ook
minder gunstige gevolgen gehad.
Hierdoor werd immers de water
staatkundige toestand aanmerkelijk
slechter. Toën dan ook in 1421 de
ramp zich had voltrokken, was door
de mens tevens de grondslag gelegd
voor het ontstaan van de uitgestrek
te inundatiegebieden zuidelijk van
de Langstraatse Bandijk, die boven
dien de ontgdnningsmogelijkheden
van de weinige nog aanwezige veen-
banken belemmerden.
In volgende eeuwen werd naar
andere bestaansmogelijkheden uit
gezien in de agrarische sector, hoe
wel ook hiertoe de mogelijkheden
zeer gering waren. Hooibouw, vee
teelt, paarden- en runderhandel
werden in het noordelijk gedeelte
van de huidige gemeente de voor
naamste middelen van bestaan, ter
wijl in de hoger gelegen delen in
het zuiden met name in Sprang de
akkerbouw zich kon ontwikkelen.
Daarnaast werd aanvulling gezocht
in een andere sector. Dit had tot
gevolg dat de schoen- en ledernij-
verheid als bestaansbron opkwam.
Alle vereiste factoren vee voor
huiden, run als looistof en kalkvrij
istromend water waren ter plaat
se aanwezig.
In het Aardrijkskundig woorden
boek van Van der Aa in 1847 wordt
de schoennijverheid als voornaam
ste middel van bestaan vermeld.
Dat deze bedrijfstak inderdaad in
de gemeente van grote betekenis
is geweest blijkt wel uit het feit dat
:m de gemeente op het einde van de
vorige eeuw niet minder dan 28 leer
looierijen en 58 schoenmakerijen
waren gevestigd. Een gezonde basis
voor een bloeiende schoen- en leder
industrie was dus aanwezig. Nadien
is echter de leerlooierij volkomen
verdwenen, terwijl ook het aantal
schoenmakerijen of -fabrieken be
duidend afnam.
Deze gang van zaken, die in vele
opzichten de verdere industriële
ontplooiing van de gemeente heeft
tegengehouden moet in hoofdzaak
geweten worden aan de conserva
tieve instelling en het gebrek aan
ondernemingsgeest bij de bedrijfs
leiding aan 't begin van deze eeuw.
Het blijven vasthouden aan de oude
produktiewijzen van leder en schoe
nen moest tot een afbraak van de
bedrijven leiden, daar de concur
rentie tegen de machinaal werken
de fabrieken van Waalwijk, Kaats
heuvel en Dongen onmogelijk kon
worden volgehouden. De aanwezige
bedrijven moesten geleidelijk wor
den stilgelegd. Dit droogleggen van
de belangrijkste bestaansbronnen is
ook op de loop van de bevolking
van grote invloed geweest.
Door een sterke ontwikkeling van
een op moderne leest geschoeide
tuinbouw en door de vestiging van
moderne industrieën nam de bevol
king sterk toe. Sprang-Capelle is 'n
moderne woongemeente geworden
waarin de 6700 inwoners over tal
van uitstekende voorzieningen
cultureel centrum, zwembad, sport
hal, bejaardencentrum, nieuwe scho
len kunnen beschikken.
De toren, die lange tijd in verval
was werd in 1910 grondig gerestau
reerd. Ook het kerkgebouw verdiende
langzamerhand een opknapbeurt. Het
was in de jaren '50 dat dominee A.
Sirag samen met de pres.-kerkvoogd,
C. B. Timmermans de mogelijkheden
ging onderzoeken voor een restaura
tie. Mede dankzij monumentenzorg,
die een groot deel van de anderhalf
miljoen gulden voor haar rekening
nam, kon de gerestaureerde kerk tien
jaar geleden worden overgedragen.
Sprang kasn trots zijn op deze kerk,
die een sieraad voor de omgeving is,
een monument in de streek.
In verband met de kerstda
gen zal de volgende editie
van „De Echo van het Zui
den" op vrijdag 29 decem
ber verschijnen.
Wij wensen U prettige
kerstdagen.
Direktie, redaktie en
medewerkers „De Echo
van het Zuiden"