wAalwijkse en UnqstRaatse couRant Het is bijzonder moeiiijk onze cultuurgoederen te beschermen WAALWIJKS BEDRIJF EXPORTEERT RUIM 50°/o VAN DE TOTALE PRODUKTIE ONZE MUSEUMSCHATTEN BEDREIGD MIJN BRIL....? van ^la&sar natuurlijk MAANDAG 6 OKTOBER 1969 92e JAARGANG No. 80 Naast looierij ook luxe dames- tassenbedrijf De start 12 maanden looien Uitbreidingen Norbert van Loon Funkties Er ligt 25 miljoen gulden te wachten op eigenaars van rentekaart Is afdoende be- scherming mogelijk? Bescherming Je ziet dat Stassar een fijne collectie monturen heeft. Ik heb niet lang gezocht en voel mij er prettig mee uitzien! Vind je ook niet? Bovendien de service is uitstekend! Stationsstraat 88, Waalwijk TeL 3037 (04160) Maandagmorgen GESLOTEN vAn het Zuióen Uitgever Waal wij ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen HoofdredakteurJAN TIELEN Gironummer 1069687 Dit blad verschijnt 2x per week Losse nummers 20 cent Rrieven onder nummer 50 ct., extra Abonnement p. week (0,33+ 2 ct. inc.k.) ƒ0,35 p. mnd. (1,45+10 ct. inc.k.) ƒ1,55 p. kwrt. (3,95+10 ct. inc.k.) ƒ4,05 p.kwrt. p.post 4,75 bij girobetaling (bij incasso p.postkwit. 75 ct. extra) Advertentieprijs 15 cent per mm Contractadvertenties: speciaal tarief Opgericht 1878 Bureaus Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160-2621-2746 Kaatsheuvel Dr. van Beurdens+aat 8, Tel. 04167-2002 Telegram-adres „ECHO" Lederfabriek P.v.Loon een van weinige zooileder-looierijen in ons land (van onze verslaggever) WAALWIJK Een bekend Waalwijker, door velen geschetst ais een sterke persoonlijkheid in bedrijfsleven en maatschappelijk leven, Nor- bert van Loon, viert dinsdag zijn 80ste verjaardag. De heer Van Loon is mede-direkteur van de N.V. Lederfabriek en Handelmaatschappij P. van Loon te Waalwijk. Bijna 65 jaar is hij nu betrokken bij dit bedrijf. Voor ons een reden deze Waalwijkse looierij eens op de voor grond te plaatsen. De Lederfabriek P. van Loon is een van de weinig Nederlandse zoolleer-looierijen. Mede-direkteur Berry van Loon ver- De concurrentie is zrwaar, de bin nenlandse markt klein. Reden voor de N.V. Lederfabriek P. van Loon om een afzetmarkt in 't buitenland te zoeken. „Momenteel exporteren we ongeveer 50% van onze produk. tie. Het zooileder gaat naar Zwe den, Duitsland, België, Frankrijk en ook naar verschillende Oost-Euro- pese landen. Voor de drie Neder landse zoollederlooierij en blijft er wel een ruime afzetmarkt. Toch hebben wij om de basis van het bedrijf wat te verbreden ook nog een andere richting gezocht. Sinds enkele jaren hebben we naast de looierij ook een luxe damestassen- bedrijf", aldus direkteur B. v. Loon. telde ons dat de sanering zich in deze bedrijfstak wel bijzonder snel heeft doorgevoerd. Telde Nederland enkele jaren geleden nog 60 van deze bedrijven, momenteel zijn er in ons land nog maar drie zool- leder-looierijen. De sterke concurrentie in de schoenindustrie heeft dus ook zijn terugslag in deze bedrijfstak veroorzaakt. „Als fabrikanten in een sterke concurrentiestrijd gewikkeld zijn, zoekt men vaak naar goedkopere materialen. In dat geval hebben de kunstmaterialen voor rang boven b.v. het zooileder", vertelt de heer Van Loon. De lederfabriek die iange tijd de naam C.V. Lederfabriek P. van Loon Gzn. droeg werd in 1882 opgericht door de heer P. van Loon Gzn. Deze stap lag niet geheel bui ten de lijn van de familie-traditie, zij het dan ook dat hij deze meer aan de oppervlakte voortzette. Zijn vader had namelijk een zeer beken de slagerij en beroepshalve dus een „diepe" belangstelling voor het koe beest. P. van Loon liet het onder huidse voor wat het was en richtte zijn volle belangstelling op de bui tenkant, daartoe geanimeerd door de vele kleine looierijen die Waal wijk en Besoijen toen reeds ken den. Als volontair deed hij bij Norbert Gragtmans welk bedrijf de pro- duktie enkele jaren geleden heeft gestopt de kennis en liefde op voor het looiersvak en hierbij voeg de hij al spoedig de liefde voor de dochter van zijn patroon, dat in 1882 tot een huwelijk leidde, 't Jaar 1882 was echter ook in ander opzicht een bijzonder belangrijk jaar, want in zijn huwelijksjaar ging de heer Van Loon over tot de aankoop van het dubbele pand Grotestraat 278 en 280, waarin een kleine looierij was gevestigd. j Het was een bescheiden begin, maar door zijn grote energie, toe wijding en vakbekwaamheid wist de heer Van Loon het bedrijf gelei delijk aan meer betekenis en be kendheid te geven. Omdat het in die Direkteur N. van Loon veel verdiensten tijd bijna allemaal paardenleder was wat de klok sloeg, werd begon nen met het looien van paarden huiden volgens het schorslooisys- teem. Dit paardenleder werd ge bruikt voor de vervaardiging van paardentuigen, maar vooral ook voor het óverleder van schoenen en laarzen. Naast dit paardenleder maakte de heer Van Loon toch ook in 1883 reeds een begin met't looien van licht zooileder. Toen na 1889 't paardenleder meer naar de achter grond werd gedrongen, schakelde men zelfs noodzakelijk over naar de kuipzoollederlooiing. Het bedrijf groeide gestadig en 7 jaar na de oprichting werd ca. 300 meter achter de bestaande panden een flinke looierij van drie verdie pingen gebouwd. De eerste steen hiervoor werd gelegd door het 7- jarig zoontje Gerard van Loon. Elf jaar later werd deze eerste uitbrei ding gevolgd door een nog grotere, omdat de vraag naar de uitstekende kwaliteit van Van Loon's leder steeds gróter werd. In deze nieuwe uitbreiding werd toen ook de eerste stoomketel en stoommachine in ge bruik genomen. Het aantal kuipen werd op 65 gebracht. Men krijgt een goed beeld van 't looiproces uit die dagen, als men weet dat daarmee ongeveer twaalf maanden gemoeid waren. Thans is het een kwestie van uren of dagen. In 1902 deed de oudste zoon Gerard zijn intrede, gevolgd door de tweede zoon Norbert, die dus dinsdag zijn 80ste verjaardag viert en nog dage lijks in het bedrijf te vinden is. „Werkzaam" zijn in het bedrijf be tekende in die dagen heel wat meer dan vandaag de dag. De werkdag begon in die tijd om 6 uur 's mor gens en eindigde om 8 u. 's avonds. Op zaterdag beëindigde men 't werk om 7 uur 's avonds. Gerard van Loon Jr. vertrok in 1909 naar Duitsland en vertegen woordigde daar bekende Hamburg- se huiden- en looistoffenfirma's. Het doel van deze buitenlandse leer tijd was verrijking van kennis en het speuren naar een systeem voor snellere looiing, dat reeds hier en daar in praktijk werd gebracht. Van Loon Jr. had succes en in 1913 kon reeds met de eerste looiproeven be gonnen worden, die voortreffelijke resultaten opleverden, 'n Snelle uit buiting van dit succes werd echter verhinderd door de eerste wereld oorlog. Hierna ging men geheel over op vachtlooiing. Men maakte hierbij gebruik van het Duitse systeem, waarbij het gebruik van schors werd behouden en op moderne wij- verwerkt 12.000 kilo huiden per week en telt 12 werknemers in de produktie. Dit aantal is door de mechanisatie, sterk teruggelopen. Van de omzet wordt ruim de helft geëxporteerd. De man op wie dinsdag de schijn werper wordt gericht, is de heer Norbert van Loon, de oudste fir mant van het bedrijf. Vertellend over de beginjaren: „het was rond de eeuwwisseling een algemene op vatting dat zoons van bedrijfseige naren voorbestemd zouden zijn om in een stofjas met witte boord in 't bedrijf wat toezicht te houden, tot dat pa hun de leiding overdroeg. In 1907 werd ik door mijn vader in 't bedrijf geplaatst; niet op een stoel, maar in de looierij. Ik kreeg een zgn. „Turkse broek", een blauwe kiel en klompen aan. Aldus uitge dost, moest ik alle werkzaamheden, hoe zwaar en hoe vuil ook, verrich ten". 'Pech gehad? „Neen, bepaald niet, want dank zij deze harde leerschool heb ik een enorme vakkennis opge daan". Als gevolg van deze leer school heeft de heer Van Loon al tijd een grote belangstelling gehad voor de looitechnische kant van het bedrijf en het was dan ook op deze sector van het bedrijf dat hij zijn aandacht richtte. De bekwaamheden van de heer Van Loon kwamen ook buiten het bedrijf tot uiting. Zo was hij ondermeer voorzitter van de Vak groep Lederfabrieken, voorzitter van de Federatie van Lederfabri kanten, alsmede preases van de Waalwijkse Looiersvereniging. Niet alleen in het bedrijfsleven is de heer Norbert van Loon een op de voorgrond tredend man en 'n ster ke persoonlijkheid, ook het cultu rele leven van de Waalwijkse ge meenschap heeft altijd zijn belang stelling gehad. Jarenlang was hij voorzitter van de Waalwijkse zang vereniging. Op sportgebied had hij zijn hart verpand aan de voetbal sport en schaatssport. Hij was hoofdbestuurslid van de grote ten toonstellingen die in Waalwijk zijn gehouden, penningmeester van Waalwij ks Belang, bestuurslid van het Schoenenmuseum, secretaris van de Middelbare Vakschool voor de Schoen- en Lederidustrie. Nog al tijd is de heer Van Loon voorzitter van het college van collectanten van de St. Jan-parochie en voorzitter van sociëteit De Gezelligheid. De heer Van Loon is steeds een figuur van betekenis geweest, in 't bedrijf, in de vakwereld en in de Waalwijkse gemeenschap. Het zal hem dinsdag bij zijn 80ste verjaar dag dan ook niet aan belangstelling ontbreken. De fabrieksgebouwen van de N.V. Lederfabriek en Handelsonder neming P. van Loon, aan de Grotestraat in Waalwijk. Enkele luxe damestassen die het bedrijf fabriceert ze werd toegepast. De jaren na de eerste wereldoorlog werden geken merkt door een snelle opbloei van het bedrijf, dat nog grote en be langrijke uitbreidingen heeft onder gaan: het overdekken van 't kuipen- terrein en de nieuwbouw van hui denmagazijnen, vatenhuis en nat- huis, droogzolders, machinekamers en andere bedrijfsafdelingen. Ook ging men over tot het kiezen van een handelsmerk voor de re paratie-coupons. Hiervoor koos men de letter L en al spoedig kregen de L-croupons door hun uitstekende kwaliteit zowel in binnen- als bui tenland een grote naam. In 1928 overleed de oprichter en pionier G. van Loon Gzn. De beide zonen zet ten het bedrijf voort. In 1955 over leed zoon Gerard, zodat Norbert v. Loon alleen voor de zaak kwam te staan. Hierbij gesteund door zijn zoon Berry, die in 1945 zijn intrede deed. De grote specialiteit van N.V. Le derfabriek en Handelmaatschappij P. van Loon is nog altijd het repa- ratie-zoolleder dat 90% van de pro duktie uitmaakt. De laatste 15 jaar wordt ook zooileder voor de schoen industrie vervaardigd. Het bedrijf De Rentekaart is afgeschaft en de overheid betaald bedragen uit, die bedoeld zijn als afkoop. Wie dus een rentekaart heeft gehad, waarop indertijd rentezegels wer den geplakt, maakt kans tot die gelukkigen te behoren op wie een kleine financiële verrassing ligt te wachten. Van 1 juli vorig jaar af is men begonnen met het uitbetalen en natuurlijk kon men niet alle gega digden tegelijk helpen en dus vindt de uitbetaling in groepen plaats. Van 1 juli vorig jaar tot 1 juli van dit jaar 1969 was de groep aan de beurt van mensen die geboren wer den van 1903 tot en met 1908 en van 1944 tot en met 1950. Aan de Raden van Arbeid die deze uitbeta lingen regelen berekende men, dat niet minder dan zo'n 900.000 Ne derlander in deze groep recht heb ben op uitbetaling. In de loop van het jaar kwamen er 700.000' hun geld incasseren. Niet minder dan ongeveer 200.000 personen die recht hadden op uitbetaling lieten ver stek gaan en eisten tot nu toe hun deel niet op. Volgens schatting ligt er nog ongeveer zo'n 25 miljoen gulden op uitkering te wachten. Wanneer u tussen 1903 en 1908 of 1944 en 1950 geboren bent en u hebt een rentekaart bezeten waar op werd geplakt, dan is het toch altijd de kleine moeite waard, om eens bij de Raad van Arbeid in uw naaste omgeving te informeren, of u misschien tot die groep behoort die recht heeft op een uitkering. De kans bestaat, dat u dan een on verwacht meevallertje hebt! Iedereen, ook al heeft hij of zij nog nooit een voet binnen een mu seum gezet, weet, dat in deze insti tuten waardevolle zaken worden bewaard. Meestal gaat het om meer of minder zeldzame cultuurgoede ren van gebruiksartikelen tot kunst werken, die alleen al door hun even tuele zeldzaamheid een grote waar de vertegenwoordigen. Ook al heeft men persoonlijk nie;t zoveel belang stelling voor de inhoud van musea, toch zal ieder weldenkend mens toegeven, dat zich in deze instituten belangrijke en waardevolle zaken bevinden, die reeds daarom zorg vuldig dienen te worden bewaard. Nu kan men dergelijke dingen wel gaan opbergen achter slot en grendel, maar dat is de opzet niet van een museum. De bedoeling is een en ander ten toon te stellen en wel zodanig, dat eenieder, die daar voor belangstelling heeft, deze za ken kan bekijken en bewonderen. De vraag is en blijft: hoe kunnen de musea de hun toevertrouwde schatten op afdoende wijze beveili gen tegen diefstal en beschadiging? Gelukkig komen diefstal en be schadiging zelden voor, maar elke dag, weer moeten directie en perso neel van de musea op alles voor bereid zijn. Dat betekent, dat wer ken die daarvoor in aanmerking ko men, in vitrines onder onbreekbaar glas worden opgesteld, of op ande re wijze via elektronische appara tuur worden beschermd, zodat elke poging tot diefstal dadelijk 'n alarm in werking stelt. Veel moeilijker wordt het echter wanneer het gaat om beveiliging te gen moedwillige beschadiging. Ze ker, het personeel, de suppoosten houden zoveel mogelijk een oogje in het zeil en door de ervaring wijs geworden, kennen ze hun publiek wel een beetje. Maar dat neemt niet weg dat ze niet overal tegelijk kun nen zijn en dat een of andere dwa ze maniak altijd wel een gelegen heid kan afwachten waarop hij in enkele seconden met een scherp voorwerp een kunstwerk zeer ern stig kan beschadigen. En wanneer men het constateert, ook al zou dat dadelijk na het gebeurde zijn en ook al is de dader zelf nog ter plaat se aanwezig, hoe bewijst men dan wie de dader is? Het gevaar voor beschadigingen is ernstiger dan dat voor diefstal. Natuurlijk vraagt ie der normaal mens zich af, wat ie mand er toe kan brengen om der gelijke kunstwerken te beschadigen, want de zin hiervan is volkomen duister. Maar dat neemt niet weg dat dergelijke dingen zo nu en dan toch voorkomen en dat men in de musea hier in wezen machteloos tegenover staat. Men kan toch moei lijk bij elk kunstwerk vast een be waker plaatsen. De bescherming van onze museumschatten is en blijft nog een moeilijk probleem.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1969 | | pagina 1