No. 53.
WOENSDAG 29 MAART.
1882.
ANILINE.
FEUILLETON.
Maroussia.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en
Ab o n n e m e u t s p r ij s per 3 maanden f 1
verhooging.
ZATERDAG.
Franco per post
zonder prijs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
rden ingewacht tot Maandag- e
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur.
Ingezonden
Binnenlandsche A D V E11T E N TIEN
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Rij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
Toen vóór een paar weken van liooger-
hand gewezen werd op liet gevaar waaraan
sommige notarissen hunne cliënten bloot
stellen, door bij het stempelen van hun
naam een inkt te nemen, die na verloop
van niet zeer langen tijd verbleekt en ein
delijk totaal onzichtbaar wordt, heeft een
deel van ons land niet zonder eenig leed
vermaak daarin de bevestiging gezien van
't geen reeds dikwijls beweerd is, dat n.l. de
aniline-kleuren, hoe kort nog op de wereld,
vandaag of morgen moeten wijken voor de
oude, beproefde kleurstoffen.
Men weet welke ramp het zuiden van ons
vaderland, Zeeland, Noord-Brabant en 't land
van Flakkee getroffen heeft. Nog niet heel
lang geleden bestemde men daar de beste
akkers tot den teelt van meekrap, een pro
duct dat met recht een goudmijn mocht
genoemd worden, zooals de haring dat was
en ten deele nog is voor de Maasstreek.
Meekrap was voor sommige streken-het hoofd
voortbrengsel van den landbouw en daaraan
werd ook door den minderen man veel geld
verdiend. Deze stof toch werd niet uitgevoerd
dan na ter plaatse van den bouw bijna geheel
P. J. S T A II L.
9)
Een oogenblik ontstelde zijeen vogel, bevreesder
nog dan zij, was plotseling opgevlogen. Ook had zij
een gevoel van spijt. Een door haar opgejaagde vlin
der was al fladderend met haar gelaat in aanraking
gekomen, en zij had gesidderd. Was zij dan zoo zwak?
Zij bleef een geruimen tijd staan leunen tegen een
boom, wiens gebladerte haar beschutte en verbergde.
De avondwind strooide de witte bloesems der appel-
boomen rondom haar heen op het gras. Kijk dacht
zij, het is of het sneeuwtZij vreesde dat het
geritsel der bladeren een ander gedruisch zou ver-
dooven de schier onmerkbare aanduiding, die zij met
haar gebogen .hoofd en haar luisterend oor in de
grootste spanning bleef afwachten, bleef afwachten
met eindeloos geduld.
Daarweinige schreden van haar aftusschen
twee boomen beweegt zich Bedriegt zij zich
niet Is het slechts een schaduw Neen het is de
kloeke en rijzige gestalte van den nieuwen vriend,
voor wien haar vader lijdt, en haar moeder ook,
en voor wien ook zij op haar beurt alles zal trotsec-
ren. De gestalte is niet langer onbewegelijk zij
sluipt als een slang tusschen de takken der boomen
geprepareerd te zijn tot het doel waarvoor
't bestemd was. De Zeeuwen hadden een
goed deel van hun vermogen gestoken in
garancine-fabrieken en ineestoven, die in den
goeden tijd een niet onvoordeelige geldbe
legging opleverden. Deze inrichtingen gaven
honderden handeir brood en aan de plaatsen
Middelburg, Zierikzee en Goes vertier en
leven.
Thans behoort al dat schoons tot de ge
schiedenis. Wanneer 't lot tl naar Zeeland
voert, zult ge slechts bij uitzondering het
kostbare product van weleer ontmoetende
garancine-fabrieken en ineestoven zijn voor
afbraak verkocht of tot andere doeleinden
ingericht; de arbeiders met permanent-roode
aangezichten en handen zijn verdwenen en
op de markt staat het artikel meekrap /jz-o
memorie uitgetrokken. Zeeland derft thans
niet alleen de groote winsten welke de mee
krap weleer schonk, maar verliest oneindig
veel meer. Wanneer 't niet anders beteekende
dan het verloop van een gewoon product
en het daarvoor in de plaats treden van een
ander, wanneer men b.v. na jaren lang
rogge geteeld te hebben, thans deze met
tarwe had moeten verwisselen, zou het ver
lies nimmer zoo enorm kunnen zijn. Maar,
zooals gezegd is, zijn thans alle kapitalen in
de inrichtingen ter bewerking van meekrap
gestoken, geheel of bijna waardeloos geworden
en de meestoven, die nog hier en daar zijn
gespaard, bewaren alleen nog de herinnering
aan vroegere rijke dagen.
Welke macht is 't die deze verandering
teweeg bracht? Geen andere dan de vinding
rijke menschengeest, die dezelfde schoon e
roode kleur benevens nog een tal andere
leerde bereiden uit kool teer. 't Is haast onge-
loofelijk, maar toch niet minder waar: de
koolteer heeft de meekrap verbannen. De
gasfabrieken hebben den dood gedaan aan
de goudmijn van Zeeland. De schoonc akkers
met hunne golvende oppervlakte, waaronder
diep verborgen de meekrap verscholen voort-
groeide, zijn overstroomd door de zwarte
afzichtelijke koolteer.
Toch, hoezeer 't voor ons land te betreuren
blijft dat ons inlandsch fabrikaat verdrongen
is zonder eenig equivalent, toch kunnen we
niet nalaten der wetenschap den tol onzer
bewondering te schenken voor hare vinding
rijkheid om een stof die volstrekt geen
waarde had te verheffen tot een hoog ge
waardeerd handelsartikel.
Al missen de anilinekleuren duurzaam
heid, dat doet aan de schoone uitvinding
niets af. En waar de scheikunde uit niets
iets te voorschijn riep, zal ze ook wel mid
delen vinden om dat ,/iets" te doen stand
houden. De aniline-industrie is bovendien
nog jong, zoodat de kleine hoop op een
herleving onzer meekrapteelt hoogst waar
schijnlijk wel weer te niet zal gedaan wor
den.
We willen beproeven het wonder dier
kleurenschepping eenigszins op te helderen.
De teer is tegenwoordig een zeer gewilde
stof. De houtteer wel te verstaan, vooral
sedert de kwakzalverij den lichtgeloovigen
op de mouw gespeld heeft, dat teer in 't
kranke, door borstlijden gekwelde lichaam,
wonderen werkt. De steenkolenteer echter
tot voor kort een volkomen nutteloos
was
voortbrengsel. Men wist er volstrekt niets
mee aan te vangen en zat er letterlijk mee
opgescheept. Toch werd het voortdurend in
groote hoeveelheden door de gasfabrieken
voortgebracht. Teer is n.l. het vloeibare
deel van onzuiver gas, dat na bekoeling be
zinkt, en komt dus in den grond met hout-
teer overeenbeide soorten van teer staan
tot elkaar als steenkolen tot hout, waar-
tusschen, gelijk ieder weet, 't verschil ook
slechts klein is. Deze koolteer nu is een
mengsel van velerlei stoffen, welke allen
door de warmte in damp kunnen overgaan.
Doch daar de eene stof daartoe meer, de
ander wat minder warmte behoeft, bestaat
de mogelijkheid om ze afzonderlijk op te
vangen, te distelleeren. De voornaamste
dezer stoffen zijn asphalt, dat men 't
grondsop zou kunnen noemen, creosoot
en te er olie. De eerste bezigt men tot
straat- en stoepbedekking, de tweede tot 't
verduurzamen van hout en in de apotheek.
Uit de laatste verkrijgt men na herhaalde
distellatie en bijvoeging van verschillende
stoffen de aniline, welke naam afkom
stig is van 't Portugeesche woord anil,
dat indigo beteekent. Deze aniline is
een volmaakt kleurlooze vloeistof en hier
uit nu worden de vele prachtige kleuren
bereid, die ons oog in eiken manufactuur
winkel treffen. Al naar gelang men de ani
line verbindt met eenige andere stof, ver
krijgt men ook verschillende kleuren. Met
zwavelzuur verbonden, levert het een schoone,
standhoudende purperkleur; met arsenicum
geeft het een roode verfstof, en deze is 't,
die in den strijd met het licht onder doet
door. Zij zoekt, het is buiten twijfel, den kleinen ver
borgen doorgang die op de rivier uitkomt.
Met haastigen tred loopt Maroussia de gedaante na.
Weldra hoort zij reeds het gemurmel der rivier. Een
haag slechts scheidt er den gezant van. Hij buigt
zich over die haag en ziet naar beneden, en aan den
voet een reusachtige boom, wiens takken tot op den
waterspiegel der rivier neerhangen, heeft hij een boot
in het oog gekregeneen boot, dat is iets wat
hij hebben moet; de rivier, dat is overal een weg die
geen spoor verraadt; hij zal de haag overgaan die
er hem nog van scheidt. Doch plotseling worden er
twee kleine handjes om zijn arm geslagen, en een
zachte stem fluistert hem toe«Neen, neen, dat niet,
niet in de bootDe rivier is een spiegel, waarop men
zelfs op zeer grooten afstand alles zien kan.
Blijkbaar was hij zeer verwonderd; veel meer ver
wonderd dan wanneer hij plotseling omringd ware
geworden door een tiental van top tot teen gewapende
soldaten; maar hij liet er niets van blijken. Men
kon zien dat die man reeds lang aan allerlei soort
van verrassingen gewoon was.
zag liet meisje aan en herkende haar.
«Wat doet gij daar, mijn kind?» vroeg hij, het
meisje toelachend, alsof hij haar op een wandeling
was tegengekomen, onder de gunstigste omstandighe
den voor het voeren van een vriendschappelijk gesprek.
Maar er verliepen eenige seconden voordat Maroussia,
die zeer gejaagd en ontsteld was, iets kon toevoegen
aan de woorden die zij zooeven tot hem gesproken had.
De man legde toen zijne hand op liet hoofd van
het kind en streek haar liefkozend over beur haren,
als om haar te zeggen: «Kom tot u zelve, mijn kind.
Hij immers, hij was de kracht, de vlugheid, de moed,
de dapperheid; maar in dit oogenblik, tegenover dit
schuchtere vogelken, kwam een goddelijke straal van
goedheid en ontferming dit alles uitwisschen en ver
vangen op zijn mannelijk gelaat. Zijn machtige aard,
gewoon om het moordend wapen en het wichtige
zwaard te hanteeren, werd zachter dan die eener moe
der voor Maroussiazijn blik rustte vol teederheid op
Maroussia's oogen. Zij vertrouwden elkander voor al
tijd. Eindelijk was Maroussia weer in staat te spreken.
«De rivier loopt niet langs dien weg naar Tchigui-
rine. En gij moet u naar Tehiguirine begeven. Ik heb
nagedacht over een middel om er te komen.
«Spreek, mijn kind,antwoordde de vluchteling.
«Daar ginds, ver weg in de steppe, bezit mijn va
der een kleine hut, een stal, waar men des zomers
de groote ossen onder dak brengt, als het in den hooi
tijd is, om ze niet alle avonden mede naar huis te
moeten nemen. Er staat een groote wagen vol hooi
voor de deur, dien vader morgen ochtend zou gaan
halen. De ossen blijven tot het aanbreken van den
dag in den stal. Wij samen, gij en ik, kunnen er
binnen een uur zijn. Dan zal ik,ik wil zeggen:
dan zullen wij de groote ossen inspannengij verbergt
u in het hooi en ik breng u eerst naar het huis van
meester Knich. Meester Knich is een vriend van mijn
vader en van zijn andere vrienden. Hij komt wel bij
ons aan huis, en als hij er komt dan praat hij met de
andere menschen. Ik zal hem alles kunnen zeggen,
of anders, als ge dat liever niet hebt, zal ik niets
aan meester Knich zeggen, maar ik zal trachtten te
doen te doen
Zij bleef besluiteloos staan, want zij wist niet recht
wat zij in dat geval als het beste zou moeten kiezen.
Dadelijk echter voegde zij er bij
«Ik zal doen wat ge mij zegt. O, ik zal alles
doen 1
Hij was haar sprakeloos blijven aanhooren, terwijl
de tranen hem in de oogen schoten.
«Wie heeft u op dat denkbeeld gebracht, Ma
roussia
IV.
Een rooversgeschiedenis.
«Ik heb eens een rooversgeschiedenis hooren ver
tellen, en die heeft mij op dien inval gebracht,ant
woordde het meisje. «Ik heb mij herinnerd hoe de
vrouw van den rooverhoofdman uit die vertelling zich
gered heeft, en ik heb bij mij zeiven gezegd Wij
zullen het even zoo aanleggen.
«Daar we toch een heel eind moeten loopen om
bij den stal in de steppe te komen, kunt ge me
onder weg die geschiedenis wel vertellen, niet waar?»
«Dat wil ik wel doen. Maar zult ge naar Tehigui
rine gaan? zal ik er u heenbrengen?»
«Wel zeker,antwoordde hij. «Maar zal uw vader
het goedvinden als ik u tot mijn gids neem. Zal hij
u later niet beknorren?»
«Ik geloof dat ik doe zoo als hij het gaarne heb
ben zou vader heeft mij aangezien en ik heb hem
begrepen,sprak het kind. «Zijne oogen roepen mij
toe Voor hem moet ge alles verlaten, zelfs ons.
«Welnu dan, ja, dan geef ik mij aan u over,
kleine gij zult mij geleiden, en, terwijl gij mij den
weg wijst, zult ge mij uw geschiedenis vertellen.
Laat ons nu voortgaan, Maroussia. Ik luister reeds
naar u ik houd veel van rooversgeschiedenissen.
«Zij gaven elkaar de hand en liepen rond langs
de vest. Daar het kind echter bleef zwijgen, zeide hij
een oogenblik later
«Ik luister al naar u, maar ik hoor nog niets.»
(Wordt vervolgd.)
NIEUWSBLAD
Het Lm
BE
mm
Advertentiën voor Duitschland worden alleen
aangenomen door het Advertentiebureau van ADOLF
STEINER te Hamburg.
DOOR