No. 11. WOENSDAG 2 NOVEMBER. 1881. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. II e b 1 a u w e P a p a g a a i. site ms VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E11D A G. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 et. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uiw. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. ■llMihp! i iipiun v.Ji i Novelle van robert byr. 5) De man viel mij niet bijzonder mede, ondanks de complimenten die hij mij over mijne kleine diplomatieke onthullingenmaakte. Ik durf wedden, dat hij het boekje niet eens gelezen had. Het was dan ook alleen voor mijne vrienden gedrukt. Doch hoe dan ook, ik bezit te weinig auteurs-ijdelheid om daardoor invloed op mij te laten uitoefenen doch deze graaf Walunjin herinnerde mij van het eerste oogenblik af aan Napoleon's bekende uitdrukking over de Kussen. Onder het uiter lijk zeer elegante voorkomen kwam, zooals ik mij later overtuigde, ook werkelijk de Kozak voor den dag. In mijn oog had reeds zijn barbaarsch gelaat met die half bedwongen sluw-brutale uitdrukking, iets terug- stootends. Daar hij mij echter zooveel vriendelijke woorden toevoegde, kon het gesprek moeielijk zoo plotseling worden afgebroken, en wij gingen een eindweegs in de door hem ingeslagen richting mede. Hij informeerde naar de maatschappelijke toestanden te Florence, naar deze en gene omstandigheden hij gaf zijn voornemen te kennen den winter hier door te brengen, en ein delijk scheen ik uit zijn woordenvloed te moeten op maken dat hij in het huwelijk was getreden en hier zijne huishouding dacht op te zetten. Op het oogenblik, dat ik daarop zinspeelde, riep bij met levendige gebaren De heeren zullen mij wel toestaan, dat ik hun de dame voorstel».... en wees hij naar eene hotel-equipage, die een weinig ter zijde van de file rijtuigen stond, welke zich op muziek-Jagen altijd daar vormt. Bloemen tot troost voor den zieke, tot ge zonde tijdpasseering voor allen, tot voordeel ook van degenen die er hun werk van maken. Ons land is van ouds gerenommeerd in de bloemisterij, voornamelijk in den teelt der bloembollen. Haarlems omstreken genieten daarin een Europeesche vermaardheid, doch worden sedert eenige jaren op de hielen achter volgd door België. Men heeft daar te lande, vooral in en om Gent door kunstmiddelen den grond gelijk zoeken te maken aan den na tuurlijken bodem, waarin de hyacint en an dere bolgewassen het weligst tieren en is daar zoo wel in geslaagd dat Haarlem, onze bloe menstad, reeds eenmaal de vlag heeft moeten strijken voor haar Belgische zuster. Op den duur echter zal die concurrentie moeilijk vol te houden zijn en daar de Haarlemsche bloem- kweekers het gewicht der zaak ten volle inzien, zullen ze zeker niets onbeproefd laten dezen voordeeligen talc van handel zijn ge wicht te doen behouden. Dat't wezenlijk de moeite waard is kan men opmaken uit dit ééne feit, dat te Bloemendaal voor enkele jaren, toen men teelde uitsluitend om de bollen en de bloemen wegwierp, voor meer dan f 300,000 aan bollen verhandeld werd. Nu men thans geholpen door sneller midde len van verkeer ook de schoone bloemen pro- luctief weet te maken, is deze som zeker hooger. Men ziet uit dit voorbeeld voor Bloe mendaal alleen van hoe groote waarde de cultuur dezer gewassen voor die streek en der halve voor ons land is. Zoo huwt zich de zucht naar stoffelijk voor deel aan die naar poëzie in 't leven en allen varen er wel meêde eene door zijn akker met bollen te bepoten, de ander door zijn smalle of breede ramen of wel zijn hof te tooien met de kinderen van den zomertijd, en aldus zelfs in de schamelste woning iets te brengen van den heerlijken rijkdom der schoone schepping. "Wij waren er slechts weinige schreden van ver wijderd. De graaf stapte er haastig heen en riep, met de hand groetend «Hoe heerlijk, dat ge toch nog gekomen zijt en uw migraine niet ontzien hebt, Wanuschka. Ik kom nu eens een beroep doen op al uwe lieftalligheden voor den beroemden vervaardiger der help mij eens, Rehling, de titel is mij ontschoten.» Ik had het wel voorzien, en maakte er ter loops eene schertsende opmerking over, die meer dan zij ver diende werd toegejuicht, vooral door de jongste dame, die werkelijk een verrassenden indruk op mij maakte. Mijn eerste gedachte was, dat ik dit gelaat niet voor het eerst zagde tweede was Hoe komt die man aan die vrouw?» Zij kon onmogelijk eene Russin zijn en mijn vermoeden werd ook terstond bevestigd, daar de graaf ons de meer bejaarde dame, die hij geheel familiaar als »Matuschka« aansprak, voorstelde als Wanda's moeder mevrouw Von Krochow. Dien naam had ik in Duitschland herhaalde malen gehoord. Het gesprek werd overigens in de Fransche taal gevoerd, daar zoowel Aust.n als de graaf het Duitsch, de laatste en Rehling weder het Engelsch, en allen behalve ik het Italiaansch niet volkomen machtig waren. De ge- heele ceremonie der voorstelling was echter tamelijk sans fagons afgeloopen. Rehling scheen reeds bekend en Austin's naam behoefde zelfs niet vooraf genoemd want' de jonge vrouw was den graaf hierbij voor. Mr. Neales, het verheugt mij dat het u toch niet gelukt is, u aan onzen dank te onttrekken,» sprak zij. »Ge moet weten, Alexander, dat wij zonder hem de destijds juist gesloten verzamelingen in het Rargello niet gezien zouden hebben Mr. Neales raakte de deur aan en zij ging open.» »Er ligt volstrekt niets verdienstelijks in; dooreen gelukkige omstandigheid ben ik namelijk bekend met den inspecteur,» stamelde Austin. Ilij vatte de vingers, die in den Deenschen handschoen er buitengemeen fijn uitzagen, hij boog veel dieper dan de goede toon het vordert, hij bleef midden in een volzin steken, hij prevelde iets van herstellingen aan het Bargello, wat eigenlijk volkomen overbodig was, en wisselde zoo plotseling van kleur, dat zijne bleekheid mij onder andere omstandigheden verontrust zou hebben. Nu echter begreep ik alles. Dat was dus het origineel der Penthesilea Ja, schoon was zij inderdaadeene schitterende schoonheid Onze Italiaansche vrouwen zijn om haar groote donkere fonkelende oogen beroemd, doch hier konden zij haar meesteres vinden. Dat wil zeggen, van alledaagsche oogen was hier geen sprakedeze oogen, die mij bijna verlegen gemaakt hadden en waarvan ik begreep, dat zij een jongman de spraak, bijna den adem konden benemen, als zij op hem gevestigd werden, waren veeleer vochtig de oogleden vielen vaak vermoeid er over heenslechts nu en dan gloorde en een vonk in. O, ik geloof dat de toovenares ook op mij invloed had, waarom zou ik het ook loochenen? Zij zag er bewonderenswaardig uit, zooals zij daar nonchalant in haar rijtuig geleund lag. De stralen der ondergaande zon vielen op haar harenik ben met -de jaren zeer wantrouwend geworden, wat dit sieraad van het schoone geslacht aangaat, maar de gouden weerschijn op die dichte lokken stemde volkomen overeen met dien van de bruine vlecht over het voor hoofd, welke door het naar achteren geschoven hoedje onbedekt werd gelaten. Niets van dat in rood over gaande kastanjebruin, dat men heden ten dage «goud kleur# gelieft te noemen. Den weerschijn waarvan ik spreek, bezit slechts dat haar, dat van nature blond, in later tijd een donkeren tint verkregen heeft; men zoekt het bij den friseur te vergeefs, daar brengt reeds de lichtste nuance het bedrog aan den dag Haar geheele voorkomen was boeiend, elegant en voornaam toch was er iets waarmede ik geen vrede kon heb ben. Zijhad een weinig rood opgelegd. Voorzeker, het was slechts zeer weinig, en ik dacht bij mij zeiven dat de voornaamste en wellicht ook de achtbaarste dames dergelijke hulpmiddelen niet versmaden in een tijd, waarin de goede smaak reeds lang aan den scepter der mode onderworpen is maar het hinderde mij toch. Waartoe behoefde een zoo schoon gevormd gelaat zulke kunstmiddele'n Ja, dat haar mama hare wangen en lippen met een dikke laag blanketsel dekte, liet zich begrijpen, want bij deze kon het doel zijn, de leemten tusschen de overblijfselen van voormalige schoonheid zooveel mogelijk aan te vullen maar de dochter Zonde en jammer Die mevrouw Von Krochow was mij bovendien toch een steen des aanstoots. Zij had bij al haar groote ma nieren toch iets pauwachtigs, en nu en dan maakte een beweging, of een blik van haar oog werkelijk een zonder lingen indruk Het had iets van de parfums der demi- monde. Tot een volledigen, helderen indruk kwam ik intus- schen niet zeer vluchtigen aard. De dames, die haar sorbetto reeds gebruikt hadden, verlangden weder naar huis te rijden. Graaf Walunjin steeg in het rijtuig en bood den lieer Von Rehling de vierde plaats aan. Met een somberen blik keerde Austin zich na een haastige groet oin, toen de equipage wegreed. Reeds had zijn houding mij bevreemd, toen men ons op de vriendelijkste wijze tot een bezoek uitnoodigdein plaats van, zooals ik verwacht had, met blijdschap die uitnoodiging aan te nemen, sloeg hij haar met moeielijk te verheden weifeling van de handthans beet hij zicht baar ontstemd op zijn onderlip. (Wordt vervolgd.) deze eerste ontmoeting was toch slechts van en ft i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1881 | | pagina 1