binnenland:
Buitenlandscli Overzicht.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Burgerlijke Stand.
INGEZONDEN.
weegt. Door hem een enkel kwartier met
een hoopje vreemde kinderen aan 't werk
te zetten, maakt men eene belachelijke pa
rodie op 't vergelijkend examen.
Zoo'n parodie echter wordt herhaaldelijk
geleverd en dat noemt men dan praetisch
te werk gaan. De vruchten blijven gewoon
lijk niet lang uit. Het jonge mensch, dat
schitterde voor de oogen der raadsleden,
schittert na verloop van eenigen tijd met
een school, waarin heel wat afgebroken en
omvergesmeten, doch zeer weinig opgebouwd
en overeindgezet is. De groote, vérstrekkende
plannen draaien op niets uit, het onderwijs
kwijnt en het ongenoegen neemt hand over
hand toe. De jeugd merkt dat de /meneer"
van heden 't niet halen kan bij den //mees
ter" van vroeger, en de ouders hebben meer
dan voldoende reden om de gedachtenis
van den laatste levendig te houden.
t BAARDWIJK, 21 Nov. Het verzoek dezer
gemeente, om subsidie voor den bouw een er onder
wijzerswoning, is gewezen van de hand.
t WAALWIJK, 21 Nov. Door het vertrek van
den heer Thijssen naar Leiden en de ziekte van
den heer Gerris, staat de school alhier zonder hulp.
Tijdelijk wordt deze bijgestaan door den heer van
Lier, gepensioneerd hoofdonderwijzer van Herpt.
t Het vergrooten van het schoollokaal is
gegund aan den heer P. van Huiten alhier, voor
9320.
t ZUILICHLM. Ds. W. Maan, onze geachte
predikant, stelt zich voor om op Zondag 27 No
vember e.k. alhier zijn afscheid van de gemeente
te nemen, en op Zondag 4 December d. a. v. te
Bleskensgraaf zijn intree te doen.
Bij Kon. Besluit van 1 Nov. j.l. zijn nieuwe
bepalingen omtrent het vervoer van vee langs
spoorwegen vastgesteld. Het vee mag alleen in
daartoe bestemde wagens worden vervoerd. De
besturen der spoorweg-maatschappijen zijn verplicht
wagens, waarin vee is vervoerd, na elk gebruik
te doen reinigen en ontsmetten met inachtneming
der bepaalde voorschriften. Diezelfde verplichting
bestaat ten opzichte van alle voorwerpen, waar
mede het vee op de terreinen van den spoorweg
in aanraking is geweest, als loopplanken, emmers,
voederbakken, touwen, enz. en van het terrein,
waar de in- en uitlading plaats heeft. Tot voor
ziening in de kosten dier reiniging en ontsmetting
kunnen de spoorweg-maatschappijen van hen, wier
vee zij vervoeren, een geldelijke bijdrage vorderen.
In den gemeenteraad van Gouda deed zich dezer
dagen een kwestie voor, die alleszins vermelding
verdient. Aan de orde was verhooging der be
zoldiging van de gemeente-geneesheeren. B. en W.
stelden voor een verhooging van f 100. Toen
vroeg de gemeente-geneesheer De Rotte, die tevens
raadslid is, het woord en stelde voor, die verhoo
ging 200 te doen bedragen. Na eenige discussie
stemde men en het voorstel van laatstgenoemden
heer werd aangenomen met 8 tegen 7 stemmen.
Is dat besluit nu wettig? vroeg de wethouder Noot
hoven van Goor. De heer De Rotte toch besliste
door zijn stem de zaak en art. 46 der gemeente
wet zegt, dat de raadsleden zich onthouden van
medestemmen over zaken, die hun persoonlijk
aangaan. Was dit een zaak, die het raadslid De
Rotte persoonlijk aanging Ziedaar een vraag,
die de Goudsche raad ten slotte ontkennend
beantwoordde.
Het huis met stal en schuur van den land
bouwer Dirk van den Boogaard» onder Beek en
Donk, is met meubelen, granen, hooi en een deel
der bouwgereedschappen een prooi der vlammen
geworden. Oorzaak onbekend. Alles was, hoewel
zeer laag, verzekerd.
De Wouwsche plantage, op anderhalf uur afstand
van Bergen-op-Zoom, nog voor een groot gedeelte
uit dicht begroeid mast- of naaldhout bestaande,
is gedurende de laatste weken onveilig, ten ge
volge van de vele aanrandingen, die daar of in de
onmiddelijke nabijheid plaats hebben. Men vermoedt
dat eenige landloopers, die hier bij herhaling over
de grenzen worden gebracht, aldaar eene geheime
schuilplaats hebben, van waar uit zij hunne maar
al te dikwijls gelukkende aanrandingen plegen.
Een troep Zigeuners van 35 personen (groot
en klein) is dezer dagen in het noordoosten van
ons land, o. a. te Mussel- en Stadskanaal, als een
ware rooverbende rondgetrokken. Bij den slager
werd vleesch, bij den bakker brood, bij den kas
telein jenever, bij den winkelier manufacturen ge
roofd, enz. Een bakker van Yalthermond werd,
op weg, gedwongen den voorraad brood uit zijn
kar op hun wagen over te laden, terwijl verschil
lende personen werden aangerand en afgezet.
Naar het Vad. nog nader verneemt, is aan het
provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland bij on
derzoek gebleken, dat de ouderlingen te Gorinchem,
die verzocht hadden regt te spreken tusschen hen
en den predikant, wiens leerlingen zij hadden af
gewezen, zeiven zich schuldig hebben gemaakt
aan verstoring van orde en rust en aan vergrijp
in de uitoefening hunner kerkelijke betrekking.
Het kerkbestuur heeft zoowel hun een berisping
gegeven, op grond dat zij in gebreke gebleven
zijn de beweerde onkunde der leerlingen met be
wijzen te staven, als aan den predikant, die, in
plaats van zich op den kerkeraad en op de hoo-
gere besturen te beroepen, toen hij zich door de
afwijzing zijner leerlingen bezwaard gevoelde, hen
twee dagen daarna door den kerkeraad te Har-
dinxveld deed aannemen.
Vrijdagnacht had een brutale diefstal plaats
in het lokaal van de militaire wacht van het Huis
van Arrest op de Prinsegracht te 's-Hage. Tusschen
elf en twaalf uur werden uit dat lokaal vijf militaire
overjassen gestolen. Hoe de dief het heeft aangelegd
om die jassen machtig te worden a la barbe der
wachten, is moeilijk te zeggenhij moet het heel
slim hebben gedaan, daar de jassen volstrekt niet
zoo voor de hand lagen, of wel de wachten moeten
erg dommelig zijn geweest. Hoe het zij, de man
pakte de jassen op en verdween er ongemerkt
mede.
De jassendief schijnt later, in zijn hofje te huis
gekomen, de jassen over een muur bij een buur
man te hebben willen gooien, misschien wel met
het doel om later een ander van den diefstal te
beschuldigen en voor zijn aanbrenging een kleine
belooning te krijgenhij werd toch naar men
zegt door de politie wel eens als handlanger
gebruikt en bracht onlangs een paardendiefstal aan
het licht. Zijn daad werd echter ontdekt en
toen de politie in kennis werd gesteld van het
nachtelijk bedrijf van den jassendief, had zij hem
weldra betrapt. De hoofdagent, die de jassen in
beslag nam, begaf zich eerst naar de hoofdwacht
om te vragen, of men daar ook jassen miste. Het
antwoord was ontkennend. Hoeveel jassen zijn er
gevonden? was de vraag. Vijf. Nu, dan zijn ze
zeker uit de wacht van het Huis van Arrest, waar
zooveel jassen hangen. Bij aankomst in die wacht
vond de hoofdagent de wachten niet heel wakker
hij vroeg aan den sergeant van de wacht of hij ook
mil. overjassen had. Wel zeker, was het antwoord,
daar hangen zij. Doch bij nader bekijken bleek het,
dat zij weg waren. De hoofdagent lichtte nu den
sergeant in omtrent het raadselachtig verdwijnen
van de jassen, wat den sergeant en de wachten
minder aangenaam stemde, want hoe zij zich ook
de oogen uitwreven, zij konden zich maar niet
herinneren, hoe die verdwijning had plaats gehad.
De jassenvanger is een zekere A. Wougrim,
die reeds verscheiden malen zijn naam zag prijken
op het lijstje van kantongerechts-veroordeelingen
wegens dronkenschap.
Men zal zich herinneren, dat de inlandsche
steenfabriekanten hebben geklaagd over den voor
keur aan Duitsch formaat bij landsgebouwen ge
schonken. De minister van justitie deelt daarover
het volgende mede
Terecht is opgemerkt, dat in het bestek van
de cellulaire gevangenis te Groningen het gebruik
van steen van Duitsch formaat is voorgeschreven.
Dit is intusschen alleen geschied voor den ring
muur, omdat eene bijzondere wijze van constructie,
door den ingenieur-architect ontworpen en waar
door eene belangrijke uitgave wordt bespaard,
alleen met zulken steen kan worden uitgevoerd.
„Voor het geheele gebouw zelf is evenwel het
gebruik van steen van gewoon formaat aangewezen,
en in het bestek is eene bepaling opgenomen
welke verplicht in het algemeen aan het inlandsch
fabriekaat boven het buitenlandsche de voorkeur
te geven.
„De Minister meent de belangen der Nederl.
industrie dus niet uit het oog te hebben verloren,
maar zou zich niet verantwoord achten als hij aan
het verlangen van zeer vele Nederl. steenfabrie
kanten had toegegeven en eene besparing van
f 15,000 had verzuimd."
De suikerfabrieken te Bergen-op-Zoom zullen
dit jaar nog vroeger dan anders hunne werkzaam
heden moeten staken, daar reeds nu uit >ommige
plaatsen gemeld wordt, dat de laatste suikerbieten
verscheept zijn. De bieten zijn dit jaar schaarscher,
maar door het groote suikergehalte bijzonder voor
de fabrikatie geschikt.
In de vorige week zijn door de justitie uit het
rijk verwijderd 49 vreemdelingen, waaronder 4
vrouwen, als zijnde zonder eenig middel van bestaan,
wegens gemis van de vereischte papieren of wegens
bedelarij.
Met inbegrip der Groningsche gevangenis zul
len, na aftrek der zoogenaamde strafcellen, nog
slechts 1400 cellen in het Rijk aanwezig zijn.
Voor de executie der gevangenisstraf volgens
het nieuwe Strafwetboek zullen er, naar de meest
nauwkeurige berekeningen, nog 800 moeten wor
den bijgebouwd.
Het voornemen bestaat om 200 over die ar
rondissementshoofdplaatsen, waar thans cellen in
voldoenden getale ontbreken, op zoodanige wijze
te verdeelen, dat een gevangenisstraf van niet
meer dan drie maanden overal in loco zal kun
nen worden ten uitvoer gelegd, en voorts in drie
steden groote cellulaire gevangenissen te bouwen,
ieder ruim 200 cellen bevattende.
De eenige dezer drie laatstbedoelde steden waar
bouwterreiu moet worden gekocht, is Arnhem.
Het is bekend, dat het zeer moeilijk is aldaar
op billijke voorwaarden bouwterrein te verkrijgen
en het behoeft geen betoog, dat een hooge prijs
zou moeten worden besteed indien de Staat zich
als kooper aanmeldde.
Om deze reden heeft de Minister van Justitie
in het belang van 's Rijks schatkist gemeend de
gelegenheid te moeten aangrijpen die zich dezer
dagen voordeed en zich van een zeer geschikt
terrein, groot bijna 21/2 hectare (gelegen 11 mi
nuten gaans van het stationsgebouw) voor een
billijken prijs (f 2 per centiare) verzekerd.
De kosten van den bouw worden geraamd op
ongeveer f 550,000, zijnde het bedrag waarvoor
de gevangenis te Groningen is aanbesteed. Voor
1882 wordt f 50,000 aangevraagd voor het ter
rein en 150,000 voor het eerste perceel van
den bouw.
In het vorig nummer van uw blad wordt,
in een bericht uit Drunende wenschelijk-
heid uitgedrukt voor een onderweg aan den
dijk van den Baardwijkschen overlaat en komt
het den berichtgever vreemd voor, dat door belang
hebbenden niet een daartoe strekkend adres den
minister wordt aangeboden. ZonderlingToen de
spoorweglijn uitgebakend was en de richting vast
gesteld, hebben verschillende inwoners van Drunen,
gesteund door het bestuur dezer gemeente, een
overweg verkregen op 300 M. afstand van den
dijkvan een onderweg aan den dijk was toen
in het geheel geen sprake, misschien wel omdat
deze slechts voor zeer enkelen ten goede zou
komen. En thans zeker zou het kinderachtig, om
niet te zeggen belachelijk zijn, indien men, nu op
die plaats alles ontworpen en vastgesteld is en
naar de plans reeds een begin is gemaakt met het
bouwen der spoorbrug, nog een zeker vruchtelooze
poging zou aanwenden, om een onderweg te ver
krijgen 300 M. van de plaats waar een overweg
komen zal.
Drunen, 17 Nov. N.
I I l II J_l. IJ. _ül_ Li
De goede, oude tijd.
Wanneer een reiziger in de groote Arabische zand
woestijn rond doolt, dan is er misleiding voor hem
aan alle zijden. Op de plaats, waar de karavaan zich
bevindt, is alles droog en dor; ver in het verschiet,
voor en achterwaarts schijnt zij door verfrisschend
water omgeven. De pelgrims spoeden voorwaarts en
vinden niets dan zand, waar zij een uur geloden een
meer meenden te zien. Zij wenden het hoofd om en
zien een meer op de plaats, waar zij een uur geleden
door het zand worstelden. Een soortgelijk zinbedrog
schijnt de natiën te kwellen op elk gedeelte van den
langen weg, die van armoede en barbaarschheid tot
de hoogste trappen van welvaart en beschaving leidt.
Zoo wij echter het schijnbeeld vastberaden terug
jagen, dan zullen wij het voor ons de wijk zien nemen
tot in de fabelachtige gewesten der grijze oudheid.
Het is mode de gouden eeuw te zoeken in tijden, toen
de adel van de gemakken verstoken was, wier gemis
zijne knechts op dit oogenblik ondragelijk zou zijn,
toen boeren en winkeliers hun ontbijt hielden met
brood, waarvan do bloote vertooning in een heden-
daagsch arm huis reeds een oproer zou doen ont
staan, toen de gezondheidstoestand op het land ellen
diger was dan thans in de krotten der achterbuurten
van de groote steden, en toen daar de menschen
eerder stierven dan thans op de kusten van Guyana.
De goede, oude tijd! Wegen en kanalen thans
overal. Was vroeger de marktplaats voor den boer
op eon dagreis afstands, nu bereikt hij haar in een
uurgaat thans een ieder in de steden en bijna overal
op het platteland na zonsondergang gerust naar bui
ten, zonder vrees voor roovers, zonder vrees in de
duisternis armen of beenen te breken op het slechte
plaveisel, toen liep hij ieder oogenblik gevaar ter
aarde geveld en van zijne bezitting beroofd te worden.
Elke metselaar, die van een steiger valt, elke straat
veger, die onder een rijtuig geraakt is, kan zijne
ledematen laten zetten en zijne kwetsuren laten ver
binden door geneesheeren, wier bekwaamheid men
anderhalve eeuw geleden voor geen schatten kon
koopen. Do duur van het meuschelijk leven is bijna
overal toegenomen. Was toenmaals een sterftecijfer
van 44 of 45 op de duizend een gunstig getaltegen
woordig is 25 een hoog cijfer eu den Bosch met zijn
29 op de duizend staat in de onderste rij van de
groote gemeenten van ons land.
Van betrekkelijk nog grooter belang, zijn de wel
daden aan den verzachtenden invloed der bescha
ving te danken. In degeschiedboekenvan anderhalve
eeuw of twee eeuwen geleden, vindt men bijna geene
enkele bladzijde, die niet een blijk bevat, dat onze
voorouders toen minder menschelijk waren dan thans.
De tucht, die in do werkplaatsen, scholen en huisge
zinnen gehandhaafd werd, was oneindig harder dan
thans. Mannen van goede geboorte en opvoeding
waren gewoon hunne bedienden te slaan. Paedagogen
kenden geen ander onderwijs dan met de plak. Echt-
genooten van achtbaren stand schaamden zich niet
hunne vrouwen te mishandelen. De onverzoenlijkheid
van vijandelijke staatspartijen was zoo groot, dat
wij er ons geen denkbeeld van kunnen vormen. Werd
een misdadiger te pronk gezet, dan mocht hij blij
wezen, als hij, onder een hagelbui van klinkers en
straatkeien het leven er afbracht. De scherprechter,
die een beschuldigde moest geeselen, werd door de
omstanders aangezet den patient eens goed te laten
brullen. De gevangenissen waren hellen op aarde,
kweekscholen van alle misdaden en van alle ziekten.
Voor de rechters brachten de vermagerde en bleeke
misdadigers uit hunne cellen een verpeste atmosfeer
mede, waardoor zij soms op rechters, advocaten en
publiek vreeselijk gewroken werden. De maatschappij
zag al deze ellende met koude onverschilligheid aan.
Nergens trof men dat rustelooze en fijngevoelige
medelijden aan, dat het kind in de fabrieken, de
negerslaaf op de plantages in bescherming nam en
neemt, dat den mondvoorraad en de watertonnen
van elk schip landverhuizers onderzoekt, dat stamp
voet bij eiken slag, die op den rug van den dronken
soldaat valt, dat niet duldt, dat de dief in de gevan
genis zich overwerkt of slecht gevoed wordt, ja, dat
er zelfs in menig land in geslaagd is, het oud-testa-
mentisch woord; »oog om oog, tand om tand« te
niet te doen en het leven des moordenaars te redden.
Het is niet tegen te spreken, dat medelijden, evenals
elk ander gevoel zich door de rede moet laten beheer-
schen, wil het niet tot belachelijke en betreurens
waardige gevolgen leiden. Maar hoe meer wij de
jaarboeken van het verledene doorbladeren, des te
meer zullen wij ons verheugen, dat wij leven in een
tijdvak, waarin wreedheid verfoeid, en alle lijdeu,
hoe verdiend ook, slechts met tegenzin en uit plicht
gevoel veroorzaakt wordt. Alle standen hébben voor
zeker door deze groote zedelijke verandering veel
gewonnen, doch de stand, die daarbij het meest is
vooruit gegaan is die der armen, der af hankelijken
en der weerloozen.
De goede oude tijdWie zou hem terugwenschen
gelijk hij was. Ja het leven des volks is wel gelijk
aan de reis in de woestijn, voor en achter s c h ij n t
alles beter, maar het is zinsbedrog. Geen zinsbedrog
echter is het, dat de reiziger telkens nader komt aan
het doel der reize, hij gaat niet in een cirkel. Zoo
gaat ook het leven des volks voorwaarts naar meer
dere volmaking, en voor den opmerkzamen beschou
wer zijn de teekenen des tijds meer dan voorbijgaande
schaduwbeelden, zij zijn voor hem de zekere bewijzen
van langzamen, rusteloozen vooruitgang.
De optreding van het kabinet Gambetta heeft
vooral de aandacht getrokken in Italië omdat, zoo
als men weet, in den jongsteu tijd de verhouding
van Frankrijk en Italië minder goed was geworden.
Gambetta nu is een groot vriend van Italië en hij
begrijpt zeer goed dat Bismarck een mooi stuivertje
wil geven om tusschen Frankrijk en Italië verwij
dering voor altijd te bewerken. Het Romeinsche
dagblad Popoio Romano juicht Gambetta's optreden
dan ook levendig toe en zegt
Gambetta is een verzekering van vrede voor
Europa en een belofte van de beste verhouding
voor Italië.
»De hervormingen, die Gambetta denkt te vol
tooien, beantwoorden aan de eischen van de mo
derne maatschappijen en kan men samenvatten in
deze drie woorden: vrede, vrijheid en arbeid.
Dit is zeker zeer fraai, doch ongelukkig genoeg
deuken de warhoofden in Frankrijk zelf er heel
anders over. Zij verkondigen luidkeels dat Gambetta
een verfoeilijk reactionair is en de roode aanplak
biljetten die op de muren van Marseille en Lyon
worden gevonden, sporen openlijk aan tot opstand
en omwenteling,
Goed beschouwd is dat eigenlijk juist de kracht
van Gambetta. De gegoede klassen in Frankrijk
weten dat Gambetta republikein is maar geen de
magoog en dat hij de socialisten laat praten.
Zullen zij meer dan praten willen dan zal hij
hen met ijzeren vuist weten te bedwingen.
Het blijft nog een raadsel of de Fransche ge
zanten te Berlijn en te Petersburg worden afgelost.
Het aanbieden van ontslag beteekent op zich zelf
heel weinig. Dat deden die gezanten bij elk nieuw
Ministerie. De vraag is maar of het werkelijk wordt
aangenomen.
Terwijl Gambetta thans als de eenig onmisbare
wordt geacht om de hartstochten van het gepeupel
te breidelen en tevens het beginsel der vrijheid
niet te veiioochenen, heeft Bismarck door den
Keizer vrij onwellevend den Rijksdag zijn handschoen
in het gezicht geworpen.
De rede waarmede Bismarck dien Rijksdag opende
laat geen twijfel meerBismarck zal zijn
plannen op nieuw ter tafel brengen en hij kan
daarbij steunen op den Keizer en op een Roomsch-
conservatieve meerderheid van 20 stemmen.
Het staat dus vast dat hij öf enorme concessies
aan Rome zal moeten doen of zijn plannen opnieuw
zal moeten zien verwerpen. Het een zoowel als het
ander kan de bedenkelijkste gevolgen voor het
Duitsche Rijk hebben.
Plotseling is naar het schijnt in Ierland de rust
teruggekeerd. Zou werkelijk Gladstone den draak
bezworen hebben en de landliga zijn verlamd. Er
zijn lieden die Ierland goed kennen, dorpsgeeste
lijken, die verklaren dat de zaak niet uit is eu
dat de Ieren niet zullen rusten voor dat de laatste
Engelschman Ierland heeft verlaten.
Aandacht verdient het ook dat plotseling in den
oosterschen hoek weer een geduchte moeilijkheid is
gerezen. In Dalmatië is een formeele opstand tegen
het Oostenrijksch bestuur uitgebroken en volgens
particuliere dépêches trekken de Oostenrijkers terug.
Te Weeneu werpt men de schuld op de Russen,
die door geheime agenten de bevolking zouden hebben
opgeruid. Zeker is het dat op dit oogenblik ook
Turkije het met Oostenrijk te kwaad heeft. Bosnië
en Herzegowina worden door Oostenrijk wel bezet
maar niet bezeten. Toch doet het of dit laatste
het geval is on heeft oen wet uitgevaardigd, waarbij
de Bosniërs en Herzegowiners tot den krijgsdienst
in het Oostenrijksche leger worden verplicht. Hier
tegen verzet zich de Porte met recht. Zij zegt
het tractaat van Berlijn zegt wel dat gy die gewesten
moogt bezetten maar niet dat gij er souvereine
rechten moogt uitoefenon, als ware het bij u ingelijfd.
Hoe juist het protest ook zij, Oostenrijk zal er de
schouders wel over ophalen en misschien verhaast
het protest wel wat in de toekomst ligtde ver
deeling van Turkije.
t ALMKERK.
Van 1—15 Nov.
Ondertrouwd: A. H. Damen, jm. 24 j. en
J. Alblas, jd. 22 j. beiden te Dewerken W. Rou-
bos, jm. 22 j. en M. E. Verhoeven, jd. 19 j. bei
den te Almkerk H. van Vark, jm. 20 j. en G.
v. d. Nat, jd. 22 j. beiden te Almkerk.
Gehuwd: H. Groenenberg jm. 21 j. eu A. v.
d. Nat, jd. 23 j.W. Schoenmakers, jm. 32 j. en
J. v. d. Assem, jd. 25 j.
Geboren: Dionisius, z. v. A. Middelkoop en
G. de Rooij, Anna Sophia, d. v. H. de Heus en W.
KrouwelJosina Catharina Elizabeth, d. v. J. H.
J. Kramer en M. H. J. Dekker.
Overleden: T. Heijkoop, 41 j. echtgte. van
C. v. d. WielS. Heijstek, 40 j. echtgte. van J.
v. d. FijiA. v. d. Pijl, 8 j. M. H. J. Dekker, 32j.
echtg. van J. H. J. KramerA. v. d. Pijl, 2. j.
W. van Hooven 45 j. echtg. van P. Dolieslager,
t DEWERKEN en SLEEUWIJK.
Van 1—15 Nov.
Ondertrouwd: H. de Jong, jm. met A. den
Haan jd.G. Biesheuvel jm. met A. v. Rijswijk jd.
Geboren: Gerrit Teunis, z. v. G. Verhoeven
en G. Ippel Bastiaan, z. v. W. den Hollander en
K. Evers Cornelia, d. v. J. C. Pelicaan en J. A.
v. Herpen; Cornelis Arie, z. v. C. Ippel en A. Paans.
Overleden: G. Verschoor 7 m.H. Versteeg
18 m. G. v. Breugel 2 m.A. v. Oord 8 j.J.
de Heus 24 j.
Mijnheer de Redacteur
Najaarszitting der Provinciale Staten van Noord-
Brabant.
Zitting van Woensdag 10 November 1881.
Na openjng der vergadering en voorlezing der notulen van
4 November, komt aan de orde
Een voorstel van Ged. Staten om terugzending van be
zwaarschriften van Helmond en AarleRixtel, om tot de zo
mervergadering aan te houden; waartoe besloten wordt.
Een brief van Ged. Staten, ten geleide van een rapport van
den hoofd-ingeuieur v. d. prov. waterstaat aangaande de aan
vraag der gemeente Berkel om eene provinciale bijdrage voor
den kunstweg in die gemeente.
Na discussie wordt bij stemming bepaald de aanvraag aan
te houden.
Een voorstel van Ged. Staten betreffende verbetering der
rivier de Raam, wordt in handen van de bijzondere commissie
gesteld.
Een nader schrijven van de Noord-Brabantsche Maatschappij
van Landbouw om eene provinciale bijdrage van 1500, wordt
ter inzage gelegd.
Na eene bemerking van 't lid mr. v. d. Biesen over een
verslag, dat echter in de vorige zitting is afgehandeld, komen
in behandeling:
Verslag der commissie van rapporteurs aangaande 't voorstel
van Ged. Staten om eene bijdrage van 40 pCt. te verleenen
in de verbeterings-kosten van de Voorste Stroom en Leij.