No. 3. WOENSDAG 5 OCTOBER. 1881. TIJD IS GELD! VERGAAN. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Hensden. BINNENLAND. VOOR Dit blad verschijnt eiken "WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Eranco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 1G regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag ,5v,.»vU, i/vv en Donderdagavond 10 uur stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Ingezonden Binnenlandsche ADVERTENTIEN waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Dij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. Men vroeg eens aan een Eranschen mi nister, hoe hij toch altijd met zijne bezig heden klaar kwam om dan nog deel te nemen aan uitspanningen. Hij antwoordde //Niets is eenvoudiger dan datwanneer ge het werk 't welk heden gedaan moet wor den, slechts niet tot morgen uitstelt!'' Vele menschen doen juist het omgekeerde en schuiven gaarne alles op de lange baan, totdat hun alle lust en moed vergaat, om het verzuimde weer in te halen. Het spreekt van zelf dat dit op den duur niet goed kan gaan. De bezigheden stapelen zich tot bergen op en omdat men geen kans meer ziet, alles op een gegeven oogenblik af te werken, maakt zich eene zekere onverschil ligheid van ons meester, en 't plichtverzuim, waaraan we ons schuldig gemaakt hebben, brengt ons vroeg of laat tot ondergang en dit te zekerder, wanneer wij de regeling onzer zaken of bezigheden aan anderen over laten. Men meene evenwel niet dat wij ver maak en uitspanning afkeuren dat zij verre maar altijd na verrichten arbeid. De mensch is niet enkel op de wereld geplaatst om te genieten en zijne levens dagen in luiheid en nietsdoen door te bren gen, maar in de eerste plaats om te werken zoolang het dag is, eer de nacht komt, waarin niemand werken kan. Hoevele menschen verbeuzelen hun tijd met nietigheden en omdat zij zich vervelen, zoeken zij zich bezig te houden met dingen, die schadelijk zijn voor lichaam en ziel. 't Is inderdaad betreurenswaardig, zooveel kostbare tijd als er vermorst wordtHoe is 't mogelijk, dat men nog over de kortheid des levens spreken durft, als men niet weet op welk eene wijze men den tijd zal zoek brengen en dooden. Voor dezulken is het leven eigenlijk veel te lang. Met blijdschap begroeten zij den avond, die gelukkig'weer een einde aan den langen dag gemaakt heeft, en met weerzin verlaten zij hunne legerstede, omdat er voor hen aan de traag voortkruipende uren bijna geen eind komt. 't Is een doelloos leven, 't welk zij eigenlijk gezegd slechts voortslepen, zonder nut voor zich zeiven en dikwijls zelfs tot nadeel voor de maatschappij. Indien men verplicht ware, een lijkrede bij hun graf te houden, zou men kunnen volstaan met te zeggen //Zij hebben geleefd en zijn gestorven!" Al ware 't stipt, degelijk vervullen der be roepsbezigheden, slechts daarom aanbevelens waardig, dat 't de ziel vatbaar maakt voor zui vere, zedelijke aandoeningen en onwaardige, slechte gedachten verdrijft, die den mensch verontreinigen, dan reeds zou eene nuttige be zigheid genoegzame aantrekkelijkheid bezitten. Wanneer de tijd het kostbaarste van alle dingen genoemd wordt, dan is verzuimde tijd de grootste verkwisting die ooit denk baar is. Verloren tijd komt nooit terug, en wanneer wij meenen dat wij den tijd wél zullen hebben, komen wij meest altijd tijd te kort. Wat men in zijne jeugd verzuimd heeft, kan men op lateren leeftijd nooit weer inhalen. Maak daarom een juist gebruik van den tijd en besteed hem zóó, dat ge uwe plichten stipt en met de meeste nauwgezet heid kunt vervullen. Stiptheid in zaken wekt vertrouwen en achting op't is het beste middel om zijne eigene waarde, zoowel als die van anderen te doen eerbiedigen. Zij die hunne verbindtenissen en verplichtingen op den bepaalden tijd nakomen, bewijzen daardoor, dat zij een eerlijk karakter en dat zij van woordbreuk en bedrog een afkeer hebben. Hij die niet stipt is in zijne eigene zaken, hoe zal die de belangen van anderen waarnemen? Hoe zal men aan hem die zijne eigene ^edbTGlA^venvaarloost, het bestuur over gewichtige aangeTegei^jjöd£11 Jjjuuien toevertrouwenEr zijn menschen die altijd den tijd hebben, doch die dan ook natuur lijk meest altijd te laat komen. Hij die in alle opzichten stipt op zijn tijd is, toont daardoor een vriend van orde te zijn. Even als we in de geheele natuur eene voorbeeldige orde waarnemen en bewonde ren, zoo ook moeten orde en regel onze han delingen en verrichtingen besturen, want orde is de draad die elkander opvolgende verschijnselen in de bedrijvigheid verbindt. Geen bedrijf, hoe groot of klein, kan zonder ordelijke boekhouding blijven bestaan. Velen hebben zich daardoor te gronde gericht, dat zij niet geregeld boekhielden en zich geene rekenschap gaven van hunne ontvangsten en uitgaven. Met één oogopslag moeten wij kunnen zien of wij vóór- of achteruit gaan. Wie op zijn geheugen vertrouwt, vergist zich altijd. Men behoeft zoo weinig tijd om zijne ontvangstee en uit. avet behoorlijk op te schrijven, als en maar wil, doch men heeft daartoe n et itijd den lust of men zoekt allerlei uitvluchten oin er zich aan te ontrekken en toch, aar men dit nalaat, berokkent men z :h en anderen die bij de za ken betrokken zijn, onberekenbaar nadeel. Daarom moet ieder, die vóóruit wil komen in de wereld en i eer]ijk. wil blijven, orde op zijne zaken stellen en zorgen, dat er aan zijne administratie nets ontbreekt, want: //TIJD xS GELD.,, 3) Zonder zich te laten bidden en zonder zich te be klagen, verhaalde hij oprecht en zonder omwegen hoe het met hem gesteld was. «Ziet ge, Förster,dus besloot hij zijn bekente nissen, »wat mij zeiven aangaat, is het mij eigenlijk vrij onverschillig, of ik van daag ot' morgen of eerst over tien jaar een plaats vind. Zooveel als ik voor mijn levensonderhoud noodig heb, kan ik nog wel ver dienen. Buitendien verkeer ik volstrekt niet in ver legenheid. Ik bezit nog een paar honderd thalers en zou van mijn eigen kapitaal en zonder een penning te verdienen nog twee, drie jaar lang fatsoenlijk kunnen leven. Denk niet, dat ik over mij zeiven bezorgd ben. Maar de zaak is deze, begrijpt-ge, dat ik mij verloofd heb dat ik een braaf, goed meisje vertrouwen inge boezemd heb, en dat ik mij niet in staat gevoel, dit vertrouwen te rechtvaardigen. Mijne bruid denkt veel te goed over mij. Zij houdt mij voor een man. die alles bereiken kan, wien alles gelukken moet. En nu heb ik den moed niet, haar te zeggen hoe zwak en hulpeloos ik mij gevoelniet uit ijdelheid, dat verzeker ik u, maar omdat het haar inderdaad bitter leed zou doen, zich in mij bedrogen te vinden Toen Förster eenige dagen later weder bij Gün- ther kwam, las deze op het gelaat van zijn vriend, dat hij hem de een of andere aangename mededee- ling te doen had. «Voor den dag met uw gezondheidsdrank, doc- tér,« zeide hij; «gij hebt mij iets goeds mede te deelen. Ik ben ongeduldig. Laat mij niet wachten. «Vooraf een vraag,gaf Förster ten antwoord. «Zoudt ge er bezwaar in zien, eene groote reis te doen, over land en zee te gaan, en misschien jaren lang niet meer in Europa terug te komen «In het minst niet,antwoordde Günther, zonder zich te bedenken. Förster verhaalde daarop, dat hij zijnen vriend nog geen bepaalde aanbieding kon doen, maar dat hij hem van eene reis naar Japan met tamelijke zeker heid een goed succes meende te kunnen voorspellen. Hij wist dat de Japansche Regeering bekwame leeraars zocht en dat zij deze leeraars eene ruime bezoldiging toekendeen hij had een beproefden vriend in Japan die daar eene invloedrijke positie bekleedde en stellig alles doen zou wat in zijn vermogen wasom Günther in het bereiken van zijn doel behulpzaam te zijn. «Mijn raad komt hierop neer,« besloot hij. «Maak uwe have en goed te gelde; zeg aan uwe bruid dat zij een verstandig meisje zijn moet en nog eenige jaren geduld moet hebben en ga op goed geluk naar Japan. Ik kan u de beste aanbevelingen aan mijn daar gevestigden vriend medegeven en ik sta u borg dat hij u met open armen ontvangen zal. Günther had zich een half uurtje op de zaak bedacht was den volgenden dag volkomen genezen, naar zijne bruid gereisd, en had deze met weinig moeite weten te overtuigen, dat hij in hun gemeenschappelijk belang niets beters kon doen, dan naar Japan te gaan. Hij had daarop onder heete tranen afscheid van haar ge nomen, was met het eerste schip het beste in zee gegaan en zonder ongevallen te Yokohama aangekomen, om daar «alles in orde te maken. II. Het gelukte mij na eenige weken, Günther eene plaats aan de onlangs gestichte hoogeschool te Yeddo te bezorgen. Zelden heb ik iemand gelukkiger gezien dan den braven docter op den gedenkwaardigen dag, toen hij een contract voor drie jaar met de Japansche Regeering geteekend had. Hij verbond zich daarbij zijnen leerlingen de grondbeginselen der wiskunde, der werktuigkunde, natuurkunde en scheikunde te leeren; de llegeering kende hem daarvoor vrije woning in een schoonen, ouden tempel te Yeddo en een jaarlijksch inkomen van vierduizend dollars toe. «Yierduizend dollarsherhaalde Günther eenige malen achtereen, de woorden zoo lang mogelijk rekkend; vier-dui-zend-dol-larsOver de vijfduizend Pruisische thalersYVeet ge wel, mijn zeer geëerde vriend, dat ik van een jaar mijner tegenwoordige bezoldiging tien jaar lang in Duitschland leven kan, ergo van mijn inkomen van drie jaren dertig jaren Ik schudde ongeloovig het hoofd. «Vraag het aan mijn bruid,ging Günther op den toon der stelligste overtuiging voort, «of zij er geen kans toe ziet, ons met vijfhonderd thaler per an num als Prinsjes te laten leven. Gekheid, man! Gij weet niet, welk een vrouw mijn Marie is. Een parel is ze. Zij is niet een van die groote da mes, die 's morgens reeds in groot toilet rondloopen en met handschoenen aan in de keuken komen. Neen mijn Marie heeft geleerd, hare goede, eerlijke han den uit de mouwen te steken en meer op haar ar beid dan op niets-doen trotsch te zijn. Ik zeg u nog eensals Prinsen zouden wij in Duitschland met vijf honderd thaler per jaar leven; laten we zeshonderd zeggen, dus vijftig thaler per maandmaar daarmede ben ik zeker, een rijk man te wezen. Wat denkt gij dat ik als student te Halle uitgegeven heb? Der tig thaler in de maandgeen penning meer dan dat, en daarvoor had ik nog bier en tabak, meer dan misschien wel goed voor mij was. En de restauratie Omtrent de nalatenschap van wijlen Z. K. H. Lr'f; in i'i»t rrrr*—1van een •r'illiy l'rcuenjc en net ai of testament verneemt men de navol*^""1— 'lzon derheden Een notariëel testament heeft de Prins niet nagelaten; wel bestaat er een eigenhandig door hem geschreven uiterste-wilsbeschikking, die door de Vorstelijke erfgenamen is aangenomen en dus de beteekenis van een gewoon testament heeft gekregen. Dit document is door den hofmaarschalk van Prins Erederik, graaf M. v. Limburg Stirum, gevonden ter plaatse, hem weinige uren voor liet afsterven door Z. K. H. aangewezen. Het is de bepaalde wenscb der hooge erven, dat aan elke bepaling dezer beschikking overeenkomstig de be houder moest toch ook nog verdienen aan hetgeen ik at; en het is bekend, dat men in gemeubeleerde woningen altijd duurder en slechter leeft, dan wan neer men zijne eigene meubelen bezit. Ik had Günther nog nooit zoo spraakzaam gezien en had den moed niet, om water over zijn brandende geestdrift te gieten. Ik zag hem den ganschen namid dag brieven zitten schrijven en het eene vel na het andere volgeschreven ter zijde leggen. Zijne oogen schitterden van ongestoorde vreugde en een glimlach van zalige voldoening verhelderde zijn peinzend gelaat. God weet wat hij aan zijne «eenige Marieschreef, en hoe deze zich over den brief van haren «geliefden Heinrich« verblijd zal hebben. Günther werd in weinig tijds de meest geziene en gevierde leeraar aan de hoogeschool te Yeddo. Hij vatte zijne taak met een ijver op, waarover de Japannezen met blijde verrassing vervuld werden. Deze hadden bijna altijd slechts met zulke vreem delingen te doen gehad, die geen ander oogmerk hadden dan zooveel geld te bekomen als mogelijk was, en daarvoor zoo weinig mogelijk arbeid te leveren. Günther beschouwde de zaak uit een geheel ander oogpunt hij scheen te vreezen, dat hij eigenlijk nooit genoeg deed. Na afloop van zijne vastgestelde lesuren gaf hij geheel belangeloos privaat-onderricht aan hen, die hem, om raad kwamen vragen. Bovendien teekende Lij plan nen voor de Japansche Regeering, richtte voor haar een observatorium en een laboratorium op, en scheen voornemens te zijn, de wetenschappelijke wedergeboorte van Japan niet alleen te ondernemen, maar ook wer kelijk tot stand te brengen. Wordt vervolg l. NIEUWSBLAD lid Land van llcusdrn ft Altaia, DE LANGSTRAAT EN DE S09IMELERWAARD

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1881 | | pagina 1