FEUILLETON. Buitenlandsch Overzicht. PLAATSELIJK NIEUWS. D e h 1 a n w e P d p a a a verslag, De politiek is teruggedrongen door de vreese- lijke schouwburgrainp te Weenen. In het Huis van Afgevaardigden en in den gemeenteraad van Weenen heeft men de politiek in de laatste dagen niet aangeroerd doch slechts over dit onheil gesproken. Wij hebben nergens de afgrijselijkheid van deze ramp treffender geschilderd gezien dan in het rapport van een officier van gezondheid te Weenen over den toestand der uit het verbrande gebouw in het garnizoens-hospitaal aldaar nedergelegde lijken. z/De meeste personenzoo luidt dit ,/zijn door den rook gestikt of door de menschen- massa doodgedrukt. Alle lijken zijn onkenbaar zwartmet de uitdrukking van angst en vertwij feling op het gelaat, hebben de meeste ongelukkigen de armen over het hoofd gebogen, de vuisten krampachtig gesloten. Schrikkelijk is het aan schouwen der vele lijken, waarvan de sterk gezwollen tong half uit den mond hangt. Door de vóór den dood ingetreden stijfkramp staan de tanden diep en vast in het vleesch van de tong geklemd. Bij velen puilen de oogen uit de kassen. Bij de meeste slachtoffers zijn de neusbeenderen verpletterd, waarschijnlijk een gevolg van het trappen der in doodsangst over elkander heenloopenden of van het vallen langs de trappen. z/In ééne zaal liggen 50 lijken die slechts ver koolde klompen zijnbij velen daarvan is het schedelbeen ingetrapt, de hersens tot een vaste massa aaneengebakken, in het gelaat vindt men geen spoor van een mensclielijk wezen, de spieren zijn ver brand; alleen enkele zenuwen hebben aan de hitte weerstand geboden. De meeste holle beenderen (Rölirenknochen) waren vei^ Het gerucht gaat dat Ignatieff de Russische minister van buitenlandsche zaken, naar Weenen zal komen om eene ontmoeting tusschen den Russisehen Czaar en den Keizer van Oostenrijk voor te bereiden. Indien dit wordt bevestigd zal over het lot van Turkije spoedig beslist zijn. HEUSDEN, 13 Dec. t Ter vervulling eener vacature is tot diaken bij de Ned. Herv. Kerk alhier benoemd de heer Yan Everdingen. t WAALWIJK, 11 Nov. Gisteren morgen de railleerde de tram op de hoogte van Sprang. Persoonlijke ongelukken zijn niet te betreuren, doch de tram kon de reis naar Tilburg niet voortzetten, zoodat om eene andere locomotief moest getelegrapheerd worden. De conducteur der postpakketten heeft deze per rijtuig naar Tilburg gebracht. t SPRANG. Ruim de helft der slijters en ook eenige tappers van sterken drank alhier hebben te kennen gegeven, dat zij geen aanvraag zullen doen tot verkrijging van vergunning tot verkoop van sterken drank en dus daarmede op 1 Mei 1882 zullen eindigen. t's BOSCH. Sedert ruim een tiental dagen is zonder verlof afwezig de notaris L. alhier. Door een der crediteuren is beslag gelegd op den in boedel. De rechtbank heeft reeds een notaris aangewezen tot in bewaarneming der stukken. (N. R. Ct.) bracht worden. De gezamenlijke kosten worden per jaar op 7000 geschat. De heer Yan Zuylen aarzelt niet om gedach tig aan 't succes dat het gezelschap onder de vroegere directie in Londen had, nogmaals het oordeel van het buitenland uit te lokken. Nog voor het einde van dit jaar wil lnj met zijn ge zelschap te Antwerpen in de Yariétés eenige ma len „Vriend Frits" gaan opvoeren. Vooral de keus van dat stuk waarborgt, dat hij ook daar aan de Iiollandsche Tooneelspeelkunst een goe den naam zal weten te verschaffen. In Nov. 1879 nam baron Groetzner de Baut- sen zijn intrek in het hotel „de Arend" iu de Weverstraat te Arnhem. De baron maakte vrij groote verteringen, reed veel paard, enz.daar hij echter in den beginne geregeld betaalde, schonk de heer Gijsbertse destijds eigenaar van genoemd hotel hem vertrouwen en ver leende hem crediet. De rekening werd echter wel wat hoog. Dit was geen bezwaar, 's barons vader woonde te V Hage en was aldaar gezant van Petersburg! De adellijke telg zou even naar 's Hage stoomen en geld halen. Onderweg schijnt hij van plan veranderd te zijnten minste hij stapte te Utrecht uit den trein, bleef daar en zond geen geld. Dit gebeurde in Januari 1880. In April kreeg hij medelijden met den armen hotelhouder die inmiddels het paard, dat hij voor den baron voor 100 gekocht had, weer niet verlies van de hand had moeten doen en besloot hem te be talen, uit diens eigen kas. Hij stapte weder in „de Arend" af en stal des nachts uit de secretaire in de biljartzaal eenige honderde guldens en betaalde den eigenaar f 50 op afkorting af. Vlet het overige verdween hij. inar bleef de baron zoek, doch werd 31 Dec. 2 ure. Prov. bestuur te Utrecht. Het driejarig onderhoud van de schipbrug over de Lek tusschen Vreeswijk en Vianen. Raming 7510 per jaar. Aauw. 24 Dec. 4 Jan. 12 ure. Ministerie van Waterstaat, Han del en Nijverheid. Het maken van gebouwen, het leggen en verleggen van sporen en hot maken van eenige bijkomende werken tot uitbreiding van het Station Geldermalsen. Raming 122,500. Aanw. 27 en 28 Dec. 18 Jan. 11 ure. Ministerie van Waterstaat, Han del en Nijverheid. Het gedurende 1882 onderhou den van en het doen van eenige herstellingen aan de Landsgebouwen te 's Gravenhage. Raming/41800. Aanw. 4 Jan., 9 ure. wfiPlSn! De brand te Weenen. Het schijnt niet volkomen zeker, waardoor de outzettende ramp, die Weenen getroffen en de ge- heele beschaafde wereld met ontsteltenis vervuld heeft, is ontstaan. Sommigen beweren, dat de brand in het Ring-theater (den schouwburg iu de Ring- straat, een der voornaamste van de hoofdstad) is ontstaan door gasontploffing, anderen schrijven hem aan de onvoorzichtige behandeling eener spirituslamp toe. Zeker is het, dat do brand op het tooneel is ontstaan, een kwartier vóór de voorstelling van Offenbachs »Les Contes d'Hoffmann«. Het publiek was reeds behalve in de loges, tamelijk talrijk, toen de brand bij een der coulissen ontstond. Men bemerkte dat echter niet terstond in de zaal. Wel kregen velen in het parterre en op de beneden rangen iu het oog, dat er iets op het tooneel gaande was, maar op de galerij ontdekte men nog niets van het gevaar, vóórdat het scherm met donderend geraas neerstortte en het geheele tooneel zich reeds in vlammen vertoonde. Toen deelde zich een ware vuurregen aan do zaal mede. Op dat oogeublik werd do hoofdkraan der gasverlich ting, ter voorkoming van een ontploffing, uitgedraaid, maar de hulplampen met olie gevuld wilden .dnvolslacren duisternis 17) Novelle van robert byr. (SLOT.) Laat de wereld begaanWij hebben geno-Tan elkander. »En gij dan? Zult gij vergeten? Neen, zwei /iet; gij kunt het niet! De wil alleen is daartoe nttyvol doende, zelfs niet de grootmoedigheid van e($men- schenhart, hoe onuitputtelijk ook. Gij zUt mij bedriegen: gij zoudt vroolijk willen schijnen, 2My ik wist toch dat het niet zoo was. Aan het trille an uw oogleden zou ik het bemerken, aan de lichtste "haduw op uw gelaat. liet kan niet anders zijnliet. fier, dat gij brengen wilt, moet u neerdrukken, br'ouw en twijfel zouden u pijnigen, de verpletterende/ast u ver lammen, zoodat uw genie en uw talent u iegaven en ik zou er de schuld van dragen, omdat ik v zelfzuchtig aan mij vastgeketend had. Nooit, neef nooithet mag niet wezenBen ik dan niet reeds* verachtelijk genoeg Snikkend moet Austin ophouden, tcru-hij deze woor den van Wanda aan mij overbrachthij drukte de ge balde vuisten tegen zijn slapen, als f.reigde zijn hoofd te bersten. Smart en hartstocht gaven zich in een jam merkreet lucht. «Zij heeft mij niet begrepen, zij, heeft mij niet ge loofd!» riep hij uit. O, het was alles zoo doordacht, zoo verstandig, wat zij zeidemaar valsch,valsch! op en top valsch! En hoe licht nam ik destijds alles op, het zou wel verdwijnen als de nevelen yoor de zon, als zij maar eerst mijne vrouw wast En dat oogenblik heeft het dat zou zij wordenmijn geloof aan God stond niet zoo onwrikbaar vast als de zekerheid van deze over tuiging. Wat vroeg ik naar hinderpalen! Voor mij bestonden ze niet. De weigering mijns vaders? Daarop was ik voorbereid. Ik had hem alleen geschreven om dat ik dit als mijn plicht beschouwde. Zijn betoog kon mij niet van mijn plan afbrengen, en al sloot hij mij buiten den familiekring en al bleef mijn vaderland ontoegankelijk voor mijwatt beteeken den voor mij, mijne familie, mijn vaderland? Mijn vaderland was bij mij en mijne vrouwEn zoo erg zou het ook niet loopen, met de jaren zou mijn vader er vrede mede gaan krijgen want hij is een braaf en edel menscli. Dat zeide ik ook aan haar, en dus gaf ik haar kennis van de stappen die ik gedaan had. Verschrikt had zij alles aangehoord. Wat in den diepsten schuilhoek harer ziel verborgen lag beslist en verwezenlijkt Weder brak hij af en greep knarsetandend naai den wijn. Ik bemerkte met bezorgdheid dat de anders zoo matige jonkman het eene glas na het andere in- zwolg; maar hoe zou ik het hem belet hebben! In vliegende haast bracht hij het verdere uit. «Hebt gij ooit beproefd, koud te blijven wanneer eene schoone vrouw als eene kronkelende vlam u omvatte En is het u dan gelukt Neen, neen Geen menscli is er toe in staathet ijskoude mar mer zou er door ontvlammen en tot asch vergaan 0, het -was een nacht vol ratelende onweérsslagen de flikkerende ster, doch en haar vurige adem fluisterde teedere, uitlokkende woordekens. Mijn bloed voelde ik branden in al mijn aderen, en toch verloor ik mijn bezinning niet en klampte ik mij vast aan de eer. Berekening was het van haar. O, ik had het bespeurd in de wil- bliksemstralen schoten langs het ven- in haar oogen fonkelde een wilder gloed den roes mijner zinnen, dat er hooghartige bereke ning in 't spel was En al had ik het niet vermoed, zij zelve sprak het uit toen ik hare roepstem weder stond. Gij zult kalmer denken latervleide zij. «Wordt mijn vrouw! Eerder niet«Ik ben het niet waardHebt gij het begrepen als ik; vat gij de bedoeling En ik ik zou mij laten beschamen door hare grootmoedigheid. Uit hare armen heb ik mij losgerukt, van haren gloeienden mond, die mijn ziel van tusschen mijn lippen zoog. Zij kon kussen. zij alleen Ilad ik haar eerst aan mijne achting lee- ren gelooven, nu moest zij zelve er aan gelooven. Ik wilde vluchten, voort, voortZij echter hield mij als met reuzenvingeren vast. «.Blijfvleide zij en om vatte mij. «Ik wil de uwe wezen, Austin, hoort ge, de uwe Omdat ik u liefheb Omdat zij mij liefhad «O, Wanda; o, Wanda! Wat hebt gij gedaan Ik kan u niet zeggen hoe ik te moede was. Hij gaf plotseling een luiden schreeuw en greep met zijn ijskoude, bevende handen de mijnen. «Weg! Jaag ze weg, markies, die gedaanten, die kolen op mijn hoofd leggen,hij sidderde dien vogel, dien krijschenden duivelWat bleeke spooksels, met hun door het maanlicht beschenen lichamen. Wie zou daar niet waanzinnig bij worden Andermaal greep hij naar de flesch om zijn glas te vullen ik vatte zwijgend zijn arm. Hij zag mij verwonderd aan en vertrok zijn mond tot een bitte ren, akeligen lach. «Neen, neen, ik ben niet waanzinnigklaagde hij. «Ik ben het niet geworden! Er bestaat volstrekt geen waanzin, dat is niets dan een fabeltje. Ik kan het weten! Het genot, een bovenaardsch, hemelsch genot, en het verdriet gaan niet zoo dicht nevens elkander, wilt gij zeggen O, de menscli is uit een goede, duurzame stof gekneed, hij kan het verdragen, zeg ik uWat, gij weet niet wat er gebeurde Weet gij dat niet? Maar de geheele wereld weet het toch En de zaligheid had mij naar buiten gedreven, naar de bergen, maar overal was zij bij mij in mijn droomen. Eerst met het vallen van den avond week haar schaduw en de droom vervloog. Toen ik weder te huis kwam lag er een brief op mijn tafel. Hij was van haar, «Uwe liefde was zoet, mijn Austin. Ik dank u! Bijna ware ik bezweken in den strijd tegen de hoop, die mij een onmogelijk geluk voorspiegelde, liet ver stand heeft gezegevierd en wil zijn besluit uitvoeren. Wees niet boos op mij het is zoo het best Voor u levert het slechts eene bevrijding, eene redding op, als wij van elkander scheiden Vaarwel en wees gelukkig, en vind eene vrouw die u waardig is en die u zoo bemint als Uwe Wanda. «Nog vermoedde ik niets; alleen dreef eene onbe schrijfelijke angst mij tot haarhet was donker en ik stiet tegen de kooi. Waarom had de vogel niet geroepen Maar nu fladderde en schreeuwde hij en beet hij als razend met zijn grooten snavel naar mij, als een demon van den haat. Ik luisterde; geen geluid slechts mijn hart klopte onstuimig. Waarom? vroeg ik mij zeiven. Zij kon niet weg zijn, zij kon zoo niet van mij scheiden! Welk rampzalig besluit zij ook genomen had, ik moest er haar van afbrengen. En als zij gevlucht was, dan wilde ik haar zoeken tot aan het andere einde der wereld Gezwind de trap af Goddank, er valt een lichtstraal door de reet van de deur, zij is er nog, zij is nog hier, en ik laat haar niet heengaan En nu ging de deur open daar op dien stoel zat de oude vrouw te dommelen het was zoo stil in die kamer om iiet bed heen stonden zes kaarsen en op liet witte kussen i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1881 | | pagina 2