waaLwijkse en LanqstRaatse couRant
A
I
VZCinderuerkaal
oe iSint ^YJicolaaó
ket prinóje verraóte
KLEURPLAAT VOOR DE JEUGD
DONDERDAGAVOND 4 DECEMBER 1969
92e JAARGANG No. 97
V-lij komt
aar alleen
CE£)e grote dag
een cadeau
De tcho van het Zuióen
Uitgever
ffaalwijksehe Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredakteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2 x per week
Losse nummers 20 cent
Brieven onder nummer oO ct. extra
Abonnement
p. week (0,33+ 2ct. inc.k.) ƒ0,35
p. mnd. (1,45+10 ct. inc.k.) ƒ1,55
p. kwrt. (3,95+10 ct. inc.k.) ƒ4,05
p.kwrt. p.post 4,75 bij girobetaling
(bij incasso p.postkwit. 75 ct. extra)
Advertentieprijs 15 cent per mm
Contractadvertenties: speciaal tarief
Opgericht 1878
m
Bureaus Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160-2621-2746 Kaatsheuvel Dr. van BeurdensVaat 8, Tel. 04167-2002
Telegram-adres „ECHO"
Het werd stil in het paleis. Het was bedtijd, ook voor de grote mensen en
in de ene kamer na de andere werd het licht uitgedaan en gingen de men
sen naar bed. Ergens in de linkervleugel van het grote gebouw was het
kamertje van het kleine prinsje Frans en iedereen dacht, dat het kereltje
al lang lag te slapen, maar daarin vergisten ze zich. Fransje lag in zijn
prachtige grote bed met open ogen en staarde naar buiten, waar de maan
aan de heldere hemel door de takken van de kale bomen scheen. Fransje
kon niet slapen, watnt hij dacht na. Hij tobde met iets, wat voor andere
kinderen helemaal geen probleem was, maar voor hem een grote moeilijk
heid vormde; het prinsje moest een verlanglijstje maken voor St. Nicolaas.
Hij dacht voor de zoveelste maal
diep na. Nog een elektrische trein?
Ach, dat hoefde niet, hij had er al
zes, compleet met alles wat er bij
behoorde. In de zaal naast zijn ka
mertje stonden ze opgesteld op he
le grote, lange tafels, met verschil
lende stations, overwegen, bergen,
tunnels en wat al niet meer, waar
twaalf treinen tegelijk op konden
rijden. Nee, voor zijn treinen had
hij niets meer nodig. Een heleboel
cowboys en indianen? Ook dat was
niet nodig, dozen vol had hij er
van, prachtig met blokhutten, ten
ten, kampvuren. Een cowboypak,
met geweer en pistolen? Een in-
dianenpak met een verenhoofdtooi,
bijl, mes en pijl en boog? Bouwdo
zen? Autootjes? Schaatsen? Rol
schaatsen? Alles had hij al, je kon
het zo mal niet bedenken.
De tranen sprongen hem in de
ogen. Hij wist het niet, hij kon niets
bedenken! Zachtjes draaide hij zich
op zijn zij en viel tenslotte in slaap.
De maan keek vol medelijden naar
binnen en zag hoe Fransje onrustig
sliep. De jongen woelde maar door
zijn bed en nu en dan praatte hij in
zijn slaap.
Maar hé, wat zag de maan daar?
Over het dak van het paleis trip
pelde heel zachtjes en voorzichtig
een mooi wit paard en daarop zat.
Sint Nicolaas. Och ja, de grote kin
dervriend had 'het zoals elk jaar
weer vreselijk druk vlak voor zijn
verjaardagjHij ging weer over de
daken, langs alle schoorstenen om
kleine presentjes in de schoenen
van de kinderen te leggen en Piet,
zijn trouwe knecht, luisterde hier
en daar om te horen welke kinde
ren zoet en welke stout waren ge
weest.
Ook het paleis werd niet overge
slagen. Boven het kamertje van
Fransje stopte de Sint en Piet kreeg
opdracht om een lekker stuk specu
laas in het schoentje van het prins
je te leggen. Vlug liet Piet zich door
de schoorsteen zakken en kwam in
de kamer van de jongen terecht.
Zo, waar stond zijn schoen nu weer?
Snel keek de zwarte knecht om zich
heen. Ja hoor, daar stond het
schoentje en Piet legde het presen
tje er in. Juist toen hij zich omkeer
de om weer door de schoorsteen
naar boven te klimmen, bleef hij
even staan. Wat hoorde hij toch?
Het leek wel of de jongen lag te
huilen! Op zijn tenen sloop de
zwarte man naar het grote bed en
ging op de rand zitten. Ja hoor, hij
had zich niet vergist, het prinsje
huilde in zijn slaap. Maar wat was
dat? Hij praatte ook! Voorzichtig
boog Piet zich naar voren om beter
te kunnen luisteren.
„Ik weet het niet! Ik weet het
niet!" Weer snikte Fransje. „Wat
moet ik nu toch op mijn verlang
lijstje zetten? Ik heb toch alles! Al
les! En al heb ik alles, toch verveel
ik me. Ik heb geen vriendjes, ik ga
niet gewoon naar school zoals alle
andere kinderen, ik kom het paleis
niet uit. Ik krijg les van een oude
juffrouw en als ik vrij ben, dan
mag ik in de grote zaal gaan spelen
met al mijn speelgoed. Indiaantje
spelen helemaal alleen! Dat is toch
niet leuk. Altijd alleen!" Weer snik
te het kereltje het uit.
„Papa en mama zie ik ook nooit,
die hebben het te druk met regeren
en alle belangrijke staatszaken die
ze moeten behandelen. Ik word
door een juffrouw naar bed ge
bracht en nooit eens door mijn
moeder met een kusje en even lek
ker knuffelen, of stoeien met vader,
voor het naar bed gaan." De schou
ders van het ventje schokten van
het huilen en Piet kreeg zo'n mede
lijden, dat hij heel zachtjes even
zijn hand door de blonde krullen
van de jongen streek.
Toen hij zich door de schoorsteen
omhoog werkte, besloot de knecht
alles wat hij hoorde aan de goede
Sint te vertellen. Daar keek de
goedheiligman van op. „Zo, zo,"
mompelde hij,en streek eens door
zijn baard. „Dat wist ik allemaal
gebeurt?" Fransje schudde het
hoofd en mompelde: „Nee, Sinter
klaas." „Wel," vervolgde de oude
bisschop, „vanavond gaat vader met
jou met de treinen spelen en je mag
wat later naar bed. En als het bed
tijd is, dan zal moeder je naar bed
brengen en lekker onderstoppen.
niet. Het prinsje heeft dus al van
alles en weet niet wat hij op zijn
verlanglijstje moet zetten, ja, dat is
moeilijk. Hm, hm,!" Hij kuchte eens
en begon toen zachtjes te lachen.
„Toch geloof ik dat ik weet wat hij
graag zou willen hebben!" zei hij
zachtjes.
Eindelijk was het 5 december, de
grote dag voor jong en oud, voor
groot en klein. Prins Frans was die
dag echter helemaal niet blij en
vrolijk. Hij had geen verlanglijstje
gemaakt, want hij wist niet wat hij
er op zou moeten zetten. Tijdens
de lessen van zijn gouvernante had
zaten dagelijks aan bij een of ander
staatsdiner en konden vrijwel nooit
met 'm eten. Zij aten met ministers
of met hoge autoriteiten of buitens
huis. Nee, deze dag had hij juist he
lemaal geen trek in eten.
Na het eten riep Sint Nicolaas
hem bij zich. „Luister eens Frans
je," sprak de kindervriend; „ik heb
van jou geen verlanglijstje gekre
gen. Klopt dat?"
De prins kreeg een kleur. „Ja
Sint Nicolaas, dat is zo. Ik wist niet
wat ik moest vragen, want ik heb
alles." Verlegen keek hij om zich
heen.
„Dat weet ik, Fransje, daarom
heb ik ook geen cadeautje voor je
meegebracht, want ook ik en zwar
te Piet wisten niets te bedenken.
En toch wil ik ook jou iets geven.
Ik heb met je vader en moeder ge
sproken en weet je wat er vanavond
Maar dat is niet alleen voor deze
avond. Pappa en mamma hebben
rnij beloofd, dat ze dat voortaan el
ke avond zullen doen. En morgen,
dan komen er een paar jongetjes,
zoontjes van lakeien in het paleis,
waarmee je fijn kunt gaan spelen
in de grote speelkamer, of in de
tuin. Die jongens zijn net zo oud
als jij, zij hebben niet zoveel van
dat prachtige speelgoed en zullen
het fijn vinden om met jouw trei
nen, jouw soldaatjes en jouw cow-
boypakken te spelen. Vind je dat
leuk?"
Fransje voelde een blijdschap in
zich opkomen, zoals hij nog nooit
had gekend, Oh, wat zou dat heer
lijk zijn. Niet meer alleen. Heerlijk
spelen met de jongens en met va
der en moeder. Het prinsje was zo
gelukkig als hij nog nooit was ge
weest.
„Dit is het fijnste cadeau, wat u
mij hebt geven, lieve Sint Nicolaas!'
riep hij, terwijl hij de oude bis
schop op allebei de wangen een
klinkende zoen gaf.
hij niet goed opgelet en steeds naar
buiten zitten kijken. De oude juf
frouw begreep dat er wat was,
maar toen zij het vroeg, had Frans
je niet geantwoord. „Och, het zal
zijn, omdat het Sint Nicolaas is van
daag", dacht ze.
Toen het tijd werd voor de avond
maaltijd, slofte de kleine prins ver
veeld door de lange gangen naar de
eetzaal. Zijn heerlijk maal zou wel
weer uitgesteld zijn op de marme
ren tafel, de bedienden zouden
achter zijn stoel staan, om hem op
zijn wenken te bedienen, hij zou al
les kunnen eten waar hij trek in
had, maar. hij zou er helemaal
alleen zitten, want vader en moeder
Verwonderd bleef de jongen in
de deuropening van de eetzaal
staan, toen hij zag, dat hij deze
keer zeker niet alleen behoefde te
eten, want aan de tafel zaten ko
ning, de koningin enSint Nico
laas en zijn knecht. Nee maar, dat
was nog eens een verrassing! Hij
kreeg ineens honger en zijn gezich
tje straalde. Hij holde naar zijn va
der en moeder, roette hen en gaf
Sint en Piet een hand. „Oh, wat
leuk!" roept hij, terwijl hij op een
stoel ging zitten. Frans at, zoveel
als hij in geen maanden had gege
ten.