No. 16. ZATERDAG 19 NOVEMBER. 1881. In dienst FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEEKMAN, Heusden. De b 1 a 11 w e P a p a g a a i. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Eranco per post zonder verhooging. prijs- Advertentiën 1G regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Wanneer ge daar een agent van politie ziet heenstappen, langzaam doch volstrekt niet deftig, met de verveling op 't gelaat, van 't eene eind der straat naar 't andere en terug, zóólang tot zijn dienst daar ter plaatse afge- loopen is en hij, na afgelost te zijn, nieuwe orders gaat halen of in 't geval hem die reeds bekend gemaakt zijn, zich naar elders begeeft en aldaar zijn slentergang hervat, dan be kruipt u onwillekeurig den lust den man even op den arm te tikken en hem te vragen waarmee hij toch wel die uren van heen en weer dribbelen verdrijft. Ja, we weten 't wel, hij kijkt scherp uit naar de dienstmeisjes lach niet, 't gaat in alle eer en deugd, zelfs naar recht en wet't is u immers onmogelijk een verliefden agent voor te stellen? houdt een oog in 't zeil bij 't uit- en aangaan dei- scholen, let op de honden, ziet rond naar rijtuigen, handkarren en kruiwagen enz. enz. maar dit alles wordt, verbeelden we ons, zoo'n gewoonte, dat hij 't als bij instinkt doet en nog ruim den tijd overhoudt zich in ge dachten met iets anders bezig te houden. Waarmee dan wel? Och, laten we't niet vragen, we mochten er berouw van hebben. De politie-agent heeft gewoonlijk een lijst bittere grieven tegen ons, het groote publiek, dat hem in dienst gesteld heeft en hem onder houdt, karig wel, maar toch genoegzaam om hem aan 't loopen te houden, doch dat hem haat van heelerharte. Waarmee hij zich on ledig houdt? Met peinzen wellicht hoe 't de lui in zijn wijk naar den zin te maken en hen gunstiger voor zijn persoon te stemmen, zonder nochtans een reprimande van zijn supe rieuren op te loopen. Wel honderdmaal heeft hij zich voorgenomen lankmoedig te zijn en humaan, doch ook telkens stuitte dit zijn voornemen af op de brutaliteit waarmee gezegde dienstmeisjes voor zijn voeten het vuil op de straat wierpen en kleeden uitklopten na het vastgestelde uur, alsof ze op 't ver strijken daarvan gewacht hadden, of op de tergende manier waarop de leerjongens met kruiwagens over 't trottoir reden en de teenen der wandelaars in gevaar brachten. Waaraan hij denkt? Aan 't standje wellicht dat hem wacht als zijn chefs in de krant lezen van den jongen die na een hond getergd te hebben, door dezen gebeten was en waarvan hij, de agent, niets gemerkt heeft, dewijl 't aan 't eene eind der straat plaats had, toen hij aan 't andere een kwartier lang een verdacht persoon bespiedde, van wiens toe stand hij zich op de hoogte trachtte te stel len, hetgeen tamelijk moeilijk was, aangezien de kerel niet bepaald zwierde, maar toch kennelijk zóóveel gedronken had, dat hij 't over een poosje op een zwieren zou zetten. Neen, laten Ave 't niet vragen. De agent van politie is zoo weinig gewoon door 't publiek vriendelijk bejegend te worden, dat hij uwe vraag kwalijk opnemen en aan spotzucht toeschrijven zou. We willen er derhalve slechts naar gissen. Het smart hem dat er voortdurend ge klaagd wordt over zijn gebrek aan ontwik keling, te meer daar hij hiervan weinig begrijpt. Wat wil men dan? Hij kan in redelijk leesbaar schrift een proces-verbaal opmaken en met eenigen zwier zijn hand teekenenmeer behoeft hij niet te kennen al 't overige bepaalt zich tot letterlijke na koming zijner verplichtigenwat zou men nog meer in hem eischen? Hij kan 't niet inzien, en hij zou vreemd opkijken Avanneer ge de oorzaak daarvan toeschreeft juist aan dat gemis, hetAvelk hij niet gevoelt. Doch val er hem niet hard over. Men vraagt gewoonlijk slechts een krachtig lichaam en goede gezondheid, op dat zijn verschijning op een tooneel waar tige begrijpt 't is 't meer of min Avanordelijk toegaat eenigs- zins verschrikkend Averkt. Van zedelijk meer derheid over 't publiek is tot nog toe geen sprake. En die alleen is in staat hem een duurzaam ontzag te doen inboezemen, ter wijl ze alleen verkregen Avordt door ver standelijk en zedelijk ovenvicht. Er behoort nog iets meer toe om de voorstanders onzer rust in toom te houden dan een barsch voorkomen en een goeden voorraad krach termen. Doch zooals Ave zeiden, hij dat niet of slechts ten halve en hem niet kAvalijk te nemen. Wanneer hem een degelijke, verstandelijke ontAvikke- ling ten deel gevallen was, zou hij nimmer naar 't ambt van politieagent gedongen hebben, niet omdat deze betrekking alsdan beneden zijn waardigheid liggen, maar omdat 't loon, waarmee ze tot op heden wordt bezol digd, volstrekt niet in evenredigheid staan zou tot de diensten welke hij in staat is der maatschappij te beAvijzen. 't Is maar waar, Ave klagen over onze politie, Ave nemen 't haar zeer kwalijk wanneer ze in manieren en spre ken volkomen overeenstemt met den onver schilligen soldaat en den drillenden korporaal, maar.... we betalen hun onwaardeerbare dien sten zoo ellendig dat we ons moesten schamen voor ontevredenheid bij zóóveel getrouwe plichtbetrachting. De agent verwijlt daarom in gedachten bij vrouw en kinderen, die thuis blijven, wanneer hij zijn ronde begint en Avier leven niet roos kleurig is. Hij heeft zijn vrouAv liefmaar toch hangt er dikwijls een donkere wolk bo ven hun dak. Indertijd heeft hij haar gevraagd omdat ze er zoo knap uitzag en zij hem ge nomen, dewijl ze meende dat hem die half- militaire kleeding zoo uitmuntend stond. Ze vond het een schoon vooruitzicht dat haar a. s. man vast geld trok en nooit behoefde te verletten, terwijl zij zich niet als andere vrou wen zou behoeven af te sloven. Doch hoe viel dat tegen Dat vaste geld Averd een kruis en die man in den jas met blinkende knoopen bleek niet meer dan een zeer ordinair persoon te zijn. En hij Met angst dacht hij aan de toekomst. Zijn vrouw had geen slag met het weinige dat hij verdiende rond te komen en nog minder om 't binnenshuis knap en netjes te houden. Ze Avas vroeger een knap meisje in haar winkel, nu werd ze een slordige, ver kwistende huisvrouwDe verdiensten ver meerderen Avas hem onmogelijk de dienst vergde al zijn tijd en krachten en 't Avas streng verboden giften aan te nemen, die de dank bare lui voor ontvangen inlichtingen soms geneigd zijn te geven. Hij benijdde zijn col lega's ten platten lande, die liet hoeAvel hun inkomen kleiner is dan 't zijne, beter heb ben dan hij. Hij denkt ook lang en breed over de Averkzaamheden, die hem te doen staan, en wenscht dikwijls in stilte dat hem 't ge luk eens mocht te beurt vallen, een of anderen beruchten schelm te snappen, wiens signalement hij van buiten kent en waar mee hij de aangezichten van alle gebaarde voorbijgangers confronteert of dat de eene of andere omstandigheid leiden mocht tot zijn onderscheiding en bevordering. Helaas, de zaken van belang gaan altijd buiten hem om en vinden plaats in 't oosten wanneer hij in 't Avesten, of in 't zuiden wanneer hij in 't noorden uitkijkt. Zonder ooit van den heer Van Kerkwijk gehoord te hebben, stemt hij van harte in met diens veroordeeling der wetten-fabrikatie en met schrik denkt hij aan de ongehoorde uitbreiding der politie-verorde- ningen, wier handhaving zijn taak is. De drankwet jaagt hem een schrik aan. Alle dronken kerels in de doos, luidt het bevel, een bevel gemakkelijk te geven maar lastig in de uitvoering. Dronken wie is dronken Die een misstap doet of uit den pas raakt Die plotseling staan blijft en niet verder Novelle van robert byr. 10) Brüchner vond haar in elk geval wel wat verne derend hij haalde met een medelijdend lachje de schouders op. Bij den chevalier Avas dit niet het ge val. Wel meende ik ook in zijn oog een vlaag van medelijden te bespeuren, doch het was geheel iets anders als hij zijn geleider. IJlings kwam hij met de uitgestoken hand naar Austin toe, Aviens kracht uit geput scheen en die zich als verpletterd op een groo- ten steen had laten neêrvallen. «Gij kiest een onjuiste uitdrukking, Mr. Neales,« sprak de heer De Lanzac met beminnelijke goedhar tigheid. «Ik ben volkomen voldaan met eene eenvou dige verklaring uwerzijds. Wij hadden ons wellicht beiden een weinig verhit en dan weegt men zijn woorden zoo nauwkeurig niet. Wees verzekerd, dat het incident mij onbeschrijfelijk veel verdriet heeft veroorzaakt en ik verheug mij dat alles nu bijge legd is. Vergun mij nog u te betuigen, dat ik de edele zelfoverwinning, die gij behaald hebt, volkomen weet op prijs te stellen ik weet hoe zwaar zoo iets valt en niemand, voorzeker niemand, zal er de verdiende achting aan ontzeggen. De laatste Avoorden Avaren voornamelijk tot den jongen schilder gericht, die misnoegd het hoofd schudde doch onder den gebiedenden blik van zijn partner toch eindelijk ook de hand toestak. De chevalier noodigde ons uit tot een gemeenschappelijk ontbijt, doch Austin Avees het van de hand. De heer De Lanzac betuigde op beleefde Avijze zijn spijt hierover en reikte hem voor wij uit elkaar gingen nogmaals de hand. «Zoo gij er misschien eenige waarde aan hecht, voegde hij er iets zachter doch met bijzonderen nadruk hij, «neem dan de verzekering met u, dat onze Avegen zich voortaan hier waarschijnlijk niet meer zullen krui sen. Daar ik er nu eenmaal op bedacht moest zijn, Florence te verlaten,een droevig lachje verge zelde en verduidelijkte deze Avoorden en ik daar voor reeds al mijne beschikkingen genomen heb, ben ik voornemens thans Averkelijk te vertrekken, vooreerst naar Nizza het ligt op mijn Aveg naar Parijs. Kan ik u daar te eeniger tijd van dienst zijn, dan zal ik het met genoegen doen. Ik voor mij vond bij dit alles slechts Austins vol komen onverschilligheid het onbegrijpelijkst. De chevalier had zich gedragen als een man van eer, als een echte cavalierAustin liet alles begaan alsof hij er volstrekt niet mede te maken hadde lustelooze, bittere trek om zijn mond bleef daar voortdurend merkbaar. Ik moet bekennenhoe verheugd ik ook Avas, nu het duel geen voortgang gehad had, Avilde het gedrag van mijn jongen vriend, ondanks de schoonschijnende Aven- ding die de chevalier aan de zaak gegeven had mij toch niet recht bevallen. Met een zekere ergernis in den toon Avaarop ik sprak, vroeg ik Austin, zoodra Avij Aveder in ons rij tuig zaten, of vrouAvenbeden hem beAvogen hadden zich op genade en ongenade over te geven. «Vrouwenbeden?» mompelde hij norsch. «Neen, de erkening van mijn ongelijk 1 Ik merkte op, dat hij daarom toch Avel aan mij had kunnen overlaten, de zaak te arrangeeren. Ook de chevalier had niet volstrekt het recht aan zijn kant gehad. Austin sloeg de oogen op en zag mij met somberen ernst aan. Het recht en de waarheid!» Hij zeide dat met eene kalmte, die mij door merg en been ging daarna verviel hij Aveder tot zijn on verschillig stilzwijgen. Wel had ik geAvenscht, verdere ophelderingen te bekomen, maar zelfs al Avas hij bereid geAveest ze mij te geven, mocht ik er nu niet naar vragen. Ik zag dat hij met zorg behandeld moest Avorden. de arme jongen Op zijn leeftijd staat eene teleur stelling, eene ontgoocheling, nog met eene venvoes- tende aardbeving gelijk. Men heeft moeite zich te midden der instortende wereld van idealen staande te houden. Later wordt men sceptisch en ondervindt men, Avanneer zij, gelijk te verwachten Avas, ineenge stort is, Avel iets dat naar een pessimistische voldoe ning zweemt. Eigenlijk vond ik toch dat de chevalier door zijn vertrek al zeer slecht een liefde loonde, die zoo ver gegaan Avas van aan zijn tegenpartij, die misschien anders niet te Aveerhouden zou zijn geAveest, zulk eene vernietigende bekentenis te doen. Het geheim moest ongetAvijfeld al zeer slecht beAvaard zijn geble ven, Avant met opmerkelijken spoed zag ik de ster der schoone atouav verbleeken. De geruchten, die aanvankelijk Aveinig geloof had den gevonden, namen een vaste gestalte aande families trokken zich de een na de ander terug, en alleen het heerenpersoneel bleef er zich vertoonen, schoon ook voor hen een verandering van stemming en toon viel op te merken. Wat van de zijde der fatsoenlijke kringen en van hen, die hun uiterste best moesten doen om althans nog den uiterlijken schijn te beAvaren, den graaf met verontAvaardiging als een verm tel en roekeloos spel verweten Averd, ofschoon het nog volstrekt niet openlijk erkend Avas, werd mij niet lang daarna bevestigd bij eene gelegenheid, die ik niet gezocht had. De winter liep ten einde en mijne schoonzuster drong er op aan, dat ik de vervulling van een reeds in den herfst gevormd plan, om haar te Milaan eens te komen bezoeken nu niet langer zou verschuiven. Mijn broeder -had zijn kinderen een onbeslist pro ces nagelaten, dat betrekking had op zijne goederen aan de Tyroler grenzen. Ik, als voogd, moest nu zelf inzage nemen van de territoriale bepalingen en ver houdingen, en in geval van nood mijn ouden en gelijk ik mij later overtuigd heb, ook Averkelijk reeds verouderden invloed doen gelden, etc. etc. De dag van mijn vertrek Avas reeds bepaald en ik maakte mijne afscheidsvisiteseen der allerlaatsten gold graaf Walunjin. Zijn appartementen hadden geen eigenlijke antichambre en geAvoonlijk Avachtte er in den corridor een lakei, doch ditmaal Avas deze er niet te vinden, zoodat een kellner, die mij had zien aan komen, zich haastte om de deur voor mij te ope nen. Ik zag er te minder bezAvaar in, onaan gediend binnen te treden, daar ik een gebruikelijk visite-uur gekozen had en er ook nog andere bezoekers dacht te zullen aantreffen. Evenmin als in het kleine tusschenvertrek, vond ik iemand in de salon. De pa pagaai in zijn vergulden kooi schreeuwde op een on uitstaanbare Avijze en ik merkte spoedig op, dat hij des te luider begon te krijschen, naar gelang in Wanda's aangrenzende huiskamer de stemmen zich duidelijker lieten hooren. Ik Avas daar reeds herhaalde ma'ea ontvangen geAvorden, de jonge vi'ouav Avas er op gesteld, in dat gezellige, goed verwarmde vertrek te vertoeven, ik trad dan ook onbeschroomd op de deur toedoch toen ik er voor stond, aarzelde ik of ik de portière Avel zou openslaan. (Wordt vervolgd.) UWSBLAD lid Lam! van llriisilrii en Altrui, DE LANGSTRAAT EN DE BOMMELERVAARS.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1881 | | pagina 1