No. 12. ATERDAG 5 NOVEMBER. 1881. Het TooneeL FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. De hl a u w e Pap a g a a i. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z ATEED A G. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1Eranco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Er is voor eenige jaren lang en breed gesproken over de vraag, hebben we een nationaal tooneel of hebben we dat niet? Men is toen tot de conclusie gekomen dat we zoo rijk waren, maar dat men in de meeste schouwburgen niet dan met veel oplettendheid daarvan iets bespeuren kon. Die onomwonden uitspraak heeft veel goeds uitgewerkt. Men is allereerst elkaar gaan overtuigen dat 't voor een natie werkelijk goed is een eigen tooneel te bezitten, dat is zulk een waar ze als in een helderen, reinen spiegel haar eigen deugden en ge breken aanschouwt. Daarna hebben de let terkundige congressen, die zich aan deze zaak ook eenigszins laten gelegen liggen den stoot gegeven tot de oprichting van een tooneelverbond met oen inrichting voor de opleiding van artisten en vervolgens is een vereeniging het Nederlandsche Tooneel in 't leven geroepen, die zich met de borst toelegt op zuivering onzer schouwburgat mosfeer. Dat is reeds veel in zoo korten tijd. Wan neer de vruchten van den aan 't tooneel besteedden arbeid nog niet zoo rijkelijk vallen als men met het oog op de werk zaamheden verwachten mocht, dan vergete men niet hoe de zaak voor een tiental jaren geschapen stond en houde men rekening met de eigenaardige plaats die 't tooneel in ons land beslaat. Onze schouwburgen staan tusschen twee elkaar vijandige machten in. Aan de eene zijde het groote publiek, volstrekt niet alleen dat deel, wat men gewoon is het volk te noemen,maar de groote,onontwikkelde massa, die met hart en ziel hangt aan rooverge- schiedenissen en moordtooneelen, aan gil lende dames en bombast uitbrakende heeren, aan soldatenvolk en geweerschoten, aan al wat geraas en bombarie maakt, dat groote deel dat naar de //komedie" gaat om Flik en Flok te zien of Orpheus in de onder wereld of Mijnheer en Mevrouw Hanepen. We zeggen met opzet zienwant dergelijke draken geven niets te hooren dat waard is door een verstandig mensch gehoord te worden. Aan de andere zij staat een betrek kelijk klein deel dat van al deze dingen niets weten wil, dat 't huis blijft bij de opvoering van dubbelgetitelde melodrama's en alleen een biljet neemt wanneer er let terlijk niets //moois" te zien is. Dat deel heeft 't tooneelverbond opgericht en 't Nederlandsch Tooneel in 't leven geroepen met vereenigde krachten houdt het een Tooneelschool in wezen. Het tracht hier en daar een woordje te spreken waar de Kunst bescherming vraagt en 't heeft de handen vol om 't nationale, 't uitsluitend Nederlandsche karakter te doen uitkomen. Tusschen deze twee machten scharrelen onze schouwburg-directiën in. Houden ze zich uitsluitend op de hand der eerste dan vaart de kas er wel mee en voldoen ze slechts aan de verwachtingen der tweede, dan gebeurt het niet zelden dat de speel avond een belangrijk te kort oplevert. Van daar een onophoudelijk laveeren van de eene naar de andere zij, vandaar de verschijning dat op het schoonste tooneel onzes lands weken aan elkaar een kluchtspel opgevoerd wordt dat van onzin aan elkaar hangt. Van daar ook de groote moeilijkheid om een gezelschap bij elkaar te krijgen en dat alleen uit de baten der opvoeringen van goede stukken bijeen te houden. Nu heerscht er op 't gebied der Kunst hier te lande de meest volmaakte eendracht. Al de kunstvrienden in onze groote steden trekken eene lijn en zoo loopt al wat schijn baar verspreid is uit op het eene groote doel beschaving en verlichting. Iedereen weet echter dat 't al zoo niet is. In ons kleine land heerscht in dit opzicht schromelijke verwarring. De kleinsteedsheid is er groot, precies als men dit in 't klein opmerkt in elke plaats afzonderlijk. Er zijn tal van ge meenten, ook kleine, waar door vereeniging van krachten iets blijvends op kunstterrein zou te wrochten zijn, wanneer maar niet de jammerlijke kleingeestigheid der men- schen dit ten eenenmale onmogelijk maakte. De standen, die officieel niet meer bestaan doch zich desniettemin springlevend bevin den, trekken voor elkaar den neus op waar sprake is van in denzelfden kring plaats te nemen. Dames met slepen bedanken om te zitten naast burgermeisjes en de heeren draaien ambachtslui den rug toe. Zoo sluit ieder zich op in een eng kringetje en lief hebbert er druk op toe, zonder ooit eenig degelijk resultaat te zien. Zoo is 't in de groote kunstwereld al eveneens. In plaats dat onze groote gemeenten, onmachtig als ze zijn om ieder op zichzelf een volledig stel artisten te onderhouden, de handen ineenslaan en tot één of twee flinke gezel schappen trachten te komen, worden de krachten versnipperd en kaapt de eene binnen de palen der andere. Zoo vindt men in iedere plaats wat, doch in geen enkele een flink geheel, 't Is stukwerk en dat zal 't blijven zoolang ieder voor zich zorgt. We hebben thans twee gezelschappen van het Ned. Tooneel en hier en daar niet onverdienstelijke troepen, die op eigen wie ken drijven en concurreeren. Maar de ster ren aan onzen tooneelhemel zijn dwalende sterren. Te Amsterdam lichten Mevr. Kleine en de heer Bouwmeester, in den Haag de zelfden, te Rotterdam Mej. Beersinans en de heeren Haspels Faassen en Van Zuij- len, van welke de laatste geheel op eigen wieken drijft, 't Is een zeldzaamheid wan neer een flink stuk opgevoerd wordt, waar van alle hoofdrollen behoorlijk bezet zijn gewoonlijk hapert er wat aan en gaan de hoorders dankbaar maar onvoldaan huis waarts. De kleinsteedsheid is een vloek, die ook op ons nationaal tooneel drukt. De richting waarin de bestaande gezel schappen werken, is over 't geheel de goede. Wel vervallen ze alle, geen enkele uitgezonderd, van tijd tot tijd in de draken- periode tot stijving der kas, zoo 't heet, maar over 't geheel genomen is er met het oog op 't verleden, reden van blijdschap. Ze doen hun best de eer onzer taal op te houden, maar die voortgang in de goede richting brengt ook voor onze gezelschap pen eigenaardige moeilijkheden mee. Ons nationaal tooneel n.l. is arm aan echt Ne derlandsche producten en vandaar dat we om goede stukken te krijgen ter markt moeten bij de buuren. Daar is nu wel niets tegen, aangezien 't goed toch goed blijft of 't op onzen bodem dan wel op Duitschen of Franschen grond .geteeld is, doch jammer is 't dat onze tijd zoo arm is en blijft aan goede tooneelschrijvers. Wanneer men Rosier Faassen, Justus van Maurik en Lodewijk Mulder uitzondert werkt geen der overige letterkundigen voor 't tooneel. De verwach tingen die men koesterde van enkelen hunner verwezenlijken zich niet. Het reper toire is dientengevolge overvuld van vreemde stukken en een Nederlandsch stuk wordt een witte raaf. Alles en alles te zamen genomen is ons tooneel nog volstrekt niet wat het wezen kan, zal het de uitdrukking van het willen en denken der natie zijn. Novelle van robert byr. 6) Ik wilde hem een weinig plagen met zijn geheim zinnige vertooningen en maakte hem mijn compliment over de welgeslaagde gelijkenis van het portret zijner Penthesilea. Hij bromde echter slechts: Zij is totaal mislukt.» «Bedoelt ge, dat de kuische, maagdelijke schuchter heid bij het orgineel niet aanwezig is Maar de kunste naar moet immers altijd idealiseeren Voor het overige kan ik u slechts gelukwenschenmen kende reeds uwen naam Austin.Gij zet er vaart achter!» «Ik voor mij vindt dat zoo wonderlijk niet. De gravin zal wellicht, nadat ik haar verliet, den oppasser naar mij gevraagd hebben, en die kent mij zeer goed.» «Hetgeen toch echter altijd bewijst, dat zij zich voor.... een van ons beiden interesseert.» Het is mij wel,antwoordde hij norschen, toen ik hem spottend aanzag, voegde hij er bijEene gehuwde vrouw »Des te beter voor u,« merkte ik aan. Hij haalde even de schouders op en gaf geen antwoord. Gij ziet, mijn vriend, mijn voortreffelijk geheugen laat mij niet in den steek. Ik heb u alles woordelijk getrouw verhaaldtrouwens, het is mij alles sedert dien tijd ook herhaalde malen weder voor den geest gekomen. Na verloop van tijd hechtte ik beteekenis aan elke klei nigheid, waarop ik in den beginne geen acht had ge slagen. Er schuilt in mij een soort fatalist en ik ben wel genoodzaakt te erkennen, dat van het eerste oogenblik af het noodlot mijn jongen vriend aangreep, ja hem zijns ondanks met zich voortsleepte. Doch gij zult verder hooren. Weldra sprak men van niets anders als van de schoone Rusin.Reeds hare verschijning was voldoende om op zien te verwekken en alle mannenharten te doen ont vlammen daarbij was zij met eene weelde opgetreden, die van een onmetelijken rijkdom scheen te getuigen. Daar er geen villa beschikbaar was, zooals de graaf er een wenschte, had hij een groot appartement in het «Hotel d' Italiahet voormalige Palazzo Murat, gehuurd en gedeeltelijk nieuw gemeubeleerd. Rijtuigen en paar den werden aangeschafthij was een groot liefhebber van de jacht, doch hij werd daarin door Wanda nog overtroffen. Over haar rijkunsten was men bijna niet uitgesprokenhare vaardigheid in het mennen van een vierspan wekte de bewondering van alle flaneurs op het corso, en de elegance en pracht barer somtijds hoogst buitensporige toiletten de afgunst van al de dames. Er had zich te Florence een volkomen internatio nale kolonie gevormd, en men ziet daarbij nog al eens iets door de vingers; in den grond der zaak echter heerscht er, ondanks alle liberaliteit, in de eigenlijke groote wereld een zekere kleinsteedsche geest. Aan den graaf echter kon, schoon eenige families daartoe wel eenige neiging betoonden, de toegang niet gewei gerd wordenen al werden ook zijne eigene salons door de hier eenigermate inheemsch geworden vreem delingen aanvankelijk wat minder bezocht, de jonge man nenwereld trachte des te ijveriger in zijn kring te ge raken, of liever in dien van de dame des huizes, die al spoedig eene onbeperkte heerschappij over de harten barer aanbidders voerde. Zij had er slag van, hen tot zich te lokken en te tyranniseerenhet scheen dat zij wangunstig was op elk huldebetoon, aan anderen gebracht, en toch ook geen behagen vond in de huldeblijken, die men haar zelve hood. Met weergalooze gruwzaamheid wist zij de smachtenden te pijnigen; en toch viel het haar licht, met een enkel woord haar geheele omgeving teelec- triseeren, als haar ongestadig gemoed naar eene nieuwe verstrooiing, naar eene verrassende afwisseling, eene niet alledaagsche aandoening reikhalsde. Allerlei feesten en ondernemingen werden er op 't getouw gezetde groote loge, die de graaf in de Pergola gehuurd had, stond voor de geheele wereld open daarenboven was hij een minnaar van grof spelen, waarbij hij echter nooit veel geluk had. Geen wonder dat eindelijk de kring der bezoekers zich allengs meer uitbreidde en deze ten laatste alle mannen uit de groote wereld, alle vermaak- lievende vreemdelingen en zelfs vele aanzienlijke families omvatte. Iedereen vond het huis charmant. Hadden wij terughoudender moeten wezen Welke redenen zou een oude vrijer als ik kunnen hebben om geen gebruik te maken van de gelegenheid, mij te amuseeren Ik was er in het begin reeds terstond heengegaan Austin echter kwam er slechts zeer zelden. In het eerst had hij zich gehouden alsof hij aan de tot hem gerichte uitnoodiging volstrekt geen gevolg wilde gevenhij vertoonde zich in het alge meen bij al zijn bekenden zeer zeldzaam, doch hij was ook even moeielijk in zijn atelier aan te treffen. Het model der Amazonen-Koningin stond in een hoek, met stof overdekt, en de kunstenaar had vrij-af geno men. Langzamerhand echter keerde de verloren arbeids- lust toch weder bij hem terughij koos een blok uit en ging aan het werk hij zocht weder naar den Lungarno, en verzette zich ook niet tegen de aanneming eener tweede uitnoodiging, die bij een toevallige ont moeting in de werkplaatsen herhaald werd. De «schoone gravinwas op den handigen inval gekomen, hem in zijn eergevoel aan te tasten, door te beweren dat zijne zoogenaamde vrouwenvrees, waarover men haar gesproken had, niets andei's was dan de vrees om door zijne onweêrstaanbaarheid slachtoffers te ma ken. Zij vond zulk eene welberaamde terughouding, zelfs al werd zij daardoor van zijn gezelschap beroofd, Jioogst prijzenswaardig, voegde zij er bij. Die spotternij joeg Austin het bloed naar de wangen. «Het kon wellicht ook eene zwakheid zijn, wat voor sterkte aangezien wordt,merkte hij op, doch hij hield de i" ..ere uitwerking der gedachten, die hem door het hemd woelden, met opzet terug. Des anderen daags ech ter vergezelde hij mij bij een bezoek in de loge van den graaf. Van toen af bleef hij een regelmatig, schoon niet zeer veelvuldig verkeer onderhoudenhij hield zich meer aan den buitensten rand van haar stralenkrans. Des te minder terughouding betoonden anderen, waar onder voornamelijk de heer Von Rehling en zekere chevalier De Lanzac, iemand van bij de veertig jaar, doch over het geheel van een zeer aangenaam voor komen, volleerd in de verfijnde vormen der Franschen. Hij zelf gaf voor, wegens zijn zwakke borst den win ter in een warme luchtstreek te moeten doorbrengen van ter zijde echter wist men te vertellen, dat hij hier speciaal politieke bedoelingen op 't oog had. Ik vond zijn omgang volstrekt niet onaangenaam mijn entwege mocht hij ik weet niet welke politieke zen ding hebben, ik behoefde mij er niet meer over te bekommeren die tijd was voorbij Men zag hem zeer dikwijls als geleider van de «schoone Russin.Op zekeren dag kwam hij met haar ook bij Austin, die juist voor zijn werk zat, waaraan hij vlijtig arbeidde, terwijl met mij aan 't praten was. Gij kunt u onze ontsteltenis bij deze verrassing voorstellen Austin was als verlamd, doch behield nog zooveel tegenwoordigheid van geest, dat hij haastig een doek over het model wierp. (Wordt vervolgd.) i NIEUWSBLAD Hel Land van llciisilui en Altena, DE LANSSTRMT EH EE BOBDHELERWAARD o j

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1881 | | pagina 1